Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bornmelerwaard.
NAAR DE ZUIDPOOL!
Monsieur PALJAS
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2040. TJ oensdag 12 Juni.
FEUILLETON.
UW9 VAN ALIENS
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1907.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7X/S ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Steeds sterker wordt die kreet van
ontdekkingsreizigers en geleerden.
Naar de Zuidpool!
Geen doodende koude, geen barre
eenzaamheid zijn ten slotte in staat om
het sterke verlangen van den mensch
naar wetenschap en kennis te breide
len. De Zuidpool is nog altijd onbe
kend gebied; materiëele welvaart zal
men aan geen der beide aarduiteinden
vinden, en toch dwingt de rustelooze
energie ons telkens weer naar de on
bekende streken, waar alle leven schijnt
opgehouden, waar de natuur zich van
haar meest ongenaakbare zijde vertoont.
En zoo was het altijd!
Het eeuwig-menschelyke ontmoeten
we hier.
Toen het eerste houtvlot was saam-
gesteld, de eerste boomstam tot kano
uitgehold was, van dat oogenblik af
begon net dringen van de aardbewoners
naar het onbekende. Men wilde weten
wat verborgen lag in het nevelig ver
schiet, op den hoogen bergtop, aan de
overzijde van het groote water, en geen
poelen of moerassen, geen gletschers
of afgronden, geen stormen of zonne
brand hebben beletselen gevormd. De
bodem der zee en het blauwe ether,
alles willen we onderzoeken. We wil
len wetenten koste van alles, ten koste
van onze rust, en ons geluk, ten koste
van ons leven desnoods!
Dezer dagen hebben we gezeten,
stil en aandachtig als kinderen die men
een sprookje vertelt, onder het ge
hoor van een dier apostelen der weten-
pchap, den ontdekkingsreiziger Henryk
Arctowski, die in deze dagen verschil
lende landen rondreist om overal pro
selieten te maken voor zijn Znidpool-
onderzoek.
Arctowski is een geleerde. Want dit
is het type der tegenwoordige ontdek
kingsreizigers.
In vroeger dagen ik denk aan
het roemvolle aandeel dat Nederland
eens gehad heeft in het Noordpoolon-
derzoek in vroeger dagen ging dat
zooveel eenvoudiger. De wetenschap
kwam toen eerst in de tweede plaats,
de handel en de scheepvaart gingen
vóór. En de tocht van Heemskerk en
Barentsz had dan ook naar men
weet geen ander doel dan het zoe
ken naar de Noord-Oostelijke doorvaart
door de Poolzee naar Indië. In hoe
verre de wetenschap daarmede gebaat
II. Th. C IIAI»I»I I*.
2)
Simson, de jeugdige athleet, „het achtste
wereldwonder", zooals het affiche verkon
digde, stond er met een paar behuilde
oogen en met de handen op den rug naast.
Blijkbaar verkeerde de artiest nog ge
heel onder den indruk eener even te voren
ontvangen kastijding, door hoogstdeszelfs
mama, de Signora, eigen- en hard
handig op zeker lichaamsdeel toegepast.
Wat behoefde hij ook van de melk te
snoepen
Een meisje van een jaar of achttien met
vermoeide gelaatstrekken en een onbe-
schaamden, uitdagenden blik in het don
kere oog, mademoiselle Blanche, een dame
met een velletje zoo bruin als een Javaan,
de danseres van 't gezelschap en de Co-
lombine in de nastukjes, lag lui en vadsig
op de bank, en speelde met de ooren van
een zwarten poedel, die deftig op zij n ach
terste naast haar zat en die, getuige zijn
lodderige, half dicht geknepen oogen en
kwispelenden staart, dit spelletje heel
prettig scheen te vinden.
De „gemalin" van monsieur Lazi, een
dikke, stevige tante met een vuurrood ge
zicht, een mondje als een schuurdeur en
niet altijd volkomen vrij van sterken drank,
lag nog achter een deurtje in het achterste
gedeelte van den wagen, het heilige der
heilige, de slaapkamer van den directeur,
en verried door een liefelyk, zacht snor-
kon zijn, interesseerde slechts weinigen.
Ik schrijf dit niet met kleinach-
ting. Diepen eerbied moet men hebben
voor de reuzen van karakter, welke in
dien tijd, met de geringe hulpmiddelen,
op hun kleine zwakke scheepjes, zon
der de hulp der moderne techniek, den
witten dood durfden trotseeren. Maar
nu spreekt de wetenschap het hoogste
woord.
En Arctowski is daar de levende
illustratie van.
Stel u niet voor een groote stoere
kerel, een man met 'n basalten corpus,
die desnoods een paar Poolsche winter
nachten achtereen kan trotseeren. Neen,
Arctowski is een slanke haast schreef
ik teere man. Z'n magere figuur is
even gebogen, hoewel hij, naar zijn
jaren, nog in de kracht van zijn leven
moet zijn. De magere hals draagt een
donkerlokkig hoofd, met bleeke ietwat
vermoeide trekken. Voor de kleine oogen
glinsteren brilleglazen.
't Is een noeste geleerde, zoo een
die dag aan dag, tot diep in den nacht,
in zijn studeercel, bij een kleine lamp,
over boeken en manuscripten gebogen
zit.
En toch is hij door zijn onbuigzame
wil, ook naar het lichaam, een held!
Hij heeft in 1897 de Belgische Zuid-
pool-expeditie, onder leiding van de
Gerlache, aan boord van de „Belgica"
meegemaakt. Hij heeft mee geleden en
gestreden in dien inktzwarten, onein-
digen Poolnacht, toen zijn schip in het
onafzienbare ijs vastgevroren zat, en
hij heeft zich den tragen tijd gedood
door een droom te droomen van nog
meer wetenschap.
Misschien is het niet algemeen be
kend, want, laat het mij eens eigen
aardig uitdrukken, de Zuidpool is niet
zoo populair als de Noordpool, dat ook
naar dit gedeelte van de aarde al vele
ontdekkingstochten zijn gedaan.
Men denke slechts aan Magelhaen,
den ontdekker van den naar hem ge
noemde straat en vau Vuurland, en
aan onzen landgenoot Tasman.
De werkelijke ontdekkingen werden
echter eerst in het laatst der 18e eeuw
begonnen door den Engelschman Cook,
die zich met zijn notedopjes tweemaal
in het verre Zuiden waagde en Zuid
Georgië ontdekte. Hij begrensde daar
mede het ongerepte gebied en vestigde
de overtuiging dat er in tegenstelling
met hetgeen toen werd aangenomen
geen reusachtig werelddeel aan de Zuid
pool bestond hoogstens een wereld
ken, dat het voor haar om zeven uur in
den morgen nog geen dag was.
De indruk, welke men in die kleine,
benauwde ruimte met zijn vervelooze ban
ken, die tevens als kist dienst deden, met
zijn kleine, groene raampjes en zijn on-
zindelijken vloer ontving, was die van
armoede en verval. Het geheel stemde tot
treurigheid.
In dit opzicht was het inwendige van
den kermiswagen op dien Novembermor
gen geheel in overeenstemming met 't geen
de natuur te aanschouwen gaf.
't Was mistig en koud. 't Was een m >r-
gen met nevel en druipende boomtakken,
een morgen in één woord, die een water
achtig zonnetje van tijd tot tijd te vergeefs
een poging deed een weinig op te helderen.
Nu en dan liet een enkel nog overge
bleven, geel geworden blad van een der
canedaas langs den weg, een blad, dat
zeker met den tijd in de war was geraakt,
los van den tak, waaraan het den gan-
schen zomer zoo fleurig had geprijkt. Tol
lend en drariend kwam het naar beneden,
zweefde nog even met zenuwachtige ruk
jes, als had het een afschuw vandenmod-
derigen weg, boven de steenen en zonk ten
slotte stervensmoede neder om te worden
vertreden. Een vlucht hongerige roeken
streek krij schend en klapwiekend neder op
een weiland, dat al zijn sappig, heerlijk
groen reeds in een dof geelgrauw had zien
verkeeren.
Natuur schonk in één woord een beeld
van den zomer, die al zijn kleurentooi
heeft zien verdwijnen, terwijl de winter
met zijn diamantenpracht nog niet ten
tooneele is verschenen.
Doch wat lette de man naast het paard
op die naargeestige, die treurige omgeving
Met de oogen naar den grond stapte
van eilanden in een uitgestrekte ijszee. j
Yan 18201830 waren het vooral
Amenkaan8che en Russische walvisch-
vaarders en robbenjagers die de Zuid
poolstreken bezochten. In dien tijd werd
de petroleum nog niet in het groot
geëxploiteerd, en was er een groote
vraag naar olie en traan.
Het derde tijdperk, van 18401848,
was zeer merkwaardig uit wetenschap
pelijk oogpunt. De Engelschman Ross
ontdekte toen het Victoria-land, dat zich
ten Zuiden van Nieuw-Zeeland uitstrekt
van 70 tot 80o Z. B. Een open zee,
de Ross-zee genoemd, geeft toegang tot
deze hooge breedte. In het Zuiden wordt
zij afgesloten door een hoogen ijswal,
in welks nabijheid zich twee machtige
vulkanen verheffen, de Erebus en de
Terror genaamd, naar de beide schepen
van den stouten pionier, 't Is of de
natuur hier opzettelijk een barrière van
verschrikking, met twee reusachtige
wachten, heeft opgeworpen, om bevei
ligd te zijn tegen den nieuwsgierigen
mensch.
Een halve eeuw is daarna de Zuid
pool aan zichzelve overgelaten. Het
noorden vroeg de algemeene aandacht,
(in het bijzonder de expeditie van Frank
lin), maar met het jaar 1895 ving eene
nieuwe periode van onderzoek aan.
En nu beleefde de wetenschap haar
hoogste triomfen. Had men zich vroeger
tevreden gesteld met schier uitsluitend
kartographische ontdekkingen, voortaan
zou het onderzoek veelzijdig en inten
siever zijn. De „Belgica" had een geheel
weten&chappelijken staf aan boord, ge
reed om gegevens te verzamelen op het
gebied van hydrographie, geologie, na
tuurkunde, meteorologie ei oceanogra-
phie. Yan kaap Hoorn ging men in
zuidelijke richting, kruiste eenige maan
den langs de westkust van Graham-land
en Alexander I-land, en bleef in Maart
1898 in het pakijs bekneld zitten.
Aan de Gerlache en de zynen komt de
eer toe voor de eerste maal iu het Zuid
poolgebied te hebben overwinterd.
Yan hetgeen hij en de anderen daar
doorstaan hebben, vertelde Arctowski
niets. Nu en dan slechts lichtte hij even
een tipje op van den sluier der beschei
denheid, maar over zijn wetenschappe
lijk ideaal was hij niet uitgepraat.
Hij g-dooft n.l. aan een z>sde wereld
deelaan een vasteland aan de Zuidpool
(dus toch weer een soort van Terra
Australia Incognita, gelijk op de oude
zeekaarten voorkwam). Hij is een me
destander van Lorothian Green, volgens
hij voort, Bles trouw naast hem; en al
zwaaide de vuist van tijd tot tijd de zweep
als tot een slag, Bles wist wel, dat het tot
slaan toch nooit kwam. Daarvoor kende hij
Bart veel te goed. Die sloeg nooit. Dat
zwaaien met de zweep was een zuiver werk
tuiglijke beweging.
Geen enkele maal ook wendde Bart het
hoofd om naar de twee anderen, die, toen
hij was weggereden, eerst samen glimlachend
een blik hadden gewisseld en toen lang
zaam gevolgd waren, een tiental passen
achter den wagen.
Zoo verliep het eene uur na het andere.
In den dampkring begon wat meer licht
te komen. De nevel trok ten deele op en
vormde zich in het noorden tot wolken;
en eindelijk, even over tienen, werd, heel
in de verte, aan een kromming van den
weg Gravestein's toren zichtbaar, een plompe,
massieve steenmassa, een eerwaardig over
blijfsel uit de elfde of twaalfde eeuw.
,,'t Is en het blijft toch maar huiverig
vandaag," merkte Gilles, zich in de handen
wrijvend op met een schuinen blik naar
een kleine herberg, den voormalige tol,
dien de wagen thans was genaderd.
„Wat dunkt u, directeur! Een „kikkertje"
tegen de koude voeten? Wij zijn hier nu
toch in 't land van den echten Schiedammer."
Nu had monsieur Lazi enkele vaste ge
woonten, grondbeginselen noemde hij
ze, van welke hij zoo mogel.jk nooit
afweek. Zoo bedankte hij bij voorbeeld ook
nooit, wanneer hem iets werd aangeboden.
Hij vond dit niet „beleefd".
„Een kikkertje? Och ja, nu je 'tzegt.
Dat zou geen kwaad kunnen, dunkt me."
„Jij ook een „schnick", mottige?" vroeg
de acrobaat. „Of neen! 'tls waar ook! Jij
drinkt 'm niet, wel? Een glas bier dan
maar liever?"
wiens theorie de groote bergketenen van
het Amerikaan8che vasteland, zich voort
zettend over Yuurland, op den bodem
der zee in verbinding moeten staan met
een nieuwe groote verheffing in het
uiterste zuiden van de Pool. Ook Nor
denskjöld deelde die theorie.
Ter ontdekking nu van dit weinig
bekende gebied, dat eene oppervlakte
beslaat van Europa en Australië te
zamen roept Arctowski de hulp van
alle volken op. Algemeene samenwer
king vraagt hij, en met taaie volharding
streeft hij dat ideaal na. Op een con
gres te Dover in 1899 reeds bracht hij
het ter sprake, maar de kosten (een
millioen pond sterling) schrikten velen
toen af. In September 1905 echter had
Arctowski de voldoening op een congres
te Bergen in Henegouwen een motie
te hooren aannemen, waarbij de Bel
gische Regeering uitgenoodigd werd het
initiatief te nemen tot een internatio
nale samenwerking. En het resultaat
hiervan was het „Congrés internationale
pour 1' étude des régions polaires", in
October 1906 te Brussel gehouden. Daar
heeft het plan ten slotte vasten vorm
verkregen op grond van het belangrijke
rapport door Arctowski zelf opgesteld.
In hoofdzaak wenscht hij de Zuid
pool te omringen met een cordon van
wetenschappelijke stations (lijkt het met
of men een geduchten vijand tegelijk
doet bespringen?) en van deze stations
uit zul'en verschillende expedities gaan
om het onbekende gebied te verkennen.
Moge het Arctowski gegeven zijn de
verwezenlijking zijner grootsche denk
beelden te beleven
{Z. N. en Adv.)
Kuiten land.
Aan de Russisch-Pruisische grens
nemen de rooverijen op schrikbarende
wijze toe. Een 13 man sterke roover
bende heeft te Petsjesloncow een pach
ter vermoord en zich meester gemaakt
van een som van 4000 roebels. Te
Giarci werd een koopman door roovers
overvallen en vermoord; de bandieten
namen 15.000 roebel mede.
Volgens een bericht uit Londen is
Maandag het Koninklijk besluit afge
kondigd, waarbij voor de Oranjerivier
kolonie zelfbestuur met een grondwet
wordt ingesteld. Deze grondwet is fei
telijk geheel gelijk aan die van Trans
vaal.
Te Kermansjah in Perzië zijn ten
gevolge van verkiezingen ernstige on-
„Is 't hier nu halt? En wij zijn er haast.
Over een half uur
De acrobaat begon te grinniken.
„Juist omdat wij er haast zijn. Heb je
't begrepen, kameraad?"
Gilles stapte achter zijn directeur mede
naar binnen. De Mottige bleef buiten bij
't paard.
„Die twee wat en ik wat, dus allemaal
wat! Dan jij ook wat Bles. Eigenlijk heb
jij het nog 't meeste verdiend."
De man schoof den houten voederbak
voor 't paard, deed dit den stang af, deed
een greep in een der wagenkisten vóór
onder het kleine balkon, haalde er een
groot brood uit te voorschijn en begon te
snijden.
't Bleek aldra, dat Bles de tocht nog niet
op de maag was geslagen, en Bart sneed
raak, hoor! Hij spaarde het brood niet.
„Asjeblieft, heerschap! Een glas bier!"
hoorde Bart achter zich zeggen, en om
kijkende, ontwaarde hij een jong meisje,
dat met de eene hand in de zijde, terwijl
de andere het blaadje vasthield, nauw
hoorbaar buiten was gekomen en thans
achter hen stond. Achttien of negentien
jaar kon dat meisje wezen. Stellig niet
ouder.
„Och, zet het glas maar even neer, vrij
ster. Ik zal het zoo dadelijk wel vatten,"
zeide Bart.
„Nierzetten? Waor? Hier is nieverands
plek. In 't kozijn, meende? Om stukken
te maoken, zekers? Neen, dan za 'k 't wel
zoo lang vasthaauwen."
Het meisje hield dan ook het glas vast,
totdat de man zijn paard had voorzien en
het aannam.
„Heb je nu ook een emmertje water
voor het dier?"
„Ik zal 't hoalen, hoor."
lusten uitgebroken, waarbij vele men-
schen gedood zijn. De bevolking is in
twee partijen verdeeld, van wie er een
door den gouverneur werd begunstigd.
Tweeduizend aanhangers van de tegen
partij hebben de wijk genomen in het
Engelsche consulaat. De toestand wordt
nog moeielijker, doordat Sindsjats en
Koerden rooftochten in den omtrek
ondernemen, terwijl in de binnenstad
soldaten aan het plunderen zijn.
Tusscben de soldaten van Prins Salar
en Dauleh en de troepen van den Sjah
schijnt het nog niet tot een strijd te
zijn gekomen, de laatsten wachten nog
versterkingen af. De strijdmacht van
Salar ed Dauleh moet minder dan 3000
man, onder wie 300 ruiters, tellen. Uit
Teheran zijn 100 kozakken naar de
plaats waar het vermoedelijk tot een
botsing zal komen, opgebroken.
Dinsdag werd bericht:
De eerste berichten over een treffen
tussohen den oproerigen Perzischen prins
Salar en de regeeringstroepen onder
Hissam Moelk zijn aan. De slag moet
Zaterdag hebben plaats gevonden bij
Koerdistan. Naar het heet zijn de aan
hangers van den prins met zware ver
liezen teruggedreven.
Een later ontvangen bericht uit Te
heran bevestigt de tijding der nederlaag
van prins Salar. Van het gevechtster
rein kwam het bericht, dat de leider
der opstandelingen gevlucht is. Zijn aan
hangers worden door de ruiterij van de
regeering nagezet.
Een troep van 200 Russische boeren
begaf zich Zaterdag naar Sitsjefka in
het gouvernement Smolensk, om uit-
deeling van graan te eischen. Nadat zij
tevergeefs gesommeerd waren uiteen
te gaan, vuurde de politie op hen. Vijf
boeren werden gedood en velen ernstig
gewond. Vervolgens liet de gouverneur
troepen aanrukken, die een groot aan
tal boeren in hechtenis namen.
De bewering, dat te Montrouge bij
Parijs een fabriek van mummies bestaat,
schrijft de Tel., is niet nieuw meer.
Maar nu het met zekeren aandrang in
de buitenlandsche bladen wordt her
haald, kan het wel eens gevolgen heb
ben, waartegen de reputatie van som
mige oudheidkundigen niet bestand is.
We voegen dus ter voorloopige voor
bereiding aan het bovenstaande toe, dat
de fabriek onder haar employés een
aantal artiesten telt, die de gelaatstrek
ken van hun Egyptische voorneven met
groote kunstvaardigheid in houtbeitelen.
Daarna worden ze naai Kairo gestuurd
van daar naar Marseille teruggezonden
en aan de musea geadresseerd.
Men kondigt nadere onthullingen aan.
Het meisje liet het bier van het blaadje
loopen op de steenen, ging het huis binnen
en kwam terug met een gevulden stal-
emmer, dien zij in den voederbak zette.
Terwijl Bart het glas met kleine teugjes
uitdronk, rustte zijn oog met zeker wel
gevallen op de stevige, ronde armen, die
tot aan den elleboog bloot waren, en op
het aardige, vriendelijke gezicht, dat door
twee eerlijke, grijze oogen werd verleven
digd, en alleen te veel van zon en weder
had geleden om „steedsch mooi" te kunnen
heeten
De boerenjongens echter vonden Roosje
wel degelijk mooi, zóó mooi zelfs, dat zij
haar den bijnaam hadden gegeven van
„mooi Roosje van den tol", en dat tot
voor weinige maanden, menige zoon van
welgestelde ouders, en onder deze vooral
Gerrit van Beek, de zoon van den mulder,
ernstige huwelijksplannen ten opzichte van
haar had gekoesterd.
Een zekere Manus van Geffen, een veer
tiger met een heel aardig stuivertje geld
en met nog heel wat meer te verwachten,
had al die vrijers echter op zekeren dag
het gras voor de voeten weggemaaid. Hij
had Roosje gevraagd en Roosje gekregen,
en zou nu over een dag of tien, twaalf,
de week na de kermis, met haar trouwen.
Of Roosje er veel zin in had? Het geleek
er niet naar, want in de eerste plaats hield
zij van dien Van Geffen volstrekt niet,
doch zooveel te meer van Van Beek, en
in de tweede plaats „kos ze zoo'n ouden
vrijer as Maones altijd nog wel kriegen,"
dacht zij. Doch haar vader had met de
vuist op tafel geslagen en gezegd, dat zij
Van Geffen nemen zou en dat hij anders....
DOOR
(Wordt vervolgd.)