Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraal en de Bommelerwaard Vier woordjes maar! Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden. No. 2007. Zaterdag 10 Februari. FEUILLETON. li. LAND VAN ALT ER VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1907. Advertentiën van 16 regel» 50 et. Elke regel meer 7Vt ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag, avond ingewacht. „Hm, amice, een woordje!" Dit is een zeer alledaagsch krijgs- listje om iemand, die geen tijd of geen lust heeft een lang betoog aan te hoo- ren, staande te houden en beslag te leggen op zijn attentie. 't Is meestal een opzettelijke bij-den- neus nemerjj, want gewoonlijk weet men van te voren, dat raon een heele reeks van woorden noodig heeft, om te zeg gen wat er op 't hart ligtdoch de eerlijkste mensch moet soms wel eens een list te baat nemen, om een vriend die meent het „zoo verschrikkelijk" druk te hebben, tot luisteren te dwingen. Ook een schrijver moet eenigen aan leg bezitten voor het zetten van kunstige strikken, om zijn lezers daar in te vangen; want dikwijls hebben dezen „absoluut" geen tijd om eiken dag een half uur achter de krant te zitten. Ten minste, dat meenen ze: en wat een mensch voor waar houdt, blijft voor hen zóólang waar, tot het een ander gelukt hen van het tegendeel te overtuigen. Evenwel,'al moet ik bekennen, dat ik me wel eens heb schuldig gemaakt, aan bovenstaande strikkenzetterij en al kan ik zelfs niet beloven, het nooit weer te doen, met de hand op het hart mag ik verklaren, dat ik met het op schrift van dit artikel, niemand mijner lezers bij den neus pak. Ik zal werkelijk over vier woordjes schrijven, en nog wel over vier kleine woordjes, want ze tellen met hun vieren slechts een dozijn letters Hier hebt ge ze: Wis wildie lean." Terwijl ik dit kernachtige viertal neerschrijf om ze ter vernieuwde ken nismaking mijner lezers aan te bieden gevoel ik in mijn Hollandsch hart iets opkomen, dat de een of andere boet prediker wellicht met dreigend vinger- gebaar voor hoovaardij zou uitmaken een gewaarwording van fierheid. Ik schaam mij niet er voor uit te komen, dat ik trotsch ben op het voor recht een taal te spreken, waarin het mogelijk is, door middel van viermaal drie letters, zooveel kordaatheid, zoo veel volhardingsvermogen u t te druk ken en dat mijn borst zwelt bij de ge- dachte, dat deze taal is mijn moeder taal. Niet, dat ik geen oog en oor heb voor de schoonheid en de welluidend heid van andere talen niet, dat ik in bekrompen vooringenomenheid slechts het Hollandsch als voertuig mijner ge dachten zou willen gebruiker, wanneer ik in een andere taal mijne bedoeling duidelijker zou kunnen weergeven, maar ik zou het van de daken willen prediken, dat een volk, 't welk een taal spreekt, waarin zulk een kernach tige wijze kan worden geuit, een flink, een degelijk volk moet zijn, een volk, dat niet alleen een schitterend verleden achter zich, maar ook een eervolle toe komst vóór zich heeft. Voor dat verleden hebben onze va deren gezorgd. Zij hebben, als weleer een ander volk in oude tijden, hunnen tempel gebouwd, ondanks wapengekletter en vijaudelijk krijgsgeschreeuw; zij hebben het gebouw der vrijheid opgetrokken met ééne hand, terwijl de andere het scherpgewette zwaard omklemdezij hebben het schijnbaar onmogelijke vol bracht en daarmee metterdaad bewezen de waarheid van de spreuk: „Wie wil, die kan Dat hebben onze vaderen gedaan. Op ons, het nageslacht, rust de zorg voor de toekomst. Vol vertrouwen aanvaarden we de plichten, die dez f zorg op onze schou- dei8 legt. Ook wij zullen een tempel bouwen; en al is onze arbeid zwaar en al zullen onze tegenspoeden vele zijn, we werken vlijtig voort, de moei lijkheden overwinnende, de bezwaren met krachtigen arm opheffende om zo achter ons weg te slingeren en ze te vergeten. Ook wij zullen toonen, dat er een willen bestaat, dat tot Jcunven leidt. En als er dan onverhoopt een zwakke broeder is, die twijfelt aan eigen kracht, die den arbeid nederlegt vol vreeze van niet-kunnen, dan zullen we het getal onzer zorgen met .ééne vermeerderen we zullen trachten hem zijn geloof aan eigen kunnenweer te geven. We zullen hem wijzen op die allen, die róór ons en voor ons hebben ge arbeid en gesfreden, hebben voltooid en gezegevierd. Maar daarna zullen we door ons 2) Zij hoorden buiten den haan van een pistool overhalen«en oogenblik van stilte en toen ging de kamerdeur wijd open. In de gang stonden Madge en de dokter alleen. Het meisje hield in de eeDe hand een kan delaar boven haar hoofd, in de andere eene revolver. „Geef je over!" riep de dokter. „Je kunt niet ontsnappen. Als je je verroert, wordt je neergeschoten. Hoeveel Madge?" voegde hij er zachter bij. Met moeite had Madge haren angstkreet bij het zien der jonge mannen onderdrukt. Wat had dit te beteekenen? Beurtelings keek zij hen aanmaar er kwam geen uit leg, onbewegelijk bleven zij staan. Jack liet het hoofd hangen; hij durfde zijn vader zelfs niet in zijn blinde oogen zien. Cyril keek haar sprakeloos en kalm aan. „Hoeveel Madge?" herhaalde de dokter ongeduldig. „Twee," stamelde zij. „Ken je ze?" Een oogenblik van doodelijke stilte. Jack beefde zóó, dat de stoel, dien hij vasthield, er van schudde. Hij voelde, dat zijn lot in Madge's handen was. Zij keek hen weêr vragend aanmaar geen uitleg volgde. Die lage dieven! Met fonkelende oogen, hoog- roode wangen en minachtend gekrulde lip pen, antwoordde zij eindelijk: „Neen, ik ken ze niet." Onmiddellijk sloeg de dokter de deur dicht en wreef zich vergenoegd in de han den. „Wij hebben ze, Madge, de «churken 1 Als ratten in een klem gevangenNu moeten wij dadelijk Jack en Wayne halen om hen onschadelijk te helpen maken." I Er klonk een snik naast hem. Madge had haar hoofd tégen den muur geleund en 1 ittere tranen rolden haar over de wan gen. De dokter hoorde haar en greep hare hand. „Beste kind!" riep hij berouwvol, toen hij hare bevende hand in de zijne voelde. „Het was veikeerd je zoo iets door te laten maken. Ik had op Wayne en Jack moeten wachten. Het was onnadenkend van mij. Je bent heelemaal overstuur en geen won der." Zij gingen samen naar boven en Madge stond er op, dat de dokter stil in zijne kamer zou blijven, totdat zij de anderen geroepen had. Zij was nu weer geheel her steld en wilde er niet van hooren, dat hij gaan zou. Met weerzin gaf de dokter toe en Madge sloop met luid kloppend hart de kamer uit, vloog naar beneden en opende de deur van de studeerkamer. „Kom meê!" zeide zij tot Jack zij keek Cyril niet aan. Je vader zond mij naar je kamer om je te roepeneven zweeg zij en vervolgde toen driftig. „Zeker, be drieg hem nog langer, zoo je kunt! Als je voor hem kunt verzwijgen hoe laag je ge zonken bent, doe dat dan! Van mij heb je geen tegenstand te vreezen om zijnentwil, maar waag het niet ooit weer tegen mij te spreken „Jack heeft hoegenaamd geen schuld," zeide C}rril kalm. „Ik ben de schuldige; hij is even onschuldig als u, juffrouw West- brook." Madge schrikte en verbleekte; die koele bekentenis scheen haar als een messteek te treffen. Toen schoot het haar eensklaps te binnen hoe zij hem aan Jack vijf-en-twintig pond te leen had hooren vragen. O, het waa vreeselijk en zoo onbegrijpelijk. Ter eigen vooibeeld den kleinmoedige dwin gen tot het geloof, dat arbeid en vol harding, onder allerlei tegenspoed zelfs, den mensch niet sloopon, niet vermoeien, doch hem krachtiger maken en zijn weerstandsvermogen vergrooten. Ten laatste zal de zwakke zijn wan hoop van zich schuddenzijn geloof zal wederkeerenhij zal weer aanvan gen met te willen en tot zijne en onze blijdschap zal ook hg ervaren: „Wie wil, die kan". Op ons rust dus de zorg voor de toekomst. Dat beduidt echter niet, dat het heden moet worden verwaarloosdintegen deel Gedachtig aan het feit, dat in het nu datgene ligt, wat worden zal, komt allereerst het vermoeden in ons op, dat we de toekomst het allerbest verzekeren, door onze krachten en onze zorgen te wijten aan het goede, aan het degelijke, aan het schoone, dat reeds is: en dit vermoeden is een goede wegwijzer op het pad van onze plichten. Want er bestaat reeds veel, dat goed is. Maar helaas, het goede heeft vele vijanden, die de wapenen hebben aan gegord tot vernietiging tegen die moe ten we het beschermen. Daarenboven moeten we trachten het goede nog beter te makenook dat eischt onze krachtenook daarbij zal het kwade pogeu onzen arm krachteloos te maken en onzen arbeid zonder vrucht. Maar geen nood. Voor wanhoop is in onze harten geen plaats. En mocht soms zooveel van onze krachten worden gevergd, dat één van ons aanvangt te denken aan de mogelijkheid, dat het werk onvoltooid zal moeten blijven, dan zullen we, on der den arbeid elkander zoo nu en dan maar eens deze vier woordjes toeroepen Wie wildie kan groef hij zich twee wijde kuilen, twee meter diep, en dekte ze met twijgen en bladeren. In den eenen kuil sliep hij op een leger van stroo en blaren, in den andere stalde hij twee geiten. i Hij voedde zich met haar melk en met groente. Den dag bracht hij in een kuil door 's nachts waarde hij rond. Zoo heeft hij een jaar geleefd. Naar Havas meldt, schijnt het Rai- soeli gelukt te zijn onder de stammen op wie hij rekent, de eendracht te her stellen. Dé troepen van den sultan ma ken nu aanstalten tot een heuschen j aanval. Ben Mansoer, de vroegere aanhanger van Raisoeli, is te Tandzjer voor het Spaansehe consulaat door een jongen Marokkaan vermoord. Ituilenlan «I. In het Fransche departement Aisne hebben veldwachters onlangs in een woud de schuilplaat» van een wonder lijken kluizenaar ontdekt. Een boeren zoon van nu 26 jaar werd op het einde van 1905 tot een maand gevangenis straf veroordeeld, omdat hij zijn vader geslagen had. Hij besloot, na zijn ge vangenistijd boete te doen door kluize naar te worden. In het eenzame bosch Volgens de laatste berichten zijn er van de Larchmont, die bij Block Island vergaan is, 19 personen gered; waren 52 lijken gevonden ea schatte men het aantal slachtoffers op 130. Een van de twee vrouwen, die er het leven heeft afgebracht, vertelt, dat zij, in een boot het zinkende schip ver latende, aan boord, tusschen de jam merkreten door een gezang hoorde, „Onward, Christian Soldiers!" Vermoe delijk werd het aangeheven door leden van het Leger des Heils, die op het dek geknield lagen, terwijl het schip verging. Achthonderd vrouwelijke betoogers voor stemrecht, deden Woensdagavond te Londen langdurige en wanhopige pogingen om het Lagerhuis binnen te dringen. Bereden en onbereden politie was verplicht met een groote macht op te treden. Ongeveer 50 betoogsters zijn in hechtenis genomen. Donderdag zijn zij reeds veroordeeld tot twaalf gulden boete of veertien da gen gevangenisstraf. Mevrouw Despard (die er zich herhaaldelijk over beklaagd heeft, dat zij niet gevangen werd ge nomen) kreeg f 24 hoete of drie wjken, omdat zij, volgens de politie, de leidster was. Generaal French, de broeder van mevr. Despard, heeft aan een verslag gever gezegd, dat hij alles behalve met het optreden van zijn zuster ingenomen is. Maar zij moet er, zeide hij, de ge volgen zelf van dragen. De heele fa milie heeft vergeefs getracht haar tegen te houden. De meeste bladen veroordeelen de stemrecht-vrouwen wegens de ongere geldheden, die zij uitgelokt hehben. Sommige pleiten voor krasser maatre- wijl Cyril sprak, had Jack even opgekeken, maar terstond weer de oogen neergeslagen. „Jack was mij alleen maar gevolgd om mij na te gaan," vervolgde Cyril op den zelfden effen toon. „Hij is gevangen door het dichtslaan van de deur, toen ik de lade opentrok u weet hoe die werktver der heeft hij er niets mee te maken. Ik geef mij aan uwe genade over, juffrouw Westbrook. Ik zoek geen verontschuldigin gen. Zoo ik u eene gunst durfde verzoeken, zou ik zeggen, bewaar mijn geheim ten minste, totdat ik van Highbank weg ben." Een oogenblik zweeg Madge overbluft; toen keerde zij zich met verontwaardigde minachting naar hem toe. „O, wat heeft u ons bedrogen! Al dien tijd, dat u hier was, was u dus in het diepst van uw hart een gewone dief een dief. Ozij maakte een gebaar van afschuw „u heeft goed comedie weten te spelen voor een leugen achtig beeld van eerlijkheid." Nu keerde zij zich naar haren neef: „Jack! spreek toch. Jack „Trek het je toch in 's hemelsnaam niet zoo aan, Madge. Ik kan het niet verdragen," riep Jack heftig. „Ik ik „Zwijg, er valt niets meer te zeggen," bracht Cyril haastig in het midden. „Juf frouw Westbrook zal er wel over zwijgen, daar ben ik zeker van. Ik vraag maar een uur uitstel." Madge /erliet, zonder een woord te zeggen, de studeerkamer. Cyril duwde den weer- spannigen Jack naar buiten en volgde hem toen. Bij de deur van de kamer van den dokter liet Madge hen alleen en zocht met een bijna gebroken hart haar eigen slaap vertrek op. Met ongeduld had de oude man de komst der jonge mannen afgewacht. Toen de eerste opwinding over het vangen der inbrekers voorbij was, had hij tijd tot nadenken ge had. Hij vermoedde, dat zij door middel van een valschen sleutel in de kamer waren ingebroken, en dacht, toen hij hunne ont snapping vernam, dat zij wel langs den zelfden weg ontkomen zouden zijn. Het was eene onaangename comedie voor Cyril, maar toch moest hij tot het eind toe volhouden. De vogels waren gevlogen, waarschijnlijk door de glazen tuindeur, die open werd gevonden. Menschen werden uitgezonden om te zoeken en vol wanhoop bedacht Cyril wat voor gevoel Madge daarbij wel moest heb- ben. Den volgenden dag hield Madge hare kamer en begrijpende, dat hij hier de oor zaak van was, verhaastte Cyril zijn vertrek. Nog een leugen, zeide hij bitter bij zichzelf, dan was zijn tijdperk van bedrog voorbij. Het was nu zijn vurigste wensch zoover mogelijk van Highbank weg te gaan, waar hij de gelukkigste en pijnlijkste uren van zijn leven had doorgebracht. In minder dan veertien dagen na Cyril's vertrek zag Jack Selden van het dek van een stoomschip met groote voldoening de Engelsche kust langzaam aan verdwijnen. Zijne schulden waren betaald en met moeite had hij verlof gekregen eens de proef te gaan nemen met schapenfokken in Australië. Zijn vader, zijn tante en Madge hadden hem tot aan de Tilburv-dokken weggebracht en Jack dacht er over, wat Madge op dat oogenblik wel van hem denken zou. Voor zijn vertrek had hij haar een brief geschreven, dien zij, wanneer zij van de dokken terugkwam in het hotel zou vinden. Hierin had Jack aan Cyril ten volle recht doen wedervaren. Hij had ten opzichte van de bijna gepleegde misdaad niets ver borgen. Ten slotte had hij Madge verzocht het voor zijn vader geheim te houden en zichzelve, voor zoover hem betrof, als ge heel vrij te beschouwen. Madge had Jack's brief op hare toilet tafel gevonden en de eerlijke bekentenis gelen om een herhaling te voorkomen. De Johannesburgsche correspondent van Reuter «eint: Nu de tegenstanders der progressie ven zoo goed als zeker zijn dat er een ministerie komt, beheerscht door het Volk, stelt men het meeste belang in de houding van zoo'n ministerie. Ge neraal Botha heeft mij de volgende boodschap aan het volk van het Ver- eenigde Koninkrijk gegeven „De heerschappij van Engeland zal veiliger zijn in de handen der Boeren dan in die van kosmopolitische kapi talisten. Wij hebben bitter gevochten en geleden, meer dan wie ook in dit land. Dat is voorbij, en niemand is zoo dwaas dat nog eens te willen hebben. De kwesties van de vlag en van heer schappij zijn voor altijd beslist. Die lig gen nu beide buiten de politiek. Wij houden ons nu met onze binnenland- sche aangelegenheden bezig. Nu wij een vrij bestuur hebben verkregen, is onze natuurlijke wensch en zal ons eenig streven zijn, het land zoo te regeeren, dat het tot bloei komt en de twee rassen tot elkaar worden gebracht. Te Ver- eeniging heb ik het vredesverdrag ge- teekend. Ik heb toen plechtig aanvaard wat u zoo dierbaar is uw koning en uw vlag. Het zijn nu onze koning en onze vlag." Tsjerniak, een lid vande revolutionaire socialistische partij in Rusland, pas uit de gevangenis te Stockholm ontslagen, nadat de Zweedsche regeering geweigerd had hem onvoorwaardelijk aan Rusland uit te leveren, is op nootlottige en ge heimzinnige wijze om 't leven gekomen. Woensdagochtend kwam het Zweed sche stoomschip Olaf Wyk met vier lijken aan boord te Antwerpen aan. Zaterdag vertrok de boot van Gothen- beig. Zij had zeven reizigers aan boord, twee in de eerste klas, een Franschman en een Rus, die zich Lehman noemde, maar Tsjerniak bleek te zijn; verder vijf reizigers tweede klas. De zee was ontstuimig. Zondag werden de kapitein en zes reizigers ziek. Allen sliepen in hutten rondom de groote kajuit. De ka pitein verruilde zijn hut met die van den eersten stuurman. Maandagmorgen kwam de kapitein in de groote kajuit en vond er den Franschman stei vende. Hij bezweek spoedig. Toen de kapitein de hutten na ging zien, vond hij er drie lijken, die van twee Zweden en den Rus. Twee andere zieken waren 's nachts opgestaan en naar dek gegaan. Dat was waaschijnlijk hun behoud. De lijken hadden alle krampachtig gekrom- met jagenden pols, blozend en met stra- lenden oogen gelezen. Een doffe, drukkende last was haar van het hart gewenteld Zij beproefde hare gevoelens niet te ontleden, maar nu zij wist, dat Jack de misdaad bedreven had, scheen die haar bijna nietig. En toen voelde zij een onuitsprekelijk verlangen om het weer goed te maken met Cyril. Jack had dit blijkbaar voorzien, want hij was zoo bedachtzaam geweest Cyril's adres er bij te voegen, hetgeen tot Madge's blijdschap geen vijf minuten gaans verwijderd w^is van de plek, waar zij op dat oogenblik stond. Zou zij Cyril schrijven of naar hem toe gaan Weldra kwam zij tot een besluit. De wreede woorden die zij had gesproken, konden alleen mondeling ingetrokken wor den zonder dus verder over het passende er van na te denken, frommelde zij Jack's kostbaar epistel in hare hand, snelde naar beneden en verliet het hotel. Met kloppend hart stond zij een oogen blik larer voor het huis, waar Cyril woonde. Hij was op dat oogenblik locum tenens voor een vriend, die met vacantie uit was. De bediende, die dacht, dat zij nog een late patiënte was, liet haar in de wachtkamer en daarna in de behandelkamer. Cyril stond aan het venster en schrikte verbaasd op, toen hij haar herkende. „Wat! juffrouw Westbrook!" riep hij, naar haar toekomend. „De dokter Madge stak hem hare hand toe. „Neen," zeide zij en vertelde toen zonder omwegen de reden van hare komst. „Ik kom u ver geving vragen voor al wat ik gezegd heb bet spijt mij zoo vreeselijk maar ik kon het niet helpen. Lees dit als het u blieft eerst, voordat u iets zegt." Zij duwde Cyril Jack's brief in de hand. De jonge man nam hem aan, keek naar het opschrift en bloosde. „Zoo, Jack heeft mij dus verklaptzeide hij, terwijl hij begon te lezen. „En zijtgij Naar het Engelsch.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1