ei
Door eip schil
en
Altena, de Langstraat en de Bomnielerwaard,
Land van Heusden
Uitgever: L. J, YHEERMAN, Heusden.
No. 2554. ff7oensdag 15 AugustuslOOS.
De zeebodem.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
In den laatsten tijd zijn de duikers
weer ijverig bezig geweest om den
zeebodem nauwkeurig te onderzoeken.
Daarbij heeft vooral een jonge scheeps
bouwmeester, De Plurg, die met be
hulp van een door hem zelf uitgevon
den apparaat, de ongekende diepte van
336 voet bereikte, zich onderscheiden.
Door een soort van metalen pantser is
hij volkomen beschut en voor de adem
haling wordt door middel van een bij
zondere, chemische constructie automa
tisch gezorgd. Op die wijze is hij reeds
honderd vijftien maal met de rustigste
zekerheid in de diepte neergedaald en
heeft daar een wonderbare wereld aan
schouwd, die geen ander menschehjk
oog nog ooit gezien heeft.
In een diepte van zoowat negen
voet, zegt hij, vindt men een groote
menigte zeenetels. Door het water ge
zien, schijnen alle dingen veel grooter
en zoo vertoonen de kwallen zich ook
reusachtig van omvang. In het begin
vergeet men, dat men door den duiker
helm volkomen beschut is, en heeft
dan de gewaarwording, alsof die massa's
van weeke slijmerige kwallen aan het
gezicht zallen blijven hangen. Een
weinig dieper ziet men zwerven van
vonkelende vischjes, die als gloeiende
strepen koper glanzen en in voortdurende
beweging zijn.
In een diepte van circa 162 voet
komt men door dichte massa's zeewier
daaronder zijn er, die slierten van 20
tot dertig meter lengte hebben, die,
ajs door geheimzinnig leven bezield,
zich om de ledematen van den duiker
slingeren. Dit lange zeewier kan van
groot gevaar voor den onderzoeker zijn,
daar het zijn bowegicgen niet alleen
belemmert, maar soms zelfs verlamt
en hem met centner's gewicht omlaag
kan trekken.
Onder 162 voet vindt men slang
achtige visschen, van ongeveer drie
voet lengte en andere zeedieren, dii
veel op dolfijnen gelijken. Deze laatste
storten zich dikwijls met een vaart op
den duiker, zoodat men door den ont-
zettenden angst overvallen wordt, dat
zij het vier duim dikke glas zouden
kunnen verbrijzelen. Natuurlijk zou men
in zulk een geval bijna onmiddellijk
dood zijn.
Maar nog veel gevaarlijker monsters
zijn de polypeD, die hun weeke armen
om den dapperen vorscher slingeren;
daar zij echter laf zijn, trekken zij
Uit het Duitsch.
42)
Het volle daglicht, hoewel somber en
grauw, scheen nu in de kamer. Stil liep
Malwine er heen en weer, legde het kind
weder in zijn bedje, en deed de gordijnen
een weinig dicht, terwijl Arnold zijn oogen
onafgewend op de half uitgewischte letters
gevestigd hield. Nu stak hij haar de hand
toe. „Malwine," zeide hij, „hoe zal ik je
danken, je hebt me mijn rust wedergege
ven het was dus geen vloek, die mij ver
volgde en mij alles, waaraan mijn' hart
hing, ontnomen heeft. Het was onze eigen
schuld, want de moederzegen rustte op ons.
Malwine, lieve, goede Malwine, verlaat mij
niet in mijn smart ik ben zoo ongeluk
kig, zoo alleen; blijf bij mij!" Hulpeloos
en smeekend zag hij tot haar op.
„Dat wil ik," antwoordde zij, hem de
hand reikende, „want ik zie. dat ik noo-
dig voor je zal zijn. Maar ga nu slapen,
Arnold. Je zuster, zoo het je me immers
zoo dikwijls genoemd, zorgt voor je."
Geduldig gehoorzaamde hij haar, met
den brief zijner moeder in de hand. Maar
Malwine trad aan het venster, en bitterheid
vervulde haar hart. Zooveel verdriet, zoo
veel tranen en heimelijke strijd. Waarom?
In plaats van het gehoopte geluk, een ver
woest leven!
Toen Bernhard Wendenfeldt, na verloop
van eenige uren, kwam, lag Arnold in een
hevige koorts. Aan zijn bed zat een slanke,
zich dadelijk terug, zoodra zij met zijn
metaal-pantser in aanraking komen.
Even huiveringwekkend en veel moe
diger zijn de reuzenkreeften, waarvan
eenige stellig drie voet in middellijn
groot zijn. Met hun sterke schalen en
tangen bedreigen zij den duiker voort
durend en dit gevaar jnag hij waarlijk
niet geringschatten.
In die geringe diepte is er niet veel
verschil in den vorm en aard der vis
schen eerst in een diepte van 1000
meters schijnt hun aard geheel te ver
anderen en moeten zij andere vormen
aannemen om het op hen drukkend
gewicht te kunnen verdragen. Tot nu
toe is het onmogelijk geweest, om le
vende exemplaren der onderzeesche mon
sters aan de oppervlakte te brengen,
daar zij den waterdruk niet kunnen
ontberen. Daar al deze dieren carni
voren zijn, heeft reeds menig matroos,
die met zijn schip onderging en wiens
lijk langzamerhand dieper zonk, in die
wijd geopende muilen zijn graf gevon
den de lichamen dezer soort visschen
zijn door den toenemenden waterdruk
geheel plat.
Een merkwaardigen indruk maakt
bij deze onderzeesche navorschingen het
daglicht, dat een mengeling van violet
en gioen is, en veel overeenkomst heeft
met de lichtkleur in ijsgrotten. In een
diepte van 32 meter is het licht reeds
flauwer geworden en toont de zon zich
als een roodachtige bal; maar sterren
zijn zelfs overdag zichtbaar, wanneer
de directe zonnestralen bijv. door een
rots onderschept worden. Op een ze
kere dag had hij in een diepte van
129 voet precies om twaalf uur 's mid
dags een onvergetelijken aanblik. De
zon stoud in het zenithhij stond op
een grond van fijn wit zand en de
lichtbreking op den sneeuwigen bodem
maakte den indruk, als stond hij op
oen vlakte van gesmolten goud
Op een diepte van 226 voet heerecht
reeds donkere nacht; bij 327 voet is
de duisternis totaal ondoordringbaar en
heeft men electrisch licht noodig, om
iets te kunuen zien. Hij gebruikt elec
trische lampen van 10,000 kaarslicht
sterkte, waarvan het licht zich niet
verder dan in een omtrek van negen
tig voet verspreidt. Gezonken schepen,
gebartsen booten, verbrijzelde scheeps
rompen, wrakken met vernielde dekken
en gebroken masten vormen dan een
treffenden aanblik.
De Plury heeft in zijn loopbaan als
duiker ook reeds menige schrik-emotie
beleefd.
rijzige meisjesgestalte, die hij nooit verge
ten was, en wier aanwezigheid hem nu
deed verbleeken.
„Ik blijf bij hem, zoolang hij mij noodig
heeft," zeide zij, ernstig en met vastheid,
naar den zieke wijzende; „waar wij noodig
zijn, is onze plaats in het leven!"
HOOFDSTUK XVI.
Breedgetakte kastanjeboomen, die rond
om het marktplein van het landstadje B.
stonden, wierpen hun schaduw op het ver
gulde uithangbord van de herberg „de Zon."
1 )eze was de toevlucht van de weinige ku-
rassiersofficieren, die door hun ongelukkig
gesternte in dit kleine nest beland waren,
en hier naar hun beste vermogen de ver
veling van hun bestaan door spelen en drin
ken zochten te verdrijven.
Hoewel het bij die bijeenkomsten dik
wijls druk genoeg toeging, was het voor
den herbergier toch niet om rijk te worden
dus was hij blijde, dat hij zijn voornaam
ste logeerkamers reeds sedert maanden aan
een jong echtpaar had verhuurd, dat ook
nog maar altijd geen aanstalten scheen te
maken om te vertrekken, want de lucht en
de stilte van de plaats, zoo verzekerde de
teedere echtgenoot, deed zijn lijdend vrouw
tje bizonder veel goed,
Mr. Langley, zooals hij zich noemde, was
een in 't oogvallend knap man, die door
de geheele vrouwelijke bevolking bewon
derd werd, en dien de officieren en grond
eigenaars uit den omtrek om zijn elegan
te manieren gaarne mochten lijden. Zijn
vrouw kreeg men zelden te zien, maar
daarin waren de vrouwen en het reeds
dadalijk eens, dat zij in geen vergelijking
kwam by haar man. Soms stond hij aan
„In de nabijheid van Ostende,", zoo
vertelt hij, „moest ik eens het wrak
van een, voor niet zeer langen tijd,
gezonken schip onderzoeken. Daarbij
werd ik van een waren zwerm reuzen
kreeften aangevallen, die zich juist op
de lijken der matrozen gestort hadden.
Een dezer zeemonsters pakte mij bij
het been vast, dat, zonder de beschut
ting van mijn pantser stellig verbrijzeld
zou zijn geworden. Ik had em soort
zwaard in mijn hand en doodde daar
mee twee dezer dieren, waarvan ik nog
de schalen bezit. Op den bodem der
zee zijn alle voorwerpen met een merk
waardig soort poeder bedekt.
Eeuwig zwijgen en ontzettende duis
ternis heerschen er. Daarbij is de grond
met beenderen bezaaid, waarvan velen
van menecbelijken oorsprong zijn.
Zeer merkwaardig is de dikwijls door
mij gemaakte opmerking, dat door den
invloed van het zeewater de lijkeu een
tijdlang in goeden staat blijven. Zoo
bezocht ik eens den romp van een
schip, dat met zijn geheele bemanning
ondergegaan was. Het grootste gedeelte
der manschappen was, op h"t oogen-
blik dat de ramp gebeurde in diepen
slaap verzonken geweest, zoodat zij
plotseling in den dood overgegaan waren.
Daar de luiken gefloten waren, hadden
de visschen de matrozen niet kunnen
bereiken en zij lagen in een schijnbaar
rustigen, diepen slaap. Ik naderde en
raakte een der lijken met mijn hand
aantoen was het. alsof het vleesch
door mijn aanraking verging en weg
smolt, alleen een geraamte achterlatende.
ItuiliMilaad.
Wij hebben reeds iets medegedeeld
uit het verslag van de Engelsche com
missie inzake de legerschandalen, die
in Zuid-Afrika zijn voorgevallen. De
commissie schat dat er, alleen door na
latigheid of schuld tusschen de negen
en vijftien millioen gulden schade is
geleden. Verscheiden hooggeplaatste
officieren van de intendance krijgen
harde waarheden te hooren, en het
heele officierskorps van de administratie
in het algemeen. Worden er ook niet
rechtstreeks wel bij vermoeden
van oneerlijkheid beschuldigd, hun on
bekwaamheid wordt in ondubbelzinnige
woorden aan de kaak gesteld. Zoo heet
't, dat het kantoor van den Director
of Supplies gedreven werd „met on
verschoonbare zorgeloosheid en buiten
gewone domheid, en dat van het depar
tement van den betaalmeester met een
betreurenswaardig gebrek aan inzicht."
Kolonel Hipwell, majoor Walton en
het venster, en dan zag men haar glanzig
blond haar en haar groote blauwe oogen,
die, zoo waagde een jong meisje het eens
te zeggen, een zeer treurige uitdrukking
hadden, maar de andere vrouwen en meisjes
lachten haar daarom uit. Zulk een man
te bezitten en dan treurig te wezen, dat
was toch te gek om van te sprekenNeen,
zij was lijdend, en dus was de man eigenlijk
te beklagen, die zeker veel geduld met haar
moest hebben, want soms hadden de dienst
boden een zacht gesnik gehoord, als die
knappe heer zich wat lang met de officie
ren vermaakte, en dikwijls vielen er ook
harde woorden tusschen hen voor.
Smal en bleek was het lieve, kinderlijke
gezichtje geworden en de oogen stonden
droevig, alsof zij van veel tranen konden
getuigen. Niemand had Ilse, na die weinige
maanden, zonder medelijden kunnen aan
zien.
Zij durfde nauwelijks zichzelf bekennen
dat zij een zwaren misstap begaan had, dat
zij een vurig verlangen gevoelde naar het
geen zij eenmaal zoo geringgeschat had. Zij
moest het zich gedurig voorhouden, dat zij
het gedaan had, om hem, dien zij liefhad
van zedelijk verderf t9 redden. Alleen om
hem voor vertwijfeling te behoeden, had
zij de zware schuld op zich geladen.Maar
tot op heden was het haar nog niet ge
lukt eenigen invloed op den grilligen man
te verkrijgen. Hij lachte om haar voorstel
lingen of voegde haar ruwe woorden toe,
als zij in tranen uitbarstte, en liep weg. O, het
was moeilijk den weg naar zijn hart te vin
den, en zij wanhoopte bijna. In zulke oogen-
blikken van bittere droefheid en vertwijfe
ling kwam haar dan een ander beeld voor
den geest, maar angstig weerde zij het af.
Er was voor haar geen terugkeeren meer!
kapitein Limond hebben op lichtzinnige
wijze met 's lands geld huisgehouden.
Hun slecht beheer sproot voort uit „ge
brek aan verantwoordelijkheidsgevoel,
onverschilligheid en gemis aan bevat
ting." Kolonel Morgan wordt scherp
berispt om de ernstige reden tot wan
trouwen die hij gegeven heeft door te
bewerken, dat de beruchte firma Meyer,
die zooveel contracten met het leger
afsloot, waarbij zij tienduizenden pon
den verdiende, zijn broer op een salaris
van 1200 pond in dienst nam. Bij aan
bestedingen te Pretoria onthielden velen
zich, omdat zij reden meenden te heb
ben aan te nemen, dat kolonel Morgan
de aanbesteding toch aan de firma
Meyer zou gunnen.
De Daily Graphic, een unionistisch
blad, zegt dat een menigte officieren,
op wie zware vermoedens rustten, er
in dit verslag goed afkomen, omdat
hen alleen verregaande domheid wordt
verweten. Gelijk de meeste bladen hoopt
de Daily Graphic dat de minister van
oorlog streng zal richten over die offi
cieren. De Radicale Star houdt het
met het verslag van de commissie van
Butler, die het eerst de schandalen uit
gebracht heeftde hooger zittende
schuldigen blijven in het duister.
Vermelden wij nog, dat het nu uit
gekomen verslag ook aan het departe
ment van oorlog verwijt, niet behoor
lijk de zaken geregeld te hebben.
Uit het stadje Anchialo komt bericht
dat daar Zondag tusschen Grieken en
Bulgaren straatgevechten zijn geleverd,
waarbij aan weerskanten dooden en
gewonden zijn gevallen. Een deel van
de stad moet in brand staan.
Te Roetsjork zijn betoogingen tegen
de Grieken gehouden, zonder dat het
tot buitensporigheden kwam.
De Turksche grootvizier heeft beslist
geweigerd om bij de Bulgaarsche regee
ring stappen te doen wegens de ver
volging van de Grieken in Macedonië.
Hij heeft den Griekschen gezant te
verstaan gegeven dat het Grieksche
element de aanleiding tot de rustver
storingen gaf.
Een telegram uit Athene bevestigt,
dat de stad Anchialo, met uitzondering
van de Bulgaarsche wijk, geheel en al
door brand vernield is. De geheele kust
is vol met vluchtelingen, die aan de
ramp ontsnapt zijn.
Welk lot den Griekschen aartsbis
schop getroffen heeft, is onbekend.
De Bulgaarsche ministerraad heeft,
tot verhoeding van nieuwe aanvallen
op de Grieken, besloten de strengste
militaire maatregelen te nemen. De
troepen zullen last krijgen, om op rust
verstoorders dadelijk met scherp te
schieten.
Verder heeft de ministerraad 100,000
De schemering begon reeds te vallen en
op straat werd het stiller; de dienstmeid
kwam boven, om water en licht te bren
gen, maar ditmaal was zij niet alleen, want
een ventje van nauwelijks twee jaar, met
dikke, roode wangen, hing aan de plooien
van haar rok en liet zich mee naar binnen
sleepen.
„Wees stil, Ferdinand," zeide zij, terwijl
zij zijn hoofdje streelde.
Zij sprak blijkbaar opzettelijk om Ilse
op haar kleinen begeleider opmerkzaam te
maken, en deze stoornis was de in gepeins
verzonken eenzame vrouw zeer welkom.
„Wien breng je daar mee, Auguste?"
vroeg zij, een blik op het knaapje werpende,
„dat is een vreemd bezoek."
Auguste streek haar voorschoot glad, en
haar blozende wangen werden nog rooder.
„Och, mevrouwtje, dat is mijn eigen
kind," zeide zij, met een verlegen glim
lach, maar dat ia het ergste nog niet, wat
iemand gebeuren kan, als men anders braaf
is. De waardin weet van het kind, dus ver
gunt ze mij, het elke maand een dag bij
mij te hebben natuurlijk moet het werk
er niet onder lijden; maar als hij mij zoo
aan mijn rok hangt, zou ik met' geen ko
ningin willen ruilen, en waar ik de rijken
het meest om benijd, is, dat zij hun kin
deren bij zich mogen houden, terwijl ik
het mijne moet besteden en het maar zel
den zien kan."
„Kost de kleine je niet veel, Auguste?
Je moet je geld toch zuur verdienen;" vroeg
Ilse, die bij de woorden van het meisje
min of meer een kleur had gekregen.
„ZekerMaar wat doet men al niet voor
zijn kind, en de grootste vreugde is toch
als het zoo gezond is en zoo dik wordt als
myn Ferdinand. Ziet ge, mevrouwtje, mijn
frs. toegestaan voor de bevolking van
Anchialo die goen dak meer boven
haar hoofd heeft en last gegeven om
legertenten naar de verwoeste stad te
zenden.
Het Journaal officiéél bevat het ver
slag van de commissie, belast met het on
derzoek naar de omstandigheden, waar
onder de ingenieurs het reddingswerk
in de mijn van Courrières geleid heb
ben. Met 4 stemmen tegen 2 heeft de
commissie besloten, dat er geen verwijt
kan gedaan worden aan tfie ook voor
de wijze waarop het reddingswerk uit
gevoerd is.
Te Ludaspusta Szabadka in Hongarije
is Zondag de gendarme Stefanus Ko-
vacs met zijn geweer den straatweg
opgegaan en plotseling op alle voorbij
gangers begonnen te schieten. Vier
menschen zijn doodelijk getroffen, veer
tien zwaar gewond. Toegesnelde kame
raden poogden den krankzinnige te
overweldigen, maar toen hij ook op hen
schoot, gaven zij een salvo af, dat den
ongelukkige dood ter aarde deed vallen.
Op verschillende plaatsen in Noord-
Italië hebben onweren groote ongeluk
ken veroorzaakt. Bij Milaan zijn een
aantal personen door den bliksem ge
dood en gewondte Brescia sloeg hij
in de eetzaal van een hotel, waar een
veertig gasten bijeen waren er werden
er twee gedood en drie ernstig gewond.
Te Lodi sloeg de bliksem in een klok-
ketoren en vernielde dezen, van daar
sprong hij over op een naburig huis,
schroeide van twee daar zittende dames
het haar geheel weg en wondde een
derde persoon in het gezelschap.
Bij Venegeno sloeg het hemelvuur
in een huisje voor electrische stroom
wisseling en deed een spanning van
3600 volts ontstaan in draden en toe
stellen, die op een van 110 volts be
rekend waren. Verschillende personen,
die hun electrische lampen wilden aan
steken wegens de duisternis kregen
hevige schokken. Een boer werd door
een vallenden draad getroffen en op
de plaats gedoodeen groot aantal
anderen gewond.
De Moskousche politie heeft ontdekt
't is bij de jongste gevangennemin
gen aan 't licht gekomen dat het
hoofd van het voornaamste revolutio
naire comité een vrouw is, een nicht
van een lid van den Rijksraad.
De Matin verneemt uit Odessa dat
de dochter van luitenant-generaal Printz
aldaar bij het paleis van generaal Kaul-
bars een bom heeft geworpen. De bom
had geen uitwerking en juffrouw Printz
schoot zich dadelijk daarop met een
revolver dood.
vurigste wensch zou zijn, het ventje dag
en nacht bij mij te kunnen hebben; geen
arbeid zou mij daarvoor te zwaar zijn, en
als ze mij willen vertellen, dat de groote-
lui zoo maar zonder reden van hun kinde
ren scheiden, zeg ik altijd: Dat geloof ik
niet, de moederliefde moet toch in eiken
stand gelijk zijn."
De woorden van het meisje waren als
knuppelslagen op Uses geweten gevallen.
Zij had haar zoontje verlaten, zonder te
vragen wat er van hem worden zou, zon
der er aan te denken, dat zij hem nu wel
nooit zou wederzien, dat hij nooit weer
zijn armpjes om haar hals zou slaan, zijn
wangen tegen de hare zou vlijen. Hij was
zoo klein en zwak, was pas begonnen alleen
te staan; wat kon hij intusschen in zijn
kinderlijke ontwikkeling gevorderd zijn.
Ach, hij bezat geen moeder meer!
Een hevig verlangen naar haar kind over
viel haar en deed haar de tranen in de
oogen schieten. Zou zij haar schuld ooit
kunnen uitwisschen? Toen zij kort na haar
vlucht vernomen had, dat Hugh vervolgd
werd, meende zij dit alles te moeten ver
goeden door haar liefde, hem met zijn zwaar
lot te moeten vezoenen. Tot haar verba
zing, had hij evenmin behoefte aan haar
liefderijke woorden als aan haar vertroos
tingen; hij nam alles zeer koel op, nam
eenvoudig een anderen naam aan, en trok
zich voorloopig terug in het landstadje,
waar hij al spoedig gezelschap vond. Over
het gebeurde in den circus sprak hij vol
strekt niet, en hij verbood haar ook er ver
der van te reppen.
Wordt vervolgd.)
'i£T LAND VAN ALTEN'5
VOOR