Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard.
in l ie
Een moeiljjke vraag.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 27OS. Woensdag S Februari. 1908.
FEUILLETON.
UWD VAN ALTENL
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel,
meer 773 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
De winter behoort iu zijn grootste
felheid vermoedelijk weer tot de ge
schiedenis, maar hij heeft vele sporen
en vele droevige herinneringen nage
laten. Hij heeft ook menschenoffers ge
vorderd.
Over die menschenoffers zouden we
heel wat kunnen zeggenvooral ook om
te doen uitkomen, dat ze voor 't mee-
rendeel volkomen noodeloos en nutte
loos zijn. Wij vreezen echter dat wij
met onze herinneringen en vermanin
gen wel aan een 's dooven mans deur
zouden kloppen. Ondeugende of roeke-
looze jongens en onvoorzichtige volwas
senen, zullen ook een volgenden winter
zich weer op 't ijs wagen, schrik en
angst om zich heen verspreiden, ten
slotte een ongeluk doen ontstaan en
wijzer menschen, die er toevallig ge
tuige van zijn, met zich zelf in twee
strijd brengenhulp vcrleenen of geen
hulp verleenen?
Die vraag is ernstiger, dan men op
pervlakkig zou meenen en wij vonden
haar dan ook in een onzer bladen aan
geroerd door een belangstellende, die
tot het publiek de vraag richtte„Mag
of moet de vader van een gezin, die
tegenover dat gezin plichten te vervul
len heeft, zijn leven wagen om een
roekeloozen jongen te redden?
Het geval toch doet zich maar al te
vaak voor dat kwajongens, in weerwil
van alle vermaningen en waarschuwin
gen, zich op het brooze ijs wagen, blijk
baar in het vertrouwen dat er altijd
wel menschen bij de hand zijn, die dan
van den wal af een handje zullen hel
pen. Tegenover dit min of meer over
legd plan aan de eene zijde staat heel
iets anders aan den anderen kant. De
toeschouwer van het zoogenaamde on
geluk, die zich krachtig gevoelt en niet
bevreesd is, heeft geen tijd tot nadenken
neemt er althans den tijd niet van. Hij
weet dat alleen snel handelen succes kan
hebben. Handelde hij niet snel; dacht
Ml na, dan zou wellicht van hulp ver
schaffen geen sprake zijnwaaruit trou
wens nog niet volgt, dat in 't geheel
geen hulp zou geboden worden.
'tis in zoo'n geval haast ondoenlijk
volkomen kalm en met overleg te han
delen, zooals de jonge man van wien
wij hoorden verhalen, dat hij een jon
gen, ondanks tal van waarschuwingen,
j dansen en springen op het smel
Lende ijs en een oogenblik later
slechts twee handen boven het ijsvlak
zag uitsteken. Snel begeeft hij zich op
EENE VERTELLING VAN MARIE C0L1UN.
(24.
XV.
En zoo ie hij op een zomerdag gekomen.
Wat ie dat voor een wezen, dat daar achter
Thyra staat in een wit kleedje met een
roos in het haar.
„Herken je Magdalena niet?" zegt Thyra,
haar bij de hand nemend.
Stom, grijpt hij die kleine, koude hand,
en wat hij voelt terwijl hij daar voor haar
staat is eene verbazing zonder woorden,
maar met duizend gedachten. Zóó had hij
zich haar niet gedacht, zóó leefde zij niet
in zijne herinnering. De zon had zijne
wangen gebruind, de liefde de hare rood
getint, van het wilde, uitgelaten kind was
eene schuchtere maagd geworden, die het
niet waagde hare oogen tot hem op te
slaan.
Wie van die twee vrouwen heeft in de
jaren van zijne afwezigheid zijne gedachten
het meest vervuld? Hij weet het niet. De
gedachte aan Thyra, wier beeld versmolt
met dat zijner moeder, hield zijn pad rein.
Dat was zeker eene schoone herinnering;
maar aan Magdalena bond hem iets anders,
iets warmers.
Op dien verschrikkelijken dag op zee
had hij haar een oogenblik dood geloofd,
want toen hjj haar in zijne armen nam,
bet brooze vlak, schuift er voorzichtig
over voort, bereikt den drenkeling,
weet hem te grijpen en aan wal te
brengen, maar dient hem op het
zelfde oogenblik ook zulk een geducht
pak slaag toe, dat het den jongen, naar
onze zegsman opmerkte, wel naar ziel
en lichaam goed zal hebben gedaan.
Wat niet wegneemt dat, ingeval van
mislukken, een jonge vrouw en drie
kleine kinderen vruchteloos naar de
komst van hun man, vader en kost
winner zouden hebben omgezien
Mag dat? vroeg de bedoelde be
langstellende.
Mag dat? 't Ts nog maar Februari,
en er kunnen zich nog wel een paar
wintertjes voordoen. Bovendien't is
geen vraag voor dezen winter alleen.
Het komt op het beginsel aan, en wij
kunnen ons zoo levendig voorstellen,
dat de meerderheid van hen aan wie
de vraag ter beantwoording werd voor
gelegd, wel een ontkennend antwoord
zouden geven.
Het wil ons voorkomen dat het hier
een wet is, die ons een weinig strekt
tot richtsnoer, hoe in dergelijke geval
len te handelen. De wet gaat blijkbaar
uit van de onderstelling dat helpen een
plicht is van zoo hoog zedelijken aard,
dat er gevalleu zijn waarin plichtverzuim
behoort te worden gestraft.
Daarom zegt art. 450 van het wet
boek van strafrecht dat hij die, getuige
van het oogenblikkelijk levensgevaar,
waarin een ander verkeert, nalaat dezen
die hulp te verleenen af te verschaffen,
die hij hem, zonder gevaar voor zich
zelf of anderen redelijkerwijs te kunnen
duchten, verleenen of verschaffen kan,
indien de dood van een hulpbehoevende
volgt, gestraft wordt.
Op het gevaar voor zichzelf komt
het dus in de eerste plaats aan. Het
staat dus vast dat ieder omstander ver
plicht is om geen werkeloos toeschou
wer te blijven. Hij moet hulp zoeken,
anderen die er beter toe in staat, zijn
tot redden aanmoedigen, voorwerpen
verzamelen of hantecren, die tot de
redding iets kunnen bijdragen, enz.
Dat alles kan onmogelijk gepaard gaan
met gevaar voor eigen leven en daarom
mag hij in dezen niet nalatig zijn. Is
hij dat wèl, dan handelt hij tegen het
openbaar belang en is dus strafbaar,
zoodra de nalatigheid het ernstig gevolg
van den dood heeft.
Bestaat er wèl gevaar voor eigen
leven, hetgeen iu den regel het geval
zal wezen wanneer een niet geoefend
zwemmer zich te water of op het ijs be
geeft, dan kan van strafbare nalatigheid
was het jonge hoofd zwaar, levenloos terug
gevallen. Toen had hij een namelooze smart
gevoeld. Zij had hare oogen opgeslagen
en hem aangezien, zooals hij niet wist,
dat eene aardsche vrouw een man kan
aanzien, niet bevreesd voor den dood, die
zoo nabij was, niet bevreesd voor hem
aan wiens borst zij lag, maar met een
volkomen overgave, en toen wist hij wie
van de twee zich het diepst in zijn hart
geworteld haden de enthousiast werd ge
troffen door het onverwachte; het wis het
kiud, dat gezongen had, het kind, dat
moest sterven.
Langen tijd hadden die indrukken alléén
over hem geheerscht; altijd dwaalden zijne
gedachten naar het verre land van zijn
verlangen, en dan moest hij Narrifas schil
deren, met de bloemen zooals hij haar ge-
teek end had dien dag zoo vol herinneringen.
Het schilderen zonder model is iets geheel
eigenaardigs, maar wanneer een beeld diep
in de herinnering geworteld is, dan kan
het uit die herinnering weergegeven, de
volmaaktheid bereiken.
Zoolang de zon aan den hemel stond,
week hij niet van zijn ezel, tot Narrifas
voor zijn oogen leefde; en verbaasden zich
later de menschen over het grootsche in
zijne schilderijen, dit frissche beeld met
zijne diepe poëzy bleef altijd het liefelijkste,
wat hij ooit geschapen had; zijn penseel
scheen in licht gedoopt, de slanke kinder
gestalte scheen te ademen, er lag een traan
op haar wang, maar het was slechts een
blanke parel, het oog lachte. Het woeste,
grootsche landschap gaf het beeld zijn ka
rakter, zulk een wezen kon slechts door
zulk een eenzaamheid worden voortgebracht.
geen sprake wezen; maar wordt de
zaak meer van zedelijken aard en dan
zouden wij meenen dat de plichten van
een huisvader zwaarder wegen dan de
overigens zeer gewenschte redding van
een roekeloozen knaap. Lichter zouden
wij over het geval denken indien het
betrof iemand, die geene betrekkingen
van eenigszins nauwen aard bezit, niet
tot zorg of verzorging van anderen
geroepen is. Hij is dan alleen aan zich
zelf verantwoording verschuldigd, en
meent hij dat die verantwoording hem
toelaat het eigen leven voor dat van
een ander te wagen, dan mag dat aan
hem worden overgelaten.
Toch willen wij er nog dat van zeg
gen deed zich het geval voor van brand
of watersnood, waarbij zuiver sprake is
van het redden van on gelukkigen, wij
zouden elke daad van zulk een alleen
aan zich zelf verantwoordelijk persoon,
als een daad van moed en liefde, van
harte toejuichen.
Maar ingeval van roekeloosheid lijkt
de zaak ons toch eenigszins anders.
Indien men nagaat hoever de roekeloos
heid gaat, zelfs bij avond wanneer men
hoort hoe ernstige waarschuwere worden
uitgejouwd, zoonieterger,dan meenen wij
te moeten opmerken dat goed onderschei
den wel noodig is en dat men, zonder
iets na te laten wat in het algemeen
tot redding kan bijdragen, wel degelijk
behoort na te denken, alvorens een stap
t.o doen, waarvan de gevolgen veel
ernstiger zijn dan die van het geval
dat men voor oogen ziet.
Nevens de waarschuwingen van
ouders, die ook wel eens te zacht op
treden waar ze integendeel zeer gestreng
behoorden te zijn, kan het zijn nuf
hebben, wanneer niet de overtuiging
zoo onomstootelijk vaststaat, dat er toch
wel hulp komt. Die redeneering maakte
niet alleen menigen roekeloozen knaap,
maar ook menig nuttig en verantwoor
delijk lid der maatschappij ten slacht
offer.
Laat ons de vraagmag dat toch
niet licht stellen, maar ze érnstig over
wegen en aan anderen ter overweging
voorhouden
llmiteulnad.
Koningsmoord in Portugal.
Zaterdagavond kwam het geheele vor
stelijk gezin van zijn jaarlijkschen gang
naar de kermis te Villa Viciosa te Lis
sabon terug. Op het oogenblik dat het
open rijtuig van het Beursplein de
straat van het Arsenaal inreed, loste
een troep met karabijnen gewapende
Eerst na langen tijd kon hij zijn rust
terugvinden. Hij was nu op den rechten
weg; hij verwarde zich niet meer in zijne
hoogvliegende plannen; zijn overvloed en
fantaisie wendden zich niet meer tegen hun
bezitter. Altijd, zwevend in het droomland
van den kunstenaar, of met zekeren voet
op den vasten grond, in de gewichtige uren
van uitvoering, altijd zag hij die twee, die
verre waren, dikwijls ook als door den
sluier van een droom. Rukte hij zich los
uit de betoovering van zijn werk, om een
van zijne lange brieven aan Thyra te schrij
ven, of een van hare korte te ontvangen,
ja, dan voelde hij zich in hare onmiddellijke
nabijheid, maar dan werd hij ook dikwijls
door een zonderlingen angst aangegrepen.
Hoe zou hij die heiden terugvinden? Thyra's
zomerpracht zal overgegaan zij n in de ver-
bleekende tinten van den herfst, en Nar
rifas? Hij ziet in gedachten het gouden
haar golvend over breede schouders, hij
hoort haar zang, maar zonder dien beko-
renden, bedwelmenden toon.
En hoe staan zij nu in werkelijkheid
voor hem? Narrifas is noch de wilde bosch
vogel van zijn eersten droom, noch het
volwassen meisje met de breede schouders,
alléén het gouden haar golft nog over het
fijne hoofdje, al het andere is nieuw. Zij,
op wie zijn oog rust, is eene noordsche
jonkvrouw in 's levens Meimaand.
Maar Thyra I
Dat prachtige schepsel, dat daar voor hem
staat in een koren blauw kleed, een anjer
in het haar, is Thyra, die hij zich verou
derd, vervallen gedacht had!
Dat hare schoonheid klassieker was dan
die van Magdalena, die liefelijk was zonder
mannen eenige schoten hierop, met
het gevolg, dat Koning Carlos en diens
oudste zoon, de Kroonprins, doodelijk
getroffen werden. De Koningin stond
op en dekte met haar lichaam Prins
Manuel, welke alleen licht werd ge
wond. De Koningin bleef ongedeerd.
De Koning heeft drie schoten in
den hals en den schouder gekregen,
waardoor de halsslagader geraakt werd.
De Kroonprins kreeg eveneens drie
schoten in hoofd en borst. Prins Manuel
is aan de onderkaak en den arm ge
raakt. De Koning was overleden, toen
hij in het Marine-arsenaal gedragen
werd, de Kroonprins stierf onmiddellijk
daarop. Een ordonnansofficier van den
Koning doodde een der moordenaars
door een revolverschot, een andere werd
door de politie gedood.
Zooals onze lezers weten, wekte de
staatkundige toestand, zooals die tot
heden in Portugal was, groote verbit
tering.
Twee partijen, de regeneradors en de
progressisten hebben sedert jaren el
kaar de regeering betwist, waarbij vóór
alles eigen belang op den voorgrond
stond. Een derde partij vormen de re
publikeinen, welke het de regeering
niet minder lastig maakten. Het begin
van het vorige jaar werd de toestand
spannend. Dit nam een aanvang met
de studenten onlusten aan de hooge-
school te Coïmbra. De republikeinen
stookten hierbij het vuurtje op. In de
Cortes maakten ze het verder de regee
ring onmogelijk den wetgevenden ar
beid gaande te houden. Daarom heeft
de Koning de Cortes ontbonden en
de minister Franco bevoegdheid gege
ven te regeeren. In plaats van bij de
wet, werd van toen af bij Koninklijk
besluit geregeerd, een in de Portugee-
sche parlementaire geschiedenis geen
op zichzelf staand geval. Franco heeft
zich als dictator wel doen gelden. De
bij de grondwet toegestane rechten
schortte hij zonder bezwaar op, de druk
persvrijheid was een wassen neusnog
de vorige week verbood hij enkele dag
bladen uit te komen.
Deze maatregelen deden de gelederen
der republikeinen steeds grooter wor
den. Dat de ministerieele verantwoor
delijkheid tegenover het parlement af
geschaft werd, het gezag van Franco
alleen op de kroon rustte, heeft Fran
co's bewind gehaat gemaakt en met
den persoon van den dictator, den Ko
ning.
Het vorige jaar heeft dan ook reeds
de politie enkele samenzweringen ont
dekt tegen het leven van den Koning
en Franco.
Iu dit voorjaar, had Franco beloofd,
zou de parlementaire regeering weer
hersteld worden. Men zou zoo zeggen,
dat deze belofte het krachtige verzet
eenigszins zou breken, dat het geroep
mooi te zijn, zag hij bij den eersten oogop
slag, en had Thyra, met haar streng be-
heerschte vulkanische natuur en haar te
gelijk ideale en rijk ontwikkelde gestalte,
de droom van alle kunstenaars, had zij
een greintje van die eigenschap bezeten,
die hem niet onbekend kan zijn, die lange
jaren in het zuiden heeft geleefd en daar
den donkeren gloed heeft gezien in zwarte
oogen, had zij ook maar een greintje be
zeten van de gevaarlijkste eigenschap, die
bestaat: het vermogen den hartstocht op
te wekken, het leven der zinnen, dat altijd
sluimert in die opperpriesters der kunst,
dan zou het er voor het geluk van het kind
slecht hebben uitgezienmuar Thyra was,
al had zij niets van een engel, een recht
schapen natuur. Misschien zag zij ook wat
hier te winnen en te verliezen was en
hoorde dat tot de gegevens, die van haar
die Thyra maakte, die van nu af haar
schoonen, rustigen weg door het leven ging,
een van die wezens, die het voorrecht heb
ben, een indruk van licht en warmte ach
ter te laten bij hen met wie zij in aanra
king komen. Hare verootmoediging had
trots gewekt; zijne diepe erkentenis maakte
haar he3cheiden, en heeft een mensch het
het eerst met bescheidenheid beproefd, dan
groeit die gedurig aan. Was zij gelukkig?
Neen, het is een diep, weemoedig geluk, lief
te hebben zonder wederliefde, het is de parel
op den bodem der zee, die niemand ziet
De meesten sterven zonder te hebben lief
gehad; dat zijn de proza-naturen, zij, die
ons vervelen. Zij, die heengaan met het
woord op de lippen, dat altijd onuitge
sproken bleef, zijn niet het meest te bekla
gen. Beklaag hen, die niets te zeggen hebben
om de constitutie wel zou verstommen,
langzamerhand. Doch neen, dat waa
het geval niet. Blijkbaar scheen men.
Franco niet te vertrouwen en hechtte
de oppositie weinig geloof aan de in
lossing der belofte. Het had dan ook
den schijn, dat het Franco met zijn
toezegging geen groote ernst was, want
zijn dictatuur drukte even hard als te
voren. Arrestaties waren aan de orde
van den dag en telkens wisten Reuter
of andere berichtgevers te vertellen van
schermutselingen tusschen ontevrede
nen on de politie.
In verband met den toestand is niet
onbelangrijk een kort bericht, van en
kele regels. Daarin werd gezegd, dat de
republikeinen zich niet in slaap moesten
laten wiegen, maar hun kruit droog
houden en heftig het verzet tegen de
dictatuur blijven voeren.
Eveneens is van belang, wat de „Daily
Mail" van Zaterdag omtrent den toe
stand meldt. Aan dit blad was 29 Janu
ari een telegram verzonden uit Lissabon,
dat ech er „vertraagd" is. De reden voor
die vertraging is niet opgegeven. Het
telegram laten we hier volgen:
„Gisternacht (Dinsdag) is in het cen
trum der stad zwaar gevochten tusschen
republikeinen en politieagenten. Er wer
den twee bommen geworpenook is met
revolvers geschoten. Er zijn verscheiden
gekwetsten.
De betoogers hadden gehoopt, de ge
vangenissen open te breken, waarin
sommige hunner leiders opgesloten zaten;
maar de toeleg faalde. De in hechtenis
genomen manifestanten werden in ge
sloten rijtuigen, onder cavalerie-bewa
king, overgebracht naar de Cascaes- en
Taagforten.
Lissabon verkeert in staat van beleg.
Op straat mogen geen groepen bijeen
staan praten. Na zessen 's avonds worden
geen vrouwen meer gezienin de win
kels blijft het leeg".
Het blad deelt wijders nog mee, dat
een decreet des Konings zou worden
uitgevaardigd, waarbij de regeeri tig wordt
gemachtigd leiders van het verzet te
verbannen. Dat decreet is inderdaad
afgekondigd, zooals blijkt uit een Reuter-
telegram.
Nog vermeldt een der buitenlandsche
bladen het volgende
„Het schijnt dat de aanvallen tegen
de politie, in den nacht van 23 op 29
Januari, gelijktijdig hadden moeten ge
schieden op het sein van een kanon
schot, gelost door een op de Taag voor
anker liggend schip.
Er zou van den wal eerst een licht
signaal g°**even worden, van uit een
vertrek der Nationale" Budvctkre1"en
het was daar dat de leiders Alfonso Costa,
burggraaf de Ribeira en de douane-lui
tenant Pepe werden aangehouden.
De voorzitters der republikeinsche
wijkcommissies zijn ontboden om in-
Maar bezit de vrouw het vermogen den
hartstocht op te wekken, zij heeft nog een
ander vermogen, een vermogen van hooger,
van de allerhoogste orde: rust te geven.
Thyra gaf rust aan haar vriend.
Wat zij hoofdzakelijk ontwikkeld heeft
bij haar, die de liefde van een kunstenaar
moet worden, is de zang Bij zijn vroegere
geniale karakter, heeft Magdalena's zang
nu ook alle hulpmiddelen der kunst, en
het was weer die zang. die zijn macht over
den man zou uitoefenen, die nu eenmaal
kunstenaar was, in merg en been. Wel zou
hij nooit meer hooren: „Wij zeelui maken
niet veel praats," maar op een avond toen
zij niet wiBt, dat hij luisterde, en een van
hare zachte zangen zong, toen klonk het
hem als tonen uit een andere wereld. George
Sand vertelt gehoord te hebben: „Zij zat
droevig en eenzaam aan een vreemde kust;
daar kwam een lichtende boot over het
water glijden. Wij hebben u lang gewacht,"
zeide een lichtstralende gestalte. Zij stijgt
in de boot, zij vaart naar een onbekend
strand, waar de bloemen nooit verwelken,
waar gevleugelde gestalten dansen, met vlie
gende haren bij harpenspel; wat zij voelen
is de reine liefde, wat zij zingen is hun
geluk, een geluk, onbekend aan de sterve
lingen."
Magdalena zong haar geluk hij was
immers gekomen en die zang, dat lie
felijk, heilig gelaat verdreef de laatste be
goocheling, de reine liefde was geboren.
Dien avond gaf hij haar de belofte, die
hij altijd houden zou, en de drie maanden
van hunne verloving waren eene verovering
op alle aardsche halfheid.
(Slot volgt.)