Hel Land van lieusden en Alteoa, de Lanjslraal en de Bomnielerwaard. Tr./Uw als goud. Onze speceryen. Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden. No. 2710. Woensdag 12 Februari. 19QS. FEUILLETON. LAND VAM ALTEN/ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7ys ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. De peper, waarvan jaarlijks 26 mil- lioen K.G. geoogst wordt, groeit in Ma- laban, West-Indië, op de Soenda-eilan- den, de Molukken en de Pbilippijnen. Zij groeit ongeveer als ten onzent de hop. Met haar vingerdikke stengels klimt zij omhoog in zes k acht meter hooge hoornen, waaraan zij zich met luchtwortels vasthoudt; haar bladeren gelijken op die van de boonen. Uit groene bloementrossen ontwikkelen zich twintig dertig bessen van de grootte eener erwt. Men plukt deze vruchten eer ze rijp zijn en droogt ze vlug in de zon of boven een matig vuur. De witte peper stamt van dezelfde strui ken af als de zwarte. Zij wordt wit, indien men de rijpe roode-bessen in water laat liggen, totdat de buitenste schil vanzelf loslaat. De witte peper is minder scherp dan de zwarte en wordt meestal op tafel gebruikt. Gemalen peper krijgt men helaas, meestal vervalscht met gips, mosterd, stijfsel, hennepzaad, loodwit, zelfs met turfgruis. Aan te bevelen is het daarom, slechts peperkorrels te koopen en die telkens voor het gebruik te malen. Dan behouden ze ook hun aroma. Wel wor den ook peperkorrels vervalscht, met gepulveriseerden mosterd e.d., die men tot een stijf deeg roert en door zeven perst, maar dit bedrog is gemakkelijk te ontdekken, daar zulke vervalschte peperkorrels zich in water oplossen. Nog prikkelender dan zwarte peper is Cayenne-peper, die overigens haar naam niet met recht voert, want zij stamt uit Noord-Amerika en Azië. Kerriepoeder is een mengsel van ver schillende specerijen, als peper, kurku ma, gember, kaneel en muskaatbloesem, dat uit Indië eerst in Engeland, later ook in andere landen werd ingevoerd. Een ©igenaardigen smaak verkrijgen spijzen door toevoeging van ingemaakte kapertjes. Het zijn gesloten, grijsgroene bloem knoppen, eenigzins bitter scherp, die zich ontwikkelen in de bladoksels van de in de landen der Middellandsche Zee thuis behoorende kaperplanten, die met haar klimmende stengels op steenach- tigen bodem, op rotsen en muren, sier lijke ranken vormen. Nog veelvuldiger vindt men ze tus- schen de ruïnen en zandwo(38tijnen van Egypte en ze geven iets karakteristieks ROBERT BUCHANAN. I. (1 Het was op den avond van den 31sten October 1870, dat Richard Douglas geheel alleen voor de deur zijner vervallen woning stond en zijn oogen richtte naar de door den wind opgezweepte golven der Solway Firth. Ofschoon de regen in stroosaen neer viel en de zee groote schuimvlokken opwierp, tot vlak voor zijn voeten, stond hij kalm en blootshoofd, blijkbaar onbewogen door het woeden der elementen, met gekruiste armen het koken der wateren aan te zien. Alles was donker, maar wanneer de volle maan nu en dan vluchtig door de wolken brak en haar stralen op de wildbruisende zee wierp, kon men aan den tegenover liggenden over een breeden strook woest en kaal land ontwaren, ver in het Noorden omzoomd door de bergen van Galloway. Ook aan deze zijde van het water, waar het oude kasteel Douglas stond, bestond de grond uit heide en moeras. Er voerde geen weg naar de eenzame huizinge; alleen een voetpad slingerde zich door deze onbewoonde wildernis van dorre heide en troosteloos moeras. En Uet was deze sombere bezitting, die Rich «"d Douglas de zijne noemde; het karig erfrl^el zijner voorvaderen. Een eenzaam oordeen eenzaam man en de laatste van zijn geslacht, arm als de aan het overigens zoo eenzame Afri- kaansche landschap. Deze pikant sma kende bloemknoppen worden, nadat ze op den juisten tijd geplukt zijn, in de schaduw gedroogd en meermalen met azijn begoten, eer ze ter verzending in kleine vaatjes gereed zijn. Als de beste kapertjes gelden die kleine knoppen, welke vaak met de ge- iijnvormige knopjes cnzer dotierbloemen verwisseld worden. Maar het verschil is zelfs voor een leek duidelijk waar te nemen. Men hoeft daartoe slechts de bloemblaadjes te tellen. Vindt men in plaats van acht slechts vier bloembla deren, dan is de vervalsching bewezen. Een ander donkerkleurige specerij die zeer veel in d« huishouding wordt gebruikt is de saffraan, die uit de ge droogde nerven der saffraanplant, een leliënsoort uit het dwergland, bestaat. Kruidnagelen zijn de ontwikkelde, gedroogde bloesemknoppen van den kruidnagelboom, die oorspronkelijk slechts op de Molukken gedijen wilde. Later gelukte het, ze ook in Cayenne, West-Indië en Afrika te kweeken. De door velen zoo gewaardeerde gem ber wordt vooral in Oost-Indië geculti veerd. Zij stamt van de bij wortels der gemberplant, een leliënsoort. Die wor tels worden gereinigd, geschild en vlug in de zon gedroogd. Om witte gember te verkrijgen, broeit men haar voor het drogen even met heet water. Goede gember moet vast en broos zijn en een vurigen aromatischen smaak hebben. Oude gember heeft weinig waarde en wordt daarom door gewetenlooze han delaars met een mengsel van leem en krijt, uiterlijk weer opgefrischt. Een der edelste specerijen is de echte muskaatnoot. Reeds in oude tijden was ze bekendin Europa gebruikte men ze echter pas in de twaalfde eeuw. Na de ontdekking van den zeeweg raar Oost-Indië bemachtigden de Portugee- zen dit winstgevende handelsartikel en wisten deze grooto bron van inkomsten geheim te houden, tot ze door de Hol landers werd veroverd. De boomen maken met hun lederach tige, spitse bladeren en geel witte bloe men en later met hun hangende bessen een aangenamen indruk. Aan eiken boom ontw kkelen zich ongeveer 2000 noten, die in 7 maanden rijp worden. Iedere vrucht heeft een in den aanvang vleezig, later verdrogend omhulsel. Daaronder ligt het eerst kar- mijnroode, later saffraangele zaad om - armste edelman, zonder familie of vriend, stielmoederlijk bedeeld door de natuur even als door de fortuin. Dertig jaar geleden was hij ter wereld gekomen en zijn geboorte had zijn moeder het leven gekost. Tien jaar later had men zijn vader thuisgebracht, dood, verstijfd. Bij een dolle jacht over de heide, na den avond in brooddronkenheid te hebben doorgebracht, in Dumfries, was hij door een val van zijn paard zijn nek gebroken. De schaduw dezer treurige gebeur tenissen scheen de ziel van den jongen Ri chard ontvankelijk te hebben gemaakt voor sombere gedachten en hem dien drang naar eenzaamheid te hebben geschonken, die hem sedert in zoo hooge mate eigen was gewor den. Zijn bouw was die van een forsch ontwikkeld man, doch zij n grootte was nog beneden de middelmaat. Toch was hij sterk als een Hercules; zijn borst was breed en zijn armen gespierd als die van een athleet. „Kom toch binnen, kom toch binnen!" liet zich een schrille stem hooren van iemand, die zich binnenshuis bevond. „Wat voer je daar toch uit in den regen Het waait, dat de pannen van het dak vliegen I Kom binnen, Laird en doe de grendel op de deur." Hij aarzelde een oogen blik, doch toen trad hij binnen, sloot de deur en stapte door een donker voorhui» de keuken bin nen, een groot vertrek met dikke balken, dat er uitzag als een schuur. Een vrouw van omstreeks zeventig jaar stond bij den haard, en mompelde in zichzelf terwijl zij zich over het turfvuur boog. „Je bent nat tot op je hemd, Laird," zeide zij, opziende toen hij binnenkwam. „Kom hier bij het vuur en droogje kleeren." In het midden van het vertrek, besche- hulsel, dat onder den naam van foelie i in den handel is en de noot omsluit. Goede muskaatnoten moeten lichtbruin of grijs, zwaar en niet wormstekig zijn. Valsche muskaatnoten zijn gemaakt uit een deeg van meel, krijt, lijnzaad en gemalen muskaat. Ze verraden zich door hun breekbaarheid en den flauwen smaak ervan. Even aromatisch als de muskaatnoot is het kaneel. Hoofdzakelijk worden van den kaneelboom de bast en het bin nenste deel der schors van drie h, vier jarige takken gebruikt. Nadat men de grijze, bittere schil verwijderd heeft, droogt men de stelen eerst in de scha duw en later in de zon. Het laatste restje van vochtigheid verliest het ka neel door een laagje peper, waardoor tevens het aromo nog meer ontwikkeld wordt. De Ceylonsche kaneel geldt als de beste; daarna volgt de Chineesche en de Z.-Amerikaansche. Gemalen kaneel wordt veelvuldig vervalscht, met oker, gepoederd mahoniehout, geklopte aman- delschillen, enz. Laird Schotland. Adellijk grondbezitter in Een der hoofden van de republikein- sehe partij in Portugal, Ternao Botto Machado, is als zoo velen zijner partij genoten uit Lissabon gevlucht en te Parijs aangekomen. Een medewerker van de Parijsche Matin heeft den ge- vluchten politicus ondervraagd en van hem het volgende vernomen: „De republiek zou den 28en Januari worden totstandgebracht. Alles was voor dien datum in gereedheid gebracht. Slechts nog het sein tot den opstand moest worden gegeven. Maar dat bleef uit. De republikeinsche leider Da Costa zou het sein geven, maar hij was in hechtenis genomen. Het feit dat hij nog altijd in de gevangenis zat, heeft de monarchie gered." De medewerker van de Matin vroeg toen: „Maar zal de republiek toch ko men „Misschien iets vroeger of iets later, maar onvermijdelijk. Wij gaan den strijd overbrengen op anti-clericaal terrein. Want op de kerkelijke partij steunt de dynastie. De monarchie heeft geen trouwe aanhangers meer. Zelfs het leger laat haar in den steeken men heeft reeds soldaten moeten ontwapenen. Het ko ningsschap kan enkel nog maar rekenen op de burgerwachten. Lissabon, Oporto, Coïmbra en Cintra zijn gewonnen voor de republiek. Op 4 Februari is te Lissabon een nen door het licht van de ouderwetsche olielamp, die van de zoldering afhing, schudde Douglas zich de regendruppels uit haar en baard, die beide koolzwart waren, en trad toen op het vuur toe. Op dit oogenbiik speelde er een vriende lijke uitdrukking om zijn mond en zijn oogen keken niet barsch, zooals gewoonlijk, toen hij den blik richtte op de oude vrouw, zijn eenig gezelschap in de eenzaamheid en de eenige medebewoonster van dit verlaten oord. „Het is kwaad weer buiten, Elspeth," liet hij hooren, „kwaad genoeg voor Hallo- ween Toch zag ik verscheidene lichten aan de overzijde; er schijnt weer feest te zijn overal." De vrouw schudde haar hoofd en zuchtte. „Daar hoorde je bij te zijn, Laird, in plaats van je hier in huis te vervelen. Ik begrijp me niet, waarom je er ook niet heen gaat, om pret te maken en vroo lijk te zijn, zoo goed als de anderen. Er zijn daar lieve meisjes te vinden, mooie meisjes ook en de Laird van Douglas zou maar te kiezen hebben, om een mooi, rijk vrouwtje thuis te brengen.". De man lachte, een vreemde lach, waarin iets naklonk als het kr-issen van een raaf: toen nam hij uit zijn borstzak een kromme houten pijp, die hij met tabak stopte en aanstak, waarna hij zich neer zette bij het vuur. Elspeth sloeg hem be daard gade en ging toen voort met spreken, half tot hem het woord richtende, half, alsof zij tot zichzelf sprak. „Ik vrees dat het huis Douglas zal teniet gaan, alsof het een stulpje was, op zand gebouwd! Drie geslachten hebben mijn oogen aanschouwd, maar de laatste Laird t) Halloween Hallow-eve, d. i. de avond vóór Allerheiligen. geheime bewaarplaats van 400 karabij nen ontdekt. De opnieuw uitgekomen republikein sche kranten slaan een hoogen toon aan en vallen vooral de politie heftig aan. Te Lissabon vertelt men, dat koning Manuel er, om zuinigheidsredenen, aan denkt, het voorbeeld van Gustaaf V van Zweden te volgen en zich niet te laten kronen. De Times verneemt, dat de nieuwe regeering de ontbonden Cortes niet bijeen zal roepen, maar de tegen April, door de regeering van Franco uitgeschreven, verkiezing zal laten door gaan. Wederom doen in de Vereenigde Staten oorlogsgeruchten de ronde. Tal van Washingtonsche dagbladen maken melding van het bericht, dat president Roosevelt zich heeft gewend tot de partijleiders in het Congres om hun aandacht te vestigen op oorlogsgevaar, dat dreigt van de zijde van Japan. Daarom wil de president van de Con grescommissie voor de vloot gedaan zien te krijgen, dat toestemming worde gekregen voor vlootuitbreiding op groote schaal. Het „Memorial Diplomatique" be weert uit volstrekt zekere bron te we ten dat de geruchten aangaande een aanslag op het leven van den Czaar van Rusland geen verzinsels zijn. De terroristen moeten zijn teruggekeerd tot de tactiek der nihilisten onder kei zer Alexander II en handlangers onder de beambten ten paleize weten hebben te vinden, door wier bemiddeling de Czaar op zijn ontbijttafel een brief heeft gevonden, inhoudende dat hij ter dood veroordeeld is. Ook moet de Keizerin een 14 daag geleden op het bed van den Kroonprins een brief hebben ge vonden, inhoudende dat haar kind evenmin als zijn vader aan dat lot zou ontkomen. Toevallig moet toen ook ontdekt zijn dat op verschillende plaat sen van het keizerlijk paleis zeventien bommen waren verborgen, die aan een electrische geleiding bevestigd waren. Volgens een nader bericht aan de Parijsche „Matin" zou de zaak al een half jaar geleden zijn. Een kozakken officier, die de wacht had voor de slaap kamer des Keizers, zou zichzelven heb ben laten arresteeren op grond dat hij door een geheim genootschap was aan gewezen om den Czaar te dooden, maar de moed daartoe hem op het laatste oogenbiik was ontzonken. Uit verschillende deelen van Oosten rijk komen berichten over snee-wstor- is eenzaam als debladerlooze eik in 't moeras. Ik mocht zoo graag nog eenmaal kinder stemmen hooren, in dit oude huis, vóór ik sterf. Maar mijn dagen loopen ras ten einde, en het huis is bouwvallig. „Ik vrees, ik vrees 1" „Dat is het ook," liet de man hooren, §emelijk in het vuur starende, „en wat zou at dan, vrouw?" „Wat dat zou, Laird? Is het dan geen zonde en geen schande, dat het zoo is?" „Neen," antwoordde Douglas. „Wij zijn een ras, dat de kiem van zelfvernietiging met zich omdraagt, en niemand zal ons missen, wanneer eenmaal de stam zal zijn afgestorven en ter aarde gevallen. Laat maar vallen wat niet staande kan blij ven 1 De duivel heeft ons in zijn klauwen gevat en zijn merkteeken draag ik met mij mede." „Het is, of ik je vader hoor spreken, Laird," liet Elspeth hooren. „Hij was een ruw man en altijd ontevreden en daarom is hij aan het drinken geraakt en heeft hij net zoolang gedronken totdat hij op die dolle jacht door het moeras zijn nek heeft gebroken. O, wee mij! Het ismoeielijkom je vaders-zoon rede te doen verstaan, Laird. Maar toch, als ik mijn wil had, dan zat je daar niet op dien stoel bij het vuur, met een pijpje in den mond, als een oude man, maar was daarginds, waar ze „Halloween" vieren, vroolijk en wel, en je dan«*e dan met Ladys en keek uit een lief, mooi bruidje, zooals dat past voor een jong edel man, od AJlerheiligenavond." Weer lachte de man; maar nu nog schril ler dan zooeven. Toen, eensklaps opstaande, liep hij toe op een groot venster, op het zuiden, en staarde in de duisternis naar buiten. Op grooten afstand zag hij tal van lichten zich bewegen, het waren feestgangers, die zioh over de wegen spoedden. men, die groot© verwoestingen hebben aangericht in de bosschen en het ver keer op verschillende plaaten hebben gestoord. Telefoon- en telegraafdienst ondervonden groote belemmering en het spoorwegverkeer moest op enkele trajecten gestaakt worden. Het nieuwe Marokkaansche weekblad Opinion behelst het verslag van een onderhoud met sultan Abd-el-Azis. Bij de opmerking van den man van de Opinion, dat Frankrijk onzijdig zou blijven tusschen de twee sultans, ga- raakte Abd-el-Azis in grooten toorn en riep; „Watbliet? Uwe regeering zou mij in den steek laten, nadat zij uiij overgehaald heeft, uit Fes op te breken, mij in het oog van mijn volk afbreuk gedaan en mij in een gevaarlijk parket gebracht heeft? Zij zou haar woord breken, en onzijdig blijven tusschen mij, den Sultan, die hare belofte ern stig heeft opgevat en den overweldi ger, die zich door den vijand laat be talen? Dat zou krankzinnig en onwaar dig zijn. Wil men, dat ik mijn aanzien bij het volk terugwin, dan is er een goed middel. Ik behoef maar van Rabat te vertrekken en naar Fes te gaan, om daar den heiligen oorlog uit te roepen. De poorten van Fes zoudeu zich van zelf openen en ik zou door een geest driftige menigte ingehaald worden. Iic wil dit echter niet doen, daar ik ver trouwen in de Fransche regeering stel. Zij moet mij in staat stellen, naar Fes terug te keeren." Te Eawley, een dorpje bij Henley, aan de Theems, heeft een krankzinnige een ongewoon misdrijf gepleegd D*ar wóonde op een fraai buitenhuis een bierbrouwer met name Holmes. Hij was rijk geweest, maar kon nu nog behoor lijk leven. Onlangs verkocht hij zijn laatste paarden. Over dat geldverlies is hij blijkbaar aan het tobben geraakt. In den nacht nu van Vrijdag op Za terdag heeft hij eerst zgn vro"w in bed doodgeschoten, toen zijn dochter, ver volgens de twee dienstboden. Een van de dienstboden had, naar 't scheen, den kogel in het hoofd gekregen, terwijl zij zich oprichtte, de drie andere slach- offers waren blijkbaar door den slaap geschoten, terwijl zij sliepen. Het lijk van Holmes zelf vond men in een bosch op een kleinen afstand van 't huis, met een schot door 't hart. Uit Washington werd Maandag ge meld Minister Root en Jusserand, de Fran sche gezant, teekenden heden het ver drag, waarbij bepaald wordt, dat elk geschil, hetwelk tusschen Frankrijken „Zooals ik gehoord heb, zal er veel ge zelschap bijeen zijn op Castle Lindsay", begon Elspeth opnieuw. „De Lemontszijn er, en Miss Forsyth, van Castle Gordon, en Lord Graeme's rentmeester met zijn dochters, die pas uit Frankrijk terug zijn". „Loop naar don duivel!" snauwde Douglas. „En de meeste van die jonge Ladys zijn rijk," vervolgde de oude vrouw onverdro ten, „en er zijn er bij di© lief en goed zijn, eu als iemand met zijn oogen dicht een van hen tot vrouw koos, dan was hij toch nog altijd honderdmaal beter af dan om hier als een uil in doodsnood te zitten kniezen." „Hou je mond, gekkin!" schreeuwde de Laird haar tegen, haar driftig den rug toe- keerende. „Ik zal nooit trouwen!" Dit zeggende verliet hij de keuken en ging door het donkere voorhuis naar een andere kamer, even groot en onbehagelijk als de keuken, maar, zij het ook op vrij onbeholpen wijze, tot zitkamer ingericht. Op den vloer lag geen kleeddie was van gepolijst donker eikenhout, evenals de bal ken van de zoldering. Een lange eettafel en ec". p*~*r eiken stoelen volmaaicten het meubilair, behalve een paar verbleekte olie verfschilderijen aan de muur en een p;iar geweren, hengels en netten, die aan een rek boven den schoorsteen waren opgehangen. Een ouderwetsche olielamp, evenals die in de keuken, hing aan de middenbalk. Voor het smeulende vuur lagen eenige honden, een oude jachthond, tandeloos en blind, een paar patrijshonden en een Schotsche herdershond, die opkeken, toen hun meester binnentrad, maar overigens onbewegelijk op hun plaats bleven liggen. Naar het Engelsch, van Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1