et Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard,
ROOKEN.
Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden.
No. 25G9. Zaterdag O October. 19QG.
FEUILLETON.
Het berenspoor.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f A.OO,
franco per post zonder prijsverbooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77s ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Als tegen bijna elke menschelijke
gewoonte is er ook tegen het rooken
den laatsten tijd een beweging gaande,
die, hoewel niet zoo sterk als de beweging
tegen den alcohol, vele menschen voor
het rooken bevreesd maakt. In hoeverre
die vrees gegrond is, blijve den genees-
heeren ter beslissing. Er zal zeker ook
wel iets tegen te zeggen zijn. Waarte
gen is dat niet? Maar ongetwijfeld ook
genoeg voor. Dat men thans eer3t deze
beweging waarneemt zou licht doen
veronderstellen, dat het rooken eene ge
woonte van de jongste tijden is. Maar
niets is minder waarschijnlijk. Uit de
voorwerpen, die men heeft opgegraven
en die veel op rookpijpen gelijken kan
men opmaken, dat ieeds deScijthenen
Kelten rookten. Het kruid dat zij rook
ten, zal echter naar alle waarschijnlijk
heid wel geen tabak geweest zijn. „Ta-
baksiookers" zijn voor het eerst aan
schouwd door twee matrozen van het
schip, dat Columbus in 1492 naar het
Amerikaansche eiland Guanahani bracht
en sedert dien tijd zijn de cultuurvol
keren met het gebruik van dit kruid
bekend geworden. De matrozen dachten
bij het gezicht dier halfnuakten broeders
die daar rondliepen met brandende op
gerolde Tobacco's in hun mond, dat
dit ten doel had, zich te parfumeeren,
zoo weinig hielden zij het rooken zeli
voor een genotmiddel. En nauwelijks
waren de eerste planten en zaden op
Spaanschen bodem overgebracht of meD
ging het gemakkelijk acclimatiseerend
kruid als een dienstig medicijn tegen
velerlei kwalen beschouwen. Nicot ver
wierf zich met die eerste cultivatie een
naam; naar hem heefl men in weten
schappelijke kringen de plant „herba
nieotiana" genoemd. Maar niet de weten
schap, het rooken zou de Amerikaansche
„tobacco" algemeen bekend en geliefd
maken. Toen men den geur en den smaak
van het kruid eenmaal beet had, breidde
het rookersaantal zich zoo spoedig uit
dat de tabak in de 17de eeuw reeds
populair was. In dien tijd ziet men een
wanhopigen strijd ontstaan door de gees
telijken, de burgelyke en militaire over
heid gevoerd om den hartstocht van
het „fenijnigh kruijt toubak" zoo bij
mannen als bij vrouwen tegen te gaan.
2).
„Hé, wat doet tante daar?" zei Hans,
de oudste zoon.
„Zij wil zeker het raadselachtige wild
voor ons aanlokken," aprak zijn broeder
spottend.
"Wel mijn hemel, hoe komt de Freule
daarmompelde de houtvester en zijn
tweede gedachte was„O, wat ben ik een
ezel
De onder jager werd bleek en greep met
de handen in zijn haar. Het werd hem
eensklaps duidelijk, hoe dwaas hij zich
had vergist.
Een krachtig „Sstvan Jonker Frits
vermaande de jagers tot stilte.
Intusschen had de dame, overtuigd, dat
zij geheel alleen was, de rokken een weinig
opgelicht en het eene been over het andere
gelegd. Zoo kwam er een bijzonder breede
schoen te zien, welke een voet van buiten
gewone afmetingen deed vermoeden. De
jagers konden duidelijk zien, hoe de on
beminnelijke nicht van den Baron schoenen
en kousen uittrok en die wegborg in een
grooten zak, een Pompadour, dien zij als een
soldatenknapzak over den schouder droeg.
Eindelijk lichtte zij haar kleed nog wat
Jhooger op en toen begon zij langzaam en
voorzichtig langs den kant van het beekje
door het water te waden.
Er was een onderdrukt gegiegel achter
de hoornen. Hans en Kurt stopten hun
zakdoek in den mond om niet hardop te
schateren. Hun vader hikte en proestte
met de hand voor den mond. Berger en
Btein trokken de zonderlingste gezichten
Dat was dus de voorlooper van onze
tegenwoordige anti-nicotine beweging,
waarschijnlijk echter minder op genees
kundige- dan wel op welvoeglijkh'eids-
meeningen steunende. De tabak bleek
echter te sterk en de overheidspersonen
rookten heimelijk zelf reeds, terwijl het
nog verboden was.
In de voorname kringen bleef men
echter het langst tegen het rooken ge
kant, hoewel er ook z er voornamen
als Czaar Peter en Frederik de Groote
voorstanders van waren. Eindelijk
schijnt men echter de strijd te hebben
opgegeven en verwierf de rookgewoonte
zich algemeen burgerrecht. Tot nu in
den laatsten tijd de strijd er tegen,
zij het ook op andere gronden, weer
ontbrand is. Maar als op elk gebied
van het menschelijk leven, hoe klein
en niets waardig ook, is er ook in de
manier van rooken en in alles wat de
tabak betreft, een groote verandering
gekomen. Verlustigde men zich vroeger,
bij de beginperiode van rookersharts-
tocht, algemeen in de lange Goudsche
pijp, thans is dit voorwerp achteruit
gezet en ziet men de menschen er nog
alleen mee op dorpen, vooral in het
Noorden van ons land en dan bijna
uitsluitend nog oudere menschen. Maar
zelfs de korte houten of steenen pijp
raakt meer en meer in onbruik. Er
zijn er maar weinigen meer, die een
pijp rooken, omdat ze het lekker vin
den, de meeste doen het uit zuiuig-
heidsoverwegingen. Bovendien staat het
ook niet meer zich met een pijp op
straat te vei En daar de prijs
van sigaren hier in vergelijking met
andere landen vrij laag is, kunnen de
meesten z r-h aan deze gewoonte om
althans buitenshuis sigaren te rooken,
wel hour1 Deze lage prijs danken
wij aan de weinige invoerrechten op
tabak. In Frankrijk, Oostenrijk, Italië,
enz. waar het staatsmonopolie er de
markt beheerscht, moet men zich hoofd
zakelijk met sigaretten of met pijpen
tevreden stellen. Het „touback kouwen",
het zoogenaamde pruimen, waarschijn
lijk ontstaan door dat men dit als een
voor verschillende ziekten gunstig ge
neesmiddel beschouwde, is bijna geheel
uit de mode geraakt en wordt in ont
wikkelde en beschaafde kringen niet
meer geduld, terwijl het snuiven geheel
en al uit den tijd is. Maar in musea
vindt men nog van die zeldzaam fijn
bij hunne vruchtelooze pogingen om ernstig
te blijven.
Zonder iets te vermoeden, kwam de Freule
nader en ander, geheel verdiept in de toe
passing van hare Kneippkuur.
Bij eiken tred overtuigde zij zich voor
zichtig of zij ook misschien op een ver
borgen steen zou trappen en eerst als zij
het zachte, warme zand voelde, zette zij
met kracht de voeten neder.
Daardoor was het zware spoor, dat hare
korte, dikke, van groote ballen voorziene
voeten achterlieten, zoo goed in het zand
waar te nemen.
Nu kwam zij op de weide. Daar hield
zij hare japon nog hooger op, voor de
welige grashalmen en kruiden.
Als een recruut bij het langzaam mar-
cheeren hief nu de dame de beenen op en
stipte als een ooievaar over het gras, ter
wijl de zak met de schoenen en kousen op
de maat heen en weder bengelde aan haar
zijde.
„Ha, ha, ha 1" klonk het nu opeens over
de weide. De ritmeester kon zijn lachlust
niet meer bedwingen.
„Goede morgen, waarde nicht 1" riep
Frits von Selden, terwijl hij achter zijn
boom van daan kwam.
„Goede morgen, tante Philippine
„Goede morgen, Freule 1"
„Goede morgen, Fientje 1"
Bijna gelijktijdig klonken die groeten van
alle kanten der verbaasde dame tegemoet.
Het eerste oogenblik kon zij geen woord
uitbrengen en vergat zij geheel en al haar
gederangeerd toilet in orde te brengen.
Verschrikt staarde zij het jachtgezelschap
aan.
Maar toen zij het spotachtig gezicht van
Frits von Selden, haren grootsten vijand,
zag, kwam zij weer tot zichzelve.
Met een toornigen uitroep liet zij hare
japon vallen. Zij strekte afwerend de handen
besneden snuif- en tabaksdoozen, die
de herinnering aan de oude gewoonten
levendig houden, evenals de oude ton
deldoos en de pijpesleden. Intusschen
dreigt ook de sigaar reeds weer ver
drongen te worden en wel door de
sigaret. Bij de noordelijke bevolking, de
Duitschers, Engelsehen, Scandinaviërs
en ook bij ons is div nog minder het
geval, maar meer naar het Zuiden in
Frankrijk en Italië ziet men bijna uit
sluitend sigaretten. Toch schijnt hij nog
altijd de meerdere te zijn, wat gebruik
betreft en wij Hollanders helpen druk
mee om hem die meerderheid te bezor
gen. Als sigaren-rookers staan wij vrij
wel aan de spits der volkeren, wat ook
al weer hoofdzakelijk zijn oorzaak zal
hebben in de goedkoopte onzer sigaren,
die aan de weinige invoerrechten op
tabak te wijten is. Deze weinige invoer
rechten hebben dan ook ons land tot
den zetel van den tabakshandel gemaakt
en hebben ons een uitgebreide tabaks
industrie bezorgd, uitkomsten, waartoe
ook de overvloedige productie van ta
bak in onze koloniën niet weinig heeft
bijgedragen.
Eer echter de tabak geschikt is voor
het maken van sigaren, moet deze nog
een heele bewerking ondergaan.
Elke sigaar bestaat, behalve uit haar
dekblad, uit een omblad en in dat om
blad wordt het zoogenaamde binneugoed
gewikkeld. De droge bladen, onbewerkte
tabak, worden eerst „aangevocht", dat
is, met koud water besprenkeld en zóó
lang geweekt, tot de bladen elastisch
worden. Na deze bewerking worden
de bladen gesortoerd. De voor binnen
goed bestemde tabak wordt bovendien
nog vooraf gestript, d. w. z. ontdaan
ïvin de voor het fabrikaat onbruikbare"
harde stelen en daarna in de droog-
inrichting op rekken uitgespreid.
Na deze bewerking is de tabak ge
schikt om aan den sigarenmaker te
worden afgegeven, welke op verschei
dene manieren er de sigaren van weet
te vervaardigen.
Zij had een spoorkaartje naar Am
sterdam genomen waar zij een paar
dagen wilde vertoeven, voor haren terug
keer naar Engeland. Met een vriendin
was zij in den avond van Maandag tot
de kolonie Altenhof van Krupp te voet
gewandeld. Zij had van deze in de op-
geruimdste stemming afscheid genomen,
in het vooruitzicht spoedig in Engeland
terug te zullen zijn. Zij luisterde niet
naar de waarschuwing van de vriendin,
om door het donkere Stadtwald naar
huis te gaan. De moordenaar moet zich
in dat park schuil hebben gehouden.
De stadshoutvester te Essen heeft
Woensdagavond in het bosch bij die
stad een man, tusschen de 30 en 35
jaar oud, in hechtenis genomen, dien
men voor den moordenaar van de En-
gelsche dame houdt. De inhechtenisge-
nomene had kort tevoren aan een paar
jongens gevraagd, of de moordenaar al
gepakt was.
Het Deensch eiland Myggenas, deel
uitmakend van den archipel der Faroër,
is door een aardbeving verwoest.
Een groot gedeelte van het eiland
is in zee verzonken.
ltuitonlaml.
Op een Engelsche dame van 35 jaar
die te Essen vertoefde, is Maandagavond
in het Stadtwald aldaar een sexueele
moord gepleegd. Dinsdag ochtend vond
men haar lijk op vijftien pas van den
weg.
uit naar de op haar toekomende mannen
en trachtte de vlucht te nemen. Maar
daarbij gleed zij uit en zou stellig in de
beek zijn gevallen, als Frits von Selden
haar niet nog intijds had tegengehouden.
„Laat mij oogenblikkelijk los, gij
gijonuitstaanbare mankrijschte
Philippine, bevend van woede.
„Juist zooals gij verkiest, Freule. Maar
ik moet u waarschuwen, dat gij dan onge
twijfeld een seconde later in de beek zult
zitten. Als gij dus na het wandelen door
het gras ook nog wilt baden, dan
„Neen, neen! Houd mij maar vast!"
„Met genoegen. Ik zou u ook raden voor
het baden een plek te kiezen, waar niet
zes manspersonen getuigen kunnen zijn van
dit zeker ook zeer belangwekkende schouw
spel."
„Houd u stil!" riep de Freule, met een
haast overslaande stem.
„Maar zeg eens, wat deed ge hier eigen
lijk?" vroeg nu de ritmeester, die met de
handen in de zijde stond te lachen, dat hem
de tranen over de wangen rolden.
Dat mocht ik u wel vragen," gaf zij vin
nig ten antwoord. „Hoe kan men het wagen,
mij bij mijn Kneippkuur aldus te bespie
den?" vervolgde zij met groote radheid van
tong.
„Met uw verlof! Het is hier, voor zoover
ik weet, mijn eigen bosch en dan, wij had
den hier als jagers post gevat."
„Maar waarom hebt gij mij geen van
allen gewaarschuwd, toen gij zaagt, dat ik
schoenen en kousen ging uittrekken? Gij
moest van schaamte in den grond zinken
„Och, nicht, mij zal het gezicht geen
kwaad hebben gedaan," antwoordde de Ba
ron droogweg, „en de jongelui zullen er
ook wel geen onrustige nacht door heb
ben. Daarenboven, als men een beer af
wacht, moet men op alles voorbereid zijn."
„Een beer!" riep Philippine doodelijk
versehrikt. „Waar is die in 's Hemels
Dezer dagen was in Spanje het straf
proces aan den gang betreffende den
bomaanslag, die 31 Mei tegen het juist
in het echt getreden koninklijk paar
is gepleegd, in de Calle Mayor door
Morral. De eisch van het openbaar mi
nisterie tegen Ferrer is 16 jaar 5 maan
den en 10 dagen gevangenis en verlies
van burgerschaprechten en 9 jaar hech
tenis tegen Nakens.
Men zal zich herinneren dat Ferrer
directeur is van de „moderne school"
te Barcelona, een anarchistische inrich
ting. Het openbaar ministerie is van
opdeel, dat zonder de hulp van Fer-
'jn misdrijf niet had kun
nen volvoeren, eu dat Ferrer alzoo me
deplichtig is. Ferrer steunde Morral
met geld en gaf hem een onderdak in
de Moderne school te Barcelona. Fer
rer was door Morral op de hoogte ge
steld van het plan van den bommen-
aanslag. Aan de uitvoering van den
aanslag heeft Ferrer weliswaar gee
deel gehad, maar wel aan de voorbe
reiding. Immers Ferrer verschafte Mor
ral grondstoffen tot het maken van
den bom en geld om naar Madrid te
reizen en zich daar in te richten.
Nakens is de redacteur van het re-
publikeinsche blad El Motin, waar Mor
ral zich vervoegde na den aanslag om
een schuilplaats. Nakens hielp den an
archist de snor afknippen en trok met
hem de stad door om hem bij een vriend
naam
„Ja, die komt eiken morgen hier langs."
„En ik doe hier sinds twee dagen mijn
kuur, zonder iets kwaads te vermoeden!"
„Sinds twee dagen?"-
Von Selden deed of hij verwonden! was
en knipoogde listig zijn broeder toe.
„Ja zeker. En niemand waarschuwde
mij voor het doodsgevaarzelfs thans niet,
nu men het ondier elk oogenblik verwacht
„Wees maar niet bang, lieve nicht. Beren
zijn fijnproevers!" De Freule wierp den
spotter een woedenden blik toe „Wie
kon ook weten, dat gij hier met bloote
voeten woudt gaan rondstappen."
„Ik verzoek u, niet zulke onbehoorlijke
dingen te zeggen."
Philippine's stem sloeg haast over van
boosheid.
„De beer is er toch al geweest!' riep
Frits opeens zijn broeder toe. Hij was
schijnbaar met groote aandacht het spoor
nagegaan, langs de beek, in de richting
van den grooten steen. „Maar ik kan den
indruk van uw voetjes volstrekt niét vin
den, waarde nicht. Of zouden neen, dat
is niet te den een dame
Hij wierp een onderzoekenden blik op
de voeten zijner oude vijandin, zweeg alsof
hij schrikte en sloeg de handen in elkaar.
Nu begreep de Freule alles. Zij verschoot
van kleur.
„Het is een ongehoord schandaal! siste
zij kwaadaardig.
De Baron was blijde zich eindelijk te
kunnen wreken over de vele ergernissen,
die hem zijne onbeminnelijke nicht had
berokkend.
„Is het wezenlijk waar, lieve nicht? Ziit
gij het geweest, die 's morgens langs de
beek zweefdet?" vroeg hij plagend, met
een duivelachtig gezicht. „Nu, dan staat
gij wel stevig op uw voeten en wandelt
met vaste schreden door het leven. Er zijn
onderdak te brengen. Het openbaar
ministerie beschouwt dit als begunsti
ging-
Volgens een bericht uit Saloniki,
worden nog steeds meer Turksche troe
pen naar de Bulgaarsche grens gezon
den. In de bureau's van den generalen
staf is het ongewoon druk. Er zijn 24
zware vuurmonden naar Kresna gezon
den.
Joseph F. Smith, het hoofd van de
Mormonen-kerk, is Maandag te Zout-
meerstad in hechtenis genomen, onder
beschuldiging dat hij onwettig met vijf
vrouwen leefde. Zijn drie-en-voertigste
kind was juist geboren.
In den nacht van 1 op 2 October
heeft op de stoomboot Tsesarewitsj Ge-
orgi tusschen Soechoem en Otsjemtsjiri
een vermetele roofaanval plaats gehad.
Een 25 oogenschijnlijk op verschillen
de punten aan boord gekomen met re
volvers en geweren gewapende roovers
joegen de passagiers derde klasse en de
equipage in de kajuit dier klasse en
maakten zich vervolgens meester van
de post en de scheepskas, die 12,000
roebels bleken te bevatten. De passa
giers eerste klasse waren inmiddels be
gonnen de schelmen onder vuur te ne-
mon, maar dezen dreigden toen de als
gijzelaars meegenomen twee scheepsoffi
cieren en vier matrozen dood te schieten
als het vuren niet ophield. En zij roeiden
ongehinderd naar den wal.
Het Handelsbl. van Antwerpen meldt
Het nationaal comité der Belgische
mijnwerkers heeft bericht ontvangen
dat do Duitsche mijnwerkers een alge-
meene werkstaking voorbereiden.
Zij vragen aan hunne Belgische ka
meraden, de stakers niet te komen ver
vangen en de stoenkolenproductie zoo
veel mogelijk te beperken.
vraag wordt gericht naar de
mijnwerkers van Frankrijk, Engeland
en Oostenrijk.
Het Belgische comité heeft besloten,
te antwoorden dat het de Duitscheis
zooveel mogelijk ter hulp zal komen,
Een buitengewoon congres wordt te
dien einde tegen 4 en 5 November te
Jemappes bijeengeroepen.
Volgens een telegram uit New Or
leans is fort M'Orae, 'gelegen aan de
kust bij Pensacola, door den orkaan
totaal verwoest. Alle officieren, hun ge
zinnen en de artilleristen zijn omgeko
men met uitzondering van enkelen, die
zich aan de batterij hadden vastgebon
den. Van fort Barrancas aan de overzijde
hier drie ervaren jagers, die er op wilden
zweren dat het een beer was geweest, die
hier den indruk van zijn zware stappen in
het zand achterliet. Maar laat ons daarom
geen kwade vrienden zijn! Mag ik u mijn
jachtwagen aanbieden, om raar huis te
rijden? Want uwe wandeling is nu wel
afgeloopen, zou ik denken."
Philippine's lippen beefden van drift,
Maar wat zou zij doen? Er was niets te
veranderen aan den neteligen toestand. Zij
besloot daarom hare wraak uit te stellen
tot een meer gelegen oogenblik.
Zij bedankte kortaf voor het aanbod van
het rijtuig en begon hare wandeling te ver
volgen.
Toen zij Frits von Selden voorbij
in wien zij als bij ingeving den aar
van de grap zag, flikkerde de tooi
eens in haar op.
Zij bleef een oogenblik stilstaan ei r f
naar het geschikte woord om hem tr
het hoofd te werpen; maar haar vijand
liet het daar niet toe komen.
Hij trad met een beleefde buiging op
haar toe en vroeg, terwijl hij een kouseband
met blinkend stalen slot te voorschijn haal
de „Dit is mogelijk uw eigendom, Freule
De Freule rukte hem snel dat voorwerp
uit de hand en stopte het in den Pompa-
dourzak. Daarop stapte zij heen, zonder
een woord van dank en zonder groeten.
De jagers namen zwijgend hunne ge
weren op, beten zich op de lippen, om niet
hardop te lachen, en snelden naar het rijtuig.
Maar zoodra zij wisten, dat de dame
hen niet meer kon hooren, konden zij zich
niet langer inhouden en barstten allen in
een schaterend gelach uit.
Naar het Daitsch.
Slot