«til» ^8080 M «JBIL^bI1; *80» ^800? MP «I8800w^i^^^ (ML «8^^^808^^^ Het Land van Neusden en Aitena. de Langstraat en de Bommelerwaard. Trouw als goud. ^fgtl ''W Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2732Woensdag 29 April. 1908. FEUILLETON. Moeder-'vakonderwijs. lm VAN ALT EMI VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Onze tijd staat onder meer in het teeken van het speciale onderwijs. Ge lijk vroeger het lager algemeen onder wijs troef was, begint nu speciaal on derwijs troef te worden. En gelijk men vroeger de verwachtingen van dat al- gemeene lageronderwijs wat hoog heeft gespannen, verwacht men nu soms weer te veel van het speciale onderwijs. Na tuurlijk is die beweging van het spe ciale onderwijs uitstekend en neemt men zoo noodig met de goede vruchten gaarne de overdrijving op den koop toe mee. Doch dit neemt niet weg, dat men de overdrijving als dai mogelijk is, moet bestrijden, omdat ook bij het goede het „teveel" een kwaad is. Intusschen eerst moet men voor zichzelf telkens uitmaken of de nieuwe eischen op dit gebied inderdaad te veel zijn. Zoo dringt men in den laatsten tijd herhaaldelijk aan op moederschoten. Is die beweging van moederscholen onredelijk, is zij het resultaat van een overdreven bewondering voor het spe- «etmiale of wil men het vak-onder- Wijs? Of zijn moederscholen instellingen, "ie op den duur niet gemist kunnen orden Velen zullen uit zichzelf geneigd zijn e eerste vraag bevestigend, de tweede ïtkennend te beantwoorden. „Het is al zooveel eeuwen goedgegaan zonder tie scholen, waarom nu ineens weer f3ie nieuwigheid aan te halen?" Zoo uilen velen zeggen. En vele anderen, die de voosheid van zoo'n redeneering gevoelen en zoo'n enormiteit niet zullen durven zeggen, zullen toch, misschien onbewust, eenigszins onder den indruk komen van die redeneering van het 7erstok8te conservatisme. En dat zal te ierder geschieden, omdat de voorstanders van een zaak als deze in hun ijver veelal plegen te overdrijven. „Iemand, die bijen, konijnen ofkip- „pen gaat houden, tracht zich de kennis, „noodig voor het houden van bijen, „konijnen of kippen, uit de boeken te „verschaffen. Doch iemand, die gaat „trouwen en vermoedelijk kinderen zal „hebben op te voeden, doet dat niet." Aldus de aanprijzers van de nieuwe beweging, naar beroemde voorbeelden van Multatuli e.a. De vergelijking gaat echter al te mank. De kennis van het leven, de voeding, de woning en de gewoonten van bijen, konijnen of kippen is geen gemeengoed, die kan men alleen krijgen door daar ROBERT BUCHANAN. (23 „Het kan wel zijn, dat u gelijk hebt," zeide zijmet een zucht„ik althans zou het niet kunnen." „Niet kunnen? En niemand?" „N-en, niemand 1 Ik ben niet in de wieg jfi. vooi martelares, Mr. Douglas." He bent beter, en edeler, Effie, dan je inkt." „O, neen, ik ben niet edel, ik ben zelfs niet goed. U moet mij geen denk beeldige deugden toeschrijven, die ik niet bezit. Alles wat ik begeer is: het leven te genieten, mijn volle aandeel te hebben in wat ik beschouw als geluk, een soort van geluk, dat menigeen misschien niet als zoodanig zou beschouwen." Haar oogen glansden, haar wangen gloei den nog nooit had zij er zoo lief uitge zien als nu. Gehoor gevende aan een dwaze impulsie trok hij haar aan zijn borst; maar ineen oogwenk had zij zich van hem bevrijd en keek hem bleek en bevend en met verwijt in haar blik aan. „Ik heb verkeerd gedaan met hier te komen," liet zij hooren. „Ik zie nu, dat ik hier niet veilig ben." „Niet veilig! - „Ik ben van hst eerste oogenblik af vol over expressievelijk iets te hooren of te lezen. Anders echter staat de zaak met b.v. houden of katten. De uiterlijke voorwaarden voor het welzijn van hon den en katten kent vrijwel iedereen. De noodzakelijkheid om zich een meer speciale kennis van de opvoeding van die huisdieren eigen te maken, is dus bij lange niet zoo dringend. En hetzelfde is zeer zeker waar van kinderopvoeding. Toch valt er op dit gebied natuurlijk veel te leeren, omdat er aan die opvoeding veel te verbeteren valt. Het is dus WHischelijk, dat men de gelegenheid geeft kinderopvoeding te leeren. Doch daarbij ga men nu niet weer te ver. Men probeere niet een zoo moeielijk vak als zuivere paedagogie te popukriseeren. Want daarvoor is het te onbestemd, rust het op te weinig concrete basis. Trouwens men kan de psychische paedagogie ter zijde laten en toch met ons eens zijn, dat er in de richting van speciaal onderwijs in opvoedkunde nog veel, nog alles te doen is. En hiermee zijn wij weer aan ons punt van uitgang: de moederscholen. De voorstanders daarvan zeggenDe groote meerderheid der vrouwen leeren algebra, meet- en aardrijkskunde, koo- ken en huishouden. Doch datgene, wat baar waarschijnlijk het meeste zal te pas komen, „het verzorgen van kinde ren", dat kunnen zij nergens leeren of zij moeten verpleegster in een kin derziekenhuis worden. Tegen deze redeneeriag nu is niet veel in te brengen. Het is waarin stinct en oplettendheid kunnen hier veel gemis aan kennis vergoeden. Bo vendien zijn er de adviezen van andere, meer ervaren moeders. Eu eindelijk worden niet zelden boekjes over deze kinderopvoeding gekocht en bestudeerd. Doch dit alles verandert niet aan het feit, dat men voor een van de gewich tigste denkbare functies het goed vervullen van de opvoedingsplichten der moeder geen opleiding kan krij gen. En dat dit niet goed is, zal men toch nauwelijks kunnen tegenspreken. Wij zouden dan ook de vraag of de opleiding voor het moederschap moet georganiseerd worden, bevestigend wil len beantwoorden. Hoe dan zulk een opleiding ingericht zouden moete worden? Wij moeten het antwoord op deze vraag aan meer deskundigen overlaten. Wel kunnen wij hierop een antwoord komen oprecht tegenover u geweest. Ik kan nooit van u houden, op de wijze, zoo als u dit verlangt. Hoe dikwijls moet ik u dit verzekeren Hoe dikwijls moet ik u zeggen, dat ik niat verkies, dat u mij aan raakt." „Ik zou liever sterven, dan „Dat is niet noodig, als u mij maar met rust laat. Ik hoop. dat u dit nu be grepen zult hebben." „Maar waarvoor ben je dan toch bang Je geweten zal je Mijn geweten? Ik heb geen geweten. Ik geloof, dat ik anders ben, dan andere vrou wen. Andere vrouwen zouden allicht ge vleid zijn en bewogen door als het woord het juiste is, uw toewijding. Ik niet mij laat ze koud, meer nog, zij stuit mij tegen de borst." Zij liep heen en weer en ging eindelijk weer zitten op den armstoel bij de haard. Een laoge pauze volgde, een eeuwig heid naar het scheen voor den man, die was neergesmakt en ter aarde geworpen door de meedoogenlooze wreedheid van Effie's woorden. Effie was met haar gedachten bij Arthur Lamont en diens jonge vrouw. Maar ten laatste kon Douglas het niet langer uit houden en hij vroeg: „Waarom ben je hier gekomen Waar om hebje me niet met vrede gelaten, Effie „Als n liever hebt, dat ik heenga, dan ',Neen, o, neen, dat verlang ik niet. Ik verlang niets, ik wensch niets eer. Je hebt al mijn verlangen en be geert' en in mij gedood, Effie." Vergeef het mij," zeide zij zacht, terwijl tranen in haar oogen opwelden. „Ik moet u altijd verdriet dóen; maar u weet, wat de oorzaak is." vinden in een brief van de directrice van een Münchener kinderziekenhuis, aan een meisje van haar kennis over dit onderwerp. Het meisje had gevraagd: „Maar wat zou ik er aanhebbeneeni gen tijd in uw inrichting door te bren gen En daarop antwoordt de direc trice „Evenals de meeste andere meisjes denkt u er over eens te trouwen. U wilt en zult, naar te hopen is, eens als jonge moeder aan het bedje van een kind staan. Zult gij dan weten, wat het wezentje, dat daar ligt, Doodig heeft en hoe het behandeld moet wor den? En indien gij het weet zult gij dat dan in praktijk kunnen bren gen Moet gij niet om dit te kunnen doen, al eerder eens zoo'n hulpeloos schepseltje als een zuigeling is in han den gehad hebben, geleerd hebben het aan te pakken en het te verplegen? Want zonder geleerd te hebben, kunt gij ook dit niet doen. En wanneer men het uitstekend doen wil en het zoo goed mogelijk verplegen wil, is dat leeren lang niet zoo gemakkelijk. Tijd en geduld, terechtwijzing en onder vinding is daarvoor noodig. Gij hebt z«ker wel eens van kindertjes gedroomd. Maar hebt gij ook wel eens over kin deren gedacht? Eu toch van droo- men moet gij tot denken komen, wil het in de harde werkelijkheid goed gaan. „Haar lievelingsmeubeltjes eu het fijne glaswerk maakt' de jonge vrouw zelf schoonDaaraan mag niemand ko men. Haar kind daarvoor zorgt de baker, of de verpleegster, of het kindermeisje. Maar dat kind beteekent toch rimer dan die meubeltjes of dat glaswerk? En toch heeft zij niet ge leerd deze breekbare waar goed aan te pakken. Ja, zij kan niet eens beoor- deelen of de verpleegster, of het kinder meisje het goed doet „En die heel kleine kinderen vragen meer, dan uitsluitend materieele ver zorging. Indien gij hun in de oogen kijkt, ziet hoe zij de handjes draaien, zich bewegen, zich trachten verstaan baar te maken, dan zult gij begrijpen, dat de ziel al heel, heel spoedig voor indrukken uit de omgeving vatbaar is. Zoo behoort ook het kleinste kind al in de handen te zijn van een door ervaring begrijpende moeder, in elk geval van een goed geschoolde verpleeg ster, die kinderen heeft leeren begrij pen. Kinderen verplegen, kindereu be grijpen, met kinderen leven, haar plicht in het huisgezin op dit punt vervullen ziedaar, wat het jonge meisje zou moeten leeren. En bovendien de keuken voor zieken en zwakken, de moderne zuigelingen keu ken, een inzicht in de samenstelling en de fnoctiën van zoo'n lichaampje, ziekenverzorging en eerste i hulp bij ongevallen ziedaar een aantal vakken, waarin de toekomstige moeder zich zou hebben te bekwamen.... Wij zullen den brief niet verder vol gen. De zaak spreekt nu voor zichzelf. (A. C jBnlteniand. Volgens een bericht uit New York heeft Vrijdag in sommige stee ken van Alabama, Missisippi en LoüMana een hevige wervelstorm gewoed. Het blijkt, dat er plotseling een groot aantal windhoozen ontstonden, waar door zulke ontzaggelijke stofzuilen wer den opgezogen, dat de zon erdoor ver duisterd werd en de ernstige tooneelen zich in het halfdonker afspeelden. De storm nam in hevigheid toe, hoornen vielen om, de licht gebouwde houten huizen stortten het een na het andere in; de puinhoopen gaven juist de rich ting aan door den alles vernielenden orkaan genomen. Het huilen van den wind werd overstemd door het hulp geroep der gekwetsten en dergenen die in de verwoeste huizen opgesloten wa ren;^ boven alles uit klonk het gegil van vrouwen en kinderen. De meeste dooden zijn negers, wier hutten als kaartenhuizen boven hun hoofden in elkaar stortten. Groote scharen negers knielden in het veld neer, baden en zongen. Het plaatsje Almite in Louisi ana is geheel weggevaagd het aantal dooden wordt daar op 50, dat der ge wonden op 75 geschat. In Purvis (Mis sisippi) zijn 50 negers en 30 blanken omgekomenvan het dorp zelf staat geen huis meer overeind. In de streek van Natchez worden 60 dooden ge meld, enz. Bij Natchez baande de storm zich een weg van 300 M. breedte de hoogste boomen werden als gras halmen afgemaaid. Het telegrafische verkeer is natuurlijk nog gebrekkig, zoodat volledige bijzonderheden ont breken. Meu vreest echter, dat de eerste berichten heelemaal niet overdreven zijn. Zijn loyale natuur verhief zich tegen deze bedekte, maar hem zoo welbekende belee- diging. „Ik ben, wat je van mij gemaakt hebt, Effie Hetherington," zeide hij eenvoudig en waardig. Bedoeld u, Laird, dat ik u aangemoe digd heb?" „Ja zeker, je hebt mij aangemoedigd, Effie. Niet met woorden, neen, de vrouwen verstaan de kunst, om met woor den te liegen, hun slachtoffers in de war te brengen en hen te bedriegen. Maar je oogen, je bekentenissen, je kleine nuk ken, en weet ik wat al meer die hebben gedaan, wat je woorden schenen te weerleggen. Ik bid God, Effie, dat hij je het verdriet moge besparen, dat ooit iemand met jouw hart moge spelen, als jij gedaan hel t met het mijne. Die laatste woorden troffen doel en het meisje sidderde; zij werd bleek en drukte haar hand op haar hart. IJlings snelde hij op haar toe, want zij scheen op het punt van in zwijm te vallen. Maar snel herstelde zij zich en stond op, over al haar leden bevende. „Ik ga naar huis," liet zij hooren. „Maar laat mij je dan nog eerst iets ter verfrissching voorzetten, Effie. Het is een heel eind van hier naar Castle Lindsay, en, misschien „Ik heb niet ontbeten," gaf zij te verstaan „alleen een kop thee. Als het u niet te veel moeite kost, zou ik graag iets te eten hebben, een beschuit, een stuk brood, of iets dergelijks." Hij keek haar een oogenblik aan, alsof hij haar niet begreep en ging toen de kamer uit. Een oogenblik later keerde hij terug, met een bord, waarop brood, boter en koud vleesch. „Het is het beste, wat ik heb," liet hij verontschuldigend hooren, terwijl hij het voor haar op tafel plaatste. „O, maar dat is meer dan voldoende I" riep zij glimlachend uit. „Wat veroorzaak ik u een last, niet waar? Maar dat komt omdat ik geen nimf ben en niet van de lucht kan leven." Zij at met smaak en, omdat hij er op aandrong, dronk zij ook een glas wijn met water. De wijn was de laatste van een partijtje oude Madeira, die eenmaal aan zijn vader had toebehoord. „Wil ik uw paard voorbrengen?" vroeg Douglas koeltjes. Er is nog geen haast bij, u van mij ontslagen wenscht te zijn, Laird. O, Mr. Douglas, hoe komt het toch, dat wij altijd twisten?" vroeg zij, op klagenden toon. „Ik heb zoo'n behoefte aan een trouw vriend en u wilt mij niet toestaan, dien vriend in u te vinden." j „Ik zal altijd uw vriend zijn, altijd!" „En zult ge me dan niet haten, om wat ik u gezegd heb „Haat woont nooit samen met liefde," antwoordde hij en terwijl hij sprak ver spreidde zich een wolk van hopeloos ver driet over zijn trekken. „Je kunt op mij vertrouwen, Effie, in leven en dood." „Houdt u dan zooveel van mij „Laat dat nu maar onbesproken. Roer dit onderwerp niet meer aan, want het j maakt mij krankzinnig. Beproef mijn vriendschap, zooals je het noemt, ik ben bereid." Zij keek hem aan en haar boezem zwoegde. „Misschien, dat ik eens een beroep op u kom doen „Als ooit die dag mocht komen, Eme, ten over de vijfhonderd. Het aantal gekwetsten is nog aanzienlijk hooger: de bladen schrijven van over de dui zend gewonden. In den staat Louisiana werd een ne gerin door de warrelende luchtzuil ge grepen en honderden meters ver door de lucht geslingerd, waarbij haar het hoofd van de romp werd gescheiden. In Missisippi werden van een spoorlijn de rails over een lengte van honderd veertig M. weggerukt. Er schijnen vijf afzonderlijke torna do's aan het werk te zijn geweest. Te Purvis, een klein plaatsje in den Staat Missisippi zijn 80 personen omgekomen. In Atlanta zijn 250 dooden en 400 ge wonden. De Engelsche kruiser „Gladiator" om het van Southampton naar New-Y wk vertrokKen Amerikaansche stoom schilt „Saint Paul" zijn Zaterdagmidd hij een verblindenden sneeuwstoi m Ut hoogte van het eiland Wight mot ei kaar in aanvaring geweest, waardoor het oorlogschip zonk. Velen der op varenden klommen naar de hooglig gende zijde van den kruiser, dit: daarop aan den grond werd gezet Hierdoor konden de meesten der opvarenden worden gered en volgens ambtelijke mededeelingen zouden dan ook in bet geheel slechts 3 man van de „Gladiator" zijn verdronken, terwij! bovendien nog een luitenant wordt vermist. De eerste berichten spraken van 35 omgekomehen. De „Saint Paul" keerde met be schadigden boeg naar Southampton terug. Het verbond van Enselsche scheeps bouwers heeft een kennisgeving laten aanslaan op de werven aan de Noord oostkust, te Barrow en aan de Clyde, waarbij arbeiders bij verschillende pa troons worden uitgesloten. De uitsluiting wordt met 2 Mei van kracht en treft 80,000 man. In de berichten uit Marokko komt eenig leven. Vooreerst hebben de troe pen van generaal d'Araade, in den om trek van Casablanca, weer eens gevoch ten. Meer belangstelling dan deze ge vechten verdienen de berichten omtrent hetgeen er gebeurt nog een eindje ver der landwaarts in dan de Fransche troepen komen. Is de tegensultan Moe- lai Hafid werkelijk op weg naar Meknes •en naar Fes? De Fransche consul te Casablanca heeft vernomen, dat Moelai Hafid bij den stam Oelad Mhammed vertoeft. Deze stam is een afdeeling van de Asjakh, die wonen in de bergen, grenzende aan het land, waar generaal d'Amade tegenwoordig den vrede ge liet Douglas hooren, kalm en elk woord duidelijt en langzaam uitsprekende, „als ooit die dag mocht komen, herinner je dan, hetgeen ik nu zeg: Als je ziek bent, of in ellendeals alle deuren voor je gesloten mochten zijn als vriend noch maag je een schuilplaats willen geven (hetzij dan met of zonder schuld) kom dan tot mij, en ik zal bereid zijn. Wat ook moge veranderen, ik zal, zoolang ik leef, dezelfde blijven. Vertrouw mij, Effie, vertrouw mij en bouw vast op mij, dat moogt en dat kunt ge doen. Want ik zweer je, mijn kind, mijn lieveling, dat je bent het licht mijner oogen, mijn wereld, mijn teven, mijn alles!" Vast, kalm, bijna zonder een trill?ne in zijn stem was waar te nemen geweest Imd hij deze verklaring uitgesproken, en tik woord, elke syllabe had zich vostg- lf<_o| in de gedachtenis van het meisje, dat niet groote oogen en bevende van ontroering had toegeluisterd. Hij stond daar, groot en forschzijn karakter blonk uit in hoogheid, ver boven haar ei 'en aard zij bewonderde hem. Opeens reikte zij hem haar beide handen hij sloot die in de zijnen en <1 rukte ze zachtjes, maar bleef zich beh"erschen. Toch, als hij toen. op dat oogen blik, haar aan zijn borst gedrukt had zou zij zich niet verzet hebben, zou zij zich, in de volheid harer bewondering gegeven hebben, gelukkig, tevredenniet door liefde gedreven, maar onder den in vloed van zijn kracht en zijn wil. Maar het oogenblik ging voorbij, om nooit terug te keeren. IIVIIWUM A A Naar het Engehch, VAN i In aansluiting op het bovenstaande kan nog worden medegedeeld, dat de ramp van nog veel grootei omvang blijkt te wezen dan aanvankelijk werd aangenomen. Het aantal dooden, dat i tengevolge dezer ramp valt te betreu ren, bedraagt blijkens de laatste berich (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1