Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Een gevolg van den Strijd.
Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden.
No. 2574. Woensdag 24 October.
FEUILLETON.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijsverhoog^ng. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
TflalVorTvaw vn r\p rrnrvntp mipppTl keuze gedaan worden, die ons in staat eersten tijd de gevangen edelkarpers
- »rm al (hl on r»nk nmtrPTit dp?» vrarron wnor 7mommon VTaf Koof don viaanticr
Het orgaan van de hoofdafdeeling
„Zoetwatervisscherij" der Ned. Heide
maatschappij schrijft
Reeds herhaaldelijk was er door de
besturen van sommige afdeelingen en
ook door riviervisschers persoonlijk bij
de directie aangedrongen op het ne
men van eene proef met het uitzetten
van edelkarpers in de grocte rivieren.
Waar de proeven met deze vischsoort
in de polderwateren over het algemeen
gunstige resultaten opleverden, daar
meenden deze riviervisschers, dat de
edelkarper zich ook in de groote rivieren
misschien wel thuis zo -de gevoelen.
Een groot bezwaar tegen eene derge
lijke proefaem'nT was evenwel gelegen
in de omstandigheid, dat in de groote
rivieren eeDjirige edelkarpers niet in
aanmerking kunnen komen voor uitzet
ting, daar deze zeker voor verreweg het
grootste gedeelte door de roofviseh, in
het bijzonder de saoek, zouden worden
weggevangen.
Er zou dus gebruik moeten worden
gemaakt van twee-jarige, en hieraan
zijn steeds aanzienlijke kosten verbonden
daar deze op de vijvers moeten worden
aangekweekt van een- tot twee-jarige.
Bovendien was het aantal tweejange
dat telken jaren beschikbaar was, niet
bijzonder groot, daar op de kweekerij
de noodige ruimte ontbrak, om zooveel
tweejarige visschen te kweeken.
Het uitbreiden der kweekerij dit voor
jaar verschafte echter gelegenheid meer
tweejarige edelkarpers te telen dan vroe
ger het geval was.
Zoodra dan ook bij het afvisscben
bleek, dat de tweejarige in voldomd
aantal aanwezig waren, werd besloten
de proef met het uitzetten op de groote
rivieren te nemen.
Toen deed zich evenwel de vraag
voor, waar dit uitzetten zou moeten
plaats vinden, boven of beneden of
op de beide plaatsen tegelijk. Wanneer
wij voldoende bekend waren met de
gewoonte van de edelkarpers in de
stroomende wateren, wanneer wij met
zekerheid wisten, hoe zij zich zouden
verplaatsen, stroomop- of stroomafwaarts
dan zoude de keuze van de plaats van
u;tzetting niet moeilijk geweest zijn.
Van dit alles is evenwel zoo goed
als niets bekend, en daarom moest eene
zou stellen ook omtrent deze vragen
gegevens te verkrijgen. Algemeen wordt
verwacht, dat de edelkarper, die geen
visch is van de snelstroomende wateren,
zich niet stroomopwaarts zal begeven,
maar de meer rustige deelen der rivier
zal opzoeken.
In verband hiermede is als plaats
voor het uitzetten het oog gevallen op
den Rijn boven Wester voort en de
Boven-Waal.
Op ieder der beide plaatsen zullen,
met medewerking der besturen der af
deelingen „Neder-Rijn" en „Millingen
en Omstreken" binnen enkele dagen
650 tweejarige edelkarpers worden los
gelaten
weer zwemmen. Wat baat den vis3cher
een enkele edelkarper en wanneer deze
later teruggevangen wordt, dan zal
beter geoordeeld kunnen worden over
zijn groei in het rivierwater.
Kuitenlaud.
1)
Antoine Verdeau, de schoenlapper van
Angeldorf, zat zijn lange pijp te rooken
aan de deur van zijn huisje. Het was een
mooie Juliavond en de straten van het
stadje waren vol menschen, die na de on
dragelijke hitte van den dag snakten naar
wat frissche lucht. Enkelen groeien Ver
deau in het voorbijgaanmaar daar hij öf
hun groet onbeantwoord liet öf, maar even
somber en onverschillig, met het hoofd
knikte, had niemand lust om te blijven
stilstaan en een praatje met hem te maken.
Tusschen hem en de andere bewoners
van Angeldorf had al lang een onoverko
melijke terughouding geheerschtwant wat
had hij gemeen met dat dwaas en babbel
achtig volk, met zijne nietige belangen,
zijn ellendig, kort geheugen? Het eenige
wat hem nog te doen stond in de enkele
levensjaren, die nog voor hem lagen, was
denken, peinzen en zich herinneren.
Dertig jaar geleden, en het scheen nog
als gisteren! Dertig jaar: was het al zoo
lang? Hij voelde, dat hij oud werd, en
soms deed de vrees hem het hart verstij
ven, dat de schaduwen hem zouden om
vangen, vóór zijn grootsclie droom werke
lijkheid was geworden.
Ja, het was nu dertig jaar geleden, dat
Angeldorf gebombardeerd was. Het bar-
baasch tooneel was Verdeau, die toen in
de kracht van het leven was, bespaard ge
bleven. Hij was op dat oogenblik ver van
huis, ver van vrouw en kind: hij streed
voor zijn geliefd Frankrijk met bet leger
aan de Loire. Hij ontving het vreeselijk
Te Kroonstad, waar in deze dagen de
marine-krijgsraad zitting houdt, zijn
twee onbekende personen gevangen ge
nomen, die aan den bij den ingang van
de rechtzaal staanden wachter een pak
ket wilden ter hand stellen, met op
dracht, bet te geven aan een van de
in de zaal aanwezige beklaagden.
Het pakket bleek een helsche machine
-tn zijn van buitengewoon groote spring-
Zullen de visschers er van deze 1300 kracht. Ware de bom in de zaal ont-
visschen vele terugzien Wij weten ploft, dan zou van het gebouw geen steen
het niet. Het geldt h'er eene proef, op de andere zijn gebleven. Het in-
Gelukt ze, d3n zullen de volgende jaren
ook de afdeeliügen van riviervisschers
hun deel krjjgen in de gratis uit te
zetten edelkarpers en in de rivieren
zal ook eene waardevolle vischsoort
meer zijn aangebracht. En bet ;s te
verwachten, dat bij welslagen <D kwa
liteit van de edelkarper uit het rivier
water prima zal zijn.
Verder nog een beroep op de mede-
werkiug van de rlvierviiscbers, leden
en n!e'-leden onzer hoofdafdeeling.
Het doel van dit uitzetten is, wij
zeiden het reeds, het nemen van een
proef. Wij moeten gegevens verzamelen
om'ront het trekken en den groei der
edelka-pers in de groote rivieren. Daar
voor is het noodig, dat ieder rivier-
v'sscher, die een edelkarper zal vangen,
hiervan mededeelmg doet aan de direc
tie der Heidemsatschapp'j te Utrecht,
met opgave van vangplaats en grootte.
Uit de op deze wijze verkregen ge
gevens hopen wij dan de n-odige con
clusies te kunnm trekken voor later.
De plaats der uitzetting is zoo ge
kozen, dat de visschen stroomafwaarts
gaande, zoowel den IJsel en de Lek,
als de Beneden-Waal. Merwede on aan
grenzende strooir.en kannen bereiken.
Laat daarom ieder riviervisscher, die
een edelkarper vangt, in het belang
der verbetering van den vischstand
op de groote rivieren, niet verzuimen
daarvan aan het bovengenoemde adres
kennis te geven.
En tenslotte het verzoeklaat den
hechtenis genomen tweetal weigerde het
opgeven van namen.
Het Noorweegsche Storthing is Maan
dagmiddag geopend met een troonrede,
waarin de koning mededeelde, dat de
betrekkingen tusschen Noorwegen en
de mogendheden bevredigend zijn.
Sinds de zelfstandigheid van het Rijk
heelt het buitenland aan Noorwegen
zijn groote sympathie getoond, vooral
bij de kroning te Drontheim. De ont-
werp-begrooting voor 19071908 kon
zoodanig worden opgemaakt, dat een
overschot is verkregen.
Naar thans bekend is geworden, heeft
de pseudo kapitein van Köpenick zich
op het station in Bixdorf opgehouden.
De conducteur Ebel, die tot dusverre
uit vrees zweeg, zeide Zaterdag: „Op
16 October, 's avonds om 11 uur, ver
scheen een officier aan het station, waar
zich zeer weinig reizigers bevonden.
De officier klopte mij vrienschappe-
lijk op den schouder en zeide: „Vriend
ik wil nog wel een klein zijsprongetje
maken naar Berlijn. Mag ik mij in de
wachtkamer in civiel gaan verkleeden?"
Ik stemde hierin toe, en de officier
kleedde zich in het burgerkostuum, dat
hij in een kartonnen doos bij zich droeg.
Hij gaf mij twee mark, en zeide goed
geluimd: „Ik zal je bij je verdere loop
baan behulpzaam zijn, hoor." Daarop
ging hij heen. Wat hij van 8 tot 11
uur op het veld van Tempelhof heeft
uitgevoerd weet ik niet." Men weet thans,
dat hij de uniform gekocht heeft in
Potsdam, bij den kleerekoop Remlinger.
Uit Boedapest wordt gemeld dat de
politie daar den oplichter Ignatius
Strasnof voor den man van Köpenick
houdt. Toen zij hem wilde opsporen,
bleek haar dat hij in het buitenland
vertoefde. Strasnof heeft in Hongarije,
Frankrijk en Engeland al vele bedrie
gerijen in officiersuniform gepleegd.
Het heet dat de beschrijving van den
kapitein van Köpenich volkomen op
Strasnof past. De politie te Boedapest
heeft in elk geval zijn portret met de
afbeeldingen van een aantal andere
oplichters naar Berlijn opgestuurd.
Aan de Etoile Beige wordt uit Ber
lijn gemeld, dat een zekere Rung, leeraar
in de handelswetenschappen te Pirma-
sens, is gevangen genomen, daar men
hem den pseudo-kapitein van Köpenick
meent te hebben gevonden. Hij beant
woordt geheel aan bet verspreide sig
nalement, terwijl ook zijn handschrift
met dat van den valschen kapitein over
eenkomt. Rung is, voordat hij zich aan
het onderwijs wijdde, in militairen dienst
geweest, en heeft het daarin tot den
graad van wachtmeester gebracht.
gekomen, braken de touwen en de bak
viel nog een 350 M. Alle inzittenden
werden natuurlijk verpletterd.
Uit Tandzjer wordt gemeld
De Oeled Berrian, partijgangers van
Raisoeli, zijn Arzila in den nacht van
20 dezer binnengedrongen en doodden
den Kaid, benevens den bevelhebber
van het garnizoen en verscheidene sol
daten. De bezetting nam de vlucht en
keerde naar Tandzjer terug. Een groot
aantal Joodsche families, die door Euro
peanen werden beschermd, hebben de
vlucht genomen. Geen enkele tegen
maatregel is genomen.
Uit Arsila, in Marokko, komt weer
een bericht dat een goed denkbeeld geeft
van den daar heerschenden toestand.
Een bende, uit den stam der Bensaro's
gevormd, heeft Zaterdag die stad over
rompeld en in bezit genomen. De roo-
vers namen de stadswacht geweren en
munitie af, en hun aanvoerder nam
dadelijk het bestuur op zich. Het be
richt van den overval is naar Tandzjer
gebracht door twee joden, uit Arsila
ontsnapt. Mohammed el-Torres, des Sul
tans vertegenwoordiger, zou dadelijk
Het gerucht loopt te Fez, dat Gum-
meree, de Amerikaanscbe gezant, er
sterk bij de Maghzen op aandringt, dat
Raissouli zal worden gevangen
nomen.
ge-
bericht, dat eene wending gebracht had in ingedrongen, was niet hersteld. En zoo zou
zijn ganschen levensstroom, van de lippen het blijven, zoolang Antoine Verdeau zijn
van een wapenboeder, in de duisternis van eigen zin kon volgen! Terwijl hij staarde naar
het bivak: hoe zijn kleine Alphonse, de leelijke breuk, kwam er eene uitdruk-
toen zijn eenig kind, op de plaats was dood
gebleven door een Duitsche bom en hoe
een tweede granaat den muur van het
huis, dat hij gebouwd had van de zuur
verdiende penningen van zijn dagelijkschen
arbeid, had getroffen en verbrijzeld.
Als dat alles weêr bij hem opkwam
en wanneer dacht hij er niet aan werd
king van bitterheid in zijne oogenniet de
bitterheid, die men voelt voor één vijand
in het bijzonder, maar die alles omvattende
haat, die een man, wiens moed door de
1 nederlaag niet gedoofd is, voelt voor een
gansch geslacht van overwinnaars.
Het gat zou nooit hersteld wordenDat
had hij bezworen. Nooit, tot La Revanche
hij zeer ontroerd en kwam er een floers gekomen was. Tot dien tijd zou het daar
voor zijne oogen. Het zou hem nog eens blijven, om den Elzas te herinneren aan
krankzinnig maken, dit doffe broeden. Hij zijn schande en Frankrijk aan zijn plicht:
moest zijne gedachten ontvluchten, als dit een herinnering en een teeken, die zicht-
eenigszins mogelijk was. Eensklaps oprij zend baar, tastbaar en blijvend waren,
van zijn stoel, legde hij zijne pijp weg en Sommige dwazen in Angeldorf hadden
sukkelde het tuinpad af naar de straat. Hij hem herhaaldelijk geraden den muur te
liep waggelend; elk jaar werd hij zwakker.
Grenzend aan den tuin van zijn huisje,1
lag een stuk land, dat hij gekocht had om
er op te bouwen, vele, vele jaren geleden, j
Het zag er verwaarloosd uit, vol onkruid
en afval, want de ongelukken, die den
ouden Verdeau hadden getroffen, hadden
bijna al zijn kracht verlamd, terwijl de rest
in ééne richting was geleid, zich had samen
getrokken op één groot ideaalLa Revanche
(vergelding).
Aan het eind van dit braak liggend land
herstellen en het huis in orde te laten
maken. O, zij begrepen er niets van die
verworpelingenHet zou hem huur op
brengen iets voor Victorine's bruidsschat,
zeiden zij. Maar hunne schraapzuchtige
raadgevingen had hij altijd vol verachting
in den wind geslagen. Die Duitsche slaven
Stilzwijgënd broedend over zijn grieven,
nam hij door het vallend duister den terug
weg aan. Het licht van een lamp daar
binnen glinsterde door de langwerpige
Prins Metcherski, vriend van den
tsaar en redacteur aan het dagblad
„Grashdanin", heeft in den trein naar trolpen zenden naar^de' stad.
Moskou zelfmoord gepleegd. Een kaar
tje, op het lijk gevonden, bevatte de
woorden„Ik kan niet ontsnappen aan
mijn noodlot".
Het telegraafagentschap verneemt uit
WladiwostokHet Russische stoomschip
Warjagin, dat Zaterdagochtend in de Het bericht dat de Frans, ae ^ee-
vroegte uit de haven alhier vertrok, is ring voornemens is een ei, te m tk
op een torpedo geloopen. Het schip aan den huidigen staat va p~
zonk onmiddellijk. Twee honderd pas- de Algiersche grens, veroorzaakt te
sagiers kwamen om 't leven. Slechts Tanger niet de minste v ndering
één is er gered. Sedert verscheidene jaren, zegt
„Times," heeft Frankrijk met te veel
In de bergen van Vera-Cruz (Mexico) geduld, een politiek gevolgd, die de
heeft men een zeer belangrijke kwik- prangche belangen zeker niet ten goede
zilvermeer ontdekt, dat binnenkort ge- ^on komen,
ëxploiteerd zal worden.
Alle pogingen, die moesten strekken
Te Saloniki loopen hardnekkige ge- omJT betrekkingen met Marokko te
ruchten, dat Boris Sarafof en Tsakalarof, verbeteren en zijn handel met dat land
de twee bekende leiders der Bulgaarsche bevorderen, hebben een directe te-
bende-organisatie, zich daar tegenwoor- g©nkanting van de zijde van de Maghzen
dig ophouden om aanhangers en geld *l001j heeft opgehouden
voor nieuwe plannen te zoeken. De m geheele land anti-Fransche ge-
politie doet alles om zich van de juist- voelens te exploiteeren en dat nog he-
heid dier geruchten te overtuigen, maar j blijft doen.
is er tot dusver niet in geslaagd de huidige toestand op de grens is
twee op het spoor te komen. I ee,h zo?hamge, dat geen enkele natie,
j welke iets om haar waardigheid geeft,.
Vrijdagavond is er in de oostelijke hem zou dulden. Het wordt algemeen
Simmer-mijn te Johannesburg een groot erkend, dat Frankrijk het recht heeft
ongeluk gebeurd. Een bak met 23 Chi- er op aan te dringen, dat de staat van
neezen werd in de mijn neergelatenzaken worde verbeterd; zoo niet, dan
op een diepte van ruim van 200 M. zal het zich gedwongen zien, de delin-
terwijl het meisje snel het belangrijkste
van haren voorraad stadsnieuws vertelde.
Een flauwe glimlach speelde om haars
vaders lippen, terwijl zij voortbabbelde.
„Dus dat wordt er gezegd antwoordde
hij. „Jij verzamelt praatjes als de bijen
honing. Victorine, kom, jij hoort zooveel,
je kunt me misschien wel vertellen, of er
al een nieuwe stationschef benoemd is."
„Hij is eens of tweemaal bij de Berniers
geweest," antwoordde zij. „Ja, ik heb hem
daar ontmoet."
Zij stond plotseling op van haar stoel.
„Én natuurlijk bevalt hij jou al even
goed als de anderen antwoordde hij sar
castisch. „Dat zou niets voor Victorine zijn
om niet mee te doen met de rest.
Het meisje bloosde.
„Hij schijnt een aangenaam man," zeide
Een stationschef?" herhaalde zij op zij„maar al was hij dat niet, dan zie
stond het huis, dat hij gebouwd had, metruiten van het huisje en bij het binnen
het doel het voor Alphonse te bestemmen,1 komen vond de oude Verdeau de tafel ge-
als hij een man zou zijn geworden,^— het dekt voor het avondmaal.
huis, dat de Duitschers tot doelwit voor
hunne wreede hommen hadden gemaakt.
De oude man stond stil en beschouwde
zwijgend het gebouw. Het was veel grooter
dan het zijne; men kon het bijna eene villa
noemen. Maar overal waren teekenen van
verval; de ruiten waren gebroken, de bin
nenmuren waren vochtig en uitgeslagen,
hier en daar brokkelde de kalk af. Het
huis was, zooals het altijd geweest was, on
bewoond en de slordig uitziende opening
boven aan den muur, waar de bom was
Een jonge vrouw van een vijf-en-twintig
jaren ongeveer zette den stoel van den
ouden man bij de tafel. Welgemaakt en
gezet, met blond haar en grijsblauwe oogen,
en een kalme, vriendelijke uitdrukking op
haar gezicht, had men haar voor een Duitseh
meisje kunnen houden. Doch schijn bedriegt
er was geen droppel Germaansch bloed in
hare aderen. Zij was de dochter van Antoine
Verdeau.
De oude man zonk lusteloos neer in zijn
stoel en dronk zijn glas goedkoopen wijn,
verbaasden toon. „Wel, die is er al sinds
twee maanden."
„O, dat wist ik niet," zei Verdeau onver
schillig. „Er is tegenwoordig weinig, waarin
ik belang stel, in Angeldorf. Maar wie is
het? Een Elzasser, hoop ik."
Door de barsche uitdrukking van zijn
gelaat wist Victorine, dat zij op gevaarlijk
terrein was.
„Ik geloof het niet, vader," zeide zij.
„Eigenlijk" want zijn onderzoekende
blik dwong haar de waarheid te zeggen
„ik ik weet, dat het niet zoo is. De
nieuwe stationschef is Herr Bauer."
Een heftige uitroep ontsnapte aan de
lippen van den schoenlapper.
„Een Duitscher riep hij met de uiterste
verachting. „Dat dacht ik wel."
„Maar geen Pruis, vader riep Victorine
uit. „Herr Bauer komt uit Beieren."
De oude patriot keek haar vol verach
telijk medelijden aan,
„Als een leeuw je aanviel, meisje, zou
je dan vragen van welk ras hij was Pruis
of Beier, het komt allemaal op hetzelfde
neer. En hoe nemen de burgers die laatste
beleediging van Frankrijk op? Met de ge
wone slaafschheid zeker, nog met een glim
lach bedankend voor eiken zweepslag van
den Duitschen meester."
„Herr Bauer schijnt goed te bevallen in
Angeldorff," waagde het meisje beschaamd
in het midden te brengen.
Haar vader haalde de schouders op.
„Heb je hem gezien? vroeg hij.
ik nog niet in hoe dat mij zou aangaan,"
voegde zij er naïef bij.
„Pierre Michel had dat baantje moeten
hebben", riep de oude man knorrig. „Hij
is een geboren en getogen Elzassermaar
er was niemand in de heele stad om een
goed woord voor hem te doen. Daarvoor
vreest Angeldorf den onderdrukker te zeer.
Men begint daar te gelooven, dat La Revanche
niets meer is dan een ijdel woord, dat
zij nooit komen zal. Maar zij z a 1 komen
riep hij met woeste heftigheid, met omhoog
geslagen oogen, en meer tot de zoldering
sprekend dan tot Victorine. „Zij zal komen."
„Dat hebt ge altijd gezegd, vader," was
het antwoord van het meisje„maar hoe
lang schijnt de tijd 1"
„Alleen voor hen, die allen moed en
alle hoop hebben opgegeven," antwoordde
hij op plechtigen toon. „Goddank, heb ik
die beide nog, Victorie. Hoewel ik soms
ongeduldig ben, voel ik, diep in mijn hart
dat de tijd nog niet rijp is. Maar die tijd
zal komen, kind, en met hem de man
de nieuwe Napoleon, de redder van Frank
rijk, de bevrijder van den Elzas. O. was
mijn jongen maar in het leven gebleven,
misschien zou die heerlijke roeping wel
hem ten deel zijn gevallen
De kleine Alphonse, wiens dood het eerst
het denkbeeld van La Revanche had doen
ontwaken in den boezem van den ouden
S patriot en het later daarin levendig had
gehouden, was de genius geworden van de
groote gebeurtenis, zoo lang verschoven, die
19Q6.
Naar het Engelsch.