Het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard.
REDDIÏÏGSWEZEN.
Helena Oeeraert.
Uitgever: L. JL VEERMAN, Heusden.
No. 2706. Woensdag 20 Augustus
FEUILLETON.
1908.
(1.
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
In Frankfort, de groeiende reuzen -
stad aan de Main, is onlangs het eerste
internationale congres voor het Red
dingswezen gehouden, dat voor ons van
belang is omdat een aantal Nederland-
sche afgevaardigden, met Prins Hen
drik aan hun hoofd, de zittingen heeft
bijgewoond, maar vooral ook omdat
Nederland in deze een toonaangevende
natie is geweest, nu en vroeger.
D. w. z. wij gaan nu niet terug tot-
de middeleeuwen, ten tijde van de
kruistochten dus, toen de machtige
geestelijke orden der Hospitaal- en
Johannitenridders, die van de Tempe
lieren en van den Heiligen Lazarus
zich met de verpleging belastten. Want
wat het aandeel van Nederland destijds
is geweest weten wij niet. Maar wel
is het voor liefhebbers van historie
interessant om te weten, dat in Hol
land het eerst van overheidswege eene
verordening bekend gemaakt werd,
regelende de maatregelen welke geno
men moesten worden bij het vinden
van een drenkeling. Wij bedoelen de
verordening van Jacoba van Beieren
in 1417. In de tweede plaats heeft
ons land in 1767 het voorbeeld gege
ven hoe eene eerste hulp bij ongeluk
ken, speciaal bij drenkelingen, georga
niseerd moet worden, door de oprichting
der Maatschappij tot redding van Dren
kelingen, welke nu nog bestaat.
Aldus luidde het versje dat in die
dagen als populaire, beknopte handlei
ding de ronde deed
„Rol niet, maar draag in huis, ontkleed,
[verwarm en wrijf
„Blaas rook en adem in, laat, drenk,
[verzorg en blijf."
In dien tijd werd het verleenen van
eerste hulp aan drenkelingen bemoei
lijkt, zoowel door verkeerde rechtsbe
grippen als door onbekendheid met de
oorzaken van den schijndood. En dat
men met de instelling der Maatschappij
op den goeden weg was, wordt wel
daardoor bewezen, dat alle later opge
richte eerste-hulpvereenigingen als die
te New York, Londen en Weenen in
beginsel den zelfden weg ingeslagen heb
ben als onze Amsterdamsche Maat
schappij.
En in de derde plaats zij vermeld
dat het alweer een Hollander was, die
voor het eerst zoo iets als een college
gaf in de eerste hulp bij ongelukken,
n.l. professor Bonn, die „zulks jaarlijks
gedurende eenige dagen deed reeds
in den jare 1777".
NOVELLE VAN GUSTAAF D'HONDT.
I.
Veertig jaren lang diende LodewijkGee-
raert trouw en eerlijk denStaat en bekleedde,
te Gent, het ambt van ontvanger der di-
rekte belastingen.
Zorgen en ambtsbezigheden, zoowel als
de menigvuldige ziekten die hem, gedurende
de laatste jaren, kwelden, hadden den man
^dfg&tobd en zijne gezondheid langzamer-
/^hand ondermijnd.
Hij werd vermoeid en steeds zwakker,
en weer kwamen, zooals de vorige jaren,
zijne „oude kwalen" langzaam terug. De
geest wilde zich niet meer naar de ver-
eischten van het ambt schikken en het
werk moest verwaarloosd worden. Geeraert
vraagde dus zijn pensioen dat hem, na
korten tijd, gepaard aan een eervol ont
slag, werd toegestaan.
Nu zou hij kommerloos het overige zijns
levens kunnen doorbrengen. Hij behoefde
slechts voor vrouw en een kind te zorgen
en daartoe was zijn pensioen voldoende,
zonder zijn persoonlijk fortuin te moeten
aanraken dat een nog al aardig sommetje
bedroeg.
Met koortsachtig ongeduld had hij immer
op de lang verbeide rust gewacht. En dik
wijls, als hij daarvan sprak, was de be
geerte by hem opgerezen, in de nabijheid
Het was Prins Hendrik, die met
trots gewaagde van net belangrijk aan
deel dat Nederland in den edelen ar
beid heeft genomen, toen hij op den
openingsdag het spreekgestoelte beklom
om het congres dank te zeggen voor
de warme instemming waarmede het
wel had willen begroeten de vleiende
hulde welke zijn voorzitter dr. Bruin,
aan Z. K. H. had gebracht, voor diens
daad aan den Hoek van Holland. Met
een van aandoening trillende stem, die
echter spoedig helder en krachtig werd,
dankte Prins Hendrik voor de sympathie
waarmede men hem te gemoet kwam.
Maar voegde hij er aan toe„ik deed
niet anders dan mijn geweten mij ge
bood." Zijn daad wilde Z. K. H. dan
ook niet anders opgevat zien. Liever
wees hij er nadrukkelijk op dat het
zijn tweede vaderland was, dat voor
het eerst georganiseerd in deze richting
optrad.
Was het wonder dat den talrijken
Nederlandschen afgevaardigden op dat
moment het hart luider sloeg?
Niet alle als sprekers ingeschreven
Hollanders zijn op het congres aan
het woord geweest, maar toch hielden
zij er drie lezenswaardige voordrachten.
Dr. Romeijn uit Yenlo sprak over
het verleenen van hulp bij spoorweg
ongelukken. In het bijzonder roerde
hij daarbij de quaestie aan, waar het
benoodigde materiaal onder dak gebracht
moet worden, op de stations of in de
wagons.
Tegen het laatste meende de inleider
dat overwegende bezwaren bestonden,
waarom dan ook in het Oostenrijk de
treinen geen verbandmiddelen meer
mee voeren. Ook Engeland volgde dit
voorbeeld. Hier te lande voeren de trei
nen nog wel verbandmiddelen mede,
maar er worden toch reeds pogingen
aangewend om daarin verandering te
brengen. Vóór het aanwezig zijn pleit:
le. dat wanneer bij een spoorwegon
geluk een dokter in den trein zit, hij
het verbandmateriaal zeer nuttig kan
aanwenden 2e. dat het reizend publiek
geruster is en 3e. dat, wanneer het
in depót is de contróle lastiger is dan
nu. Doch de bezwaren zijn niet min
der groot. We noemen slechts het op
den duur onbruikbaar worden van het
materiaal, hetgeen weer grootere onkos
ten met zich brengt. Die kosten zijn
oorzaak, dat niet iedere wagon een
verbandkist heeft, maar dat deze van
den eenen wagen naar den anderen
versjoud moet worden. Omgekeerd wordt
de slijtage hierdoor bevorderd en de
onkosten worden vergroot. Bovendien
der stad, een net huis met grooten tuin
te betrekken waar hij, midden in de vrije
natuur, kalm en rustig zou wonen, waar
hij al de genoegens van het buitenleven,
afwisselend en opwekkend, zou smaken,
waar hij, voor zijne geknakte gezond
heid, wellicht nog veel mocht hopen.
Dit had zijne vrouw gevreesd. Gansch
zijn leven door had hem die gedachte ver
volgd, gekweld.
Nooit had zij evenwel veel opmerkingen
dienaangaande gemaakt, alhoewel dat plan
weinig in haar geest viel. Zij was in Gent
geboren en had er hare jeugd doorgebracht;
eene geheimzinnige macht hield haar nog
altoos, na zooveel jaren, aan de groote stad
gekluisterd. De kleinere steden en gemeen
ten, welke zij, sedert haar huwelijk met
Geeraert, bewoond had, schenen haar eng,
doodsch. Op haar gade's verlangen had zij
doorgaans zelfs weinig acht gegeven, bijna
verzekerd dat de jaren, en vooral het pen
sioen, daarin wel verandering zouden aan
gebracht hebben. Doch toen zij bemerkte
hoe vast en hoe hardnekkig hij er zich
aan hield, werd zij eenigszins ongerust.
Zij getroostte zich alle mogelijke moeite
om hem dat dwaze denkbeeld, zooals zij
het noemde, uit het hoofd te praten. Alles
waarmede zij maar eenigermate hoopte de
gevoelige snaar zijns harten te raken, werd
op 't tapijt gebrachtdoch niets kon baten.
„Op eenige punten ben ik het volkomen
met u eens, beste Melanie," pleegde hij te
zeggen„doch alles zegt mij naar buiten te
gaanalles, terwijl ik, mijns inziens, weinig
kan vinden dat uwe wensehen rechtvaardigt,
Melanie antwoordde dan niet.
bevindt de kist zich in den goederen
wagen en bij spoorwegongelukken heeft
deze en dus ook de verbandkist, veel
te lijden, en wordt de laatste onvind
baar, nog vaker onbruikbaar.
Er bleken nog al bezwaren te be
staan tegen het standpunt van dezen
onzen landgenoot, zelfs bij de andere
Hollanders.
Waarom, zoo vroeg men, moet men
een keus doen Waarom geen verband
middelen geplaatst èn op centrale punten
èn in den waggon Men houde twee
zaken goed uit elkaar! Er zijn spoor
wegongelukken en ongelukken bij het
reizend publiek of bij de wegwerkers.
De eerste zijn de zoogenaamde „groote
ongelukken" en de kans is hier groot
dat de verbandkist geheel onbruikbaar
is. Doch het grootst aantal ongevallen
op reis betreft vingerverwondingen,
opgeloopen bij het openen en sluiten
der deuren, en glasverwondingen, door
het breken der ruiten ontstaan. In al
deze gevallen is een verbandkist van
groot nut.
Maar zorg dan ook voor goede kisten
Niet zoo dat er stof in kan doordrin
gen, doch zooals ze op de ter gelegen
heid van het congres te Frankfort ge
houden tentoonstelling in velerlei vorm
en van allerlei stof- en vochtdicht
materiaal vervaardigd zijn. Neemt een
voorbeeld aan Pruisen, en leert ten
minste eenige personen op iederen trein
het omgaan met het materiaal in zulk
een kist. Zorgt verder, dat er in de
groote stations hulpcolonnes zijn, die
bij de spoorwegongelukken, waar velen
hulp dienen te bieden, werken onder
leiding van den dokter, uitgerust met
veel materiaal, dat ook alweer op het
station aanwezig moet zijn. Doch zorg
niettemin voor de lichte ongevallen in
den trein. Het materiaal, dat in de
waggons aanwezig dient te zijn, behoeft
dus niet berekend te zijn op opereeren,
desinfecteeren. Slechts wond verband en
spalkverband komen in aanmerkingen
als hier nu maar niet naar Pruisen
gezien wordt, waar wel verbanden in
iederen trein zijn, maar geen aseptische,
dan kan door deze combinatie: de
trein in het bezit van enkele aseptische
verbanden en eenvoudig spalkmaterieel
op iederen trein eenige personen
van het personeel, die weten om te
gaan met eenvoudige verbandmiddelen
aan de grootere stations colonnes
van ziekenverplegers, geleid door een
dokter transportmiddelen en ook
alleen hier een instrumentarium,
reeds veel gedaan worden.
Met opzet geven wij van het te dezer
veling zijn, meende zij. Zeer gaarne zou
zij in hare geboortestad blijven, zoo rijk
aan zoete herinneringen, en waar zij thans,
na eene jarenlange afwezigheid, sedert ge-
ruimen tijd was teruggekeerd. DéAr, ten
minste, zouden hunne laatste dagen eenig
genot geven.
Weer heel anders dacht er Geeraert over.
„Onze Helena", zei hij, is het eenigste
voorwerp onzer liefde. Zij is de vreugd
van ons bestaan, de lichtstraal van ons
leven zij zal de troost en het geluk zijn
onzer dagen Thans is zij achttien
jaar geworden, en weldra verlaat zij de
kostschool. Wij hebben veel voor hare
opvoeding gedaan en toch zal die opvoe
ding nog niet volledig zijn. Op ons rust
de plicht die te volmaken. Voor Leentje
zou ik alles willen opofferen, Melanie, alles
èn ons fortuin, èn mijne gezondheid, èn
mijn geluk. Hier, in Gent, zou het mis
schien niet goed voor haar zijn. Gij kent de
groote steden, vrouw, en gij weet, zoo goed
als ik, dat een enkele noodlottige dag vol
doende kan zijn om alles, wat we voor
haar deden, in rook te doen vervliegen..."
Geeraert had een zeer slechten dunk van
do zedelijkheid der groote steden.
Dat kon Melanie onmogelijk beamen.
In den grond kon daar misschien wel een
weinig waarheid in liggendoch neen, dat
was overdreven, dat waren hersenschimmen,
niets anders.
„En", voegde zij er smeekend bij, ,,'t is
enkel voor u Lodewijk, dat we hier zouden
blijven. Gij zoudt altijd goede geneesheeren
bij de hand hebben, die u kuDnen helpen
en daarbij het leven, het gewoel, de be
weging der groote stad zullen u goed doen,
zullen u opbeuren Buiten is het te stil,
zake gevoerde debat een breedvoerig
overzicht, om den lezer een indruk te
geven van de zorgvuldige, doordringende
wijze waarop de afgevaardigden van
alle landen te Frankfort over ons wel
en wee bij openbare ongelukken ge
sproken hebben.
Dr. Kropveld uit Amsterdam gaf
eene uiteenzetting van de maatregelen,
die de Nederlandsche wetgever genomen
heeft tot het voorkomen, respectievelijk
genezen van de nadeelige gevolgen bij
caisson-arbeid. Zijne conclussie was dat
slechts een wettelijk vastgestelde regeling,
die hoofdzakelijk bepaalde dat een
recom pressie sluis (sluis vooruitschutting)
bij ieder caissonwerk, waarbij de over
druk meer dan 1.5 atmosfeer bedraagt,
aanwezig moest zijn, en dat er een
permanent geneeskundig toezicht moet
zijn en de schuttijden vastgesteld moeten
worden. Slechts dan kunnen het aantal
en den aard der ziekten tot een mini
mum beperkt worden.
Nederland is hierin de andere hnden
voorgegaanen eene vergelijking van
de te Amsterdam bij de werkzaamheden
van het nieuwe westelijk viaduct ver
kregen resultaten met die van elders,
viel dan ook bijzonder gunstig uit ten
opzichte van ons vaderland.
Ridder H. von Schröter merkte naar
aanleiding hiervan op, dat de bepalingen,
zooals ze in de Nederlandsche wet
voorkomen, reeds lang door hem ver
dedigd zijn, en hij sprak de hoop en
de verwachting uit, dat de andere re
geeringen het voorbeeld van Nederland
mogen volgen
Dr. Mijnliejf had gelegenheid zijn
stelling te verdedigen dat het in een
groote stad zoowel in het belang der
bewoners als in dat der gemeente nood
zakelijk is, dat de organisatie van de
eerste hulp bij ongelukken door de
gemeente zelf ter hand worde genomen
In dit opzicht vertrouwen wij hier te
lande nog te veel op het particulier
initiatief, en erkend mag worden dat
de Vereeniging „Eerste hulp bij Onge
lukken" zeer veel goeds in de groote
steden doet.
Ook op de zooeven vermelde Ten
toonstelling hebben de Hollanders geen
slecht figuur gemaakt. Daar was de
oud-kolonel dr. de Mooy, die, ofschoon
75 jaar oud, met jeugdig vuur zijne
uitvindingen verklaarde, t.w. verbanden
die met één hand overgemaakt, aange
legd en vastgemaakt kunnen worden,
draagramen voor gewonden die, onver
schillig waar en hoe geblesseerd, steeds
rustig en gemakkelijk in staande en
liggende houding, desnoods met touwen
te eenzaam, en die eenzaamheid dood
Geeraert dacht lang na over die woorden.
„Die eenzaamheid doodtJa, dat
was wel degelijk zoo, meende hij daarvan
had hij zich meer dan eens reeds kunnen
overtuigen. „De eenzaamheid doodtja,
Melanie had wellicht gelijk.
II.
De oud-ontvanger bleef in Gent.
Weinige weken later had hij, met zijn
gezin, een net burgerhuis, in een der volks-
rijkste wijken der stad, betrokken.
Nooit had hij gedacht zich daar zoo op
recht in zijn schik te zullen gevoelen. Ook
schenen zijne „oude plagen", zooals hij zijne
ongesteldheid placht te noemen, voor altoos
geweken. Van de bekwame geneesheeren,
over wie Melanie, destijds, met zooveel
vertrouwen sprak, was er, tot nu toe, nog
niet eens spraak geweest
Helena was tehuis gekomen.
De groote stad, met haar rusteloos leven
en hare schoone wandelingen en prachtige
magazijnen, beviel het jonge meisje uiter
mate. Zij was dan ook weinig tehuis.
In de buurt had zij alras kennis gemaakt
met de dames Van Mol, meisjes van haren
leeftijd, van wie zij weldra onafscheidelijk
werd.
De ouders Van Mol waren lieden van
geringen stand, die hoegenaamd geen ver
mogen bezaten, en niettemin weelderig en
op grooten voet leefden.
Evenals de dochters der voornaamste fa-
miliën van de stad, waren de beide doch
ters steeds naar de laatste mode opgesmukt.
Men vond ze doorgaans op de meest be
zochte wandelingen, op concerten en feest
jes, waar zij, door eene kleurenrijke, vaak
uit een hooge Amsterdamsche étage-
woning, of langs smalle, donkere trap
pen vervoerd kunnen worden, zonder
dat het getroffen deel daarbij van
houding verandert. Dan was er de
automobielbrancard van de firma Spijker,
voor een deel gebouwd naar aanwij
zingen van dr. Essers, die, naar het
oordeel van een bevoegd opmerker, de
vergelijking met andere tentoongestelde
automobielen kan doorstaan en die uit
medisch oogpunt ruim voldoende geacht
kan worden zelfs voor het transport
van patiënten met hersenschudding. En
eindelijk was er de heer Utermöhlen
uit Amsterdam, die, handig als de beste
medicus, zijne verband en verplegings-
artikelen speciaal zijn snelverband
demonstreerde.
Misschien ligt er voor menig lezer
iets benauwends in die opsomming van
hulp voor ongevallen, maar anderzijds
geeft het toch ook een rustig gevoel te
weteD, dat bij de talrijke, van dag
tot dag vermeerderende verkeersgevaren
knappe mannen van allerlei slag en
elke nationaliteit rusteloos bezig zijn
om ons, mocht het noodlot ons treffen,
zoo spoedig en zoo goed mogelijk we
tenschappelijke hulp te verschaffen.
Z. N. en A.
lluiteitland.
Volgens een bericht uit Tandzjer is
de legermacht -van sultan Abd-el-Azis
door Moelai Hafid, op 80 K.M. van
Marrakesj, verslagen en in verschrik
kelijke verwarring op de vlucht gegaan.
Over deze nederlaag lezen wij
Naar het heet heeft Abd-el-Azis te
kennen gegeven, dat hij van den troon
zal afstand doen en het land verlaten
om zich neer te zetten te Damaskus.
Hij wil niet wonen in een Moslemsch
land, waar Europeanen iets te zeggen
hebben. Daar in Syrië wil bij afwachten,
of en wanneer hij naar Marokko zal
terugkeeren.
Een verhaal zegt, dat tijdens het be
slissende gevecht de sjerief Sjer Kani
den sultan, met gevaar voor eigen leven,
heeft gered. Een telegram van generaal
d'Amade aan de Fransche regeering
meldt, dat Abd-el-Azis in het gevecht
groote dapperheid toonde, maar het
hielp niet, bij het gemis aan samenhang,
vormingen wapenen bij zijn krijgsmacht.
De Matin, als andere bladen, vernemen,
dat er alras een dolle paniek heerschte.
De krijgers schoten naar alle kanten
hun geweer af. Om snel te kunnen
vluchten, schoten zij medestanders van
het paard, om dan in den zadel te
springen en weg te rennen. De bedie
ning van het geschut borg op de muil
ezels van de bespanning het lijf. Een
grillige kleederdracht, vele blikken tot zich
trokken.
Tijdens hare eerste bijeenkomsten met
de dames Van Mol, kwam er meer dan
eens een half spottend, bijna medelijdend
lachje om de lippen der beide zusters. Hare
nieuwe vriendin had zulke „kostschoolach
tige" manierenzij had zoo weinig begrip
van het leven in de stad en had nog niet
eens een roman gelezen Zij was nog zoo
jong, zoo „romanesk"
Doch in dien toestand zou spoedig ver
andering komen. Na verloop van weinige
maanden was Helena een heel ander meisje
gewordenzij geleek, in vele opzichten,
hare vriendinnen.
Zij had de kostschool verlaten met eene
geleerdheid welke, voor een meisje van
hare jaren, bijna grondig mocht genoemd
worden. Het is waarhare ouders hadden
zich geene opofferingen gespaard en zij
was begaafd met een vluggen geest. Vooral
voor de muziek had zij een meer dan ge
wonen aanleg, en hare onderwijzeressen
hadden, jammer genoeg, al te kwistig om
gegaan met loftuitingen aangaande haar
muzikaal talent.
Doch hare eigenlijke opvoeding was niet
eens begonnen. Dat hadden de Zusters over
gelaten aan de ouders. Gedurende de vele
jaren welke zij in de school had doorge
bracht, was er niets gedaan voor haar ka
rakter. Zij kwam dus in de wereld als een
kind, het hoofd vol nietige zaken, en over
tuigd in alles de verwezenlijking te zullen
vinden der naieve droomen harer kinder
jaren.
Wellicht had hij gelijk, wellicht veel ge
lijk. En toch, buiten zou haar alles ver-
Wordt vervolgd).