et Laud van Heusden en Lltena, de Langstraat en de liommeierwaard
OVERDRIJVEN.
Gedwaald.
i i
Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden.
No. 2013. Zaterdag O Haart.
FEUILLETON.
VAM A'J-^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijsverbooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1907
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
spreeuwenest onder de pannen van het
schuurtje. Maar hij wist ook dat zijn
vader hem ten strengste had verboden
j op de ladder te klimmen.
,Pa, achter aan de schuür van buur- r-p. A
De zucht om van het nest en de
man hangen wel vi,ft,g zwaluwnestenjnhoud me(jr we dt hem (0
ik heb «e van morgen gez,en machtig terwijl vader binnen zit, waagt
P» die als een verstand,* vader be-de k* he( ,adder J
langstelling toont in zaken, die zijn te IeUen en naar boven te klauteren,
kinderen belangstelling inboezemen, gaat, Pa8 heef, hy de handen aan den
met zijn zoontje even naar de neeten trandi of ,adder gjy,u „it. van
r-?'. i u o XT- jo schrik laat de klimmersbaas de goot
"5 je ze al geteld vent r Niet lo8 en yftlt naMt de Jadder hefc bleek_
Nu, tel ze dan eens! Y(dd r
De jongen aan het tellen j Hy toe|, ondanks zyn ,chriki dat
„Hé, er zijn er maar .eerden, i hij zich niet eig heeft bezeerd, maar
dacht, dat er wel vijftig warezoJodra hy de achlerdeur hourt open.
gaan, begint hij. erbarmelijk te gillen
Dit aan de werkelijkheid ontleende en doPt alsof hy de holi t„ ynen
voorvalletje hoe eenvoudig ook, brengt i moet uit8taa„
e»n vader, die voor zyn kinderen moer
wil zijn, dan de man, die voor brood i a(m de We olltate]tenisde
en kleeren zorgt, onwillekeurig aan het {ongen wordt heel voorzichtig opgenomen
Vader en moeder snellen toe, ten
denken.
Allerlei vragen komen bij h^m op.
Heeft de knaap net aantal opzette
lijk zooveel te groot genomen? Vond
hij veertien zwaluwnesten aan één ge-
jongen wordt neei voorzichtig opgenomen
en binnen gebracht; de dokter moet
komen, in één woord: het heele huis
is in rep en roer
En de oorzaak van dat alles ligt ua
een paar uur kalm te overdenken, hoe
vel met belangrijk genoeg? Dacht hij- |i8t i8 lakt. in ',aata
zijn vader b i] te maken en meendek, Jn mede,yd in £laat8
hij dit doel te bereiken door het feit j tan har^ w00rden _Jeen'etuk 1 koek
zoo interewant mogelijk voor te stellen sinaasappel.
01 heeft h.j geheel onopzettelijk over- Hpt lukkeP,an deM li8t ka0 be.
dreven, en alleen m zijn kinderlijkedl!nkelyke gevolgen hebl,ende knaap
opgetogenheid over zijne ontdekking, heeft do 0*erdrijvi g leeren gebiuiken
zich eigenli)k geen rekenschap van het
^hoeveel" gegeven?
Het laatste zal wel het waarschijn
lijkste zijn.
Kii'deriijke overdrijving is meestal
onopzettelijk.
Ze is daarenboven gewoonlijk van
tamelijk onschuldigen aard. Toch moe
ten de kleinen er op gewezen worden
wanneer ze zich in dergelijke gevallen'
laten verleiden de zaken grooter voor
te stellen dan die in werkelijkheid zijn
berispen of straffen is hierbij geheel
onnoodig: beter onderzoeken en zelf
de fout opsporen, is de natuurlijke weg.
Ik ben geneigd tot het vermoeden,
dat hieraan door ouders en opvoeders
niet altijd de noodige aandacht woidt
gewijdimmers de hebbelijkheid van
overdrijven is ook bij groote menschen
zeer algemeen. Bij sommigen is ze tot
een gewoonte geworden, en hel is zeer
waarschijnlijk, dut bij de meesten die
gewoonte reeds in de jeugd is ontstaan.
Niet altijd is ze zoo heel onschuldig,
zelfs niet bij kinderen.
Een achtjarige dreumes wist een
als een middel om zijn ouders te be
driegen en een welverdiende kastijding
te ontgaan.
Een dergelijk gebruik van overdrij
ving komt uit den aard der zaak bij
ouderen niet zoo vaak voor.
Wel gebeurt bet, dat volwassenen
de fouten eu ondeugende streken der
kinderen schromelijk overdrijven, ten
einde een glimp van rechtvaardigheid
te geven aan de veel te strenge straffen,
die ze in drift of onbedachtzaamheid
hebben „uitgedeeld". Dat overdrijven
werkt niets ten goede uit. Is de straf
onrechtvaardig of te streng, dan is het
resultaat geen verbetering, maar wel
verbittering.
Niet alleen echter iu hun verhouding
tot kinderen maken zich de grooten
schuldig aan het euvel vau gevaarlijke
overdrijving; wie oogenen ooren goed
openhoudt, heeft bijna dken dag gele
genheid zich zei ven of anderen te be
trappen op datzelfde kwaad.
De een overdrijft bij het versieren
van zijn huis, bij het „naar de eischen
2.)
Eindelijk was Suzanne alleenalleen
met hare gedachten. Zij trad naar het raam
en keek naar beneden, naar die joelende
menschenmassazij was kalm en gelaten.
Vastberadenheid sprak uit hare oogen.
Jawel wist ze, dat zij hare heerlijke
vrijheid zou moeten verliezen wel wist ze,
dat ze aan de zijde van een man, dien zij
wellicht nooit kon liefhebben, evenmin als
hij haar, zonder zonneschijn, haar verder
leven zou moeten slijten en ook één
oogenblik, toen zij hare melder in de
armen had gehouden, had zij het volle
gewicht van dien stap gevoeld en begrepen
wat zij ten offer bracht, maar zij wilde
zich geven voor 't geluk harer moeder. Deze
was oud, maar juist de laatste dagen wilde
zij der arme vrouw verlichten. Nog dien
zelfden avond ging een schrijven op de
huwelijksannonce in de brievenbus en
zonder Suzanne het wist, besliste die brief
over haar gansche verdere leven.
De heer en mevrouw Daalfeld waren,
lang geleden gefortuneerde menschen_ ge
weest, die in een weelderig ingerichte villa,
nabij een uitgestrekt dorp in Gelderland
woonden. Zij hadden slechts twee kinderen,
Suzanna en Gertrude. Voorspoedig groeiden
deze op en toen zij den jonkvrouwelijken
leeftijd bereikt hadden, werden diné's, sou-
pé's en gezellige muziekavonden gegeven.
Mijnheer Daalfeld was eigenaar eener
zijdefabriek, die hem jaarlijks duizenden
opbracht. Daardoor was hij in staat een
weelderig, genotvol leven te leiden met zijne
vrouw en beide kinderen.
Zijn geheele vermogen had hij bij een
bankier belegd, die als zeer soliede bekend
stond. Jaren lang genoot hij van de groote
rente, tot zich eensklaps de ontzettende mare
verspreidde, dat 't met den toestand der
finantiën van zijn bankier niet in orde was.
De heer Daalfeld reisde terstond naar de
stad om zekerheid te hebben en 't bleek
maar al te waar.
Toen hij weer terug kwam was zijne vrouw
alleen thuis. Hij sprak geen woord, maar
in één greep omstrengelde hij haar en de
forsche man snikte als een kind.
Velen hadden aanzienlijke verliezen ge
leden; ook de heer Daalfeld hoorde onder
deze ongelukkigen. Bijna niets bleef van
zijn kapitaal over. Hij moest de fabriek
verkoopen en een betrekking zoeken. Al de
fraaie meubelen werden voor een spotprijs
van de hand gedaan en de arme man ver
trok met zijne vrouw en dochters naar een
groote stad.
Want, zooals helaas! zoo menigmaal ge
beurt, in den nood hadden alle goede vrien
den hem verlaten. Zelfs zijn eigen zuster
en schoonbroeder hadden zich in die dagen
van hem afgetrokken en de fabrikant was
te trotsch om hulp te vragen bij vreemden.
Daar in de stad, waar zooveel ellende is
verborgen, kreeg hij eindelijk met moeite
een betrekking als klerk op een uitgebreid
handelskantoor.
En geheel vergeten, in de bitterste ar
moede, leefde daar de eenmaal zoo rijke,
gezochte fabrikant.
Nog voor die vreeselrjke slag hen getrof-
des tijds" meubilecren van zijn salon
een ander doet het bij het dragen van
hooge of eigenlijk van hoogere boorden.
In het eerste geval gaat het ten koste
van de portemonnaie, in het tweede
ten nadeele van hals en keel.
Een derde pleegt overdrijving op het
gebied van sport en haalt zich door
al te groote inspanning bij een wed
strijd om het „wereldkampioenschap"
een ongeneeslijke kwaal op den hals;
terwijl een vierde, den geest hooger
achtende dan het lichaam, na een wei-
volbrachten dag, het nog noodzakelijk
oordeelt een groot deel van zijn nacht
rust op te offeren aan de ontwikkeling
van zijn geest door ingespannen studie,
niet bedenkende, hoe daardoor lichaam
en geest beide gevaar loopen ziek te
worden. Die allen berokkenen zich
zeiven het meeste nadeel.
Er zijn er bovendien nog vele, die
behalve zich zelf, ook hun naasten in
perikel brengen, o. a. de snelheids-
overdrij vers.
Dit soort doet vooral de laatste jaren
en niet in gunstigen zin van zich spre
kenmen hoort en ruikt ze in gezel
schap van stofwolken en benzine-geur-
tjes; men tracht ze, niet altijd met
gunstig gevolg, te ontwijken op 't eerste
signaal van nijdig bel-gerinkel, of bru
taal-aanmatigend hoorn-getoet; want
wie er mee in aanraking komt, kan
een k:nd des doods zijn.
We zouden nog een menigte andere
overdrijvers kunnen noemen, voor wel
ker aanraking we elkander gerust mogen
waarschuwen.
We zouden kunnen spreken over
hen, die overdrijven in hunne vreugde
of in hunne smart; in hunne vriend
schap of in hunne vijandschapin
hunne liefde of in hunnen haat; in
hunne spaarzaamheid of in hunne gul
heid. Maar dan zou de lezer ons
kunnen verwijten, dat wij zelf over
drijven door te meenen, dat des lezers
geduld onuitputtelijk is.
Alleen nog een vraag tot slot.
We hebben op onzen levensweg van
allerlei ontmoetsoms grappige, een
enkele maal zelfs geestige overdrijvers;
maar wien is wel eens het voorrecht
te beurt gevallen een nutdoenden over-
d rij ver tegen te komen?
liuilenlan <1.
Bij de stad Montemurro in de pro
vincie Potenza (Zuid-Italië) is onlangs
fen had, was Gertrude gelogeerd geweest
bij een schatrijken oom, denzelfde, die hen
in hun armoede vergat. Avond op avond
was het daar feest, ter eere van de gast.
Er waren veel jongelui; en de meesten, die
van Gertrudes rijkdom wisten, maakten
haar druk het hof. Zij werd gevleid, be
wonderd en was eiken avond door een
drom van aanbidders omringd. Maar al die
vleiereien en dat huldebetoon waren Ger
trude onverschillig geweest. Slechts één
zocht zij altijd. Eén was er, die haar 't
hart snellei deed kloppen, wiens nabijheid,
wiens vriendelijke woorden haar soms een
blos naar de wangen joeg.
Hij was een ernstig stil jongmensch,
enkele jaren jonger dan zij, met een man
lijk open gelaat en vriendelijke oogen.
Hij maakte haar geen enkel compliment,
zeide geen enkele flauwe vleierij, maar
Gertrude wist en zag, dat hij steeds haar
gezelschap zocht. Menigmaal ontmoetten
hunne blikken elkander plotseling, als toe
vallig, maar diep en innig.
Toen wist Gertrude ook, dat die man
nooit uit hare gedachten zou gaan zij
had hem lief!
Maar die man deed geen enkele schrede
nader, dan de beleefdheid toeliet. Steeds
voorkomend en welwillend, zaten zij zamen
uren lang te keuvelen. Of zij redetwistten
vroolijk öf hij boeide haar door zijn inte
ressante verhalen, want hij scheen bereisd
te zijn en veel kennis te hebben.
Gertrude voelde menigmaal zijn blik vol
liefde op haar gevestigd, dan raakte zij
verward, sloeg de oogen neer en voelde
het bloed naar hare wangen stijgen.
En plotseling zeide men haar dat hij
heenging, naar Indië.
Zij zag hem niet meer dan bij het af
scheid. Zijn oogen zagen met een smeekende
een bergverschuiving begonnen, die de
geheele stad dreigde te vernielen. Maar
sedert is het gevadr nog vergroot en
worden nog veel meer plaatsen bedreigd
met verwoesting door dezelfde oorzaak.
Deze oude Napelscbe provincie is zeer
bergachtig en in het voorjaar komen
rotssplijtingen daar niet zelden voor.
Dat het dit jaar erger is dan anders
zit mogelijk in verband met den strengen
winter in Italië.
Bij Montemurro is een aardmassa in
bewoging, die ongeveer een kilometer
breed en vijf kilometer lang is. Het
stadsdeel Carmine is bijna geheel ver
nield; 10 gemeenten zijn zwaar ge
troffen. In Stigliane zijn twaalf huizen
ingestort en vele onbewoonbaar wegens
het dreigende gevaar. In Pisticci zijn
elf huizen ingestort; 75 op last der
politie ontruimd. Te Lagonegro zijn
vijf personen omgekomen in ineenstor
tende huizen; te Castronuovo Sant
Andrea viel een boerderij 's nachts in
elkaar en begroef de boerin Pesce en
haar beide dochters waarvan er een
omkwam. In Tursi zijn vier lijken uit
vernielde huizen te voorschijn gehaald.
Gevaar loopen de dorpen Calverre, Oas-
telsaraceno, Francavilla, Sul Sinni, Roc-
canova, San Martino d'Agri en in de
omgeving van Potenza de gemeenten
Cancellara, Tito Tolve en Trivigno.
Dit zal wel voldoende zijn om den om
vang der reeds gebeurde rampen en
der nog dreigende gevaren eenigszins
te kunnen begrijpen.
Het ergste is, dat er geen krachten
genoeg aanwezig zijn om te redden en
te helpen. Meer dan 150,000 mannen,
de sterkste en jongste, zijn uit dit
arme gebied naar Amerika getrokken.
Achtergebleven zijn vrouwen, kinderen
en grijsaards. De ter hulp gezonden
karabiniers en soldaten kunnen weinig
doen bij zulke toestanden.
De aardverschuivingen hebben, niet
plotseling plaats, maar langzaam en
aanhoudend als lava.
Velen te St. Petersburg gelooven, dat
de huiszoeking in het Polytechnicum
door de politie was voorbereid en die
aanleiding tot haar optreden vond in
het werpen van een geheel onschadelijke
bom uit een naburig huis. Men denkt
dat de bommenwerper een handlanger
van de politie is. Onder de gearresteer
den is ook iemand, die aan vervolgens-
waanzin lijdt en zeker niet mee zal
doen aan bommenfabrikage.
Ofschoon de rustige wijze, waarop
de Doema haar taak heeft aanvaard,
en de bijna onnoozele manier, waarop
het Russische volk daarbij heeft toe
gekeken, het zeer onwaarschijnlijk ma
ken, schijnt het Hof te Petersburg toch
uitdrukking, oprecht en eerlijk in de hare,
terwijl hij hare hand in de zijne hield
gekneld, als wilde hij die nooit weer los
laten.
„Vergeet mij niet!" waren zijne laatste
woorden geweest en hij was heengegaan..
Sedert had zij nooit weer iets van hem
vernomen, nooit hem weergezien, maar
ook nooit had zij iemand over hem ge
sproken.
Kort daarop was die zware slag ge
vallen en in die dagen van rampzalige
smart en strijd had zij meer dan ooit om
hem gedacht en gehoopt, maar hij, dien
zij wachtte, kwam niet.
Enkele jaren zijn daarna voorbij gegaan;
jaren van de grootste ellende.
De heer Daalfeld overleefde zijn val niet
lang. De man, zoo gewend aan weelde en
gemakken, kon zich niet schikken in dit
eentonig, bekrompen leven. Hij was zoo
gewend aan de vrijheid, gewend om te be
velen, nu was hijzelf ondergeschikte,
moest zelf bevelen aanhooren, en uren,
dagen lang op de kantoorkruk zitten.
Nog enkele jaren sleepte hij zijn treurig
bestaan voort, toen begaven hem zijn
krachten en in de bitterste armoede liet
hij vrouw en kinderen achter de ge
schiedenis van zoovelen
De weduwe verliet de stad en vestigde
zich in een andere plaats. Niemand kende
hen daarniemand herkende daar de
vroeger zoo levenslustige rijke vrouw. Ver
geten, op een armzalig bovenhuis, in de
grootste afzondering, leefde zij daar, sedert
een jaar. Door strijken en naaien verdiende
zij nauwelijks voor zich en hare kinderen
het hoognoodige. Suzanne deed de kleine
huishouding en hielp met naaien. Gertrude
had, niet zonder moeite enkele lessen ge
kregen en hielp op die manier een weinig.
noch iets ernstigs te verwachten. Men
zou het althans opmaken uit een be
richt aan de „Frankf. Ztg.", dat de
spoorweg van Warschau tot Wirballen
door militairen streng bewaakt wordt.
Warschau-Wirballen is een stukje van
de hoofdverbinding tusschen Petersburg
en Duitschland, waarlangs eventueel de
tsaar zou kunnen vluchten.
In Sarskoje Selo staan de roode hu
zaren sedert Dinsdagmorgen geconsig
neerd. Een aantal onder stoom staande
treinen kunnen hen in een half uur
naar Petersburg brengen.
En een derde teeken van overspan
nen zenuwen is een bericht over een
staatsgreepDe monarchisten zouden
plan hebben, de hoogste staatsdienaren,
voorzoover Z6 niet meegaan met hun
reactionaire plannen, wilden gevangen
nemen en dan de dictatuur proclame
ren.
Sommige Russische bladen zoeken
reeds eenig verband tusschen 't vertrek
der keizerin-moeder naar Engeland en
de opening der Doema.
Het lijdt geen twijfel, of er is een
ernstig arbeidsgeschil in de Hamburg-
sche haven or> handen.
Amerika-lijn heeft hare werklieden
laten stemmen over de vraag, wie nacht
werk wilde doen. Als een man antwoord
den zij weigerend. Er heeft ook niemand
op de klaar liggende lijsten geteekend.
Wie op 11 dezer de gevraagde verkla-
ring niet heeft geteekend, zal ontslagen
1 gorden.
Aangezien de bootwerkers le Ham
burg, ondanks herhaalde aanmaning,
volharden in hun weigering om nacht
werk te verrichten, hebben de vereenig-
de patroons 1 eelofen van buiten af
werklieden aan te werven. Zij hebben er
al 2000 opgesnord. Er zullen dus heol
wat an de oude bootwerkers gedaan
krijgen.
De Matin meldt dat in het 41ste re
giment infanterie te Rennes 30 man
aan hersenvlies-ruggemerg-ontsteking
lijden, maar dat er nog geen een is ge-
storven.
Er is te Padang een anti-opiummiddel
beproefd, dat, naar de Sum. Bode wpet
mede te deelen, bij opiumschuivers zeer
grooten aftrek schijnt te vinden. Het
middel dat op de wijze van theeaftreksèl
met geleidelijk verminderende doses
i opium gebruikt wordt, moet zelfs op
aartsschuivers een zeer heilzame uit
werking hebben, zoodat zij reeds spoedig
een afschuw van het opium krijgen.
Naar men het genoemde blad verze
kert, zijn reeds meerdere personen te
Padang van hun opiumzucht genezen.
Een schip met genoeg kruit aan boord
Maar het strijk- en naaiwerk was de
laatste weken erg verminderd de nood
was weer hoog gestegen en ten einde raad,
wilde Suzanne zich opofferen voor haar
moed er s geluk.
Zij schreef op de huwelijks-advertentie
en met koortsachtig ongeduld wachtte zij
op eenig bericht.
Wel wist ze, dat de kans gering was,
want er zijn op dat punt vele liefhebsters;
en heimelijk hoopte ze nog, dat zij niet in
aanmerking mocht komen, want, hoezeer
zij ook verlangde hare moeder te hulp te
komen, de gedachte, zich door nood ge
dwongen voor haar geheele leven te ver
binden, kon haar soms pijn doen, meer dan
iemand vermoedde.
Waar het echter het geluk harer arme
moeder gold, wilde zij sterk zijn.
Twee weken nadat Suzanne haar brief
verzonden had, kwam er een zeer beleefde
uitnoodiging tot een samenkomst, in een
haar bijna onbekend stadje. De onderge-
teekende noemde zich: A. F. Mei n der te.
Met sierlijke letters was de brief geschre
ven.
't Was schemerdonker toen Suzanna dezen
brief ontving. Mevrouw Daalfeld was juist
de stad ingegaan, om de noodige ir.koopen
te doeyi van het maandelijksch salaris, dat
Gertru le met hare lessen verdiende.
Toen de bode aanschelde, haastte Suzanna
zich naar beneden.
Boven wachtte Gertrude in ademlooze
spanning.
„Nu, wat is er vroeg ze, hare zuster
reeds half op de trap tegemoet komende.
Oorspronkelijke roman.
Hoofdstuk H.
Hoofdstuk III.
(Wordt vervolgd.)