el Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. SCHIP BigfUJii. Zijn eer gered. Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden. No. 2G10. ff o ens dag 27 Februari. 1907. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 et. Elk» regel meer 77s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag, avond ingewacht. Ze moeten wel heerlijk wezen, die seboone avonden op zee, als de wate ren kalm zijn en de lichte maan een zilver schijnsel over alles heenwerpt, als alles gerustheid en vertrouwen ademt, tot zelf de verraderlijke golven toe, ruischende, zou onze de Genestet zeg gen, als een psalm van ver. In zulke kalme, zoete avondstonden moet de reiziger, leunende over de ver schansing van het mooie en vlugge schip dat hij onder de voeten heeft, wel niet moe van 't aanschouwen wor den al speelt de suizende nachtwind hem om de slapen. Welk een beelden en herinneringen moet die aanblik niet voor den geest tooverenHoe zal hij tot weemoed stemmen en verheffen te gelijkertijd! En als de nachtkoelte te sterk wordt, daalt onze reiziger naar de hem wachtende hut en slaapt wel dra den krachtigen slaap, door de ver sterkende zeelucht veroorzaakt, zich be veiligd wetende door alles wat natuur en kunst samen tot zijn veiligheid vef- mogen. Maar ook dan, als het maanlicht den nachtelijken hemel verheldert, kent de zeeman de gevaren van zijn beroep, al heeft hij sind3 lang verleerd ze te vree zen. Hij kent de voorteekenen, hij weet wat bet beteekent, wanneer de barre noordwester wolkenmassa's voortstuwt en de golven opzweept, die hun dar tel, maar gevaarlpk spel beginnen te spelen met alles wat zich waagt aan hare oppervlakte. Hij blijft kalm en vol plichtgevoel, wanneer do winden, tot storm geworden, in hevige orkanen overgaan, wanneer torenhoogs golven het trotsche en toch zoo brooze vaar tuig overstelpen, wanneer de angst zich begint af te teekenen op het gelaat van allen, die minder dan zij vertrouwd zijn met de majestueuze woede der elementen. Bange uren worden doorleefdmaar een juichkreet verheft zich, als de eerste lichten van de kust zich voor het ver langend oog beginnen te vertoonen. De haven, de veilige havenGevaar en angst zullen weldra tot het verledene behooren. M< n lijdt immers geen schip breuk in de haven? Nootlottige dwaling! 't Is juist 2.) De Weledelgeb. Heer Michael Terge had juist den leeftijd van dertig jaar bereikt, toen hij klaar wasmet zijn vermogen. Tot op den laatsten penning had hij het er doorgebracht. Van de twaalfhonderd hectaren grond was geen voren zijn eigendom gebleven, van de paarden geen veulen, van de kudden geen hokkeling en van zijns vaders huis geen baksteen. Het een na het ander had hij „verdronken". Dat „verdrinken" is hier trouwens een woord, waaronder kaartspel, vrouwen en Zigeuners zijn begrepen. Tien jaren had dat dolle leven geduurd. Mannen, die kennis van zulke zaken had den, verklaarden gaarne, dat er in de zeven komitaten niet één werd gevonden, die betere invallen had en genialer de kunst van doorbrengen verstond dan de droome- rige jongeman, die in het college te De- breczin zoo vlijtig was geweest, dat hij, volgens de verklaringen der professoren, zelfs Hebreeuwsch had geleerd. Men kon Perci Lokay niet eens met hem op eene lijn stellen, ofschoon deze er drie maal zoo groot vermogen had doorgebracht. Maar als Terge zich amuseerde, dan was zelfs het toekijken een genot. Hij was een virtuoos in het uitdenken van toepasselijke dwaasheden. De kunst om voornaam en in stilte te verkwisten verstaat niet iedereen, daartoe behoort verstand Wanneer de Zigeuners voor hem speelden was de muziek nauwelijks hoorbaar. Hij zat naast den cimbaalspeler en luisterde zwijgend. Geen leelijk woord kwam ov«r waar de wateren hare diepten verliezen en de oneindige ruimte der zee zich inkrimpt, dat do gevaren der woedende elementen verdubbelen. Een oogenblik, êê-y verdubbelde krachtsinspanning is voldoende om te vernietigen wat door de maandenlange arbeid der mensche- lijke kunst is voortgebracht, om aan al die sidderende levens, die wellicht reeds zoovele malen den dood van na bij hadden gezien, een einde te maken. Wie begrijpt al de angsten dier laatste oogenblikken, wie peilt de gedachten, die smartvolle gewaarwordingen dier onherroepelijk veroordeelden? Wie kan zich een flauwe voorstelling vormen van den toestand dier ongelukkigen, opgesloten in de nauwe ruimte van een wrak, elke seconde bedreigd door de woeste, alles meesleurende baren, zon der genade aan den dood gewijd, schijn baar door God en menschen verlaten?! Doet het ons menschelijk gevoel niet goed, een gedachte te wijden aan de beklagenswaardige slachtoffers van den nachtelijken voorjaarsstorm, het laatste bedrijf van den vreeselijken winter; aan hen die, bezweken in de uitoefe ning van hun ernstig beroep, daaraan getrouw bleven tot in den dood aan de treurenden, die rouw bedrijven over wat op zoo wreede wijze aan hun hart werd ontrukt? Als zij die groote zee zien, die aan zoovele dierbaren de laatste rustplaats spreidde, dan hopen wjj dat zij niet met wanhopende blikken zullen blijven staren in de diepte, maar zullen leeren over die onpeilbare diepten heen te zien en dat menechenmin menige traan droogen, menig lot zal verzachten. Wij allen zijn reizigers op de zee des levens, waar ook lichte en donkere maan valt waar te nemenwaar de oppervlakte nu eens effen, dan weer hoog golvend Dwaar ook windstilte heerscht en stormen woeden. Ook op die zee is het mogelijk, de veilige haven niet te bereiken en schip breuk te lijden schipbreuk tot zelfs in de haven. Wij weten het allen, maar stqat het denkbeeld ons altijd en met den noodigen ernst voor den geest Als we niet moe worden van 't aan schouwen en van 't genieten van wat de wereld ons oplevert, denken we er zijn lippen en vloeken deed hij nooit. Meestal strooide hij banknoten op de cim baal, die de Zigeuner dan onder de snaren moest doen verdwijnen zonder het spel af te breken en zonder de handen te gebruiken, alleen door middel van de stokken. Hier mede vermaakte Terge zich dikwijls tot aan den ochtendstond. Beroemd werd een streek, dien hij in de Csurogerherberg uithaalde. Daar had hij eens met zijn vrienden buitensporig gedronken. Van lieverlede waren zij door vermoeidheid overvallen en klaagden er over, dat het eigenlijk nog te donker was om naar huis te gaan. „Dat kan verholpen worden," had Terge kalm geantwoord. Met een lucifersdoos in de hand was hij daarop naar buiten gegaan en een oogen blik later vloog het strooien dak van de herberg in vurige bundels door de lucht, lange, trillende, lichtende strepen trekkend over de zwarte heide. Allen vloekten en maakten, dat zij weg kwamen. Slechts de eigenaar van de herberg grinnikte van pleizier. Hij kende zijn man, en tot aan zijn dood vertelde hij van dezen streek, die hem vijfhonderd gulden had bezorgd. Het was in een geheimzinnig duister ge huld tot welken kring van menschen hij eigenlijk behoorde. Nu eens zag men hem drinken met graven, dan weder met leer looiersgezellen. Men had hem zelfs met Betyaren, die door het gerecht achtervolgd worden, in een beruchte herberg broeder schap zien drinken. Maar vóór hem hadden anderen dat ook gedaan. Geheimzinniger en minder verklaarbaar was eene andere eigenschap van hem nooit leende hij geld. Toen hij zijn laatste rij paard verkocht en zijn laatsten hazen wind hond ten geschenke gaf, had hij geen cent schuld. Zijne kameraden schudden de hoof den en met recht, want zóó iets was in dan wel eens aan, dat achter ons een donkere wolk komt opzetten, die ons kan overvallen eer we het weten, en, wapenen we ons wel tegen den aanval? Vele jaren misschien hebben we de reis reeds voortgezet; we zijn geen vreemdelingen meer op de woelige plek. Menige ervaring is ons deel geworden. Maar, weten we het wel, dat waar we ons die ervaringen niet ten nutte maken, ze niets anders zijn dan de lichten achter het schip, die een ander wellicht kunnen waarschuwen, maar onze eigene toekomst niet verlichten Ook op '8 levens zee heeft zoo menige schipbreuk plaats vlak aan den ingang der haven. Dat is geen louter spel van het toeval. We hebben misschien met noeste vlijt en met taai geduld gearbeid, maar, in alles komt 't er op aan, te volharden ten einde toe. En als dan het doel bijna bereikt is, dan komt zoo vaak de rnenschelijke zucht bov;n om te verslappen. We meenen 't gewenschte al vastgegrepen te hebben dan worden we minder ijverig en meer zorgloos; dan denken we alvast op de behaalde lauweren te kunnen gaan rusten en juist de laatste greep mislukt! Niet elke schipbreuk, niet elke mis lukking van een levensplan trouwens, hebben we ons zei ven te wijten. Dat geve ons berusting; maar 't leere ons ook steeds zooveel mogelijk uit e'ke schipbreuk te redden. Ook op de zee des levens dient men wel altijd gereed te zijn, behoort men zijn wapenrusting nooit af te leggen, zijn bagage niet al te ver uit het oog te verliezen. Eerst dè.n zullen we ons kunnen verantwoor den, waar verantwoording van ons mocht worden gevraagdeerst dan zullen we ons kunnen behoeden voor dat vreeselijke lot, van niets uit de schipbreuk des levens te redden. Stuii enlaud. De kinderdiefstallen nemen in de Fransche hoofdstad schrikbarend toe. Van alle punten van Parijs komen met verbijsterende regelmatigheid de tijdin gen van gestolen en geheimzinnig ver dwenen kinderen. Zaterdag werd aan het „Gare du Nord" nog juist op 't allerlaatste nip pertje een klein meisje, Berthe An- drieux, door haar moeder en zuster ontrukt aan de handen van een sujet. Sedert twee dagen is de kleine Mar cel Begranlard spoorloos uit de woning van zijn wanhopige ouders verdwenen. Zondag meldden de ouders van Mar- guérite Brunin, een meisje van 14jaar, dat hun kind verdwenen was, waar schijnlijk opgelicht op een der carna valsdagen. Tevens werd melding gemaakt van de verdwijning, sedert 25 Januari, van de kleine Blanche Bouin. Aan de prefectuur van politie erkent men de ontzettende toename van der gelijke moorden en voegt er aan toe: hoeveel van die verdwijningen, tegen ééne, die wordt aangeven, zullen steeds onbekend blijven? Bij een lawine in Mercato Saracone (Italië) werden een vrouw en haar vier zonen als lijken van onder de sneeuw te voorschijn gehaald. Een onbekende, maar waarschijnlijk Noorsche driemaster, is Woensdag bij Fjaltring, op de kust van Jutland ver gaan 18 matiozen der bemanning bleven zich eenigen tijd aan het touw werk vastklampen, maar toen de masten verdwenen, werden ze allen mee naar de diepte gesleurd. Een Hullsche visschersboot heeft be licht, dat ze Woensdag 11. op de Noord zee een groote, onbekende stoomboot heeft zien vergaan. De stoomer „Highgate" van Londen heeft Woensdag op 20 mijlen afstand van de monding der Tyne, een schip in nood gezien, waaraan het niet in staat was hulp te bie len. Er waren nog menschen aan boord. Vrijdagmiddag heeft een bende ge wapende terroristen het postkantoor in de Kruczastraat te Warschau overval len. Zij schoten den hoofdcommies dood en brachten doodelijke wonden toe aan de soldaten, die het kantoor bewaak ten, aan drie brievenbestellers en aan vier personen uit het publiek. Zij na men alle contante geld en postzegels mee en verdwenen na een roode vlag ontplooid te hebben, in huurrijtuigen. 1 let geroofde bedrag is ruim 4000 roebel. Van de menschen die bij de plun dering gewond waren, zijn er later vijf aan hun wonden bezweken. Aan de Frankt. Ztg. wordt uit Mün- chen-Gladbach gemeld, dat de douane aldaar eenige dagen geleden bemerkte, dat er vee werd binnengesmokkeld. Het bleek, dat dit reeds jaren lang en sys tematisch werd bedreven. Hollandsch vee werd hoofdzakelijk strijd met hunne levensopvatting „Wat zal Terge nu beginnen?" vroeg men elkander. De geheele stad was daarnaar nieuwsgierig. Zelfs de oude Luzar, de rijke Rumaansche koopman, die zoo langzamer hand Terge's bezittingen had gekocht. Eerst twee herbergen, daarna het groote heeren huis met de rest „Wat mij aangaat, kunt u nog een of twee jaar blijven wonen," had de goedhar tige Rumaniër gezegd. „En indien u soms een paar honderd gulden noodig hebt..." Maar Terge had eenvoudig geweigerd. „Dank u, Luzar. Ik leef niet op krediet." En dat deed hij ook werkelijk niet. Hij trok in het huis van een zijner Voormalige knechts, in een vertrek met aarden bodem, waarvoor hij twintig gulden huur per jaar vooruit betaalde. Het geheele meubilair be stond uit een verroest geweer en twee meer schuimen pijpen. Kort nadat hij daar zijn intocht had ge houden, kwam Perci Lokay hem bezoeken. Nadat deze bijna zijn hoofd te pletter had gestooten tegen de lage deur, ontdekte hij Michael Terge in het donkere vertrek op eene omgekeerde schapenvacht. „En, kameraad, wat ga je nu beginnen?" „Tot morgenochtend denk ik daarover." „Tot morgenochtend?" „Nu ja, ik wil niets overijld doen." „Hoor eens, ik wil je een goeden raad geven." „Die kan men altijd aanhooren," meende Terge geeuwend. Er scheen hem echter niet veel aan gelegen te zijn. „Ik weet, dat je niets meer bezit." „Dat klopt!" „Nu, je kunt je prachtig herstellen en driemaal zooveel in handen krijgen, als je hebt gehad!" „Ik zou het kunnen gebruiken," was het flegmatieke antwoord. „Miklós, ik spreek in ernst." „Goed dan, pak uit, alsjeblieft!"- „De dochter van den ouden Lazar is smoorlijk verliefd op je." „Is ze gek? Geen twee woorden heb ik met haar gesproken." „En toch is het zóóJe moest met haar trouwen." „Dat ontbreekt er nog aan," lachte Terge. „Maar, kerel, weet je wel hoe rijk de oude man is? In zijn kelder liggen de dukaten voor het opscheppen! Zonder overdrijven. Ik weet het van iemand, die het heeft ge zien." Michael Terge stond langzaam van zijn rustbed op. „Weet je wat, Perci," zei hij toen geme lijk, „als je mij hadt voorgesteld om bij hem in te breken en de dukaten te stelen, dan zou ik er misschien op ingaan. Dat ik ze echter door middel van zijne dochter zal afdieven, is mij te laag." Perci haalde de schouders op. „Je bent een dwaas. Maar, zooals je wilt. Dus hier in dit vertrek wil je wonen?" „Ik heb er ruimte genoeg." Perci bekeek de kale wanden. „Kijk, dat oude geweer dói,r kon je mij wel geven." „Alsjeblieft, neem het." Ik hang het mijne er voor in de plaats. Dubbele loop. Met kogels geladen Be dien je er van Perci wedde dien avond in het Casino, dat Terge zich dien nacht zou doodschieten. Hij verloor echter de weddenschap, want Michael Terge schoot zich niet dood, maar begaf zich den volgenden dag rechtstreeks naar den watergraaf, die zijn peet was. „Zou er niet ergens een betrekking voor mij zijn, peet? Ik heb verscheidene quali- ficaties De oude heer schudde het grijze hoofd. „Hoor eens, jongen, je bent een raadsel, maar geen mensch. Ik begrijp je in het geheel niet." „Dat raadsel zal ik eerlijk oplossen, peet." bij Waldenrahb met vervalscbte gelei biljetten over de grens gevoerd. Dui zenden stuks vee gingen zoo de grens over. Tal van slagers, boeren en hande laren aan den beneden-Rijn zijn reeds gearresteerd, hun boeken werden in beslag genomen. Een verslaggever van de Daily Mail is eens bij de Londensche gasthuizen rondgegaan om navraag te doen naar gevallen van hersenvlies-ruggemergont- steking. Die bleken er hier en daar te zijn of geweest te zijn. Men vreesde er echter niet voor een epidemie en dacht, dat met het lenteweer de ziekte ook waar ze heerscht zou afnemen. Verleden week zijn er te Glasgow weer twintig aangestorven. Te Belfast waren er ook weer verscheiden gevallen geweest. De verslaggever vroeg een kapitïin Etti, van een handelsmaatschappij die in China zaken doet en zelf deels van Chineeschen bloede, of hij niet dacht, dat de ziekte uit China in 't land was gekomen. Ja, dit dacht hij. Het is een ziekte, die in 't binnenland van China, waar veel niist voorkomt, welbekend is. In zuivere lucht kan de kiem der ziekte niet bestaan. In China heet zij de ril ling. In Hoeman zijn er wel 15,000 menschen in een jaar aan gestorven. Ik ken, besloot kapitein Etti en ali 't waar is, is dit van belang een middel, dat in China wordt gebruikt en in het begin der ziekte goed he'pt. Volgens een bericht uit Opstryn aan de Nordtjord is het gehucht Tunold in Noorwegen door een lawine meegesleurd, waardoor 8 menschen om het leven kwamen. Ook het gehucht Holebiik in Giran- ger werd door een lawine bedolven. In de huizen bevonden zich 10 personen, vrou wen en kinderen. Er bestaat weinig hoop, dat deze gered kunnen worden. Uit Chicago wordt geseind, dat het bijkantoor der Amerikaausche schatkist aldaar in de afgeloopen week is bestolen voor een bedrag van 500,000 gulden. Van de dieven tot dusver geen spoor. Het is bijna zeker, dat het zelfbe stuur der Transvaalscne kolonie zal aan vangen met een bóeren-kabinet, welks leden onder president Kruger en ge durende den oorlog een zeer groote rol hebben gespeeld. Botha is premier en tevens houder van de portefeuille voor naturellen-za ken»; Smits wordt koloniaal secretaris Cullinana minister van publieke Hij vertelde den ouden heer iets uit zijne jeugd. Als student had hij eens een twist bijgewoond, waarin zijne grootmoeder aan zijn grootvader verweet, dat deze zijn ver mogen door een valschen eed had verkre gen. Zijn vader zou zijne eigene zuster, daaromtrent hebben bedrogen en die zuster, Michaels tante, was daarover krankzinnig geworden. „Toen ter tijd besloot ik dat te worden, wat ik al die tien jaren ben geweest! On rechtmatig verkregen liederlijk vergooid Thans ben ik klaar met dat vervloekte geld." „Je hebt geen schulden vroeg de graaf, hem strak aanziende. „Slechts zooveel, als het spek kost, dat ik vanmorgen heb gegeten." Een week later werd hij tot komitaat- schrijver benoemd. Van nu af aan zat hij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat op het bureau en drank of spel bestond niet meer voor hem. Zelfs op den naamdag van zijn peet dronk hij maar een glas wijn. Gedurende den eersten tijd hield men niet op het hoofd over hem te schudden. Een dusdanige verandering had niemand voor mogelijk gehouden. Menigeen zag hem ook met heimelijk wantrouwen aan en brak er zijn hoofd mede, wat Terge wel in zijn schild voer le. Een zoo beruchte verkwister was tot alles in staat, behalve tot wat goeds. Ook de oude Lazar zette steeds zijn bril op, wanneer Terge, die zijn buurman was geworden, zijn kluia voorbijging. Hij wist ook niet goed wat er van te denken en trachtte meer dan eens een gesprek met hem aan te knoopen. „Hebt u geen lust om op de jacht te gaan Ik heb eenige zeer wooie geweren." „Dank u, Lazar; ik heb geen tijd." Een Hongaarsche geschiedenis. (Slot volgt.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1