Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard. Trouw als goud. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2711. Zaterdag IS Februari. FEUILLETON. 19QS. Verzorging der Oogen. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7*/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Wie tegenwoordig in een groote stad een moderne woning betrekt, legt er voorzeker tegenover zijne bekenden den nadruk op: „Natuurlijk hebben wij elec- trisch lichtEn inderdaaddit soort van licht is gemakkelijk, helder en zin delijk; maar toch alleen zoolang men niets anders doet dan eten en praten. Om er bij te werken, te lezen, en vooral te schrijven, deugt het nietdan is 't voor de oogen beslist nadeelig. Er zijn massa's menschen die zich genoodzaakt zien, bij kunstlicht 't groot ste gedeelte van den dag aan de schrijf tafel of lessenaar door te brengen, om dat er met den besten wil geen goed daglicht kan worden aangebracht; en talloos velen klagen tegenwoordig over aanhoudende hoofdpijn, bederven hun maag door het slikken van poeders, enz., doch vermoeden in de verste verte niet, dat deze pijn een gevolg is van hun lijdende oogzenuwen, totdat een oogarts hen daaromtrent voldoende inlicht. De meeste menschen weten in het geheel niet, hoe oogbedervend en zenuw schokkend het schrijven bij kunstlicht is. Het begrip eener gezonde levens wijze is, helaasnog slechts bij weinigen goed doorgedrongen, anders zouden de ouders niet reeds hunne jonge kinderen bij lamplicht laten werken. De oogen willen geopend zijn wanneer het zon licht doordringt en gesloten, wanneer de nacht aanbreekt. Het allerslechtste bedrijft de groote menigte, doordiea zij halve nachten achtereen bij de petroleumlamp in her meti8ch gesloten kamers zitten te schrij ven, en dan tot overmaat van ramp door dikke wolken van tabaksrook de lucht nog meer verdichten, en, om zich naar lichaam en geest wakker te houden, hun arme zenuwen het schadelijkste vergif toedienen een kop ideale Mokka. Men behoort zich te gewennen, met groote letters te schrijven, want de oogen raken mettertyd wel aan het kleine schrift gewoon, maar ze worden tegelijkertijd ziek, want het onafgebro ken scherpe staren op kleine schrijf letters leidt tot kortzichtigheid. Het is dringend noodicr, onder den arbeid van tijd tot tijd op te zien, dus eene, al is het ook nóg zoo'n kleine, rustpoos te houden, diep adem te halen, en in de verte te kijken, zoo mogelijk 'U geval de plaats en het jaargetijde <>t toelaten, in 't groen. Dat is een goedkoop beveiligingsiniddel tegen kort zichtigheid, en een middel dat iedereen op zich kan toepassen. Ook veelvuldige oogbaden zijn ten zeerste aan te bevelen. I Het schrijfpapier moet dof van kleur, niet te glimmend, en van goede quali- teit zijn, vooral wanneer het aan beide kanten beschreven moet wordenwant zoodra de letters doorschijnen, wordt het oog dubbel vermoeid en geprikkeld. De beste inkt is, wat de kleur be treft, de donkergroene of paarsche. De letters met zwarten inkt op wit papier vermoeien het oog en spannen het te veel in. Men koope nooit „ruikenden" inkt; vooral vermijde men ultramarin- inkt, want ultramarin is een zwaar ver gif: het verdampt, en wordt door ons ingeademd. Wij gewennen ook wel hieraan, maar worden er toch ziek van. j De gewichtigste wet voor het sparen der oogen bij het schrijven is deze zooveel mogelijk bij daglicht en zoo weinig mogelijk bij kunstlicht te schrij ven. Het zachte en toch zoo heldere zonlicht is door geene kunstmiddelen te vervangen; het kunstmatige licht kleurt de voorwerpen en omgeeft ze met een onrustig, flikkerend schijnsel; het laat hoeken, diepten en tusschen - ruimten donker; bovendien is het oog voortdurend aan schrille afwisselingen van licht en donker blootgesteld. Wie slechts eenigszins meester van zijn tijd is, behoort de pen neer te leg gen zoodra de schemering invalt, of zoolang de zon nog niet hoog genoeg staat. De ramen moeten hoog en niet met dichte, dnedikke stoffen behangen zijnook mag het licht niet door tegen overstaande huizen onderschept worden. In de schrijfkamer moet voor gorde luchtverversching, voor bladplanten en herhaaldelijk schoonmaken gezorgd wor den. Het gezondste schrijven zou eigen lijk zijn, dat men met de linkerhand even vlug en gemakkelijk de pen kon voeren als met de rechter. Wanneer men altijd slechts rechtshandig schrijft, behoort men ook steeds zoo te zitten, dat het venster aan de linkerzijde is, en dus altijd alleen de linkerpupil be licht wordt, terwijl de rechter in de schaduw blijft; neemt men dit niet in acht, dan is het gevolg een ongelijke gezichtskracht der oogen. Kon men met beide handen schrijven, dan zou men ook af en toe van houding kunnen verwisselendoch dit gaat nu eenmaal moeilijk. Personen, die genoodzaakt zijn lang en aanhoudend te zitten schrijven in vertrekken, waar gebrek aan daglicht hun best te doen om dit gemis door maatregelen ter bevordering hunner gezondheid in de vrye uren en op de Zondagen te vergoeden. Bovenal moeten zij zooveel en zoo heilzaam mogelijke bewegingen in de open lucht nemen, en daarbij de oogen door den blik op het plantengroen vertrisschen, want niets verkwikt en sterkt het ooglicht meer, dan het levende groen. Bluitenlaiid. ROBERT BUCHANAN. I. (2 Op de tafel lagen boeken en atlassen, en andere boeken waren rondom op den vloer, tegen de wanden, opgestapeld. Door het groote venster, zonder gordijn, in een diepe nis, waarin een wormstekige zitbank van eikenhout was aangebracht, zag men nu en dan het onzekere schijnsel van de maan en het schuimen der verbolgen zee. De storm gierde, de regen plaste op de pannen en het huis trilde nu en dan wan neer een bijzondere nijdige windvlaag op deuren en vensters kwam rammelen. In gedachten verdiept liep Douglas de amer op en neer, zonder dat de hondtn, ie bij het haardvuur lagen te sluimeren, op zijn doen en laten acht schenen te geven. Ongetwijfeld waren zij gewend aan de rusteloosheid van hun meester, want zij deden niet de minste moeite om zijn aan dacht te trekken. Ten laatste bleef hij staan voor een der schilderijen aan den wand, een vrouw voorstellende, bleek en zwak, met droevige, verlangende oogen, die van onder een ouderwetsch kapsel uitkeken; zij hield de in handschoenen gestoken han den gevouwen in haar schoot; haar kleed is, behoorden was van oude brocaat-zijde. Lang en pein zend beschouwde hij deze beeltenis. Deze vrouw was zijn moeder geweest, die hij nooit gekend had. Naast haar portret hing een ander, dat van zijn vader. De trekken geleken sprekend op de zijnen; dezelfde somber heid, dezelfde fronsing van wenkbrauwen, dezelfde diepliggende, toornig kijkende oo gen. Maar toch was er op het gezicht van den ouden Laird van Douglas een uitdruk king, die op dat van zijn zoon gemist werd. Het scheen, of die wilde oogen van binnea verlicht werden door een vonk van uitda gende humor, die ook om zijn lippen speelde En inderdaad, de kunstenaar, die deze portretten had geschilderd, had bijzonder goed gezien, toen hij deze eigen aardigheid van den ouden Laird duidelijk liet uitkomen, want Douglas' vader was berucht geweest voor zijn uitbarstingen van woeste vroolijkheid wanneer de uit bundigheden van een stroef man, als hij, dien naam verdienen kunnen, die hem den naam van „Duiveltarter" hadden doen verwerven. Douglas keek lang naar het portret zijner moeder, maar keerde zich misnoegd af van de trekken zijns vaders. Dan wierp hij zich in een armstoel, nam een boek op en poogde te lezen. Het was een wonderlijk boek, dat hij gekozen had, althans voor een man van zijn aard en karakter, maar het droeg de kenteekenen van vaak gelezen te zijn door zijn eigenaar, het was de „Decamerone" van Giovanni Boccaccio, in het fransch vertaald en voorzien van illustratiën. Het boek viel open bij de bladzijden, die het achtste en negende kapittel van den vijfden dag bevatten en het scheen, Volgens het Spaansche blad El Mundo heeft Dinsdag de minister-president Maura den ministerraad op de hoogte gebracht van een verzoek der Fransche regeering, waarbij Spanje wordt uitge- noodigd, een werkzamer aandeel te ne men in de Marokkaansche zaken, door een troepenmacht te zenden, die iets meer zou kunnen uitrichten dan de Spaansche troepen tot dusverre bij Ca sablanca hebben uitgericht. De Spaansche ministerraad moet lang durig over dit onderwerp hebben beraad slaagd. De uitkomst der beraadslagingen was het besluit, dat Spanje zou voort gaan zich te bepalen tot de inrichting van de politie, welke taak het, te zamen met Frankrijk, op zich heeft genomen bij de akte van Algeciras. Ook de Heraldo maakt melding van het gerucht omtrent oneenigheid tus- schen Spanje en Frankrijk over het optreden van Spanje in Marokko, be paaldelijk bij Casablanca. De Heraldo meent te weten, dat Spanje in zijn ant woord op de Fransche nota heeft beves tigd, dat het zich zal bepalen tot het zenden van de troepen, die de Spaansche vertegenwoordiger in Marokko noodig mocht oordeelen voor het volbrengen van Spanje's taak. Spanje bevestigde, dat het van plan was zich te houden aan de aangenomen gedragslijn: geen daad verrichten, die niet strekt tot uit voering van het mandaat, dat Spanje op zich heeft genomen te Algeciras. In verband met de buitengewone be langrijkheid van deze beslissing van den ministerraad, heeft Maura er de hoofden der voornaamste politieke par tijen in gekend. Door Engeland wordt weer een tuch- tigings-expeditie uitgerust tegen :1e Zakka-Khels, een der roerigste berg stammen in het N. W. van Engelsch- Indië. Deze hebben in den laatsten tijd herhaaldelijk strooptochten onderno men, en de diplomatieke.middelen heb ben blijkbaar gefaald. De stam telt een 4000 strijdbare mannen, en zij hebben nieuwerwetsche geweren. In de bergen kan die macht gevaarlijk worden. Toch hopen de Engelschen het betrekkelijk gauw met hun klaar te spelen, als de andere stammen er zich maar niet mee i moeien. Men heeft hoop van niet, omdat de Zakka-Khels niet bemind zijn onder de geburen. En dan zullen de Engelschen met deze expeditie een nieuwe taktiek volgen, heet het; geen levensmiddelen, enz. van bewoners wegnemen zonder er voor te betalen b.v. (Betalen met schuldbewijzen, door Engelsche officie ren onderteekend, gelijk in den Boeren oorlog, waarvan Chamberlain als minis ter gezegd heeft, dat ze zoo goed zijn als Engelsche bankbiljetten, maar nu nog niet gekweten zijn?). De Engelsche expeditie zal niet heel groot zijn, maar met groote zorg uitgerust worden. Doel van den tocht is waarschijnlijk het Bazardal, al meermalen door de Engel schen getuchtigd. De weg er heen gaat over hooge passen en door bergkloven. De werkloosheid in de Vereenigde Staten blijft nog steeds op ongekende hoogte. De New-Yorksche correspondent van een groot Londensch morgenblad stelt het aantal tijdelijk workloozen in de Unie op weinig minder dan drie millioen. Vooral in New-York is de ellende aanzienlijk. De Daily Telegraph verneemt uit Tokio, dat de Engelsche regeering haren gezant te Peking opgedragen heeft, Ja pan te steunen tegenover China in zake den aanleg van den spoorweg naar Fa- koem6n. Men weet, dat de Chineezen dien willen aanleggen, tegen het verzet van Japan in. De correspondent ver neemt, dat er geene ernstige geschillen meer tusschen Japan en Chine hangende zijn. Wat er nog rest, kan gemakkelijk uit den weg geruimd worden, wanneer de Engelsche regeering hare eigen land- genooten, die in zake de tegen Japan volgehouden aanspraken achter China staan, verloochent. Op den nieuwbenoemden commissa ris van politie te Bakoe, Buschen, is al dadelijk na zijn benoeming een aan slag gepleegd. Toen hij uit den schouw burg kwam, werd een bom naar hem geslingerd. De dader, een gymnasiast uit Tiflis, werd neergeschoten. Uit Sjanghai, die rijke bron voor on rustwekkend nieuws, komen weer twee alarmeerende berichten welke misschien geloof, maar zeker aandacht verdienen. Het eerste bericht behelst de inbe slagneming der lading van een Japansch schip bij Macao door de Chineesche autoriteiten. Het vaartuig, dat van Jo- kohama kwam, was vol geladen met oorlogstuig, bestemd voor Chineesche opstandelingen. De waarde dier lading wordt geschat op 1.000,000 jen. Deze inbeslagneming kon wel een aanleiding worden tot ernstige moeilijk heden tusschen China en Japan. De Bond van Japansche reeders dringt dat dit gedeelte van het boek het meest door zijn gebruiker gelezen en herlezen werd, want het papier was hier beduimeld en de bladzijden zaten vol ezelsooren, ter wijl het overige deel van het boek nog in veel beteren staat verkeerde. De inhoud van deze hoofdstukken is de volgendeAnastasio Onesti bemint een meisje, dat hem niet lief heeft en op een reis naar Chiassi ziet hij een jonkvrouw, die door een jager vervolgd en door honden aangevallen en verscheurd wordt. Het tweede verhaalt de aandoenlijke geschiede- 1 nis van Federigo, die, na alles wat hij bezat 1 ten offer te hebben gebracht aan de vrouw zijner liefde, ten laatste zijn lievelingsvalk slacht en doet bereiden, om aan haar lust naar lekker eten te voldoen. Het kostte Douglas weinig moeite om de regels, die zijn oog ontmoette, te volgen; elke zin, elk woord van deze vertellingen kende hijals met gloeiend ijzer waren zij in zijn geheugen gebrand. Toch las hij ze opnieuw, begeerig, belangstellend, alsof de thema's die de schrijver behandelde, nieuw voor hem waren. Én terwijl hij las versomberden zich zijn trekken nog meer; zijn oogen brandden en om zijn breede lippen speelde een plooi, gelijk aan die, welke zichtbaar was op het portret van zijn vader; maar toch weer geheel verschillend ook, woester, dierlijker, zinnelijker, meer in overeenstemming met het vuur, dat daar brandde in het hart van dien eenzamen man. Waarom verduisterde zich de blik van den man? Waarom trilden zijn lippen als die van een kind, dat verdriet heeft, nu hij deze woorden las? Zijn ontroering werd zoo hevig, dat hij het boek wegsmeet en opspringende, opnieuw begon met de kamer op en neer te loopen. De regen zweepte de vensters en de wind schudde het ver laten huis, terwijl hij, mompelende bij zichzelf overlegde: „Elspeth heeft gelijk. Ik moest daarginds zijn, met menschen verkeeren, en mij niet opsluiten in dit verlaten oord. Ik word krankzinnig, als dit nog langer zoo voort moet gaan. Ginds op de hoeven, en op Lindsay, wordt muziek gemaakt en gedanst, daar is het licht en daar zwieren de jonge meisjes rond in hun zijden toiletjes. Daar wordt gestoeid en gelachen, in de zalen en in de keukens. En wat is mijn deel? Een oud krot om in te wonen en een oude tooverkol tot gezelschap I Geen grooter gek, dan een oude gekl Dertig jaar oud te zijn en zoo kniezerig en zeurig als een ziek kind! Naar den duivel met de vrouwen, uitgezonderd ééne!" Hij hield op eu strekte de armen uit, alsof hij iemand wilde omhelzen. Op dit oogenblik ging de wind liggen en in de stilte die nu volgde, hoorde hij duidelijk het getrappel van paardenhoeven, dat naderde langs het pad. Hij liet zijn armen zinken en luisterde. Bij het getrappel voegde zich nu ook het geluid van menschenstemmen. Men praatte en lachte. Hierop riep een man nenstem op luiden toon, iets wat hij niet verstond, en een heldere vrouwenstem gaf antwoord. Vervolgens hernamen wind en regen op nieuw de heerschappijmaar te midden van het tumult der elementen hoorde hij, tot zijn verbazing, een luid geklop op de voordeur. er op aan dat het schip met de lading zal worden vrijgelaten. De uitklaring is nl. te Kobé op volkomen regelmatige wijze geschiedt, met volle medeweten van plaatselijke politie en haven-auto riteiten. Bovendien zou naar de Japansche reedersbond tenminste beweert door de autoriteiten te Macao toestemming zijn gegeven tot den invoer van wape- pen, bestemd voor de Chineesche op standelingen. Het is echter niet recht duidelijk, wie die „autoriteiten te Macao" zijn. Chineesche douane-ambtenaren Of de Portugeesche bestuurders? Het in beslag genomen wapentuig is vermoedelijk een partijtje van 100,000 geweren, door de Japanners buitgemaakt in den oorlog tegen Rusland. De Japansche regeering heeft zich achtereenvolgens gewend tot de Russi sche en de Chineesche overheid om die geweren ten verkoop aan te bieden. Toen daarop noch van Chineesche noch van Russische zijde was ingegaan, be sloten de Japanners, die wapenen te verkoopen aan zekere Filippino's. De geweren zouden volgens deze lezing altijd dus eigenlijk bestemd zijn geweest om te worden gebruikt tegen Amerikaansche regeeringstroepen, en niet tegen Chineesche regeeringstroepen. Maar het rechte van de zaak is nog niet opgehelderd. Naar luid van het tweede bericht, toont de Chineesche pers zich over het algemeen verontrust over de verande ring in toon en strekking der artikelen over China in de Japansche bladen, sinds de Vereenigde Staten, Canada en Mexico zooveel moeilijkheden in den weg stellen aan de immigratie van Ja panners. Tal van schrijvers in de Japansche bladen en tijdschriften beginnen erop aan te dringen dat nu maar moet wor den overgegaan tot de annexatie van Mantsjoerije. Tevens wordt in Japan een groot plan uitgewerkt, dat beoogt, in Mantsjoerije een groot aantal Japansche oud-gedienden te brengen, die zich daar dan als kolonisten zullen vestigen. Gisteren is in Russisch Polen tusschen Mublin en Janowo een postwagen door tien roovers overvallen. Vijf soldaten, die als bewaking meereden, en de pos tiljon werden doodgeschoten. De roo vers maakten zich met 5000 roebel aan geld en met postzegels uit de voeten. Reuter seint uit Konstantinopel, dd. 11 dezer: Telegrammen uit Wan melden, dat men in de Armenische Kerk daar een voorraad kisten met geweren en dyna miet heeft gevonden. De Tursche soldaten, die de kisten H. Een paar minuten later kwam Elspeth haastig de kamer binnenloopen. „LairdLaird 1" riep zij. ;,kom eens gauw kijken. Er zijn heeren en dames, die naar Castle Lindsay moeten, en die een schuil plaats zijn komen zoeken voor den storm. Mr. Aird is er, de notaris van Dumfries, en twee mooie jonge lady's, maar allemaal zoo nat als katten; en de rijknechts staan buiten, half verdronken, en passen op de paarden, die schichtig zijn van het weer licht.» Terwijl zij sprak kon men het geluid van verscheidene stemmen door de openstaande deur vernemen; daarop dreunde opnieuw een donderslag, zóó zwaar, dat het, heele huis er van trilde. Iemand, die Richard Douglas niet kende, zou ge.lacht hebben, dat hij van Bchrik verstijfd was; hij was zoo bleek als een lijk. „Wat komen die menschen hier doen?" stamelde hij. „Dat is nou ook een vraag 1 Heb je dan niet geluisterd, Laird? Ze zijn door den storm overvallen, toen zij van Dumfries door de heide naar Lindsay reden en daarom zijn ze hierheen gekomen, om vóór het weer te schuilen. God beware ons I ziqfc u dat?" Deze laatste woorden hadden betrekking op een geweldig bliksemlicht, dat de ge- heele kamer scheen te hullen in een zee van levende lichtgolven. Onmiddellijk hier op volgde een ratelenden donderslag, zóó geweldig, dat het leek, alsof een rots door midden was gespleten. (Wordt vervolgd). Naar het Engelsch, VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1