Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Trouw als goud.
Huiswerk voor schoolkinderen.
Uitgever: L. J, VEERMAN, Heusden.
No. 2744. Woensdag ÏO Juni
FEUILLETON.
land van alten'
19QS.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 779 ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Alle pogingen om eene voor de ge
zondheid doelmatige indeeling en be
perking der schooluren te verkrijgen,
ziillen schipbreuk lijden, wanneer de
vrije tijd, waarover de schooljeugd te
beschikken heeft, niet op eene verstan
dige, gezonde en nuttige manier be
steed wordt. Ten opzichte van het door
brengen van dien vrijen tijd heerscht
nog al eens verschil van meening tus-
schen ouders en onderwijzers. Sommige
ouders klagen er over, dat het huis
werk te veel tijd in beslag neemt, of
te veel inspanning eischt van hunne
kinderen, andere meenen, dat de vor
deringen te gering zijn, en kwellen
daarom hun kroost met privaatlessen,
terwijl de onderwijzer dikwpls de klacht
moet uiten, dat aan het huiswerk niet
de noodige aandacht geschonken is.
Wie hier gelijk heeft, is niet zoo maar
te zeggen, alle drie kunnen gegronde
bezwaren hebben. Het is heelemaal af
hankelijk van de inrichting van het
onderwijs en van het kind zelf. Het
behoeft wel geen nader betoog, dat een
(ind met achterlijke geestvermogens
iet hetzelfde onderwijs moet genieten
ls een normaal kind, derhalve ook
iet geplaagd moet worden met het-
èlfde huiswerk. Evenzeer zal een kind,
dat ziekelijk is en daardoor dikwerf de
school verzuimt, met het huiswerk, dat
voor een normaal kind zoo goed als
geen inspanning kost, reusachtige be
zwaren hebben te overwinnen, en dan
nog slecht werk leveren. In de eerste
plaats dient dus onder de kinderen eene
scheiding plaats te hebben, tusschen de
normale en do ziekelijke ot achterlijke
kinderen. Zoowel ter wille van het kind
als voor een geregelde vooruitgang
der ontwikkeling is dus geneeskundig
onderzoek bij het groepeeren der kin
deren zeer gewenscht.
Bij de vaststelling van het onderwijs
moet uitgegaan worden van het begin
sel, dat het onderricht in de school
hoofdzaak is, waaraan het huiswerk
nauwkeurig moet aansluiten. Het doel
van het huiswerk moet zijn, de aan
geboden leerstof dieper in den geest
van het kind te doen doordringen en
het kind zelf tot zelfstandig arbeiden
voor te bereiden. Het is begrijpelijk,
dat kinderen in de laagste klassen nog
niet lastig gevallen moeten worden met
huistaak, daar het denkvermogen nog
zoo gebrekkig ontwikkeld is, dat men
van zelfstandigen arbeid geen nut kan
ROBERT BUCHANAN.
(33
„Laat mij los," hijgde Arthur, „dan zal
ik je antwoordden; je wurgt me bijna."
Met een vloek liet Douglas den jongen
man opstaan, zonder hem evenwel los te
laten.
„WelnuWat heb je te zeggen 1"
„Het kan wel zoo zijn," liet Arthur hoo-
ren, naar adem snakkende. „Ik weet het
niet; ik kwam gisterenavond pas van de
reis terug."
Wanhopig keek Arthur rond. Het was
nu stikdonker geworden en ternauwernood
kon hij de omtrekken van zijn vijand
waarnemen. Als hij zeide, wat hij wist,
dan begreep hij, dat zyn lot beslist zou
zyn.
„Ik weet het niet," herhaalde hij
„je kunt me dooden, als je dat wilt, want
ik ben in je macht, maar ik weet het
niet".
Op dit oogenblik knalde in de nabijheid
een geweerschot en een verward gedruisch
van stemmen werd vernomen. Verbaasd,
door hetgeen hij hoorde, luisterde Douglas
toe en voor een seconde liet hij zijn slacht
offer los. Bliksemsnel maakte Arthur ge
bruik van de gelegenheid en verdween in
de duisternis.
verwachten. Hoogstens mogen dergelijke
kinderen herhalen, met de ouders of
oudere broers of zusjes, wat ze op de
school gezien en gehoord hebben. Zoo
dra echter het onderwijs begint in die
vakken, welke juist het denkvermogen
in beslag nemen, kan niet alle kennis
meer in de school opgedaan worden,
dan moet er thuis gestudeerd worden.
Beslist afkeurenswaardig is het ech
ter, wanneer een kind later naar bed
gaat om zijn werk af te krijgen, of als
het al zijn ledigen tijd eraan opoffert.
Dan verdwijnt al spoedig de eetlust of
de slaap wordt slecht, wat zeer nadee-
lig is.
Een voornaam punt, dat bij het huis
werk m aanmerking komt, is, dat de
leerling begrepen heeft, wat hem aan
geboden is. Dit moet de onder wijzer
onderzoeken, alvorens werk op te geven.
Dikwijls verknoeien kinderen uren, zeer
tot schade van hunne gezondheid, met
slecht werk te leveren, omdat ze op
school niets hebben begrepen. Hier komt
de geschiktheid tot onderwijs geven van
den onderwijzer in aanmerking. Het
is, gelijk in andere betrekkingen, niet
iedereen gegeven,-wat hij zelf denkt}aan
anderen zóó mede te deelen, dat ze het
direct begrijpen. Het wekt verbazing,
hoe verschillend de geschiktheid der
leerkrachten is, van sommigen zeer ge
brekkig, van anderen uitstekend. De
beste maatstaf hiervoor is wel, of de
belangstelling der kinderen voor het
onderwijs is opgewekt. Het begrijpen
van het behandelde onderwerp geeft
aan het meerendeel der kinderen groote
vreugde, daarentegen gaat bij niet be
grijpen spoedig de lust er uit.
Een werkzaam middel om de huis-
taak te verminderen en den arbeidsduur
dus te bekorten, is de methodische
samenkoppeling van aanverwante leer
vakken, door deze zooveel doenlijk aan
één persoon toe te vertrouwen. Vóór
het begin van elk schooljaar moeten de
onderwijzers dan voor elke klas een
plan van onderricht opmaken. Er kan
dan veel meer op het verband der ver
schillende vakken gewezen worden. Ook
voorkomt men dan het gevaar, dat een
onderwijzer te veel het gewicht legt
op een bepaald vak en daardoor licht
te veel huiswerk opgeeft, zoodat de
leerling grootendeels door dit vak in
beslag genomen wordt. Dan moet nog
gelet worden op liefhebberijen der leer
lingen. Deze moeten óf geheel onder
drukt, óf voorzichtig en vriendschappe
lijk in goede banen geleid worden.
„HaltSta stil, lafbek 1" schreeuwde
Douglas.
Maar zonder een oogenblik te talmen
rende Arthur voort, blootshoofd, in de
richting van waar het geluid gehoord werd.
Elke kronkeling van de rivier, die hij al
als jongen had afgevischt, was hem be
kendvan daar dat hij, zonder aarzelen
en snel, zijn weg vond door het bosch en
binnen enkele minuten, ademloos en op
zijn been en trillende, aan den grooten vij
ver aankwam. Daar was inmiddels een
algemeene en verwoede vechtpartij ontstaan
tusschen jachtopzieners en stroopers som
migen stonden tot aan de borst in het
water, om de netten af te snijden, anderen
zwaaiden met toortsen, en alle schreeuw
den en vloekten als krankzinnigen. Toen
Arthur op de kampplaats verscheen werd
juist de laatste toorts uitgedoofd en werd
het gevecht in het pikdonker voortgezet,
man tegen man.
„Arthur liep tegen een man aan, die op
den oever stond.
„Wie ben je?" riep hij. „Ben jij het,
Innes
„Ja, Mr. Arthur 1"
„Geef mij je geweer!"
De houtvester deed wat hem bevolen
was, maar op hetzelfde oogenblik riep hij
angstig
„Om Godswil, Mr. Arthur, schiet niet!
U zult misschien iemand van onze eigen
menschen raken. Ze vechten door elkander,
als wilde beesten,"
Het schreeuwen en vloeken bleef aan
houden, nu en dan afgewisseld door een
in het water vallend lichaam. De gedaan
ten waren haast niet te onderscheiden in
het duister.
Wanneer ouders de klacht uiten, dat
de kinderen te veel huiswerk hebben,
vergeten ze vaak, dat ze zelf de schuld j
zijn. Ze bedenken dan nl. niet, dat zej
zelf ook nog werk opleggen. En hierin
wordt door hen veel meer gezondigd
dan door den onderwijzer in het huis- j
werk. Hoe vaak drijft ijdelheid de ouders
er niet toe, om hun kinderen alle mo- j
gelijke dingen te laten leeren zonder;
zich er om te bekommeren, of 't wel
gaat. Men kan gerust zeggen, dat veel
kinderen zoo weinig vorderen, omdat
ze veel te veel bij werk" moeten doen.
Als we maar eens de muziek nemen,
hoeveel kinderen zijn er niet, die tegen
allen aanleg in, ten koste van alles, mu
ziekles moeten hebben, en het toch
nooit leeren. Het ware te wenschen,
dat vele ouders hun kinderen wat nauw
keuriger gadesloegen. Dan zouden ze
spoedig bemerken, voor welke dingen
neiging bestond, en die neiging zouden
ze dan verder kunnen ontwikkelen. Men
moet in dezen den natuurlijken aanleg
van het kind laten spreken en niet het
idéé van een vader of moeder.
Vervolgens is het aangewezen, om
de kinderen alleen in die vakken te
laten onderwijzen, welke later voordeel
opleveren, en dan niet zoo gemakkelijk
zijn te leeren. Alle dingen echter, die
later ingehaald kunnen worden, vermijde
men. Zoo is het leeren van vreemde
talen voor volwassenen niet moeilijk,
daarom heeft net geen nut, het kind
reeds met onderwijs hierin te kwellen
later wordt in één jaar meer geleerd
dan bij de jeugd in verscheidene jaren.
Heeft een kind daarentegen neiging tot
muziek, dan beginne men vroeg, doch
zeer voorzichtig, met onderricht. Het
zou natuurlijk te ver voeren, op elk
vak afzonderlijk in te gaanin 't alge
meen kan men zeggen, dat die vakken,
welke technische vaardigheid en ge
schiktheid eischen, vroegtijdig, alle
vakken, die hersen arbeid eischen, later
worden onderwezen.
Een punt, dat bij huiselijk onder
richt gewichtig is, is wel de door ouders
uitgeoefende contróle op de lectuur van
het kind, zoo vroeg mogelijk, vanaf
het sprookjesboek tot de meer gevor
derde litteratuur. Bij doelmatige leiding
kan de lectuur een uitstekend leermid
del in handen der ouders zijn. Op die
manier is men in staat oudere zoowel
als jongere kinderen spelenderwijze
kennis te verschaffen, welke hun op
lateren leeftijd ten goede komt. Dat
bovendien het toezicht op de boeken
der jeugd nog andere voordeelen heeft,
het kind behoedt voor dwalingen en
phantastische voorstellingen, terwijl ver-
waarloozing groot nadeel aan het jeug
dige gemoed kan toebrengen, is te be
kend, om daarbij lang stil te staan.
Buitenland.
Eensklaps, toen hij zijn oogen inspande,
om te zien wat er beneden en rondom hem
voorviel, ontving Arthur Lamont een he-
vigen slag op het hoofd, met een wapen,
dat hij niet kon zien. Verblind en ver
doofd wankelde hij op zijn voeten. Toen
volgde een tweede slag, nog heviger dan
de eerste, die hem volkomen bewusteloos
maakte. Hij wankelde, strekte zijn armen
uit en viel, met een plomp, in het water
van den vijver.
XV.
Het was nog vroeg in den ochtend.
Effie zat bij het vuur in de keuken. El-
epeth liep bedrijvig af en aan. De oude
vrouw zeide weinig, maar haar oogen spra
ken boekdeelen vol van afkeuring en ver
ontwaardiging, want haar geest was nog
steeds in opstand tegen de bevallige in
dringster, die daar zat, en het kostte haar
groote moeite, om haar tong in bedwang
te houden, en zelfs maar matig beleefd te
zijn in haar spreken. Maar toch, hoezeer
zij antipathie koesterde jegens de moeder,
voor het hulpelooze wicht had zij niets
dan eerlijk medelijden in het hart, waar-
dat was al veel voor een oude, onontwik-
van zij blij ken gaf op allerlei manier. En
kelde vrouw, als zij wasvelen in haar
omstandigheden zouden meedoogenloos de
zonden der moeder ook op het arme kind
verhaald hebben.
Is Mr. Douglas al thuis gekomen?"
vroeg Effie na eenigen tijd aan de huis
houdster.
Elspeth knikte grimmig.
„JaHij kwam laat in den nacht
thuis, maar geslapen heeft hij niet, en
op het oogenblik is hij aan het strand. O,
Een Duitsche courant, de Köln. Ztg.,
verneemt uit Berlijn, dat daar een
ambtelijk bericht is ontvangen uit Te
heran, behelzende, dat de Sjah Teheran
had verlaten, wijl hij zich daar niet
langer veilig achtte.
Een ander blad schrijft:
Nadat in de hoofdstad was bekend
geworden, dat de Sjah onder zoo eigen
aardige omstandigheden Teheran had
verlaten, verbreidde zich het gerucht,
dat hij van zins was om, op aansporing
van zijn Russische raadgevers, zich voor
altijd uit Perzië te verwijderen en zich
naar Europa te begeven. Het Parlement
zond toen een schrijven aan den Sjah
en deelde hem mee, dat, mocht hij
Perzië willen verlaten, er onmiddelijk
eene nieuwe Sjah zo" worden gekozen.
De Sjah antwoordde, dat hij slechts
enkele dagen buiten de muren van zijn
paleis wilde vertoeven om zich wat te
verkwikkenhij zou echter spoedig
terugkeeren en dan eensgezind samen
werken met het Parlement.
Het huidige verblijf van den Sjah is
buiten de stad in de lustwarande Baag-
sjah, de lievelingsverblijfplaats van den
vorigen Sjah. Op het oogenblik is te
genoemder plaatse een groot tenten
kamp opgeslagen. De Kroonprins en
de harem bevinden zich bij den Sjah.
Voor da veiligheid wordt gezorgd
door de kozakken-brigadeen aan iede-
ren vreemde wordt de toegang tot den
tuin geweigerd.
In Teheran zelf is het rustig. Het
volk wacht den loop der gebeurtenissen
met onverschilligheid af. De financieele
positie der Perzische regeering verslecht
zienderoogen. De regeering is niet in
staat, de tractementen der Europeesche
ambtenaren stiptelijk uit te betalen.
Daar de kassen leeg zijn, betaalt de
regeering met chèques op de Imperiale
Bank, waar zij echter hoogst ongeregeld
worden betaald.
Het ministerie van oorlog was voor
nemens, een groote krijgsmacht, waar
toe ook de machinegeweerafdeeliug der
hoofdstad zou behooren, naar Arbeid-
sjah te sturen. Van het plan moest
worden afgezien wegens geldschaarsclite
en wegens de gebrekkigheid van de
uitrusting van het korps.
Mochten onlusten uitbreken, dan zou
op de Perzische troepen in het geheel
niet kunnen worden gerekend, om die
te onderdrukken. Reeds bijna een jaar
exerceeren deze troepen niet meer; en
het is verschrikkelijk, met hem en met
alles wat hem betreftHij loopt als een
veroordeeld mensch rond, sinds u hier ge
komen bent."
Een voetstap werd gehoord en Douglas
verscheen in de deuropening. Hij zag er
erg afgemat uit; zijn oogen stonden hol en
diep onder de gefronste wenkbrauwen
zijn gelaat vertoonde een nieuwen trek van
smart, van een nieuwe smart, die zijn
binnenste verscheurde.
Zenuwachtig opziende keek Effie hem
aan en bespiedde zijn wezen, niet zonder
schrik en zonder zelfs te pogen haar ont
roering te verbergenhij echter keek over
haar heen, stapte snel naar den haard,
waar hij zich posteerde, met den rug naar
het vuur. Toen wendde hij den blik naar
Elspeth en wenkte haar, dat zij het vertrek
zou verlaten, wat de oude vrouw deed,
brommend en in zichzelf mompelende.
Een korten tijd stond Douglas zwijgend
bij het vuur, zonder Effie aan te zien, of
schoon haar oogen, als met magnetische
kracht, aan hem bleven hangen. Eindelijk
sprak hij, doch zonder den blik op haar
te richten
„Had ik gisteren gelijk, toen ik den
naam noemde van van dien man."
Hij wachtte te vergeefs op antwoord.
„Zeg maar niets," vervolgde hij. „Ik
weet, dat het zoo is, dat heb ik van
den aanvang af geweten. Maar nu weet
ik het zeker, uit zijn eigen mond. Ik
heb hem gezien."
Effie uitte een kreet van schrik en trachtte
op te staan, maar de krachten ontbra
ken haar en zij viel schreiende terug op
haar stoel. Douglas keek haar aan en op
haar toetredende legde hy zyn hand zachtjes
de discipline is zeer achteruitgegaan.
Voor de Europeanen hier valt voor-
loopig niets t6 vreezen."
Voor de strafkamer te Freiberg heeft
zekere Grete Beier, een burgemeesters
dochter uit Brand, terechtgestaan. Zij
heeft vooral een treurige vermaardheid
gekregen door den moord op haren
verloofde Pressler, maar heeft nog veel
meer op haren kerfstok. Nadat zij een
testament van dezen te haren gunste
vervalscht had, schoot zij hem dood, om
zijn geld machtig te worden. Toen zij
Pressler op een goeden dag bezocht,
zeide zij hem, dat zij iets voor hem
had meegebracht. Hij moest de oogen
sluiten en den mond openhouden, en
nadat de geen kwaad vermoedende man
daaraan gevolg had gegeven, kreeg hij
het doodelijke schot.
Tevens diende het eerste geding te
gen haar wegens zekere misdadige prak
tijken. Als medeplichtige stond een
vrouw terecht, die haar verboden hulp
had verleend en haar, door koppelarij,
in staat had gesteld haren eigenlijken
minnaar, zekeren Merker, te ontmoeten.
Grete Beier werd tot een jaar gevan
genisstraf veroordeeld. Hare medeplich
tige kreeg een jaar en acht maanden.
Ook heeft Grete nog voor andere
dingen, die haar ten laste gelegd wa
ren vijf jaar tuchthuisstraf, hare help
ster negen maanden gevangenisstraf en
haar minnaar Merker 4 maanden ge
vangenisstraf gekregen. De akte van
beschuldiging vermeldde: valschheid
in eene authentieke akte, diefstaf ten
nadeele van een armvoogd en aanstich
ting tot moord op een vrouw. Nu
moet het proces wegens den moord op
Pressler nog voorkomen.
Te Villeneuve, bij Parijs, zijn Don
derdagavond door werkstakers tal van
huizon en café's vernield, automobielen
geplunderd en arbeiders mishandeld.
Te Madrid zijn eenige personen in
hechtenis genomen, die behoord had
den tot een zeer talrijke bende van
valsche munters, die in verschillende
provincieplaatsen hare vertakkingen
had en voor eenige millioenen valsche
bankbiljetten in omloop heeft gebracht.
Bij een ontploffing in een celluloide-
fabriek in de wijk Ottakring te Weenen,
zijn 17 personen gedood.
Volgens een bericht uit Namen is
een janplezier mot 8 personen op den
overweg nabij Rochefort door een ran
geerenden trein aangereden. Vijf der
inzittenden werden gedood, drie gewond.
Uit Petersburg werd Zaterdag gemeld
In haar avond bij eenkomst van heden,
heeft de Doema bij de beraadslaging
over de marinebegrooting het gevraagde
op haar schouder. Hun oogen ontmoetten
elkander en zij sloeg de haren neer voor
zijn blik, die van zieleleed sprak.
„Wat hebt u hem gezegd fluisterde
zij gejaagd. „En, waarom hebt u hem
opgezocht, Mr. Douglas
„Om hem ter verantwoording te roepen,"
luidde het antwoord van den Laird, streng
en koel. „Hij gedroeg zich als een laffe
schurk, zooals hij dan ook is, en toen
„En toen herhaalde Effie, bevende
als een blad. „U hebt hem toch geen kwaad
gedaan Zeg mij de waarheid, heb me
delijden met mij, u hebt hem toch
geen kwaad gedaan
„En als dat zoo zou zijn, zou je dat dan
spijten, Effie?"
„O, ja, zeker! Ik heb u immers al
gezegd en bezworen, dat ik alleen te laken
ben in deze zaak. Ik ik heb hem lief
en hij is de vader van mijn kleintje."
„Beter geen vader, dan zulk een vader,"
gaf Douglas ruw terug. „Denk maar, dat
hij dood is, en vergeet hem
Hetgeen hij zeide, sprak hij zoo dof en
beteekenisvol, dat zijn woorden Effie's vreese-
lijkste vermoedens schenen te bevestigen,
en haar schrik zich vergrootte tot wanho
pige zekerheid.
„Heb je hem gedood!?" gilde zij, van
afschuw ineenkrimpende. En toen, zachter
en doffer: „O, groote God! Hij heeft Ar
thur vermoord
„En als ik dat gedaan had," vroeg Dou
glas, met een glimlach, die niets mensche-
lijks meer had, „zou je me dan daarom
haten, Effie Hetherington
HIEUW UBI AD
Naar het Engelsch,
VAN
b* -
Wordt vervolgd