el Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Gechvaald.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2033. Zaterdag IS JfleL
1907.
Het ontwerp tot vereen
voudiging van de proce
dure voor de Kanton
gerechten.
FEUILLETON.
UhiD VAN ALTEN/
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijs verbooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
De vereenvoudiging van de proce
dure heett vooral betrekking op be
paalde personen en bedrijven, die nogal
eens vaak met den rechter in aanmer
king komen.
In de eerste plaats het bedrijf van
strooper; voorzeker geen zeer edel be
drijf, maar dat toch nogal vlijtig be
oefend wordt. Een strooper is een man
die zich zonder recht het wild toeeigent
dat zich op den grond van een ander
bevindt en van de opbrengst van dit
beroep geheel of gedeeltelijk leeft. Hij
lacht wat om de wet, maar kan niet
steeds voorkomen om op heeterdaad
betrapt te worden. Dan volgt natuur
lijk een proc s-verbaal en later dag
vaarding voor den kantonrechter, waar
de beklaagde, op zijn manier goed rechts
kundige, zich niets hoegenaamd van
aantrekt. Na veroordeeling volgt nog
eens een verzetprocedure en een nieuw
vonnisdoch er verloopen maanden
alvorens de boete betaald wordt of de
veroordeelde eventjes in hechtenis gaat;
terwijl het zaakje, anders gezegd het
stroopersbedrijt, in al die maanden rus
tig en kalm is voortgezet.
Dat is nu wel heel gezellig en voor-
deeligmaar dit neemt niet weg dat
de strooper eigenlijk een beetje door
de wet begunstigd wordt en de schrik
der rechterlijke ambtenaren is, die nooit
met hem klaar komen.
't Zijn vooral deze edele jagers,
die getroffen worden door de bepaling
van het ontwerp dat, wanneer de kan
tonrechter bij zijn vonnis voortaan boete
oplegt, hij tevens bepaalt wanneer
die boete betaald moet zijn, en langer
dan één maand mag die termijn niet
duren.
De aardigheid raakt er dus wel een
beetje afvooral ook door de bepaling
dat, wanneer de gedaagde bij de eerste
behandeling zijner zaak niet verschijnt
en de kantonrechter hem tot hechtenis
veroordeelt, de veroordeelde daarvan
binnen een week kennis krijgt en dan
na verloop van een week onmiddelijk
kan worden aangehouden.
Eén gaatje blijft dan nog voor den
stumper open. Hij kan, als in zijn af
wezigheid veroordeeld, bij zijn aanhou
ding nog tegen het vonnis in verzet
20)
Suzanne zag glimlachend in Franks op
gewonden gezicht. Hij was, met dien gloed
in de oogen, knapper dan ooit, maar zijn
kinderlijk smeeken was grappig als men
dien breedgeschouderden man aanzag.
„Ja, ik zal het doen, Frank, die dag van
gisteren zal je, om verschillende redenen
nog lang heugen, denk ik evenals mij
liet ze er zacht op volgen. „Gelukkig zijn
we er zonder groote ongelukken afgekomen."
„Groote ongelukken niet, maar ik vrees,
dat Meina ziek zal worden," antwoordde
Frank. „Haar teer gestel is niet zoo tegen
kou, angst en regen bestand als het uwe.
Van Truida hoorde ik daareven, dat ze van
nacht err onrustig geweest is en
„Maar Frank, waarom me dat niet eerder
gezegd Kom, ik ga eens gauw zien of
Suzanne stond reeds op maar Frank hield
haar tegen.
„Neen; toe Suze, zeg eerst wat je plan is
omtrent Gertrude en mijMeina moet rust
hebbenje kunt op 't oogenblik toch niets
voor haar doen!"
„Nu dan," antwoordde Suzanne glim
lachend, „ik zal je even zeggen, wat ik
wilde doen, maar dan ga ik ook dadelijk
heen."
„Ik luister al."
„Ik zal," hernam Suzanne, „ik zal een
briefje aan Truce schrijven en haar daarin
vragen of ze voor eenige dagen komt lo
komen, maar die verzetprocedure begint
maar liefst d a d e 1 ij k en al blijft
seigneur dan weer weg, dan is verder
alle hooge" beroep afgesneden en het
vonnis dadelijk uitvoerbaar.
Zoo ziet men, dat het hebben van
een in de praktijk doorkneed man, zoo
als onze tegenwoordige minister van
justitie is, toch wel eenige waarde heeft
al wordt het er ontegenzeggelijk ophot
verbodeu jachtterrein minder gezellig
door en waarschijnlijk ook wat minder
voordeelig.
Wanneer wij al het moois, liever
gezegd al het leelijke en onpractieche
dat onze wetsinstelliugen nog ontsiert,
gaan opruimen, zal er blijken meer te
doen te zijn dan men oppervlakkig zou
denken. Zoo hebben wij b. v. de be
paliDg dat eene verschijning ter zitting
van den rechter voorkomen kan wor
den, wanneer er sprake is van eene
overtreding, waarop geen hechtenis,
maar alleen geldboete is gesteld. Men
betaalt dan de hoogste boete en is van
't zaakje af, als men niet bepaald ge
brek aan dubbeltjes heeft en liever niet
voor de heeren verschijnt.
Zoo men wil is hier van eenige be
voorrechting sprakemaar dat is toch
maar betrekkelijk, omdat men niet zoo
heel licht de hoogste boete zal betalen,
als men kans heeft er-met een kleinig
heid af te komen.
Hoe dit zij, de regeering is van
meening dat er ook nog wel anderen
zijn, die dan eenige bevoorrechting ver
dienen, waar zij overtredingen plegen
in hun bedrijf, en daarom wordt voor
gesteld om bij alle overtredingen, die
voor den kantonrechter moeten komen,
het recht tot strafvervolging te laten
vervallen, door vrijwillige betaling van
boete, onverschillig dus, of er al of niet
hechtenis bedreigd is.
Dit wordt dan zóó geregeld, dat de
ambtenaar van het openbaar ministerie
eene som bepaalt, door betaling waar
van men niet voor den rechter behoeft
te komen, en die som behoeft dan nu
juist niet het maximum te wezen, maar
deze kan zich daar tegen verzetten.
Feitelijk zal het dus wel daarop neer
komen, dat de kantonrechter en de
ambtenaar overleg plegen omtrent de
hoegrootheid der boete.
De weg om op die wijze eene zaak
te beëindigen staat niet open aan per
sonen onder de 18 jaar.
Heerlijk zal bet ook wezen wanneer
het lezen van zeer langdradige vonnis
sen tot de geschiedenis gaat behoor en.
geeren, omdat mijn man op reis is en ik
nu zoo alleen ben. Zij zal dan natuurlijk
wel komen en je moet een plotselinge ont
moeting met elkander hebben. Die ontmoe
ting zal alles beslissen. Als Truce een oogen
blik hier is geweest, wil ik haar het park
laten zien.
Je wacht ons hier op de bank, en ik
voer Trude hierheen. Ik zal wel een voor
wendsel trachten te vinden om mij te ver
wijderen en, voor de rest moet je het
zelf maar met haar uitmakeneindigde
ze plagend.
„O Suze; hoe dankbaar ben ik je. Ja, ja,
zoo moet het gebeurenriep Frank opge
wonden en verrukt uit.
Suzanne hield van Frank als van een
broeder. Zij voelde veel sympathie voor hem,
maar Arthur was haar oneindig dierbaar
der.
Zij was daarom oprecht verblijd, toen ze
zag, hoe gelukkig Frank was door haar
medewerken aan zijn geluk.
En Frank stond voor haar. Zijn gelaat
was schoon, bezield als het nu was door
die diepe, innerlijke ontroering van dank
baarheid en geluk. Hij vergat zich geheel.
„Suzanne," zeide hij met trillende stem,
„laat ik je dan reeds danken als je broeder."
Hij boog zich langzaam tot haar over
en wilde, in zijn overgroot geluk, haar een
kus geven, maar Suzanne weerde hem af
en riep lachend:
„Neen, neen, zóóver is het nog niet!"
„Neen! zoover is 't nog niet!" herhaalde
een honende stem achter hen.
Frank sprong, doodelijk verschrikt door
die vreeselijke stem, achteruit. En Suzanne
zóó ontroerd, kon geen woord over hare
lippen krijgen, maar wit, met groote sta
rende oogen zag ze naar den fabrikant, die,
als een geestverschij ning, vanachter het ge-
Ook daartoe is in het ontwerp de weg
gebaand.
Wanneer de wetgever nu nog eens
kon goedvinden om het noodelooze eD
nuttelooze, ja gevaarlijke eedzweren,
door de verbaliseerende agenten en veld
wachters, desnoods tien, twintig of der
tig maal achtereen, op de zitting van
't kantongerecht af te schaffen, dan
zouden we ook in dit opzicht één been
op den goeden weg hebben gezet. Maar
de men8chen moeten zweren, daar is
nu eenmaal niets aan te doen.
En dan moest de wetgever ten slotte
nog eens wat anders doen en breken
met het stelsel van twee kwartjes mini
mum voor de geldboete. Vroeger had
den we een minimum on een maximum
tegenwoordig alleen maar een maximum,
met een algemeen minimum van
50 cents. Nu is het wel heel aardig als
men soms aardig wat reisgeld uitgeeft,
met en benevens het noodige voor een
hartsterking, om er dan ten slotte met
die twee kwartjes af te komen maar
die kwartjes zijn niets ander dan een
premie op wetsovertre ling. Och, men
kan 't wel eens probeeren, en als men
't minimum krijgt, dan kan de over
treding nog wel eens erg voordeelig
zijn ook.
Maar in den haak is het niet.
Als minister van Raalte gelegenheid
kan vinden om den geheelen Augius-
stal eens te reinigen, dan wenschen wij
hem een lang leven toe.
llmitei^an «1.
een anderen adellijken naam, dong hij
naar de hand of liever naar het ver
mogen van de meest gefortuneerde toe
komstige echtgenooten. Zoodra hij zijn
aanstaande zoover gebracht had, wist hij
van zijn slachtoffers een flinke som los
te krijgen voor de een of andere onder
neming en verdween natuurlijk.
Zoo had hij al 5U dames opgelicht
die meerendeels er niet voor durfden
uitkomen. In werkelijkheid heet de man
Joseph Florin, is een Belg van geboorte
en decoratieschilder van beroep. Ter
loops zij nog gemeld, dat hij in Frankrijk
reeds 7 maal veroordeeld werd, maar
steeds wist te ontsnappen. Deze zooge
naamde edelman werd ingerekend in
een klein logement, waar hij zich ver
borg onder den eenvoudigen naam van
1 lenobili, en van waaruit hij weer op
't pad was om een nieuw huwelijk te
sluiten.
In het noord-westen van de Vereenig-
de Staten is het opnieuw beginnen te
sneeuwen en te vriezen.
Naar d8 correspondent te Teheran
van de New York Herald mededeelt
heerscht in de Perzische hoofdstad
broodgebrek er komen telkens honger-
opstootjes voor, waarbij bakkerswinkels
geplunderd worden.
Woensdag zijn een groote menigte
Perzische vrouwen het parlement te
Teheran binnengedrongen, waar zij
groote herrie maakten. De voorzitter
liet ze door de politie verjagen.
Te Brussel is men tot de ontdekking
gekomen dat een beambte der gas
maatschappij van Rio Janeiro een groot
aantal 6 pets obligatiën dier maatschap
pij na aflossing weer in het verkeer
heeft gebracht, na het vernietigings-
stempel langs chemischen weg te heb
ben verwijderd. De meeste dier waar-
delooze obligatiën, tot een bedrag van
500,000 franks, zijn in beslag genomen,
terwijl de dader is gearresteerd.
De geheime politie te Parijs heeft
eindelijk de hand kunnen leggen op
een avonturier, dien zij jaren lang op
het spoor was, maar niet kon vinden.
Dit heerschap pleegde oplichting door
het sluiten van huwelijken.
Oud 35 jaar, „mooie jongen" van
uiterlijk, altijd keurig gekleed, wist hij
onder de prachtigste namen weduwen
en oude „jonge dames" te verleiden
om een huwelijk aan te gaan. Dan weer
onder naam van graaf de Liener, de
markies de Riger, de baron Renier of
De Etna wierp Woensdag een dikke
wolk van rook en asch op.
De vulkaan Stromboli ontwikkelt
weder een buitengewone werkzaamheid.
Eergisterenochtend wierp hij een massa
steenen en rook uit, waarmee een sterk
onderaardsch gerommel gepaard ging.
Het Hbld. van Antweipen schrijft:
Verleden week is te Haaltert, bij
Oudenaarde, in de wijk „Bril" eene
pachthoeve door brand vernield met
drie andere huizen. Niets kon gered
worden, Zondagnacht zijn weer twee
I huizen afgebrand, ditmaal in de wijk
„Katje". Maandagnacht is er brand
ontstaan in eene woning op den „Bril".
Het huis en drie aanpalende gebou
wen werden vernield. Toen een der
blusschers naar huis keerde, vond hij
zijn eigene woning in volle vlam staan.
Denzelfden nacht zijn de stallen van
Van Frachem, brouwer aan het station
in de wijk, „Terjoden" afgebrand. Ook
i is dienzelfden nacht de woning van
Prosper Schuurlinck afgebrand. Ieder
een is ten zeerste ongerust. Niemand
durft te gaan slapen.
Het lijdt geen twijfel dat er hier
boomte te voorschijn trad.
Ja! daar stond de fabrikant voor hen,
maar niemand zou in dien man den som
beren in zich-zelf gekeerden Arthur Mein-
derts herkend hebben.
Zijn gelaat was aschgrauw, de aderen
op zijn voorhoofd tot berstens toe gezwol
len, de vuisten gebald, men hoorde het
knarsen zijner tanden en in de mooie
donkere oogen meende Suzanne een vonk
van waanzin te zien gloeien.
„Neen zoover is het nog niet!" herhaalde
hij nog eens hoonend, bijna woest.
Hij liep op Frank toe, greep hem bij
de schouders en wilde hem tegen den grond
slingeren. Hij was zichzelf niet meer.
Maar Frank was niet minder sterk dan
zijn tegenstander. Met kracht wrong hij
zich los uit de handen ran den fabrikant,
die hem als in een ijzeren greep gesloten
hield.
„Weet wat je doet, Arthur; beleedig me
niet!" riep Frank toornig toen hij zich
bevrijd had en de twee mannen van aan
gezicht tot aangezicht stonden.
„Beleedig me niet!" herhaalde de fabri
kant weer op dien vreeselijken toon en
met een ruwen lach wilde hij zich weer
op Frank werpen.
„Arthur" klonk het plotseling trillend,
met oneindige teederheid en weemoed en
een zachte hand legde zich op den reeds
opgeheven arm.
Als verlamd viel die arm neer; Arthur
keerde zich om en zag in Suzannes zacht,
lijdend gelaat. Op eenmaal verdween de
woeste, toornige uitdrukking uit zijne
oogen en maakte plaats voor diep ontzet
tend zieleleed maar hij was weer kalm
en zichzelf meester.
„Ga!" zeide hij op norschen toon tot
Frank.
„Ja, ik zal gaan", antwoordde deze, „maar
ik bezweer je, ze is onschuldig!"
Suzanne en Arthur bleven alleen. Eenigs-
zins ruw trok hij haar naast zich op de
bank en hard en spottend begon hij
„En nu, mevrouw hij legde de klem
toon op dat „mevrouw" kunt u zich
nog verontschuldigen. Wilt u mij vertellen
hoe ik u in zulk een teeder onderhoud
vond met mijn geliefden braven neef?"
en toen, op hartstochtelijken toon, liet hij
er op volgen „Vrij laat ik je nietnooit,
hoor je
Suzanne zag hem kalm aan. Niets ver
ried de diepe smart, die in haar woelde;
met onbeschrijfelijke droefheid in hare
stem zeide ze:
„Arthur, geloof je dan, dat ik je ooit
kon bedriegen?"
Was de fabrikant niet zoo opgewonden
geweest, hij had uit Suzannes woorden
kunnen opmaken, hoezeer zij hem liefhad,
maar hij was blind op dat oogenblik, blind
van hartstocht en verdriet.
„Geïooven? gelooven? O God, ja, ik ge
loof het", en de hand naar zijn voorhoofd
brengende: „toen kon ik het eerst niet
gelooven, die eerste maal ik vertrouwde,
maar nunu
Opeens zag hij Suzanne aan of hij nu
eerst hare aanwezigheid bemerkte, en hij
scheen nog bleeker te worden.
„Nogmaals vraag ik u dat lieflijk sa
menzijn met mijn' neef te verklaren ik
wacht!" zeide hij op stuggen toon.
En Suzanne vertelde eenvoudig alles,
zooals het zich had toegedragen.
„Is dat werkelijk waar?" vroeg hij, toen
zij geëindigd had en hij boog zich voor
over om beter in haar gelaat te zien.
kwaadwilligheid in 't spel is.
Volgens een bericht uit Pretoria heb
ben de meeste mijnwerkers aan de Rand-
mijnen het werk gestaakt.
De vrijwilligers te Pretoria hebben
order gekregen zich gereed te houden
om op het eerste bevel te mobiliseeren.
Generaal Smuts, de minister van mijn
bouw heeft in een gesprek met een
agent van Reuter, medegedeeld, dat er
geen reden voor ongerustheid isde
regeering had besloten de orde gedu
rende de staking te handhaven.
De Köln. Ztg. heeft een brief uit
het Zuiden van Kameroen ontvangen,
waarin de schrijver afgrijselijke bijzon
derheden mededeelt over het kanni
balisme van den stam der Maka's. Deze
wilden wonen tusschen den tweeden
en zesden breedtegraad en hebben de
gewoonte, om niet alleen hunne krijgs
gevangenen, maar ook de ter dood
veroordeelde üiisdadigers op te eten.
De schrijver wist dat menschen van
dien stam ongeveer 100 zwarte kooplui
en dragers hadden omgebracht en op
gegeten. Op de openbare markten wordt
onder andere voedingsmiddelen men-
schenvleesch te koop aangeboden. Op
het minste misdrijf staat onder de Maka's
de doodstraf, opdat er altijd menschen-
vleesch te krijgen zal zijn. In een ge
vecht tusschen het opperhoofd Bitarii
en veertig mannen uit Oöende sneu
velden 13 van de laatsten, die dadelijk
voor een groot overwinningsmaal in
stukken gesneden werden.
Volgens de New-York Herald heeft
YVellman, de Amerikaan, die van Spits
bergen per luchtschip naar de Noord
pool wil, eergisteren gezegd, dat nu
alles voor den tocht zoo goed als klaar
is. Mijn 29 honden, zeide hij o. a., zijn
gezond en wel te Archangel aangekomen.
Elke hond is door een kenner uitge
zocht en 1C00 K.M. ver, van Siberië's
Poolkusten gehaald. De Fridtjof, mijn
stoomschip, zal den 27en dezer aan
ons afgeleverd worden, zoodat wij nog
voor het einde der maand naar Spits
bergen kunnen vertrekken.
In een Londensch hotel is een ju
welier voor f20,000 aan kostbaarheden
ontstolen. Hij was daar op uitnoodi-
ging van een onbekende met zijn schat
ten gekomen, meenende goede zaken
te zullen doen met de eigenaar van
't hotel, bij wien de onbekende hem
bracht. De onbekende liet na eenigen
tijd de twee anderen alleen; de eige
naar van 't hotel vroeg of hij de sie
raden even aan zijne vrouw mocht laten
zien, en verdween er voor goed mee.
Het was natuurlijk de eigenaar van 't
hotel niet.
„Ja
Toen stond Arthur op.
„Welnu", hernam hij „we zullen uwe
woorden met daden bevestigen. Zoo u wilt,
dat ik u geloof, schrijf dan dadelijk, onder
mijne oigen, het briefje aan uwe zuster,
of zij komt, juist zooals u van plan waart.
Ik zal zelf den brief op de post doen en,
als uwe zuster dan morgenavond komt,
zal gebeuren wat ge afgesproken hebt met
mijn neef!"
Zwijgend nam hij nu papier en potlood
uit zijn zakboekje en zonder aarzeling
schreef Suzanne.
Toen zij klaar was, las de heer Mein-
derts het briefje, stak het in zijn borstzak
en, met de woorden: „De dag van mor
gen zal beslissen!" op zijn gewonen onver
schilligen toon uitgesproken, wendde hij
zich van haar af en verdween langzaam
achter het geboomte.
Suzanne bleef alleen. De zon was reeds
geheel op en had de bloemen wakker ge
kust. Er begon langzamerhand meer leven
in de natuur te komen.
Er kwamen reeds fabrieksarbeiders voor
bij. Met verbazing zagen zij de jonge me
vrouw daar zitten. Maar zij gingen eer
biedig huns weegs, 't Kwam niet bij hen
op, dat die bleeke vrouw, omgeven door
weelde, daar kon zitten met wanhoop in
't hart.
„Mijn God! hoe zwaar is die beschuldi
ging!" dacht ze en twee groote tranen
vloeiden opeens over hare wangen.
Daar kwam Frank. Hij wilde naar haar
toesnellen, maar Suzanne, die, toen Frank
haar bij haren naam riep, haar gelaat ver
schrikt naar hem toewendde, wees afwerend
met de hand.
Oorspronkelijke roman.
Hooedstuk XXII.
(Wordt vervolgd.)