el Land van Hensden en lllena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Trouw als goud. SCHOOLARTSEN. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2736Woensdag 13 Mei. 1968. FEUILLETON. LAÏNÏD VAM ALTÉN* VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verbooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke reg< 1 meer 778 ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Bij de toelating tot de school, bij de schoolgaande kinderen, bij het op geven van het huiswerk is, ons m- ziens, voldoende aangetoond, dat ge neeskundig advies van groot belang, ja zeer noodzakelijk is ter bescherming van het kind tegen de nadeelen, die uit den aard der zaak aan het onder wijs verbonden zijn. Nog meerdere on derwerpen zyn er op te sommen, waarbij de raad van een deskundige zeer veel nut zou kunnen stichten, als daar zijn de indeeling der schooluren, het begin van den schooltijd, de pauzen, de va- canties, het gymnastiekonderwgs, etc., maar het zou ons te vèr voeren, alle deze punten aan eene bespreking te onderwerpen. Uit de artikelen over de toelating tot de school en de school ziekten blijken al meer dan voldoende de voordeelen, die geneeskundig school toezicht opleveren. Vele autoriteiten op het gebied der schoolhygiene hebben al voor jaren verklaard, dat een voortdu rend medisch toezicht op en onderzoek van de schooljeugd eene noodzakelijkheid was. Zal dergelijk toezicht echter aan alle te stellen eischen voldoen, dan wordt daarvoor verlangd de aanstelling van speciaal daarmee belaste geneeskun digen. Zoo wordt dan de functie van schoolarts in 't leven geroepen. In vele plaatsen in het buitenland bestaan deze betrekkingen al jaren. In Parijs werd in 1884 de regeling ingevoerd. De stad werd verdeeld in schooldis tricten, elk van 1520 klassen. Met den medischen schooldienst werden be last een inspecteur met 126 geneeshee- ren. Ieder arts had 12001800 kinde ren onder zijne hoede en minstens twee maal per maand moest hij de school inspecteeren en de zieke kinderen on derzoeken. Noorwegen maakte in 1891 het ge neeskundig schooltoezicht verplichtend. Brussel heeft sinds 1874 zijn spe ciale schoolartsen, welke minstens drie maal psr maand schoolinspecties moeten houden. Sinds 1896 zyn er 62 school artsen, wier werkkring zeer uitgebreid is. Iedere week moet minstens een uur inspectie in de school gehouden worden, en een uur disponibel zijn ter bespre kingen met onderwijzers. Men heeft hier zeer gunstige resultaten. In Antwerpen, Luik en andere plaat sen van België is de schoolartsenkwestie op soortgelijke wijze geregeld. Boven- ROBERT BUCHANAN. (27 Elspeth was nog meer verbaasd. Werk tuigelijk sprak zij na: „Miss Hetherington is hier 1" );ja? en ze is zieken ongelukkig," ver volgde Douglas. „Arm kind!" betuigde Elspeth. „Wat scheelt er aan En hoe komt ze er in Godsnaam toe, om in zulk hondenweer hier te komen „Dat," liet Douglas hooren, „zal je straks wel zien en hooren. Ze is in mijn zitkamer; breng haar in mijn eigen kamer en help haar te bed. Maar behandel haar voor zichtig, Elspeth, en wees lief voor haar I" „Waarom zou ik niet goed zijn voor het arme meisje vroeg Elspeth, die door deze bijzondere aanbeveling nog meer in de war gebracht werd. „Ik zal maar eens gaan kijken." Toen het tweetal de zitkamer binnen trad bewoog Effie zich onrustig op haar stoel. „Wel lieve deugd suste de oude vrouw meewarig; „huil toch niet zoo, Missie, huil toch niet zoo! O, kindlief, wat ben je nat," ging zij voort, terwijl zij begon met het haar van het meisje, dat losgeraakt was, op te binden. „Ga maar mee, naar de kamer van den Laird. Je zult het best doen, met stilletjes onder de dekens te dien wordt in vele openbare scholen nog les in de hygiene gegeven. Zweden begon er mede in 1863 doch toen moest de medicus slechts onder zoeken of het schoolkind gymnastiek mocht doen. Sinds 1878 zijn echter werkelijke schoolartsen aangesteld. In de verschillende Bondstaten van het Duitsche rijk is het instituut der schoolartsen op verschillende wijze in gericht, doch de grootere gemeenten hebben toch alle dergelijke ambtenaren. Zwitserland, Servië, Oostenrijk-Honga- rije, Rusland, Roemenië hebben allen 't voorbeeld min of meer uitgebreid ge volgd. Niet alleen Europa bezit echter deze instelling, ook Amerika blijft niet achter. In New-York zijn ongeveer 300 schoolartsen, welke ieder 1000 kinderen onder zich hebben. De scholen worden dagelijks bezocht en de door de onder wijzers aangewezen kinderen aan een onderzoek onderworpen. Boston stelde in 1890, Philadelphia, in 1892 zijn amb tenaren aan, Chili doet sinds 1888 mee, evenals Argentinië. In Buenos-Ayres werd in 1884 de stoot tot aanstelling der schoolartsen gegeven door 3 doe toren, die zich vrijwillig aanboden. Toen het nut van het toezicht duidelijk bleek, werden direct de noodige ambtenaren in functie gesteld. Japan kan in deze zaak menig Europeesch land tot voor beeld strekken, sinds 1898 is het toe zicht op de scholen wettelijk geregeld. Alle gemeenten boven de 5000 inwoners zijn verplicht schoolartsen aan te stel len, wier instructie nauwkeurig is om schreven. Gemeenten van minder dan 5000 inwoners kunnen vrijstelling be komen. Zelfs Caïro heeft sinds 1882 zijn schoolarts met 2 assistenten ten behoeve van 5000 scholieren. In Augustus 1907 is te Londen het tweede internationaal congres voor schoolhygiene gehouden. Sir Lander Brunton, de voorzitter van het congres, beschouwde de medische schoolinspectie als het belangrijkste punt van het con gres en noemde het den hoeksteen van lichamelijke opvoeding. Hij wees er op, dat ter wille van het lichamelijk wel zijn van het schoolkind het onderwijzend personeel hand in hand moet gaan met de geneeskundigen. Wanneer men klaagt over geldgebrek, dan is het beter, zoo sprak hp, het voor pensionneeren van ouden van dagen gevraagde geld liever voor de jeugd te besteden, zoodat deze in staat gesteld wordt, zich door goede gezondheid en hygiënisch leven g^du- kruipen, terwijl uw kleeren gedroogd wor den. Je kunt dan rustig gaan slapen tot morgenochtend en de Laird zal wel iemand vinden, die naar het kasteel kan gaan, om bericht t# brengen, dat u goed en wel onder dak zijt." „Mij dunkt, je moest eerst even vuur aanleggen," meende Douglas. De oude vrouw ging sloffend heen, om te doen zooals hij verlangde en in dien tusschentijd bracht Douglas het meisje naar de andere kamer. Een vloed van gedachten bestormde hem, terwijl hij haar daarheen leidde. Schande en ongeluk hadden haar tot hem gedreven maar toch, zij was er, zij hing van hem af, zij had zich aan hem toevertrouwd, op genade of ongenade, terwijl zij wist, dat hij bij voort during kamp voerde met die wanhopige liefde voor haar, die hem zoo bitter had doen lijden. Elspeth had het vuur aangelegd en Dou glas maakte zich gereed, om het vertrek te verlaten. Maar eensklaps greep Effie met beide handen zijn arm, als in wanhoop. Zij was bang om alleen te blijven met de oude vrouw. Zachtjes maakte hij haar handen los. Een wilde, dwaze vreugde was op zijn trekken te lezen en haastig wendde hij zich af, vreozende, dat zij zijn gewaar wording zou opmerken. Hij verliet het huis en stapte in den donkeren nacht op en neer, als een schild wacht op post. Het sneeuwde niet meer en behalve een zware wolkbank, in het westen, had de wind den hemel schoonge veegd. De koude nachtwind verkoelde zijn slapen en deed hem goed, omdat hij zijn gemoed tot kalmte stemde. Met wilde gebaren en onophoudelijk tot zichzelf sprekende stapte hij af en aan. De wetenschap, dat Effie zich onder zjjn dak rende den tijd van arbeid, pensioen te verschaffen voor den ouden dag. Bij het parlement van Engeland was op dien tijd juist een wetsontwerp in behande ling betreffende het geneeskundig on derzoek in de lagere scholen, waarbij een zeer groot aantal schoolartsen zal worden aangesteld. Door verschillende sprekers uit alle Europeesche landen werd eenstemmig het nut van den schoolarts aangetoond. In de eindzitting van het congres werd betreffende de schoolinspectie de vol gende motie aangenomen: „Aangezien het in stand houden en de ontwikkeling van de gezondheid en kracht van school kinderen een onderwerp van toenemend belang is, en aangezien proefnemingen in alle groote steden het belang van medische schoolinspectie hebben aange toond, worde besloten, dat in elke stad of gemeente een volledige voorziening zal plaats vinden, zoowel voor de hy giënische inspectie der scholen als voor geneeskundig onderzoek der schoolkin deren, welk laatste zich niet alleen be paalt tot besmettelijke ziekten maar ook tot ooren, oogen, tanden, keel, neus en algemeenen lichamelijken toestand". Ons dunkt, men heeft geen verdere bewijsvoeringen meer noodig om over tuigd te wezen, dat het instituut school artsen nuttig is. Waar in zoo tal van gemeenten het voordeel is gebleken, is verder betoog overbodig. Hoe staat de zaak in Nederland Zoo hier en daar is men reeds overge gaan tot het aanstellen van medische ambtenaren, maar men kan ze tellen. Zelfs in onze grootere steden is deze zaak nog niet afdoende geregeld. Den Haag, een onzer voornaamste gemeenten, heeft sedert twee jaren één schoolarts, terwijl op uitbreiding van het personeel in de naaste toekomst nog geen zicht is. In 't algemeen moet men zich nog tevreden stellen in ons dierbaar vader land met de verordeningen, vervat in bijlagen van de wet op 't lager onder wijs. Deze nu geven in enkele opzich ten waarborgen voor goede hygiënische inrichting der scholen, maar zijn in 't geheel niet voldoende. Verder wordt het kind beschermd tegen sommige be smettelijke ziekten, bepaald in de „wet houdende voorzieningen tegen besmet telijke ziekten." Ongelukkerwijze is in verband met den tegenwoordigen stand der hygiëne en bacteriologie, deze wet geheel verouderd, en eischt dringend herziening. Van een medisch toezicht wordt in de Nederlandsche wetten ner- bevond, hulpbehoevend, vertrouwende op zijn belofte, vervulde hem met woeste blijdschap, maar die blijdschap werd zeer getemperd door een gevoel van mach- telooze woede, wanneer hij dacht aan den ellendeling, die zich niet ontzien had, om zich te vergrijpen aan de onschuld en de reinheid van zijn ideaal. Wie was hij Waar was hij Douglas zwoer de plechtigste eeden, dat hij den onverlaat zou straffen, zooals hij verdiende, wanneer het hem ooit gelukken mocht, zijn naam te weten te komen. Al zouden werelddeelen zich stellen tusschen hem en den verderver van zijn lieveling, hij zou niet rusten, eer hij hem gevonden en zijn eerloos hart met een kogel doorboord had. Medelijden en woede streden om den voorrang in zijn geest, maar allesoverheerschend bleef het gevoel van blijdschap, dat zijn dak haar mocht be schutten, die zijn oogappel was. Elke omstandigheid, die hem en Effie had te zamen gevoerd, liet hij de revue passeeren in zijn herinnering,elk woord, eiken blik herdacht hij. En nu was zij daar, daar in zijn huis, overgeleverd aan zijn genade. Toen hij het huis weer binnentrad trof hij Elspeth in de keukenzij wachtte blijkbaar op hem. Hun oogen ontmoetten elkaar en hij wist, dat de oude vrouw Effie's geheim ontdekt moest hebben. „Wel," vroeg hij, „is zij te bed." „Ja," antwoordde de oude vrouw bitter, „zij is te bed, in hetzelfde bed, waarin uw brave moeder heeft geslapen, Laird, en waarin u geboren ia. Schaamt ge u niet, Laird o' Douglas, dat u mij genoodzaakt hebt, haar daar te brengen „Neen," gaf de Laird ten antwoord, „en houd nu maar verder je mond." gens gesproken. Men is hier te lande nog niet genoeg doordrongen, dat deze zaak een nationaal belang is, en minstens even spoedig en afdoende ge regeld dient te worden als andere sociale vraagstukken. Men moet bedenken, dat men hier te doen heeft met toekomstige vaders en moeders, die het hun geleerde bij hunne kinderen in practijk zullen brengen. Juist in de gezonde lichame lijke en geestelijke opvoeding der jeugd ligt de kracht van een volk, zij is het I beste middel om een krachtig geslacht te krijgen en het beste wapen tegen ziekten van lateren leeftijd als tubercu lose, enz. Laat ons hopen, dat in Nederland spoedig de medische staatsinspectie wordt vastgesteld en geregeld, dat aan de lichamelijke opvoeding bij het onderwijs een grootere plaats zal worden inge ruimd, en dat meer zorg zal worden gewijd aan de kinderen, die door lichaamsgebreken, ziekten en geestelijke afwijkingen, in het bijzonder de aan dacht verdienen. Buitenland. In ons vorig no. hebben wij reeds in 't kort het een en ander medege deeld over een afschuwelijke moord partij te Laporte, waarover thans meer uitg breide bijzonderheden aan het daglicht komen welke wij hieronder laten volgen Zoo men weet, is Laporte een stadje in den staat Indiana. Niet ver van het plaatsje lag een boerenwoning met daarbij behoorende terreinen, hetwelk werd bewoond door een juffrouw Guiness, die het bedrijf van huwelijks makelaarster uitoefende en zich afgaf met allerlei zonderlinge transacties voor lieden, die iets wilden gedaan hebben waar een luchtje aan was. Deze juffrouw is, voor zoover men kan nagaan, tweemaal gehuwd geweest. Haar beide mannen zijn echter onder verdachte omstandigheden overleden. Men houdt het er nu voor, dat no. 1 werd vergiftigd en dat no. 2 is over leden aan de gevolgen van een slag op het hoofd met een vleeschmes. Na den dood van haar tweeden man, plaatste de weduwe een advertentie, waarin zij haar wensch te kennen gaf, in het huwelijk te treden met een bemiddeld man. Dit leidde tot onder handelingen met en bezoeken van den tamelijk welgestelden Andrew Held- green, uit Aberdeen in Zuid-Dakota. Welnu, het lijk van dezen man is te voorschijn gekomen uit een tuingraf bij de hoeve. Ongeveer een week ge- 1< „Ik zal mijn mond niet houden," zei Elspeth onverschrokken terug, „en wat meer is, ik verkies niet de helpster te zijn van je liefje, Laird." „Van mijn liefjeriep Douglas uit, alsof dat woord hem plotseling een nieuw gezichtspunt opende. „Als ze uw liefje niet is, wat de lieve Hemel geve 1 dan is ze het liefje van een ander man. Wat doet ze hier Is er geen gasthuis in Dumfries, of geen herberg in het dorp Wat moet ze bij ons zoeken, terwijl ze toch begrijpen kan, dat zoodoende de heele wereld haar schande te weten komt." Het gezicht van den man werd asch- grauw en verschrikkelijk om aan te zien. „Wil je nu stil zijn?" schreeuwde hij. „Als je van plan bent op die manier voort te gaan, ga dan de deur uit „Dat zal ik ook wel doen, Laird, want in dit huis is geen plaats meer voor een fatsoenlijke vrouw," en sloffende begaf zij zich naar de deur. „Neen, je blijft hierl" liet Douglas hooren, haar arm grijpende. „Je ratelt door als een krankzinnige. Ala ze als ze nu eens een getrouwde vrouw was." „Dat is ze niet, ze draagt geen trouw ring." „Dat is geen bewijs van het tegendeel. „Goed, maar welk getrouwde vrouw zou bij nacht en ontijd uren ver komen geloopen naar het huis van een vreemden man, wanneer zij op het punt staat om moeder te worden?" „Het doet er niet toe, ze is hier en ze blijft hier," was het antwoord. „Als je geen medelijden hebt met de vrouw, denk dan aan het wichtje, dat toch geen schuld heeft. Doe wat ik vraag Elspeth, en help i haar." De oude vrouw keek hem vol verbazing leden brandde de woning af. In ie puinhoopen vond men de verkoolde lijken van drie kinderen van juffrouw Guiness en een vrouwenlijk zonder hoofd! dat men vermoedde bet verminkte stoffelijk overschot te wezen van juffrouw Guiness zelf. De politie acht het echter nietr onmogelijk dat de vrouw nog leeft, en zelf den brand heeft gesticht. Anderen blijven bij hun opvatting, dat zij wel degelijk is omgekomen en dat de brand is ge sticht door den opzichter der hoeve, Lamphere, haar vermoedelijken mede plichtige en minnaar. De misdaden welke op de hoeve werden gepleegd schijnen fe kunnen worden gebracht onder drie rubrieken. De eerste was die van het lokken van mannen met eenig fortuin, door mid del van de volgende advertentie „Rijke jonge vrouw, van goed uiter lijk, eigenares van een groote hoeve, wenscht in briefwisseling te treden met gefortuneerd beschaafd heer Doel het aangaan van een huwelijk." Kwam zoo'n briefwisseling tot stand, dan begaf de huwelijkscandidaat zich al gauw eens naar de hoeve om de jonge dame en haar bezitting eens op te nemen. Niet altijd echter, keerde hij huiswaarts. Velen dier bezoekers werden voor goed ter ruste gelegd in een kuil, ergens in den tuin. En, naar de opgravingen nu hebben aan het licht gebracht, kenmerken de lijken van deze ongelukkigen zich alle door een klein rond gaatje in den schedel. Een tweede klasse van misdaden was de, helaas niet zeldzame kindermoord. Ouders, of verwanten die een kind te hunnen laste hadden en „er van af wilden", konden bij juffrouw Guiness terecht. De kleinen bleven er logee- ren, voor altijd, maar onderden grond. Dan gelooft de politie, dat men op de hoeve nog een andere winstgevende zaak dreef: het wegmoffelen van lijken, die eenvoudig per koffer uit Chicago gestuurd kwamen. Die lichamen gingen dan in den noodlottigen tuin onder den grond. Maar veimoedelijk bevindt zich onder de woning een gemetselde kelder met ganschelijk niet onschuldigen in houd. Een jaar of twee geleden is er aan den kelder gebouwd. Daarbij is veel ongebluschte kalk gebruikten nu vree zen de politieautoriteiten, dat ook bij die gelegenheid lijken zijn verdonkere maand. Onder de herkende slachtoffers van juffrouw Guiness moet ook haar 18-jarige pleegdochter, Jennie Olsen, worden gerekend. Anderhalf jaar gele den verdween zij plotseling; naar de pleegmoeder zeide was zij op kostschool gedaan te Los Angelos. Deze Jennie Olsen moet ook haar rol hebben ge speeld; zij schijnt vroeger als lokvink aan. Zij kende zijn karakter door en door en begreep hem nu niet. „Dat mij zooiets moet gebeuren op mijn ouden dag;" jammerde de vrouw „Ik zal uw zin doen, Laird, zooals ik altijd gedaan heb, mijn leven langen de lieve Heer moge het mij vergeven, als ik meer ge geven heb om u, dan om mijn eigen goeden naam en om den goeden naam van dit huis, dat zooveel jaren lang mij een schuil plaats heeft geboden. „God zegene je, Elspeth," riep Douglas met bevende stem. Elspeth verliet de keuken, en de Laird, na lang en in groote opwinding zijn zit kamer te hebben op en neer gestapt, ging ten laatste weder zitten in zijn.,armstoel bij den haard. Daar zat hij langen tijd, zonder zich te bewegen en luisterde met inspanning naar elk geluid, dat de doodsche stilte kwam verbreken. Hij wist, dat zijn oude dienstbode, in de kamer naast de zijne, getrouw haar plicht zou doen, al deed zij het ook met tegenzin, eh dat zij met moederlijke zorg zou waken over het ongelukkig meisje, dat zien op zulk een buitengewone wijze aan zijn bescherming was komen toevertrouwen. Gedachten en gewaarwordingen vierden een dollen heksen dans in zijn overspannen brein, terwijl hij daar zat en luisterde. Elspeth kwam weder binnen. „Zij lijdt ontzettend," begon de oude vrouw, haar best doende, om haar stem barsch en hard te doen klinken, wat haar maar half gelukte. „Je hebt in je jonge jaren voor dokter geleerd, Laird. Is er misschien iets in huis, dat haar goed kan doen Naar het Engelsch VAN Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1