Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. TAit Trouw als goud. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2742. Woensdag 3 Juni19Q8. FEUILLETON. land VAN ALTEN/ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77® ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Taal is de vorm, waarin onze ge dachten zich naar buiten openbaren, het middel waardoor wij ons met de om ringende weretd in de nauwste aanra king brengen. De taal, ofschoon aan de dieren niet geheel onthouden, is meer in 't bijzonder eene gave, den mensch geschonken, eene gavè die zyn leven waarlijk tot leven maakt en het middel bevat om de grootste schatten voor hem te ontsluiten. Zeer groot is het aantal talen, dat op de wereld gevonden wordt. Hoe zij ontstaan zijn is ons niet met zekerheid bekendmaar hot is zeer waarschijnlijk dat de verschillende omstandigheden, waaronder ieder afzonderlijk volk leefde, langzamerhand eene geheel verschillende wijze van zijne gedachten üit te drukken ten gevolge heeft gehad. De meerdere ol mindere overeenkomst, die in den aanvang misschien nog bestaan heeft, is later afgenomen, en ofschoon men nog altijd sporen van verwantschap ontdekken kan, iedere taal is ten slotte toch iets volkomen zelfstandigs geworden. Zijn eigen taal te hebben, is een zeer rgroot voorrecht voor een volk; want het volk dat een eigen taal heeft, heeft ,ook een eigen geschiedenis, een eigen ketterkunde en in den regel ook een toekomst. Maar tegenover het groote voorrecht, onze gedachten zóó te kun nen uiten, dat zij begrepen worden door allen met wie wij in ruimen kring verkeeren, staat toch het nadeel, dat wij, buiten dien kring, zoo goed als alleen staan, niemand begrijpen en door niemand begrepen worden, en die moei lijkheid wordt grooter, naarmate ons eigen kringetje kleiner is. Wij, Hol landers, ondervinden dat maar al te goed. Met een paar stappen staan wij te midden van groote volken, die zich heel anders uiten dan wij, en daar wij van Engelschen, Franschen enDuitschers bezwaarlijk kunnen vergen dat zij de taal van ons klein landje zullen spre ken, zijn wij verplicht de hunne aan te leeren en aan de beoefening ervan een goed deel van ons leven te geven. Zeker heeft dat ook al weer zijn voordeelen. Wij leeren ook de schoon heden, die andere talen dan de onze, bevatten, en kunnen ook de werken der groote schrijvers, welke in die vreemde talen geschreven zijn, genie ten. Bij het toenemend wereldverkeer echter, dat als het ware alle menschen ROBERT BUCHANAN. (32 .Niet?" „Ze was een coquette in hart en nieren. Maar weet je, het zou verschrikkelijk zijn, wanneer ze een verkeerde stap gemaakt en de familie geblameerd had. Je moet morgen eens naar Douglas rijden en trachten het ware van de zaak te weten te komen." „Goed!" liet Arthur hooren. „Maar het moge dan zijn zooals het wil, je moest toch niet al te hard voor haar zijn, Bell. Zij heeft haar gebreken, natuurlijk, maar zij was toch altijd hartelijk en vol toe wijding." „O, Hemeltje jazeide Lady Bell, met een scherp lachje. „Ik weet bijvoorbeeld hoe hartelijk zij voor mij was, en hoe ze er het grootste behagen in schepte, om mij jaloersch te maken." „Gekheid „Neen, geen gekheid! Beken eens eerlijk Arthur, je hebt immers nooit een oogie op haar gehad „Ik mocht .haar graag lijden," bekende Arthur, met een glimlachje, „maar meer ook niet; en nu Het overige van den zin ging verloren in een kus, die de jonge vrouw van harte beantwoordde. tot elkander brengt, wordt de noodza kelijkheid van het aanleeren van vreem de talen hoe langer hoe grooter, waar van het gevolg is, dat van grondige kennis geen sprake kan wezen en het veelal 't eenige doel is, zich verstaan baar uit te drukken en wederkeerig anderen te verstaan, teneinde op die wijze zijn beroep, bedrijf of betrekking in ruimer kring te kunnen uitoefenen. Maar indien dit het voorname doel is, waartoe zich dan zooveel moeite gegeven? Ware het. dan niet veel ver standiger, dat allen dén vreemde taal beoefenden en die taal als het alge meen vervoermiddel der gedachte ge bruikt werd Zeker, maar wan neer dat een van de bestaande, van de levende talen moet wezen, dan heeft het zijn eigenaardige moeilijkheden. Eenvoudiger ware het, een taal uit te denken, die zeer gemakkelijk door allen kon worden beoefend, geen groote moei lijkheden oplevert, door allen nagenoeg op dezelfde wijze kan worden uitge sproken en zóó alle nadeelen ontwijkt, die de beoefening b.v. van het Fransch of het Duitsch met zich brengt. Het is vrij algemeen bekend dat ver schillende pogingen, in dien geest aan gewend, schipbreuk hebben geleden, hetgeen volstrekt niet bewijst dat men nimmer tot een beter resultaat zal ge raken. Integendeel schijnt de jongste uitvinding, als wij er dien naam aan geven mogen, die van het Esperanto, op beter resultaten te kunnen bogen en het ware zeer wenschelijk, niet al leen daarmede alom opzettelijk proeven te nemen, maar, indien werkelijk de uitvoerbaarheid van het plan mocht blijken men wil dat hiervan reeds voldoende gebleken zou zijn, daar mede in 't vervolg ook rekening te houden bij de opvoeding en dus ook bij het onderwijs, zoodra het kind den leeftijd bereikt heeft, waarop het thans in den regel met vreemde talen begint. Wat de wereldtaal betreft, indien zij inderdaad gemakkelijk te leeren is, de uitspraak en de grammaire geen moei lijkheden opleveren, de beoefening er van dus weinig tijd vereischt, die be oefening zou dan zonder bezwaar op later leeftijd kunnen aanvangen, nl. zoodra met eenige waarschijnlijkheid kan worden bepaald of het te kiezen vak aan het gebruik der taal meer of minder behoefte zal doen gevoelen. En wat de overige talen betreft, Lang nadat Lady Bell zich op haar slaapkamer had teruggetrokken, zat Arthur Lamont nog in zijn armstoel, peinzende over hetgeen hij een ongelukkige geschie denis had genoemd. Gedurende zijn afwezigheid had hij maar twee brieven van Effie ontvangen, die zij hem „Post-restant" had toegezonden, en in den laatste van dit tweetal had zij hem in een stroom van wilde wanhoop en doodsangst, op de hoogte gebracht van haar toestand. Maar hij had niet vermoed, dat de crisis zoo nabij was, en bovendien had hij haar een paar malen dringend aanbevolen, om Castle Lindsay intijds te verlaten en bij vreemde menschen, op een andere plaats, een onderkomen te zoeken, totdat het gevaar voorbij zou zijn. Maar zijn raad was in den wind geslagen, zooals hij nu bemerkte. En het ellendigste van alles was, dat zij in het huis van dien Douglas een schuilplaats gezocht en gevonden. Daar heen had zij in de allerlaatste plaats moeten gaan. Welke krankzinnige ge dachte had haar naar dien man doen vluchten? Zou het mogelijk zijn, dat Effie minder goed was, dan hij haar ge loofde te zijn En dus ook minder de moeite waard van aan haar te denken en haar belangen te behartigen Met andere woorden, trachtte zij Douglas tot zonden- bok te maken voor hem, Arthur? Het scheen wel zoo te zijn, en als het zoo was, welnu, hij, Lamont, zou er zich niet tegen verzetten. Een schandaal moest in elk geval vermeden worden. Telkens en telkens weer verwenschte hij zijn eigen onvoorzichtigheid, waardoor hij zich aan zulk een groot gevaar had bloot gesteld. Hij had een uitmuntende partij zouden wij dan, waar de beoefening ervan voor de groote massa geen nood zakelijkheid meer zou wezen, die be oefening zeer willen beperken. Yoor de meeste menschen toch is de hoogst ge brekkige kennis van één of een paar vreemde talen, die zij opdoen, niets meer dan ballast, waarvoor zij hunne eigene schoone moedertaal verwaarloo- zen. Brengt het te kiezen beroep of de betrekking het mede, of gevoelt het kind blijkbaar iets voor een taal, laat het dan die taal, of die talen grondig bestudeeren. Dan, maar ook dan alleen, draagt taalkennis veel tot zijn ontwik keling bij, verhoogt zijn schoonheids gevoel en verrijkt zijn leven. Ja, dat verwaarloozen van onze eigene, schoone taal, dat is wel het ergst van alles. Aan hare beoefening moet nood zakelijk veel meer tijd opzettelijk gewijd zyn, opdat de liefde er voor grooter worde en wij eindelijk weer eens al die verkeerde gewoonten afleggen, die ons thans ontsieren. Hoe zelden hoort men goed Hol- landsch spreken! Hoe velen schrijven een brief zonder spel- of taalfouten? Hoevelen zijn er niet, die huu rede neeringen doorspekken met woorden van vreemden of twijfelachtigen oor sprong. En dan onze sportlievende jeugd met haaf dieventaalLees maar eens in een krant zoo'n ongenietelijke schets van een voetbal- wedstrijd, waarin ons verteld wordt van'n Attractie een file van bakkiesenz., terwijl ten slotte daarin bericht wordt, dat er nog geen goal is" en dat „de rust aange kondigd wordt met een blanke score1'. Nog een ander speler, na de rust, kreeg schoten te stoppen, centerde niet maartrapt in 't leege doel Is 't niet schandelijk, zóó iets taal te noemen Of zou dat soms de we reldtaal moeten worden? Dan zou 't er toch treurig uitzien. Wij zouden die menschen wel even willen zien vechten om 't kampioen schap van de Nederlandsche taalmaar vreezen dat 't geen eer zou wezen om als winnaar uit dien wedstrijd te voor schijn te komen. Wat dunkt u, lezers, zou een pleidooi voor onze taal nu en dan niet eens op zijn plaats wezen? gedaan en Lady Bell was een veel liever vrouwtje gebleken te zijn, dan hij aan vankelijk gemeend had in haar te zullen vinden, meegaand, niet-te-veel-eischend. echt vrouwelijk en hartelijk. Het hin derde hem bovenmate om juist nu ge plaatst te worden, van aangezicht tot aan gezicht, tegenover de gevolgen van een oude dwaasheid. Zijn genegenheid voor Effie was volko men weggevaagd. Zelfs de gedachte, dat Douglas zijn medeminnaar kon zijn geweest, hinderde hem nu in geenendeele. En als het was (zooals Lady Bell geloofde) dat Effie Douglas' vrouw was geworden, dan was hij er zeker van zoover kende hij het karakter van het meisje wel dat zij zijn geheim nooit verraden zou. Maar het mocht dan zijn, zooals het wilde, hij moest de konsekwentie dragen. Als het ergste gebeurde en Lady Bell kwam de waarheid te weten, ook dan nog was hij er zeker van, dat hij bij zijn vrouw vergiffenis zou erlangen. Overgevoelig mocht zij dan al niet zijn haar genegenheid voor hem was evenmin van de soort, die tot gevaarlijke uitersten overslaat. Een pooslang zou zij misschien vreeselijk uit haar humeur zijn, maar met geduld, dat wist hij, zou hij zijn macht op haar herwinnen, voor namelijk wanneer het mocht gebeuren, wat wel waarschijnlijk was, dat de mededingster volkomen te gronde ging. Den volgenden ochtend was Arthur vroegtijdig bij de hand, om een inspectie in te stellen over de stallen, serres en an dere buitengebouwen, en een algemeen overzicht te nemen van den toestand van het landgoed. Toen hij Lady Bell aan het ontbijt ontmoette vroeg zij hem, of hij plan had dien dag naar Douglas te rijden, om BHltenland. Niet ambtelijke telegrammen uit Athe ne stellen den toestand op Samos als onrustbarend voor. De te wapen geloo- pen bevolking heeft, naar luid van die berichten, de stad beheerschende hoog ten bezet. De regeering van Samos heeft een protest gericht tot de consuls der mo gendheden; zij verklaart daarbij, dat de gebeurtenissen geen opstand vormen en verzoekt onmiddellijke zending van oorlogschepen door de buitenlandsche mogendheden, en prins Kopassis en de Turksche troepen te doen vertrek ken. De gezanten te Konstantinopel der Samos beschermende mogendheden, verklaren, dat het hun onmogelijk is tusschenbeide te komen, zoolang de orde niet hersteld is. Volgens zijdelings verkregen berich ten van Samos zijn door de troepen 80 vrouwen en kinderen gedood. Te Turksche soldaten hebben met hun geweervuur de buitenlandsche con sulaten niet gespaard. Een telegram van het kleine eiland Amorjos der Gycladen, meldt de aan komst van Sofoelis, voorzitter van de Kamer van afgevaardigden, minister Hadjiakis en Hadjiami, de leider der oppositie, welke Samos met een klein vaartuig hadden verlaten. Andere vluchtelingen vertellen, dat gedurende den dag van Vrijdag de Turk sche oorlogschepen een goed gevoed vuur openden tegen de hoogten, waar de inwoners zich hadden verzameld; er werden 100 granaten geteld. De stad Vathy werd door troepen bezet en is bijna geheel verlaten. De inwoners na men de wijk naar het binnenland; er heerscht een ware paniek onder hen. Alle gemeenschap met het eiland is verbroken, daar Turksche torpedobooten in de wateren van het eiland kruisen en alle vaartuigen met vluchtelingen aan boord, beletten het eiland te ver laten. Deze berichten lokken levendige be sprekingen in Athene uit. De bladen spreken hun ernstige ongerustheid er over uit, dat de Porte tracht het zelf bestuur van Samos op te heffen. De commissaris van de Oostenrijk- sche Lloyd meldt, dat de Turksche vlag op het paleis is geheschen in plaats van die van Samoa. Het Oostenrijksche stationschip Tau rus is op Samos aangekomen om de Oostenrijksche onderdanen te bescher men. Evenals de Fransche en de Engelsche gezant hebben gedaan, heeft thans ook de Russische gezant het mondelinge verzoek tot de Porte gericht, dat geen informaties in te winnen omtrent Effie. „Misschien!" luidde zijn antwoord, maar op een dag kwam het niet aan, en hij had vandaag veel te doen, want de zaakwaar nemers uit Edinburg waren overgekomen, om met hem te confereeren. „Je zult een stortvloed van bezoeken te ontvangen hebben, „wijfje," liet hij hooren „neem het mij dus niet kwalijk, als ik mij een beetje onzichtbaar ga maken." Zij glimlachte en kuste hem en hij ging zijns weegs. Den heelen namiddag reden rijtuigen af en aan en hield Lady Bell be zoek in haar groote salons. Zij gevoelde zich zeer op haar plaats in haar nieuwe positie en was vooral daarom zoo bijzonder in haar schik, omdat zij gezien had, dat haar echtgenoot al even weinig scheen te geven om het lot van Effie Hetherington, a!s zij zelve. De hoofdopzichter van de landbouw-af- deeling had niets anders dan goede rapor- ten te geven, maar de opzichter van de visscherij, Morrison, vertelde dingen, die minder aangenaam klonken. Nacht op nacht werd op de rivier, van het eene einde tot het andere, gestroopt, en ofschoon de zalm in scholen was komen opzwemmen, de meeste visschen waren al lang gevangen, voor dat zij de vijvers had den kunnen bereiken. De stroopers waren een brutaal slag van menschen, waaghalzen van het eerste water en voor geen klein geruchtje vervaard. Hun hoofdman was zekere Hew Howard, een strooper, die over al te vinden was, waar een stuk wild ge snapt kon wordenen de opzichters, of schoon zij de menschen van Howard zeer goed kenden, waren niet tegen hen opge wassen en konden er nooit in slagen, om de stroopers op heeterdaad te betrappen. aanslag zal worden gedaan op de zelf standigheid van Samos en dat de Turk sche troepen zullen worden teruggeroe pen, zoodra de orde hersteld is. De Turksche regeering heeft op het eerste punt voldoening toegezegd. Wat het tweede punt aangaat, verklaarde de Porte, dat de troepen eenigen tijd op het eiland zouden moeten blijven. Binnen eenige dagen wordt de zitting der nationale vergadering geopend. De gouverneur van Cherson, Rusland, bevond zich dezer dagen te Tiraspol. Toen hij zich naar de club van den adel wilde begeven, tradeen jodin hem in den weg, die hem smeekte hem een verzoek te mogen doen. De gouverneur stond dat toe. En daarop vertelde de vrouw snikkende de lotgevallen van haar achttienjarigen zoon, die door de politie mishandeld was. De jongen werd door zijn patroon, een koopman, ver dacht van diefstal. Hij werd gearre steerd en naar het politiebureau ge bracht. Daar werd hij op de wreedste manier mishandeld. Men sloeg hem met vuisten in het gezicht, trapte hem en geeselde hem om hem tot bekente nis te dwingen. Maar de jonge man bleef volhouden, dat hij onschuldig was. Een politie-beambte gaf toen last hem net zoo lang te ranselen tot hij beken tenis zou afleggen. Men martelde hem tot hij flauw viel. Doch ook dit was voor de beulen nog geen reden hun werk te staken. Zij brachten hun slacht offer weer bij door overgietingen met koud water, wachtten eenige minuten en daarna begon de marteling opnieuw. Bekennen wilde de gemartelde echter niet. Ten slotte zag men zich genood zaakt hem naar een ziekenhuis te bren gen, waar hij nog is. De gouverneur heeft last gegeven een streng onderzoek in te stellen in deze zaak. Het schijnt er nu toch nog van te zullen komen, dat Peary dezen zomer de aangekondigde expeditie naar de Noordpool gaat ondernemen. De Pool reiziger had tot dat doel 62,000 gulden noodig. Het geld komt vrij goed binnen. Peary zelf en zijn schip zijn klaar. Zoodra het geld er is, zal kun nen worden vertrokken. Gaat Peary dit jaar, dan zal het Poolschip 1 Juli de reis aanvaarden. De Porte heeft een tweede protest nota aan de betrokken mogendheden gezonden, om verzet aan te teekenen tegen de terugtrekking der internatio nale troepen van Kreta. De grootvizier heeft zich ook bij den Griekschen gezant beklaagd over Zaimis. De Turken hopen, dat de gebeurte nissen op Samos de terugtrekking der Arthur hoorde dit verslag aan, terwijl hij, leunende over de ballustrade van de brug, naar het kabbelende water keek, dat onder zijn voeten stroomde. De hoofdop zichter stond naast hem Een eindje stroom- op was een Inge waterkeering en aan den voet van dit dijkje wemelde hetvanvisch, die van daar een weg zocht naar den grooten vijver van het kasteel. „Er is heel wat visch, zooals u ziet, Mr. Arthur," liet Morrison hooren „ten minste op het oogenblik, maar de rivier loopt af en van nacht zullen de kerels wel hun slag slaan, want het is nieuwe maan. Ik heb in alle vijvers priemkruid en doorn stokken laten aanbrengen, maar het zal weinig geven, vrees ik, want Hew Howard is een geslepen rat en kent die kunstje» even goed als ik." „Schiet hem dan dood, als je hem in ons vischwater vindt," boval Arthur; „schiet ze allemaal dood „Wij zijn maar met ons zessen, Sir, tegen zestien van He wards bende." Terwijl de opzichter dit zeide kwam van de andere zijde een forsche kerel, in een armoedige plunje, die een vischnet in de hand droeg, langzaam aangestapt. Hij was zes voet lang, had ongekamd haar, keek norsch uit de oogen en kwam sluipend nader; kortom, de kerel maakte een aller- ongunstigsten indruk. Het was Hew Ho ward in eigen persoon, van wien Morrison zooeven gesproken had. Zijn wettig beroep was schoenmaker; maar feitelijk verdiende hij zijn brood met stroopen en allerlei an dere ongeoorloofde bedrijven, te land en te water. NIEUWSBLAD Naar het Engelsch, VAN Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1