el Land van (lensden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard, Ook een Schoonmaak. Gedwaald. Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden. No. 2324. li o ens dag 17 April. FKUILLETON. 1907. UUD VAN ALTENI - VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke rege, meer 7 7» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. „Geen wanklank stoort de vree", zegt de dichter; maar wij loven nu eenmaal in een prozaïsche wereld, waar in weerklanken niet altoos te vermijden zijn. Als straks de Haag.-che Vredes conferentie bijeengekomen is, vermoeden wij dat daar ook nog wel eens iets van dien aard zal gevonden wordenmaar voorloopig kunnen we wel wat lager bij den weg blijven, liefst maar in eigen, zeer nauwe omgeving, waar 't thans niet altijd even gemakkelijk is, zijn goed humeur te bewaren. Immers, we waren heel blij met de eerste mooie lentedagen en begonnen al afscheid te nemen van wintergedachten en winter- kwalen, toen we eensklaps bemerkten dat weer iets anders ons te wachten stond. Tot na Paschen was het rustig; maar toen scheen er eensklaps een an dere geest in de menscheu gevaren te zijn; althans zeker in de eene helft, en welke die eene helft is, zullen we nu maar te raden geven. Plotseling ziet men vloerkleeden verdwijnen, gordijnen afgenomen, wordt alles onttakeld en verplaatst, alles door elkander gehaald, veel wat oud was opgeruimd, veel wat nieuw is er voor in de plaats genomen. Plotseling ziet men zich omringd van een heirleger van stukadoors, schilders, behangers en smeden, om van andere neringen en ambachten maar niet te spreken. Eensklaps schijnen uur en tijd, orde en regelmaat niet meer te bestaan, en wanneer we vol verbazing vragen wat dat alles nu eigenlijk te beteekenen heeft, dan krijgen we het doodnuchtere antwoord: „Och, 't is immers schoon maak!" Schoonmaak? Och kom; we waren altijd van meening dat dit eene zaak is, die het geheele jaar doorgaat. Maar, ingeval van reclame, weet men ons met groote handigheid te beduiden dat tus schen een kamer „doen" en een kamer „schoonmaken", een heel groot onder scheid bestaat; dat er bovendien nog een verschil bestaat tusschen „schoon maken" en „uithalen" on dat al die dingen eigenlijk meer bepaald be- hooren tot het gebied van die helft der menschheid, waarop we boven reeds de aandacht vestigden. En aangezien tegen deze logica niet te redeneeren valt, trekken we ons maar terug op ons gebied, dat wel is waar ook al geen veilige schuilplaats biedt, 12) Zwijgend zag zij hem een oogenblik in de donkere zielvolle oogen nu wist zij het, die mooie vrouw had hem bedro gen En een diep medelijden overviel haar: hare liefde voor hem behaalde de over hand op haar gekrenkten trots. Zonder naar meer te vragen, zeide ze zacht: „Ik vergeef je!" Hij wilde haar naar zich toetrekken, maar zij rukte zich met kracht los. Hij kon haar immers niet liefhebben? Slechts het dankbaar gevoel had voor een oogenblik de overhand in hem behaald; hij had schuld en de trotsche man zou immers niet rusten voor hij, door hare vergeving de stem van het kwaad geweten had onderdrukt. Suzanne had zich losgerukt en was heen gegaan zonder nog een enkelen blik en de fabrikant was alleen. „Dwaas die ik was!" mompelde hij, „ik weet, dat zij mij heeft vergeven, en dat zij toch die woorden nooit zal vergeten, 't Is immers alles maar comedie die blik uit die groote oogen o God, weer liet ik mij meeslepen! Met die kunsten trok zij mij ook aan: toen kon ik er geen weer stand aan bieden, maar nuik moet sterk zijnik moet Zijn bewogen gelaat nam allengs zijn kalme onverschillige uitdrukking weer aan. maar dat we dan ten minste zoo laDg mogelijk tegen den indringenden vijand willen verdedigen. Weet ge wat? Om ons zei ven wat afleiding te verschaffen, willen we ook maar eens een beekje gaan opruimen. Ziedaar een woord dat goed klinkt en datheelemaal niets met schoon maken uitstaande heefthm, hm Wat de mensch toch vindingrijk is! Ja, dat zien we ook wel bij het opruimen en sorteeren van dien stapel oude brieven. Wat spreken er niet een aantal van minder goede verstandhou dingen met hen, dien we eens onze vrienden noemden; van vergeten wel daden. Wat wordt er in een brief niet vaak iets gezegd, dat men later zoo gaarne zou willen herroepenMaar, de brief ib geschreven en verzonden en be rust in ons archief. Vrienden laat ons, nu in't algemeen gesproken, onze archieven nu en dan eens opruimen. Of dat nu een verza meling brieven of wat anders is, doet er minder toe, onze herinnering en ons hart behooren er ook onder. Wat. ont stemt of bitter stemt, wat ons zou kun nen beletten om te vergeven en te vergeten, laat ons datopruimen, wegdoen. Wij kennen menschen, die tijd en lust hebben om er een dagboek op na te houden en als zij zich kunnen zetten om dat dagboek van tijd tot tijd nog eens door te loopen, dan zullen ze zien dat er erg veel instaat, wat geschreven is onder den indruk van het oogenblik, misschien in toorn of opwinding of van ingenomenheid met zich zelf; dingen waarvoor men zich later half of heele maal schaamjdie in elk geval bleken overdreven of ot juist te zijn. Die bladen moeten er uit, en, waarde lezers, al doen we 't nu juist niet met pen en inkt, we houden er allen een dagboek op na in ons hoofd en door hetgeen daar in staat, laat ons hart zich regee- ren. Komt, laat ons ten minste eenmaal in 'tjaar den voddenkoopman eens laten komen en flink opruiming houden onder al die verkeerde en beschamende dingen, waarvan een mensch heusch geen ver zameling moet aanleggen Neen, willen we liefde en vrede, willen we waarheid en oprechtheid, dan moet ook hier tus- 8chenbeide eens term worden aangepakt. En dat we wel eens bang zijn om er aan te beginnen, nu ja, 't is te verkla ren. Zie eens, als we af en toe ook eens uithaalden en ook eens, in figuur lijken z:u gesproken, „oen kamer de l-m", Overweldigd door den storm in haar bin nenste. was Suzanne naar boven geloopen en voor het bedje van het kleine kind neer gezonken. De balcondeuren evenals de tus- schendeur stonden open. Stil en verheven blonk de maan aan het donkerblauw van den hemel en bestraalde de jonge vrouw, die voor het bedje van het rustig slapend kind lag geknield. Geen enkele traan ver lichtte haar gemoed en toch was het zoo vol. Voor een oogenblik verborg zij haar ge zicht in de handen, toen hief ze zich lang zaam op, kuste het kleine meisje en trad op het balcon, om in de kalmte van den nacht hare rust te herwinnen hoeveel wordt dikwijls geleden en gestreden voor twee menschenharten elkander begrijpen! Dagen, weken gingen voorbij. De zomer was gekomen „vol zonneglans en geur." Suzanne vertoefde nu veel in het park. Nonnie, nu bijna drie jaar, had zich innig aan haar gehecht. Het was aandoenlijk, zooals zij, stil op de bank bij den vijver gezeten, in gepeins verzonken, soms een klein handje voelde, dat haar wang streelde en een fijn stemmetje vroeg: „Maatje bedroefd?" En als het kind dan eens tranen in Su- zannes oogen zag, dan klom het op de bank naast haar en rustte niet voor het door kusjes en liefkoozingen een glimlach op Suzannes gelaat had getooverd. Dit was zeker een heerlijke troost voor Suzanne, en ze moest dat zichzelf bekennen, maar tochtoch voelde ze in zich een zekere leegte, die zelfs de teere liefdebe- wijzen van het kind niet vermochten te vullen. De verhouding tusschen haar en den dan zou 't zoo'n vaart niet loopen. We zouten echter wel eens eeD beetje op en dan is 't geen wonder als er aardig wat voor den dag komt, dat nu juist niet tot de aangenaamheden des levens behoort. Maar, er komt toch nog wel eens iets anders ook te voorschijn Toen we kinderen waren, wat was de schoon maak toen een heerlijk ding voor ons. Wat een genot, al die laden en laadjes en kastjes te zien uithalen en daaruit al die aardige dingen te voorschijn te zien komen, die we maar eens in 't jaar mochten zien Nu, groote menschen, weest groo'e kinderen, zouden wij zeggen, en zijt ook nog eens gelukkig bij die verbleekte fotografiën liefelijke herinneringen aan lang vervlogen dagenbij al die schier heilige voorwerpen, door liefde en vriend schap geschonken bij het eerste glaasje of kopje, waaruit we dronken, de oude pop die al zoovele jaren te slapen ligt en een nieuw meesteresje zoekt; bij vaders kruis van moed, beleid en trouw. Er zijn zoovele dingen, die goede en liefelijke gedachten in ons opwekken en daarom zeer zeker op ons eigen leven, onze eigene gemoedsstemming, ons ze delijk bewustzijn, gunstig werken. Laat ons voorzichtig zijn en d i e dingen niet breken of verwaarloozen maar ze netjes schoonmaken en weer opbergen, jaar in jaar uit. 't Zal een weldadige ge dachte zijn, dat we mogen hepen onze kinderen op dezelfde wyze te zien behan delen, te mogen verwachten dat zij die na ons komen, dankbaar en eer biedig en met weemoed in het hart zullen aanschouwen wat eenmaal het onze was. ituiteolaad. Te Bakoe staken 7000 arbeiders en matrozen. Op 70 werven staat het werk werk stil. Op de Kaspische Zee worden de koopvaardij stoomschepen door oor logsschepen begeleid. In verschillende districten van Duitsch Oost-Afrika, waar de inboorlingen ten gevolge van den opstand hun velden niet hebben kunnen bebouwen, heerscht hongersnood. De regeering neemt maat regelen, om de hongerlijdende distric ten van voedsel te voorzien. In de gevangenis te Riga is Zater dagochtend een bloedige botsing ge weest tusschen gevangenen die los wil den breken, en de militaire wacht. Een soldaat werd zwaar gewond, vier sol daten en de directeur werden licht ge wond. Van de gevangenen zijn er zeven fabrikant bleef nog altijd gedwongen; hoe dat kwam wist ze zelf niet. Soms, als ze des avonds onder een pijn lijk zwijgen bij elkander in de woonkamer zaten, zij met haar werk, hij met een courant of boek, kon er in Suzanne's hart plotseling een hevig verlangen naar hare moeder opkomen; het verlangen om deze deelgenoot te maken van haar verdriet. Maar dan dacht ze er aan, hoeveel leed cr reeds over dat hoofd was heengegaan en dat leed mocht zij niet verzwaren. Zij had haar lot vrijwillig op zich genomen, nu moest zij ook alles alleen dragen. Slechts een enkele maal was zijna haar huwelijk, in haar oud tehuis teruggekeerd. Ze sleet daar rustige, genoegelijke uren, maar het was haar opgevallen met welk een onverschilligheid Gertrude naar alles vroeg wat op den heer Meinderts betrek king had. „Waarom kom je me niet eens opzoe ken vroeg Suzanne haar op verwijten den toon, bij haar laatste bezoek. Maar Gertrude had, bijna bedroefd, het hoofd geschud en haar op hunne moeder gewezen. Waarlijk was mevrouw Daalfeld in dat enkele jaar merkbaar verouderd. Anders altijd opgeruimd, ondanks het geleden leed, kon ze nu dagen hebben van neerslagtig- heid. Ze klaagde en tobde en scheen zie kelijk te worden. Gertrude had een dokter geraadpleegd, maar deze had slechts schou derophalend gezegd: „de ouderdom". Met bezorgd hart was Suzanne van haar laatste bezoek teruggekeerd. 't Was een zoele namiddag in Juni. Langzaam trok de fabrikant de deur der villa achter zich dicht om zich naar de fabriek te begeven, toen een bode op hem afkwam en hem een telegram overreikte. doodgeschoten, twaalf zwaar gewond. Als de soldaten meer schietvoorraad bij zich gehad hadden, zouden er nog meer dooden zijn gevallen. De gevangenen hadden van biood een kogel gerold, kwansuis een bom, waarmede zij de soldaten bedreigden. De muiters zullen voor den krijgs raad gedaagd worden. Het nieuwsagentschap Associated Press hééft te New York een kort rap port gepubliceerd van den toestand op 20 verschillende plaatsen in de Chi- neesche provincies, welke door den hongersnood worden geteisterd. Uit de ingekomen berichten blijkt, dat de ramp nog voortdurend aan omvang toeneemt. De Chineesche regeering en het Chi- neesche volk hebben meer dan 4.000.000 dollar bijgedragen tot lemging van den noodterwijl uit het buitenland nog 500.000 dollar is ingekomen, waarin begrepen zijn de voorraden welke op het oogenblik van de Vereenigde Staten onderweg zijn naar Chineesche havens. De onderkoning te Sjanghai heeft aan den Amerikaanschen consul aldaar doen weten, dat de hulp, door de Vereenigde Staten verleend, alle anti-Amerikaan- sche gevoelens bij de Chineezen hebben doen verdwijnen. Doch de commissie tot hulpverleening, welke te Sjanghai zetelt maakt bekend, dat alle tot dus ver genomen maatregelen ter leeniging van den nood te eenemnale ontoerei kend zijn gebleken. Het aantal gebrek lijdenden is ruwweg geschat 10 milli- oen, van wie 3 millioen den honger dood nabij zijn. Zoo vreeselijk is de ellende, dat de hongerenden het te velde slaande gewas, dat volstrekt niet tot rijp heid is gekomen, eten, maar de honger is te nijpend, de slachtoffers kunnen niet wachten. Geheele gezinnen liggen, van honger gestorven, in hun hut; zelfs langs de wegen liggen de dooden onbegraven. Reeds zijn liongeropstoot- jes voorgekomen, en zelfs zijn geval len van kanibalisme geconstateerd. Ge middeld sterven dagelijks 5000 men schen van honger. Bijna ongelooflijk klinkt het, dat maar toch wordt 't gemeld graven zouden zijn opengebroken, met het doel, de dooden op te eten. Verder schijnen vele ouders hun kin deren tegen de andere te ruilende ontvangen kleinen worden dan opge geten. Om te redden wat nog te redden is, zou een som van minstens 10.000. OOü dollar noodig zijn. Maar in China zelf schijnt men dat bedrag niet te kunnen bijeenbrengen. Uit Milaan komt het ongunstige be richt van het uitbreken van hersen- vliesruggemergsontsteking in het dorp „Wilt u even teekenen, mijnheer?" Arthur verbleekte. Hij teekende het ont vangbewijs en nauwelijks was de bode heen gegaan of hij verbrak het omslag. Moeder benauwd gehad ernstig ziek kom spoedig. Gertrude. Nog bleeker werd de heer Meinderts. „Neen, neen, ziek is ze geweestze is reeds gestorvenDit telegram is alleen om haar voor te bereiden!" prevelde hij. Hij opende weer de huisdeur, trad regel recht op de deur der woonkamer toe en opende ze. Suzanne zat voor het hoog open gescho ven raam te naaien. Nonnie stond op de teenen voor haar en stak eenige rozen, die ze uit een vaas had gehaald, in het don kere haar van hare moeder. Suzanne had het hoofd diep gebogen en lachte. Met een ernstig gezichtje woelde het kind met de kleine handjes in het verwarde haar en trachtte de bloemen er in te steken, maar door de korte steeltjes vielen ze er telkens weer uit. Ongeduldig trappelde Nonnie eindelijk met de voetjes. ,,'t Gaat niet, maatje stoute bloempjes pruilde ze. Daar hief Suzanne onverwachts het hoofd op, zoodat alle bloemen op den grond vielen. Met een hartelijken lach trok ze het kind omhoog en nu viel haar blik op den heer Meinderts, die nog bij de deur stond. „Jij hier? Ik dacht, dat je al lang op de fabriek was!" zeide ze verwonderd, ter wijl ze het kleine meisje weer neerzette en het verwarde haar glad streek. Arthur Meinderts voelde zich pijnlijk aangedaan. Suzanne zag er zoo tevreden uit. Voor het eerst had hij een gullen har telijken lach van haar gehoord en nu moest hij haar die tijding brengen. Inarzo, bij Galarate. Het is het eerste optreden van de ziekte in Italië. Er zijn ongeveer twintig gevallen, meest kinderen. Dezer dagen heeft zich een jonge vrouw, die in de Peters- en Pauls-ves ting te Petersburg gevangen zat, zich zelf van kant gemaakt. Reuter seint nu nadere bijzonderheden, die het gebeurde als een aangrijpend drama voorstellen. Mevrouw Dorofiëf zoo heette zij heeft zich geworgd met haar eigen haar dat zij eerst om den hals had gewonden en vervolgens aan den poot van haar ledikant had vastgemaakt. Zij was een jonge getrouwde vrouw, nauwelijks 22 jaar oud, die verleden jaar in het voor jaar met haren man te Petersburg was komen wonen. De twee leefden er stil en eenvoudig en trokken er voor Oc tober 11. door niets de aandacht. Het paar verdween kort na een revolutio nairen aanslag uit le kamers, die het bewoonde, en toen de politie een huis zoeking kwam doen, waren de deuren op slot en moest zij met geweld bin nendringen. Enkele agenten bleven op de loer liggen. Een paar dagen daarna kwam de man thuis, werd gevangen genomen en eenige dagen later, in ge volge het vonnis van een veldkrijgsraad ter dood gebracht. De vrouw werd een dag na haren man gevat en in de Peters- en Pauls- vesting gezet. Men liet haar in het on wetende omtrent het lot van haren man, maar niet zoodra had zij zeker heid van zijne terechtstelling, of zij be sloot ook 66n eind haar leven te maken. Toen men haar lijk vond, was zij al een paar uren dood. In alle stilte heeft men haar 's nachts begraven. Raissoeli voelt zich, naar 't schijnt, niet erg „lekker" meerTi Marokko de „Correspondencia" van Madrid ontvangt althans uit Tanger bericht, dat hij zich thans te Aliassar ophoud, gereed om naar Spanje te vluchten. Een vaartuig zou hem op de ku9t van het Rif op nemen. Deze avontuurlijke escapade, waarin verscheidene Europeanen de hand hee- ten te hebben, zou 50.000 francs kos ten. Dat zal beduidende bewuste Euro peanen zullen den sleeds door Marokko kruisenden bandiet 50.000 francs heb ben gepresenteerd, met vriendelijk ver- soek, zijn affaire in 'n andere landstreek te willen voortzetten. Prins Lwof heeft een oproeping ge richt aan banken en handelshuizen in Rusland, om aan de hongerlijdende boeren hulp te verschaffen. De zemstwo organisatie onderhoudt op hetoogenblik 7000 open keukens, waaruit dagelijks Onwillekeurig drukte hij het noodlottige telegram aan zijn borst, maar daardoor juist viel Suzannes oog er op. „Een brief van thuis?" vroeg ze, verheugd op de enveloppe wijzende, terwijl ze haas tig op stond en hem tegemoet ging. ,,'t Is geen brief een telegram!" klonk het gesmoord van zijne lippen. Een doodelijk bleek vloog over Suzannes daareven nog zoo lachend gezicht. „Moeder!" fluisterde ze vol angst. „Je moeder is erg ziek, Suzanne Arthur kwam naar haar toe en legde zijn hand op haar schouder; maar zij weerde hem af. „Zeg 't mij maar, zij is Zij haperde. „Neen, neen, dat niet Suzanne o!zie maar Er lag een oneindige teederheid in zijne stem, maar Suzanne merkte dit in haar grooten angst niet. Zij rukte hem bijna het telegram uit de handen en hare oogen verslonden de weinige woorden. „Goddank!" Als een juichkreet ontsnapte het haar, maar de ontroering van het oogenblik was te veel voor haar geweest. Als ware ze doo delijk vermoeid, zonk ze op een stoel neer en sloot de oogen. „Arm kind! en nu nog meerfluisterde Arthur onhoorbaar, toen ging hij heen. „Maatje bedroefd; maatje bedroefd?" klonk opeens een medelijdende kinderstem en een zacht wangetje legde zich tegen de hare. Nonnie had een voetkussen gehaald, en, daarop staande, bereikte het blonde krulkopje juist Suzannes hoofd. „Maatje bedroefd?" klonk het nog eens. Onstuimig trok Suzanne het kind naar zich toe. (Wordt vervolgd.) Oorspronkelijke roman. Hoofdstuk XIII.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1