Land van Heusden en illena, de Langstraat en de Bommeierwaard. Het Feestvieren. Getrouw gebleven. Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden. No. 2&G4. Woensdag 19 September. 19QG. FEUILLETON. VOOR Dit blad verschijnt "WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/3 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Met „schrik" leest de Haagsche cor respondent van de „Oprechte Haarlem- sche Courant," dat er plannen zijn tot viering van den 300sten geboortedag van onzen De Ruyter. „Is 't nu niet voldoende zegt hij o.a., dat wij onze groote mannen door dankbare herinne ring eeren; moet daar na 300 jaren nu nog weer eens een opgewarmde hul de bij Krijgen wij weer verschaalde, zwart-beschimmelde na-glorificatie aan het adres van een man, die zich in on ze herinnering toch voor altijd reeds een plaats heeft weten te verwerven On ze dooden zijn zonder dat toch wel on sterfelijk, en 't volk de gelegenheid te geven zich eens flink te bedrinken, om dat voor 300 jaren in Vlissingen een joggie 't levenslicht aanschouwde, die later een man van groote beteekenis werd lijkt ons door niets gemotiveerd dan door de woede om feestelijkheden te organiseeren, teneinde wat geld onder de menschen te brengen." Ziedaar dan een briefschrijver, die met zijn linkerbeen uit het bed was ge stapt. De man kwam, geheel ontstemd, van de (Haagsche) viering van den ko ninginnedag terug, en dat stemde hem bitter. Bitterheid brengt zoo licht tot onbillijkheid Geheel en al ongelijk heeft deze brief schrijver overigens niet. Op 't stuk van feestvieren zijn wij Nederlanders men schen, die bezig zijn met oude vormen te breken, maar nog geen nieuwe heb ben gevonden. Wij willen nationale feestdagen, echte volksfeesten, die een motief hebben, en waarvan iets uitgaat. Maar als ze dan voorbij zijn, dan moe ten we meestal komen tot de beschamen de erkentenis, dat er toch eigenlijk niets van uitgegaan is; met andere woorden, dat niemand er iets wijzer of beter door geworden is, dat er niets blijvends is tot stand gebracht. En van die beschamende erkentenis tot die andere: dat het toch wijzer ware geweest, indien wij geen feest hadden gevierd, isslechts ééne schrede. Maar, men wachte zich toch voor uiter sten! Wij waren getuige van menig volksfeest, dat des morgens aanving met plechtige koraalmuziek, om des nachts te eindigen in algemeen woest dierlijk gebrul, onder ongebondenheid en dron kenschap. Wij zien dan telkens opnieuw, hoe ontzettend groot de macht der volks- zonden nog is, hoe laag onze volks poëzie staat. Dat betreuren wij diepmaar indien wij niets doen dan betreuren, indien wij eindigen met alles af te scbaf- fen, om dan maar geen gelegenheid te geven tot uitspattingen, dan maken wij ons op onze beurt aan een uiterste schul dig. Onze feestvieringen kunnen wel eroed zijn, mits ze een opvoedend ka rakter hebben en de conclusieniets doen omdat er misbruik kan worden gemaakt daarin zit althans geen op voedende kracht. Integendeel is ze ka rakterloos. Het is hier noch de tijd, noch de plaats, om thans reeds te gaan spreken over het De Ruyterfeest. Dat de geboorte plaats van den held niet achter kan blijven, de plaats waar wij hem in metaal aan het nageslacht vertoonen, dit is waarlijk duidelijk genoeg. Maar wanneer wij de nagedachtenis onzer groote mannen nu en dan opzettelijk eeren, dan doen wij dat immers niet om hun zelfs wil? Aan onze hulde hebben zij geene behoefte meer en toen zij nog in ons midden waren, hebben zij maar al te vaak het ijdele ^an men- schelijke hulde, het wisselvallige van menschelijke eerbewijzen moeteu er- vaien. Maar wij menschen hebben behoefte, nu en dan tot het verledene terug te keeren, zooals wij er behoefte aan heb ben, in te keeren tot ons zeiven. Het verledene zegt en leert ons zooveel. Het verledene, met zijn goed en kwaad, zijn hoogheid en vernedering, staat in de geschied boeken opgeteekend; maar voor de groote meerderheid zijn dat gesloten boeken. En dht juist moes ten ze niet zijn. Het verledene is de beste leerschool voor het heden en de toekomst. Het volk en zijn historie moeten één zijn. Het volk moetin zijn historie leven niet zoozeer om er aan leiding tot feestvieren in te vinden; maar om er uit te putten dien rijken 3chat van wijsheid, dien zij tot op den diepsten bodem bevat. Zeker, als er aanleiding toe bestaat mogen wij ook feestvieren, dat wil zeggenblijde herdenken. Maar dan is het niet onverschillig op welke wijze. Nog eens, als wij onze groote man nen eeren, dan doen wij het niet om hun zelfs wil. Maar toch mogen wij wel groot gewicht hechten aan de 1) Er was een danspartij in Beaver Cove bij de Woods. Al de jongelui uit het dorp en ook velen uit naburige dorpen waren er. De grootste kamer van het huisje was bijna geheel beroofd van haar karig huis raad en de vloer van dennenhout kraakte onder het geschuifel der voeten, terwijl stof en walm de atmosfeer zwaar en benauwd maakten. Maar daaraan stoorden de dansers zich weinig, Bill Eldridge zat bij den haard onvermoeid op de vedel te spelen. Een groepje bedeesde meisjes stond bijeen in een hoek van de kamer en de verlegen jongens bij de deur luid te praten. „Hallo kies een meisje 1" riep Bill hun van tijd tot tijd verwijtend toe. Armindy Hudgins en Elisha Cole waren buiten kwestie de voornaamsten daar. Zij dansten samen telkens en telkens weer, zij zaten op de bank op het plaatsje, zij gingen naar den put om een frissche teug water te drinken. Armindy was de coquette van het dorp. Wat schoonheid, geest en stout moedigheid aangaat, kon geen ander meisje in Beaver Cove bij haar halen. Zij kon den ganschen dag ploegen en den halven nacht dansen, zonder hare donzige perziktint te verliezen en het werd algemeen erkend, dat zij maar te kiezen had tusschen de huwbare jonge mannen van het dorp. Maar zij lachte hen allen beurtelings uit, totdat hare minnaars versmolten waren tot twee Elisha Cole en Ephraim Hurd. vraag: indien zp in oi s midden hadden vertoefd, wat zou hun dan aangenaam zijn geweest? Welnu, wanneer eenvoud hun schoonste sieraad was, dan zouden zij wars wezen van den bombast, die maar al te vaak onze openbare betoogingen ontsiert en van de overdrijving die ze kenmerkt. Indien zij de deugd lief hadden, dan zouden zij zeker niet gaarne zien, dat onze nationale feestdagen worden verlaagd tot Baccho8-feesten. Als hun edel stre ven er toe mocht leiden iets groots tot stand te brengen, dan zou het hun verlangen zijn, dat wij op dezelfde wijze handelden, door, in den geest les tijds, aan goede oogmerken van 'blijvende waarde, onze middelen, onze gaven en onze krachten te wijden. Zóó, handelende in den geest der besten van ons geslacht, mag de mensch- heid, om dit beeld hier te gebruiken, matig drinken ook uit den beker der vreugdewant dkn viert zij feest hun ner waardig, zelfbewust en met een zeker doel. Maar daartoe behoort voorberei ding; veel voorbereiding zelfs; daar toe is een ernst noodig, die al het ge wicht der zaak omvat; een toewijding, die op het waarlijk verkregene weet te wijzen, als straks de vreugdekreten zwijgen en het vreugdevuur is uitge doofd. Yan den geest van degelijke voor bereiding vervuld, eene voorbereiding die in geene enkele levensomstandigheid mag ontbreken,- behoeven wij niet met schrik de hangende plannen gade te slaan, maar zullen wij ons ook ditmaal er in mogen verheugen, dat Nederland het goede en het groote nog weet te waardeeren en te bevorderen, in de hulde aan de nagedachtenis zijner beste zonen gebracht. Buitenland. De nieuwe vliegmachine van Santos j Dumont is te Parijs bij een poging om op te stijgen, geheel vernield. Santos Dumont bleef ongedeerd. Bladier, een Fransch ingenieur, heeft patent gevraagd voor een nieuwe, door hem uitgevonden vliegmachine, hij denkt daarmede met een snelheid van 200 K.M. door de lucht te vliegen! Uit Berlijn seint men aan de „Matin", dat in Hamburg, op 't oogenblik, dat een Russisch anarchist, een zekere Rosen- Beide namen het maar al te ernstig op en hun wedijver had bijna hunne levenslange vriendschap verbroken. Nu eens begunstigde zij den eenen en dan den anderen, maar dezen avond toonde zij zulk eene bepaalde voorkeur voor Cole, dat Hurd den haat zij n hart voelde binnen sluipen. Hij danste in het geheel niet, maar stond te hangen bij de deur of liep ver bolgen de plaats op en neer, razend van jaloezie. Armindy wierp menigen spottenden blik op hem, maar scheen geen medelijden te gevoelen met zijn lijden. Midden in den avond, toen zij nog frisch waren, dansten zij en Lishy den dans van het land. Al de anderen hadden zich tegen de muren geschaard, het midden van de kamer open latend, en zij en haar danser namen hunne positie in. Zij waren de beste dansers van het dorp, dat er toch heel goede telde. De muziek begon en de twee jonge lieden begonnen langzaam de voeten te be wegen, eerst vooruit, toen achteruit gaande. Eerst bewogen zij zich bedaard, ernstig en kalm. De muziek werd sneller en hun dan sen ook. Nu eens samen en dan alleen, de kamer op en neer, tegenover elkaar, voor- en achterwaarts, altijd in dien glijdenden, slependen pas. Een blos steeg het meisje naar het gelaat, hare slanke gestalte, ge kleed in een blauw katoenen kleedje van uiterst eenvoudigen snit, golfde en wiegelde in duizend bevallige bewegingenhare voe ten, met het lompe schoeisel, bewogen zich zoo snel, dat men ze nauwelijks volgen konhare blonde haren ontgleden aan den band en vielen over hals en schouders; haar boezem hijgde en trilde. Hijgend en ademloos viel Elisha op een stoel neêr, terwijl zijne nederlaag door de menigte met spottend gelach werd begroet en Armindy overwonnen had. Het was een woeste dans, bijm» bij de wilden thuisbe- hoorend en mijne pen weigert dien verder te beschrijven. Armindy wilde niet ophouden, totdat zij half verblind en duizelig van inspan ning, onder de toejuichingen der menigte, naar de deur vloog. Elisha Cole stond op om haar te volgen, maar Ephraim Hurd was het eerst naast haar en ging met haar naar buiten. „Je hebt je halfdood gedanst," zeide hij, half ruw, half teeder. „Volstrekt niet," antwoordde zij. „Je bent heelemaal buiten adem." „Ik wou graag wat water hebben." „Ga liever eerst een oogenblikje op deze bank zitten rusten," zeide hij en probeerde haar naar een appelboom te voeren, waar onder een zitplaats was, maar zij ontglipte hem en liep snel naar eene bron, opborre lend uit een laurierboschje even voorbij de schutting. „Ik ben geen kind meer, Eph'um Hurd," riep zij, haar haar samenvattend en om haar hoofd windend, terwijl het koeltje hare gloeiende wangen verfrischte. De maan was vol en scheen helder over de bergen en Ephraim blikte op en toen weêr neêr op het meisje, dat in dien too- verglans verzacht, geïdealiseerd scheen. ..Waarom doe je dit alles toch, Armindy?" Zij brak een takje van den bloeienden laurierboom en stak het in hare haarwrong. „Ik weet niet watje toch meent, Eph'um maar ik weet wel, dat ik nog altijd wacht op wat water." Hij zuchtte, bukte en vulde den beker tot aan den rand en gaf hem haar. Zij nam eene groote teug, goot toen de rest uit in een glinsterenden straal en liet den beker in de bron vallen. „Ga nog niet in huis," smeekte hij, toen zij zich omkeerde. „En ik ik ben Zeg, je geeft toch immers niets om Lishy. Armindy, weetje nog wat je gezegd hebt, toen je den laat- berg, zich wendde tot graaf Witte, die uit zijn automobiel wilde stappen, de politie dezen anarchist heeft gearres teerd. Het schijnt zoo schrijft de „Matin" dat graaf Witte voor een aanslag beducht was. De arrestatie wekt een groote ontroering onder de Russi sche studenten. Dezer dagen zijn 80 Turksche solda ten het dorp Jornorodevo, nabij Vodeno, binnengedrongen. De burgemeester, 2 aanzienlijke ingezetenen, verscheidene inwoners en kinderen, werden gedood. Een onderzoek door een Russisch officier ingesteld, toonde de geloofwaar digheid der gemelde feiten aan. De luitenant, commandant der Turk- sche soldaten, is teruggeroepen. De Cubaansche regeering heeft, na de voornaamsten der in hechtenis ge nomen samenzweerders, en de gemach tigden der opstandelingen geraadpleegd te hebben, bekend gemaakt dat zij de vijandelijkheden voor onbepaalden tijd zal opschorten, om den vrede tot stand te kunnen brengen voordat de regeering der Unie tusschenbeide treedt. Na de uitvaardiging van dit besluit zijn gemachtigden van de regeering met die van de opstandelingen gaan onderhandelen. Leden der regeering zeggen dat deze de rust hersteld heeft overeenkomstig den raad van president Roosevelt. Zij hebben geen bezwaar tegen vriendschappelijken bijstand van de zijde der Vereenigde Staten, maar achten inmenging niet noodig. Pogingen tot herstel van den vrede hebben nu veel kans om te slagen. De Standard verneemt uit New-York, dat men allesbehalve algemeen ver wacht, dat de door Roosevelt's ingrij pen uitgelokte wapenstilstand zal leiden tot een bestendigen vrede op het eiland. Men verwacht veeleer, dat de oproerige beweging in oostelijk Cuba zal aanhou den, wat de partijhoofden ook beslissen, want 'een invloedrijke partij onder de Cubanen wenscht inlijving bij de Ver eenigde Slaten door te drijven. De Times verneemt uit New-York, dat de zaken op Cuba verwarder schij nen dan ooit. Vele aanvoerders der rebellen vergaderden op het stadhuis te Bejucal, vijftien mijl ten zuiden van Havana en besloten na heftige toespra ken Palma's vredesvoorstellen af te wijzen. Toestand In Itusland. De correspondent te Petersburg van de Daily Telegraph meldt, dat de Rus sische schatkist haast den bodem laat sten keer naar de zangklasse gingt?" Zij keek hem aan, van onder hare wim pers, glimlachte even en zei toen „Ik herinner me niets bijzonders." „Maar ik wel," fluisterde hij zachtjes en stapte over de bron heen, tot, bij naast haar stond. „Je zei „O vertel het me maar nietIk meen nooit iets van wat ik zegriep zij haastig. Een wolk van toorn en ijverzucht daalde neer op zijn gelaat; hij legde zijn hand op haren schouder. „Je zult maken, dat ik iets vreeselijks doe. Armindy, als je niet oppast. Ik heb je lief, behandel me dus niet als een hond, dien je den eenen dag een kruimeltje toe werpt en den anderen wegjaagt." Zij schudde zijn hand af, want met al hare coquetterie durfde geen man zich vrij heden met haar veroorloven, en ging een i eind verder weg staan. „Ik heb je niets gedaan, Eph'um Hurd. Ik i „Dat heb je wel!" riep hij stampvoetend „Je heb gemaakt, dat ik je lief kreeg, je hebt gezegd, dat ik niet buiten je leven konje hebt me doen denken, dat je mij j lief hadt „Lieve Hemelwaarom luister je naar zulke meisjesdwaasheden Misschien heb ik jou wel lief en misschien Lishy Cole of een dozijn anderen." Meteen liep zij naar het huis toe. Hij hoorde haar met Elisha praten over de bloemen in haar haar. De partij was afgeloopen. Ephraim Hurd kon nauwelijks zijne woede bedwingen, toen Armindy zich door Elisha Cole in plaats van door hem liet thuisbrengen. Niet alleen toorn voelde hij, hij was diep ge griefd. De beleediging trof hem tot in het diepst van zijne ziel. Hij keek hen na, toen zij met een groepje buren weggingenhij luisterde naar hunne gesprekken en b,un zien. De minister van financiën weet niet meer op welke wijze aan de ver zoeken om geld te voldoen. Een man, wiens naam een tijdlang met bepaalden afschuw werd uitgespro ken als de Russische omwentelings beweging te berde kwam, is Zaterdag avond plotseling overleden tengevolge van een hartkwaal en daaruit voort vloeiende complicaties. Volgens anderen beeft een beroerte een einde gemaakt aan het leven van generaal Dimitri Trepof. Er liepen den laatsten tijd onophou delijk geruchten, dat Trepof ernstig ziek wasdat de Tsaar hem onder een vleiende dankbetuiging oor zijn trouwe diensten uitgenoodigd had als paleis- kommandant af te treden ter wille zijner gezondheid. Trouw moet inderdaad van dezen beproefden dienaar van den Tsaar de grootste deugd zijn geweest en zelfs zijn ergste vijanden en beschimpers erkennen haar, hoewel zij de uitingen ervan als een misdaad van de ergste soort tegenover de menschheid brand merken. Het is uiterst moeilijk om uit alles wat over Trepof al verteld is een billijk oordeel op te maken. Eén ding schijnt echter wel vast te staan, n.l. dat zijn rol sedert hij naar Petershof trok, niet veel moer is geweest, dan die van een onvermoeiden bewaker van 's Tsaren persoonlijke veiligheid. Zijn naam zal voortleven als die van den verknochten verdediger der auto cratie, den belijder van de wensche- lijkheid der gewelddadige onderdruk king, de evenknie en volgeling van Bobrikof en Plehwe. En sedert den dood van laatstgenoemde heeft stellig geen drager van het gezag zooveel haat der revolutionnairen op zich geladen. Volgens het Russisch telegraafagent- schap hebben de boeren zich op het landgoed Arsjanof, nabij Samara, aan zware uitspattingen schuldig gemaakt. Eerst sloegen zij bij het onderhande len over de landpacht een der ambte naren van het goed; toen snelden op een teeken van hen ongeveer 700 man met geweren en bommen toe en begon nen het goed te verwoesten. Vrouwen staken de gebouwen en hooivoorraden in brand; de mannen plunderden. Op het vuur van de wacht op het domein antwoordden de boeren met het slin geren van bommen, maar deze vielen zonder te ontploffen in het water. Een aantal boeren zijn gedood of gewond. Er zijn troepen naar Arsjanof onderweg. Een volmaakt betrouwbaar persoon, die naar de zwaar bezochte stad is ver trokken, deelt aan de Weeuer Israëlie- luid gelach, totdat het geluid er van, dat hem half gek maakte, wegstierf in de verte; toen besteeg hij zijn muilezel en reed snel de vallei door naar de stad, waar de douane in kwartier lagen. Een vreeselijke, onweerstaanbare ver zoeking was er over hem gekomen had hem overmeesterd. Kon hij geen liefde krijgen, dan zou hij tenminste wraak hebben. De douanen zouden wel gaarne willen weten waar Elisha Cole den whisky verborg, dien hij in 't geheim brouwdenog liever zou den zij Elisha zelf inrekenen. Een kleine wenk, op een stukje papier gekrabbeld en zonder onderteekening, zou voldoende zijn en niemand behoefde te weten wie de in lichtingen verstrekt had. 't Was morgen, helder daglicht, terwijl mist en wolken in de bovenste stralen der nog niet zichtbare zonne dreven, toen Ephraim Hurd de kreek doorwaadde op zijn weg naar huis. De afgematte muilezel doopte zijn dampende neusgaten in den koelen, snelvietenden stroom, dronk gretig, en toen hij aan wal kwam, bleef hij stil staan om van het hooge, malsche gras te eten, dat ter zij van den weg groeide. Ephraim liet de teugels los hangen over den hals van het trouwe beest en steeg af. Hij was groot van gestalte en buitengewoon recht van houding voor een bergbewoner. Hij had een knap gezicht met zachten, donkeren baard op lip en kin, zijn oogen waren diep blauw, met kalmen blik. Hij zag er niet uit als een lafaard of een ver rader, en tcch voelde hij in stilte, dat men hem met recht zoo noemen kon, want ras was het berouw gevolgd op het ondoordacht verraad tegen zijn vriend. De nacht zou hem slechts een booze droom hebben toegeschenen een nacht merrie, had hij niet die reis naar de stad gemaakt, als een dief door de stille straten Een Amerikaansch verhaal.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1906 | | pagina 1