Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Boiumelerwaard. AANHARKEN, DE POSTILJON* UitgeverL. J. VEERMAN, Heusden. \o. 2600. Zaterdag 21 September FEUILLETON. lANB VAN AlTÊ^* VOOR 1007 Advertentiën van 16 regels 50 et. Elke regtl meer 71/, ct. Groote letters naar plaats ruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. dikwijls laat thuis kwam en voor het Het spreekt van self, dat hier de een huishouden wekelijks maar 13 mark bijdroeg. Daar Lorbeer niet dronk meen den de buren, dat hij er wel een liefje op na zou houden, waaraan hij zijn geld besteedde. Den vorigen Vrijdag legde hij tonder opgaaf van redenen, overal verspreid, de heesters losgeruktanders is 't mis. Het reinigingsproces onze jongens hadden in de paden ge- moet plaats hebbenniet uitsluitend om speeld, overal de sporeD van voetjes na- de dingen hars uitwendige bekoorlijk- T rj j T7 i i_gelaten, bloemen geplukt en verstrooid heid te doen behouden, maar wel dege- t Is Zondagmorgen - Een plechtige fn woord |yk om het le het gezonde, vrucht- m die stemming, «aar.an hg zich «lf de Buken ,Mlen twd,n p.den 2*ker, „iligheid ook een .tof.enl^Bn'abriTE*"™* n£*r 'mtoZi nmmaTn -Men e-,choff-H en n».j-s.anXk., -el degelijk een ..of die omlig J hel vqU werd bijeenverzameld en ver- waarde heeft, maar die stof bevindt zich *ich ook door zijn huisheer zijn kwar- oea ana verkeer aan al mee. Alles Wnderd, de uitgebloeide bloemen werden op een verkeerde plaats, en, ze bevindt taal vooruitbetalen. Waar hij bet geld Khpnt mooier, fruscher, opgewekter. af»pgne<jen en toen Kees met zijn krui- zich overal. Daarom moet overal en gelaten heeft, weet men nog niet. Woens- y hebben gchik in ons aardige tuin- wa^eD voj vuil en zijn gereedschap ver- vooral heel dikwijls, de tuinman komen dag stond Lorbeer vroeg op, zocht de tje waar nog een enkele roos haar dweeo, KbeeD het wej 0f alles door om eens aan te harken. levensverzekeringspolissen voor zich en henijKe geuren verspreidt, maar e e€Q toOTer8(aj wag aangeraakt, zóó frisch Maar, moet Kees alleen maar in den en vroolyk, zóó vernieuwd en verjongd tuin komen? Is de reinigende hand zag het er uit. alleen dóór noodig? Is het in den bof En na is ook het raadsel opgelost, van ons leven anders? Anders bij oDzen najaarsbloemen daarentegen in weelde- ngen overvloed prijken. Het groen is lang niet meer wat het geweest isreeds zien wij de sporen van dorrend loof en andere onbedrieglijke teekenen van na derend vervalmaar toch is ons tuintje waarom juist Zondags ons tuintje prijkt in zijn Zondagskleed. Het vuil is opge ruimd, de paden zijn glad, wat loege- dagelykscheu arbeid, iu den omgang met de wereld, in oos zedelijk leven O, het schijnt ons toe dat de hark niet rusten mag, het gansche lange leven lief 't Schijnt ook wel een soort van raakt wag i(j wger TMtgeboildf; plechtgewaad te dragen en te dec en in Kees doet dus voor zijn centen een!door, opdat reinheid en frischheid heer- de rustige rust van den aan runt gewi|< en nuttjg werk; hij houdt, in den schen, opdat groei en bloei mogelijk zijn. - letterlijken zin van het woord, voorbe- Er verzamelen zich altijd en overal Van waar dit plechtgewaad r (raiding voor den rabbath. (stoffen, die d&ór zijn waar ze niet be- zijn vrouw op, eu gooide ze in 't vuur Daarop nam hjj zijn ontslagbiliet en schreef op de rugzijde .Jou de vrijheid, mij mjjn kinderen!" Tegen half zeven nam hij zjjn revolver en doodde zijn zoontie door een schot in het hart. Ook zijn dochtertje joeg hij een kogel door de borst, welke wonde evenwel niet onmiddellijk doodelijk was De ra zende man stormde daarop de trap op en kroop door het dakvenster op het dak In de goot staande, loste hij een schot de schuld op den ander zal werpen. De loods zal de officieren beschuldigen, de officieren den loods. Maar allen hebben schuld. Het geheele marine- beheer is hier aansprakelijk. We heb ben bier weer te doen met diezelfde nalatigheid, waardoor de Japansche tor- >edo's, die in den eersten oorlogsnacht de vredig op de reede van Port-Arthur sluimerende Russische slagschepen er- melde, hun heilloos werk konden ver richten. Wanneer ergens op klaar- lichtendag in Russiche wateren een Russisch vaartuig op een klip loopt, dan kan dat slechts het gevolg zijn van een gebrek aan de meest elemen taire kennis en voorzorgsmaatregelen, van volkomen onbekendheid met het vaarwater en het totaal onvoldoende der zeekaarten, 't Is wellicht niet ten onrechte, dat men verzekert, dat de Engelschen de reede van Kroonstad beter kennen dan de Russische marine officieren. Na bet gebeurd© by Hangö zou men het graag gaan gelooven. Zal Wij willen trachten het te verklaren. R^igen, ordenen, is' evenwel iet, hooren', stoffen die'op zich zelf nuttig wat men maar niet eenmaal in zgn kunnen weien, maar eerst dku waaneer'dood bleef liegen.' seereu. op zichzelf, dat echter miste, eu stortte'dan werkelijk alles hij het oude blijven"? V'lop de binnenplaats neder, waar hij metReeds lang dringt de noodzakelijkheid i schedel en gebroken heeneu alles van hoven tot onder te reorgaui- - tninti Wrtm n. i. t IQooo oteei liggen. \seereu. Wanneer nn ook deze les niet t 5 vuinije zoenen. ais nei voor- jeven doet, ook niet af en toe kan doen, te verzameld en gebracht zijn ter be-\ De oorzaak van deze afschuwelijke! baten zal eu men niet onverwijld de naamste aagwerz is atg»Moopen, een zoo maar te hooi en gras; neen 't is stemder plaatse. De tuin van ons leven,! daad moet gezocht worden in de woe-\hand slaat aan de meest doortassende oogenblik van verpoozing ons geschon- jetg wat gerege\d moet geschieden, liefst de hof van ons bestaan, moet altijd',dende ijverzucht, die de man jegenshervormingen, dan is de toekomst der 18r®D !*et. w.^erinoi°"t «demen 0p geiette tijden; iets wat in ieder ge- worden gereinigd, opdat leven en bloei zijn 2^-jarige, mooie vrouw betoonde (Russische vloot hopeloos. in de fnsaene buitenlucht, dan betreden Taj telkeus weer moet plaats hebben, kunnen bestaan, oplat genot en wel-\H\j vermoedde, geheel ten onrechte^ u i- al r l r. l1 i-*.-.Telegrammen n\t l»dz melden dat ''e we*'k nu en dan ons ge- omdat het telkens weer noodzakelijk, gevallen mogelijk zijn. liefd plekje, ons klein paradijsje, waar de lieve kinderen der natuur ons altijd dringend noodzakelijk is. Als ons tuintje Wee ons als wij, in welk opzicht ook, de reinigingskuur heelt ondergaan, o laag neerzien op het werk van Kees. (6 „De zeg immers maar dat 't Groot Goor vlak bij is." (zacht): „Zou 't jou dan zoo spijten, Kaat, als je dien vent, dien Bank, nooit meer terugzaagt?" bergen maakt, de bergen die geen schaar *«d arbeiders weer met den grond zouden kunnen gelijk maken. Laat ons heele leven dan maar de Zaterdagavond wezen, waarop Kees, immer welgemoed, komt Dm den tuin aan te barken, opdat het pad van ons bestaan rein zij en Zondagreinheid de Zondag van dat leven heilige. Iliiiteiilnncfl. weer in de rechte stemming brengen, jan j8 bet zoo mooi en zoo hef; maar Als Kees één week weg blijft dan gaat als het hoofd omloopt van de drukte of dat mooie en dat lieve begint alweer het met het vuil, als met zand dat de de geest in verkeerde richting heeft gewerkt. Toch schijnt het, alsof die zorgen en die drukte op onze beschouwing van de dingen en ons genot invloed oefenen. Maandag scheen het hofje ons niet meer toe wat het Zondag was. Zeker ver beelding. Maar toen dat verschijnsel zich de volgende dagen in sterker mate openbaarde, toen was het toch geen verbeelding. En 't waren niet alleen dezelfde bloemen, die ons oog beschouw de, maar ze waren met vele nieuwe vermeerderdde zon goot over alles een tooverlicht uit en de regen had alles met verkwikkende droppels over goten. Toch, één ding ontbrak Wat dan Zaterdagavond was Kees gekomen met een schoffel, een hark en een krui wagen. Kees was in ons tuintje gegaan, en aan 't werk getogen. Er was onkruid in de aden opgeschoten de nachtwind had de half verdorde bladen omlaag gewoipen van boomen en struiken, weg geworpen papieren en allerlei rommel te verminderen wanneer slechts éón dag is voorbijgegaan en met elkon dag verder neemt het af en neemt, omge- keeid, het vuil toe; het vuil, dat het uitwendig schoon wegneemt, ods wel behagen in de dingen vermindert, onze opgewektheid en onze waardeering doet verdwynen en dat, wat erger is, de plant in hare ademhaling en ontwikke ling belemmert en baar heerlyken bloei tegenhoudt. u ^'V9 °f m»ni.« j Woensdag heeft rich in Berlijn een Hg zegt: die vuiligheid m niemendal ontIeUena familiedmma afgespeeld als stof, die zich op een verkeerde De 34-jarigo portier, Karl Lorbeer, plaats bevindt. Ik verzamel die stof, woonde met zijn vrouw, dochter en zoon l evenwel, dat zij in intieme betrekking stond met een beambte. De ongelukkige vtouw is balf zin neloos door deze jammerlijke gebeur tenis. Waarschijnlijk zal ook hel kjeine meisje het niet lang meer maken; een long is door den kogel zwaar verwond haal ze weg, en breng ze waar ze nuttig wezen kan." Maar als Kees, of een ander, dat nu eens niet deed Als die stof zich maar ophoopte op die ve-keerde plaats, waar ze in dien vorm geen goed maar alleen kwaad kan doen? We kunnen allen het antwoord op die vraag wel geven, vrienden de hark in een kelderverdieping van een huis. De echtelieden bevonden zich in vr\j gezeten omstandigheden, daai de man als pakker in een fabriek van electrische machines wekelijks van 27 tot 30 mark en meer verdiende ©d de huisheer hem voor bet schoonhouden van het buis, behalve de vrije woning, nog 20 mark per kwartaal gaf. Sedert eeuigen tijd echter heerschte er tusschen man en moet er nu en dan eens bijkomen; vrouw vaak oneenigheid, daar de eerste De Slowo, het blad van den vroegeren Russische» minister Fjodorof, een ge matigd orgaan, schryft naar Aanleiding van liet ongeval met de Stjandart o. a. het volgende: Men had mogen hopen, dat de in de laatste jaren zoo treurige annalen der Russische vloot, na de harde lessen van den jongsten oorlog, na de rampen by Port Arthur en Tsoesima, niet weder verrykt zouden worden met nieuwe feiten, die getuigenis afleggen van mis dadige zorgeloosheid, van het slordig beheer der marine en de onbekwaam heid der Russische zeelieden. Edoch, het lot beschikte het anders en in ge noemde annalen valt thans we*Ier een schier ongelooflijke gebeurtenissen te boeken, die allee overtreft wat totdusver op dit gebied aanschouwd is. Iu Rus sische wateren, op twaalf mylen van de haven, bij klaarlichten dag, laten Russische zeelieden het schip, waarop zich Ruslands Keizer en de Keizerlijke familie bevinden, op een klip loopen. er een groote uittoebt vau rijke inwo ners uit de stad aan den gang is. In de laatste veertien dagen hebben bon derden welgestelde burgers brandbrie ven gekregen, hen met den dood drei gende als zij niet een zekere som gelda betaalden. Het ziet er naar uit of de afdreigers goed georganiseerd zijn en men vreest voor ernstige gebeurtenissen. Van het gezin te Ipswich, dat ver giftige paddestoelen of andere zwammen had gegeten, zijn ook de vader eu een zestienjarige dochter onder hevige pij nen bezweken. Dat maakt zes dooden men vreesde voor het leven van nog een lid van het gezin. De builenpest neemt te San Francisco op onrustbarende wijze toe. De meeste slachtoflers zijn Aziaten. Het arbeiderscongres nam Woensdag te Winnepeg met algemeene stemmen een motie aan, om het Canadeesche bestuur dringend in overweging te ge ven de Engelache regeering uit te noo- digen het Engelsch-Japanse)ie verdrag van bondgenootschap te vernietigen voortoover de bepaling betreft, dat Ja panners vrijelijk Canada mogen binuen- gaan. De op het arbeiderscongres voorge- IIEIIWSBIA» Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden l.OO, franco per post ronder prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. rtlttheerechtalooienbrengldenmeDsch rulM Toen twam KeM „rd„ le«n w ond„h,.oden. Als een woedende liep Stapels naar de Hooikar, dronk drie borrels achtereen en sloeg met de vuist op de toonbank, zoo hard, dat Mientje van schrik in een hoek kroop. „ik ben hem te duur," zegt die rolpens. Nee, dat is 't 'em niet. Die Judas, die Bank, heeft me den voet gelicht, maar hij kent Hein Stapels nog niet," brulde hij, ziedend van woede. ,,G© kunt hem beet aan, Hein, wel twee zooals hij, en 't Groote Goot is kort bij." 't Was Verminoe die dit half fluisterend zeide. Kaat hoorde die woorden. Zij vloog naar binnen tusechen de mannen in. „Ga naar huis. Hein; laatje raden, en jij Thijs, houd den mond. Zoo maak je hem dol." Verminne begon te grijnzen. De blik, die deze woorden vergezelde, deed Kaat rillen. IV. Twee honden, moe ..als honden.'' en twee mannen, een heer en zijn jager, belast met Seweer en weitaach, beiden in ongeveer ezelfde conditie, keerden terug van het veld. De honden lieten de ooren hangen de mannen slapten zwijgend voort. Was 't hem af, kocht hem dus niet en zon nog station van den spoorweg bereiken en, als te verwonderen? Reden tot opgewektheid dienzellden dag onverrichterzake zijn huis- 't geluk hem een weinig diende, dus te bestond er voor hen niet; een leege wei-, waarta gekeerd, als hem niet eensklaps iets Casteren nog dienzelfden avond weder een volle patroontasch zijn niet juist din- was te binnen geechoten. thuis zijn. gen, die een jager na een g&nschen dag Nijmegen was maar een groot uur spo- Maar aan 't veer gekomen, zae hij, dat zoeken en trekken door de akkers voor rens van Molenkerk. Veertien jaar was 't de pont aan den overkant lag. Hij moest zich wenscht. geleden, dat hij daar voor 't laatst was ge- dos wachten, en daar 't begon te regenen, „Twee dagen achtereen platzak thuis, weest; en nn hij zich toevallig zoo dicht opende hij de deur van het wachthuisje Evert; dat is me nog nooit gebeurd. Jou in de nabijheid bevond en een dag voor en trad binnen. Een oud man was daar wel eens?" zich zelf had, kon hy de verzoeking niet reeds gezeten. Ook hy scheen daar te „Zoover ik weet, ook nog nooit, meneer." i weerstaan aan dit plaatsje een bezoek te wachten. ,,'t Ib net alsof Bruun en Cas geen neus gaan brengen. Ja, naar Molenkerk wou Eindelijk toch zag Bank een bekend ge- hebben hier in dit vervloekte land. En dat hy nog eenmaal terug, al was 't alleen om zicht, 't Was Ot de Zwabber, een man, noemen ze dan een mooie jacht. Geen stok het huis nog eens te zien, waarin hij was die op kermissen en bruiloften op de trom- wild hebben we opgedaan." geboren en waaruit" hij op zekeren dag met pet placht te blazen en daarmee en met Bank haalde onmerkbaar de schouders op. tranen van spijt in de oogen was weggeloo- viascnen en hengelen een sober stukje brood Hij kende dat liedje van onds. pen om dienst te nemen te Harderwijk, verdiende. Wat was de man oud geworden! „Ia 't sportblad staat, dat er een hond omdat zijn stiefmoeder hem het leven tot Zijn haar spierwit, zijn gestalte gebogen, te koop is te Nijmegen. Als je dien eens een hel maakte. en dat in nauwelijks veertien jaar! Toch gingt probeeren, Evert; want zóó jaag ik Thais komende zou bij eerlijk aan zijn was hij nog zoo oud niet. niet langer." heer opbiechten wat hij had gedaan. „Dag, Ot. Jij kent me zeker ook niet „Probeeren dien hond en meebrengen Evert nam das een kaartje voor Molenkerk, meer?"' begon hn vriendelijk, ookbij goed is?"' vroeg Evert half doch kwam weldra tot de ontdekking dat Langzaam hiel Ot het hoofd op en richtte niemand hem daar herkende. de diep in de kassen liggende oogen op 't Bracht een gevoel van smart by hem den spreker. weifelend. „Meebrengen? Natuurlijk. Met Bruun en Cas geeft 't hier niks." „Wanneer moet ik er op uit gaan, me neer „Desnoods morgen ai. Ik geef je twee dagen tijd." „Best, meneer," zeide Bank. doch hij dacht: By den hengelaar ligt het aan het aas, bij den schaatsenrijder aan de schaat sen eby den jager aan den hond! En nn moet ik voor een verzetje naar Ny- megen. Och, komaan, waarom ook niet? Hier beechimmel ik toch half, en rede neeren tegen meneer geeft niks, maar ver der komen wij ook niet. „Je kennen? Nee. Ik ken je niet," volgde er toen dof en toonloos. Al zooveel jaar is 't geleden, dat ik teweeg, smartelijker dan hij gedacht had. Hij was zoolang weg geweest. Men had hem totaal vergeten. Het huis, waarin hij was geboren, had van hier ging. Maar als ffc je mijn naam een groote verandering ondergaan. H Wa- noem, dan zul je toch Ik ben Evert, thans een winkeL de zoon van Manns Bank, den postiljon." Een hem volslagen onbekenden man stond Alsof hij een spook had gezien, zoo begon met de handen in de zakken in de deur de oude man eensklaps te beven. Driftig een pijp te rooken en keek hem niet een.- hief hg de hand op. aan- „Bank, de postiljon? Bank, de postiljon. Met een zucht van teleurstelling liep Zachter, zachter uitspreken moet je dien Bank het geheele stadje door, doch nergens naam! Zachter! Ginder aan de overen", vond hg een bevriend, bekend gezicht. de vinger werd in de bedoelde ricmting Waartoe dan nog langer hier gebleven? uitgestoken; ..ginder aan de overig de Bank ging dus naar Nijmegen, zag den Hij stapte naar het veer. Dit overgaande ia hg verdronken. bewusten hond werken in *t veld, keurde en een uur loopende, kon hg een tu&achen- „Ja, dat weet ik, Ot. Met paard en al bij 't inrijden van de pont; niet waar?" Uitvorschend keek Ot den ander een korte pooe aan. „Zoo, hebben ze jou dit ook verteld Ja. wat zouden zij anders? Wat zouden zij anders? Ze wisten immers niet beter." Driftig greep Bank den ouden man bg den schouder. Hij verschrok. „Zij wisten niet beter? Wat bedoel ie daarmée? Weet jn dan beier, ouwe man?" „Ik? Wat zou ik? „Dan moet je niet zoo wonderlijk praten. Je hebt ine doen schrikken." „Ik? Weina, ik zwijg al. Ik zwijg al. Wie zwggt, heeft niets te verantwoorden," en toen, na een pauze, „alleen zeg ik, dat die ouwe man niet had moeten trouwen met soo'n jong wijf." Dat Evert zich als de zoon van den postiljon had bekend gemaakt, scheen Ot vergeten. „Wat heeft dit met zijn dood te maken?" vroeg Evert driftig. „Meer, veel meer dan je denkt. Wat zei je daareven? Heb ik je goed verstaan? Ben jg de zoon van Manus Bank? Wer- kelgk de zoon? Want ik dacht, dat die ook al lang ginds heen was." Evert knikte. „Dan zal ik jou zeggen wat dit er mee heeft te maken, want jij hebt het recht dit te weten. Misschien krijg ik dan 's nachts ook een beetje rust."' Ot haalde een paarmaal diep adem. - ..Je stiefmoeder was een sluwe feeks, mooi van gezicht doch slecht van binnenen Thgs, de veerschipper hier, was gek op haar en zij niet minder op hem. Doch je vader wist hiervan niks; die zag alleen dat mooie gezicht; die deed al wat zij verkoos en kocht voor haar al wat zij vroeg, linten en oorbellen en strikken en goud." Wordt oeroolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1907 | | pagina 1