Het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
FEESTZANG
Helena Geeraert.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2767. Zaterdag 29 Augustus. 190S.
Komkommer- en
Vacant ïetijd.
FEUILLETON.
Uïjq aliens
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 7l/s ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
op
den gedenkdag van Koningin Wilhelmina's
TIENJARIGE REGEERING.
In Wilhelmina's lenteleven,
Bij 't naderen van Haar zomertijd,
Mocht Neêrlands Volk de Kroon haar ge'en,
Oranje's grootsch geslacht bereid.
Toen heeft Haar heil'ge eed geklonken,
Als een gelofte, God gedaan
Dat heeft haar moed en kracht geschonken,
Om sterk dat leven in te gaan.
Zoo is Haar zomer aangebroken,
Met meerder zorg, aar grooter kracht.
Het rozeknopjen is ontloken
Tot rijken bloei, vol kleurenpracht.
Reeds siert Haar Kroon een tiental jaren
Met roem aan Land en Volk gewijd,
En waar Gods Hand Haar mocht bewaren,
Viert Neêrland feest met dankbaarheid.
Een stofjen is dat tiental jaren
Bij zooveel eeuwen, reeds vergaan I
Een droom, die spoorloos heen gevaren,
Het leven roept om voort te gaan
Laat rijpen düèr de korenhalmen,
Tot volle schooven voor het oog,
Dan rijst de dank in heil'ge psalmen,
Of in 't Wilhelmus-lied omhoog.
L. J. EIJDMAN.
Wijl het landbouwbedrijf juist in
deze dagen de meeste krachtinspanning
vergt, en de landman de aandacht hoop
vol gevestigd houdt op de weersgesteld
heid, waarvan het welslagen van zijn
arbeid zoozeer afhankelijk is, wordt in
de steden geklaagd over de stilte in
zaken. De komkommertijd is tevens
vacantietijd voor menigeen, en men is
er wel op uit, dien tijd van rust en
ontspanning zooveel mogelijk buiten te
genieten.
De gelegenheid, om goedkoop en snel
vervoerd te worden, neemt aanmerkelijk
toe, en vooral uit de steden in de na
bijheid der kust gelegen, wordt het
verkeer daarheen voortdurend levendiger.
Reizen geeft afwisseling aan de sleür,
die het leven in een geregelden dage-
lijkschen werkkring vaak wordt. Men
beweegt zich in een andere omgeving,
breidt het aantal zijner kennissen uit,
verkwikt zich in het aanechouwen van
heerlijke natuurtafereelen, voelt zich
ver weg uit het net van beslomme
ringen, dat het leven vaak onwille
NOVELLE VAN GUSTAAF D'HONDT.
(2.
Zoo kwam het dat er van het eertijds
zoo schroomvallige, zoo eenvoudige meisje,
niets meer bij haar was overgebleven. Zij
was van lieverlede eene behaagzieke, steed-
sche juffer geworden als hare vriendinnen.
En moeder, die de goedheid zelve was, vond
er eene zoete zelfvoldoening in de grilligste
wenschen harer dochter te bevredigen.
Evenals hare vriendinnen deed zij thans,
ilve een weinig muziek, niets meer dan
}ns lezen, 't Waren werken van Fran-
f schrijvers van lagen rang, romans van
ongezonde strekking die op den geest en
het karakter der vrouw nog meer dan een
ongunstigen invloed uitoefenen romans
die in hooge mate de kracht bezitten de
hoofden der jonge meisjes met dwaalbe
grippen en valsche levensopvattingen vol
te proppen.
En bij Helena liet zich die invloed en
die kracht ook gevoelen, zij viel van
het naïef kinderlijke in het bedrieglijk
ideale.
Er lag, voor het jonge .neisje, een ge
heimzinnig iets in die romans, dat haar
onwillekeurig aantrok. Moeder had reeds
meer dan eens bemerkt dat zij soms een
gedeelte van den nacht met lezen door
bracht; doch zij sloeg er weinig acht op.
Alleen de gedachte, het bewustzijn dat haar
kind tevreden, gelukkig was, vervulde haar
met blydschap. Wat doet eene moeder niet
keurig om ons geweven heeft.
Als onze oogen voor de eerste maal
een vreemd schoon landschap in de
nabijheid der zee beschouwen, dan treft
ons 't vriendelijke, van gulden zomer-
lachtjes schitterende groen, dat het in
oneindige verscheidenheid van kleur-
schakeeringen omringt. En ginds aan
den horizon, scherp afstekend tegen de
warme trillende lucht, zien we de gol
vende lijnen van de duinenrij, als zus-
terhoogten elkander de handen reikend
in wijden kring. We bewonderen dien
rijkdom van licht, van kleuren en het
nimmer welkend groen der denneboomen.
En bereiken we, naar meer koelte
verlangend, de duintop, die het volle
gezicht op de wijde zee aanbiedt, dan
blijven we bij de eerste beschouwing
van dien onafzienbaren plas een oogen-
blik in stille bewondering staren naar
het rusteloos voortbewegen der golven,
dat machtig en immer aangrijpend,
grootsche schouwspel der natuur. Doch
niet lang geven we ons aan deze over
peinzingen over, als we de jongeren
ons reeds vooruit zien snellen, de
golven te gemoet. Met gejuich wordt
de zee begroet, met volle teugen stroomt
de frissche lucht onze longen binnen,
we voelen ons krachtiger en met ver
nieuwde levenslust bezield.
Geen wonder dat de zee steeds meer
gasten verzamelt aan hare kusten, waar
zoo menig bleeke wang weder met
den blos der gezondheid werd overto-
gen, en waar zoovele verzwakte licha
men weder den levenskracht verzamel
den, om weerstand te kunnen bieden
aan de afmatting in moeilijken werk
kring of de minder gezonde atmosfeer,
waarin menig stedeling verplicht is te
leven.
Doch niet alleen onder het bereik
van de meer gegoeden liggen in onzen
tijd deze genietingenWe hebben
hierbij slechts te denken aan de vacan-
tiekolonies in verschillende plaatsen
van ons land. Hoevele duizenden klei
nen worden daar gedurende enkele
weken op zoo hartelijke wijze in de
gelegenheid gesteld het buitenleven te
genieten
Hoevele ziekelijke en verzwakte kin
deren, vooral uit achterbuurten, die
deze nooit verlieten, dan om naar
school te gaan, indien ze naar school
konden gaan, zijn opgetogen van
blijdschap naar net gezoudheidsoord
heengegaan, en welk eene uitbundige
vreugde leggen ze na al het genotene,
bij hun terugkeer aan den dag
Maar ook aan hoevele duizenden
werd nog nimmer de gelegenheid ver
voor haar kind
En zoo kon Helena ongehinderd voort
gaan, 's nachts van hare romanhelden
droomen, allerhande hersenschimmen voe
den, en zoo langzaam, langzaam zich
valsche begrippen eigen maken en die voor
werkelijkheid houden
III.
Dat jaar was de winter vrij ruw geweest
en de lente kwam aangekropen, vergezeld
van sombere, mistige dagen.
Sedert eenigen tijd reeds scheen Geeraert
als onder een zwaren weemoed neergedrukt.
Het was hem te moede alsof hij erg ziek
zou worden, en nu begon hem plotseling
het leven in de stad te vervelen. Alles
kwam hem daar zoo eenzaam, zoo treurig
vooralle leven scheen uit de straten weg
te sterven en de lucht, die er over hing,
beklemde zijne borst. Hij verliet het huis
niet meer en wilde nu 't mocht kosten
wat 't wilde, de eene of andere buitenge
meente gaan bewonen.
Doch hij werd op eens gevaarljk ziek
en met behulp van de kundige hand des
geneesheers en de onophoudende zorgen
zijner vrouw, werd hem het leven nog eens
teruggegeven. Nochthans, het verlangen,
eenige dagen voor zijne ziekte bij hem op
geweld, was nu eene dringende nood
zakelijkheid gewordende dokter, slechts
een tijdelijk herstel vreezend, beval de fris
sche buitenlucht. De raad werd gevolgd,
want Geeraert en zijne vrouw hadden al
tijd het onbeperkste vertrouwen in „goede"
geneesheeren gesteld.
Het toeval wilde dat, juist opdatoogen-
blik, in eene naburige en tamelijk bevolkte
gemeente, een lief burgerhuis, naar hunnen
schaft, om datzelfde mede te genieten.
Yeel wordt er voor de kinderen reeds
gedaan, doch de vereenigingen, die zich
ten doel stellen in deze richting voort
te arbeiden, hopen steeds op meer steun,
om op den ingeslagen weg te kunnen
verder gaan.
Yooral zijn de zeekusten of bosch-
rijke streken het uitverkoren oord voor
de arme kolonistjes, die bij hun vertrek
en terugkeer worden gewogen, ea bij
hunne thuiskomst zich maar zelden
in eene geringe, maar meestal in eene
belangrijke gewichtsvermeerdering kun
nen verheugen. Een woord van lof
mag dan ook den geleiders dezer ko
lonies nimmer onthouden worden voor
de toewijding en de belangelooze op
offering, waarmede de kleinen worden
verzorgd en hun vermaak wordt ver
schaft.
Het is eene phylantropie, die in
eene juiste richting van maatschappe
lijk welzijn stuurt; waardoor getracht
wordt van zwakkelijke of veronacht
zaamde kinderen, mannen en vrouwen
te vormen, die voor zich zeiven kunnen
zorgen, en die niet afhankelijk zullen
behoeven te worden, van liefdadige
instellingen, niet behoeven te vervallen
tot den vernederenden staat van bedee
ling. Individuëele menschlievendheid
is niet bij machte in den bestaanden
toestand verandering te brengen. Al
leen door eeu verstandig geregelde phi-
lantropie zal er misschien kans bestaan
armoede en bedelarij uit te roeien.
Iltiilcislatid.
Omtrent Cesar Tasso, die to Marseile
Mej. Loulina na haar geld, hetwelk
deze hem ter wisseling had toevertrouwd,
verduisterd te hebben om het leven
gebracht, en het lijk in stukken heeft
gesneden, wordt gemeld, dat hij in de
gevangenis zijn daad bekend heeft. Toch
is men niet overtuigd dat hij de volle
waarheid heeft gesproken. Men ver
moedt dat Tasso een medeplichtige
heeft gehad, en men vermoedt dat
Tasso de schuld van de daad geheel
op zichzelf wil laden, omdat hij vreest
voor de ontdekking van een ander
misdrijf waar het gerucht hem van be
schuldigt. Daar is allerlei geheimzinnigs
bij deze moordgeschiedenis. Loulina had
het Columbaansche geld ter wisseling
gegeven aan Cesar Tasso. Dat lijkt een
beetje roekeloos, maar 't wordt begrijpe
lijk als men weet, dat Loulina herhaal
delijk had gelogeerd in het hotel Nuibo,
en er zelfs sprake was geweest van een
huwelijk tusschen een zoon van de
weduwe Nuibo en een dochter van
Loulina. Niet vreemd alzoo, dat Lou
lina, bevriend met de familie Nuibo,
den schoonzoon der weduwe Cesar Tasso,
de geldsom ter wisseling toevertrouwde.
Loulina moest verleden Donderdag met
de boot vertrekken naar Beiroet en geen
j wonder dus, dat zij al vroeg in den
i morgen naar het huis van Tasso ging
om het geld op te vragen, dat deze
al twee dagen onder zich had zonder
rekening en verantwoording te doen.
Maar het vreemde is, dat Loulina naar
het huis van Tasso is vergezeld door
een bediende van het hotel en dat die
bediende, die voor 7 uur met Loulina
was uitgegaan, om half acht terug kwam
en vertelde, dat hij Loulina op de boot
had achtergelaten. Die gids, Edouard
genaamd, is denzelfden dag verdwenen
uit het hotel. Hij heeft zich aan boord
begeven van de boot der Messageries
Maritimes en is in plaats van Loulina
naar Beiroet vertrokken,
j Eenigen tijd geleden heeft een broe-
der van Cesar Tasso, die uit Amerika
kwam, gelogeerd bij zijn broer te Mar-
1 seille. Hij had veel geld bij zich,
30,000 frank. Die broer is 's nachts
overleden in het huis van Cesar Tasso.
Het geld werd niet teruggevonden,
j In 1908 hebben er twee Syrische
kooplieden bij Tasso gelogeerd. Die zijn
ook niet levend uit zijn huis gekomen.
De justitie zal zoowel het lijk van
den broer van Cesar Tasso als de lijken
der twee Syrische kooplieden laten op
graven en onderzoeken.
Volgens een bericht uit Yellowstone-
park (Vereeuigde StateD) heeft een en
kele roover daar op een afgelegen ge
deelte van het zoogenaamde nationale
j park achtereenvolgens niet minder dan
elf diligences aangehouden en honderd
i vijf en twintig reizigers uitgeplunderd.
Hij heeft voor een bedrag van 10,000
dollar buitgemaakt. Als een wagen aan
kwam, dan kwam de bandiet van achter
het struikgewas te voorschijn en dwong
de reizigers met de revolver in de hand
uit te stappen. Van verweer kon geen
sprake zijn, daar bezoekers van het
nationale park geen revolvers bij zich
mogen hebben. De roover plunderde
mannen, vrouwen en kinderen uit en
I ontnam hun alles wat van eenige waarde
I was. Een der reizigers werd zelf j door
I hem gedwongen den zak op te houden,
I waarin hij den buit verzamelde. De
I bandiet liet de reizigers ongedeerd, be-
halve een die het waagde te lachen;
'dezen sloeg hij met de kolf van zijn
geweer op het hoofd. De man sprak
i Duitsch en het was iemand van een
jaar of vijftig. Na afloop verdween hij
in het boscli. De regeering heeft sol
daten uitgezonden, om hem te vangen.
Een bedenkelijk bericht uit Konstan-
tinopel: De regeering is van plan,
eenige bepalingen in de concessies van
in Turkije werkende buitenlandsche
maatschappijen, als schadelijk voor de
smaak, te huur kwam.
Hoopvol en verlangend trokken zij er
heen, als naar een lang verbeid iets, als
naar de verwezenlijking van jarenlange
droomen.
Aan Helena scheen die verplaatsing wei
nig te behagen. Zij voelde zich bitter te
leurgesteld bij het vernemen dat zij, zoo
onvoorziens, de stad moest verlaten, waar
zij droomde nog zoovele lieflijkheden van
het leven te kunnen genieten. Zij kon zidh
moeilijk voorstellen dat de lucht der vel
den heilzamer op vaders gezondheid wer
ken zou dan die der stad.
Moeder poogde haar, als altijd, met zachte
woorden over te halen en sprak haar, vol
geestdrift, over al de genoegens van het
leven ten platte lande.
Helena zweeg
De woorden harer moeder hadden nieuwe
beelden in haren geest opgewekt, en, zoo
droomend, schiep hare fantasie verrukkende
ydillenliefde bij rozige avondscheme
ring gloedvolle verklaringen bij hijgende,
geurende avondstilte
IV.
De lente was reeds ver gevorderd.
De velden hadden zich in hun groen,
golvend voorjaarskleed gehuld en defruit-
boomen hadden hun sneeuw igen bloesem
afgeschud. Er zweefde kracht en jeugd
door de lucht en de teelkracht der aarde
barstte toomeloos uit onder de koesterende
stralen der zonneschijf. Al de uitwase
mingen der gistende natuur speelden, in
geurende luchtstroomen, door het ruim.
Zooeven hadden de gewezen ontvanger
en zijn gezin hunne nieuwe woning betrok
ken. Geeraert vooral waa overgelukkig.
't Was alsof het nieuwe leven, dat alom
ziedend opborrelde, ook krachtig op zijn
krank en lijdend lichaam werkte; alsof
de frissche buitenlucht, die hem opwekkend
in 't gelaat woei, zijne longen versterkte
en den last die zijne borst beklemde, weg
nam.
Nu meende hij eindelijk het plekje ge
vonden te hebben waar hij rustig zijn
leven zou eindigen, het plekje waar zijne
„oude plagen" hem nimmermeer bereiken
zouden, het plekje waarvan hij, jaren ge
leden, zoo vaak gedroomd had
En dan dacht hij aan zijne goede Melanie,
die alles wat haar zoo vast aan de stad
gekluisterd hield, opofferde, om voor hem
te zorgen, om hem geluk en genot te ver
schaffen. Tevens dacht hij ook aan hun
Leentje, en dan kwam hem eene donkere
wolk om het voorhoofd.
In de laatste dagen had men hem alles
behalve vleiend gesproken over de gezusters
Van Mol, hare beide vriendinnen. Hetgeen
hij vernomen had, had hem hevig veront
rust voor zijne dochter. En hoe nauw
keuriger hij' deze zaak beschouwd had, hoe
grooter was zijn vrees geworden.
Doch thans was hij weer kalm, vast
overtuigd dat het afgezonderde leven dat
zij nu leiden zouden, die eerste nadeelige
indrukken van het stadsleven, indien zij
werkelijk mochten bestaan, zou wijzigen...
Het huis dat zij bewoonden stond in
eene der schilderachtigste wijken der ge
meente, op kleinen afstand van het dorp,
in eene groote beukendreef die, links, naar
het kasteel van den burgemeester, en rechts
naar de naburige gemeente leidde. Achter
de woning bevond zich een uitgestrekte
schatkist, te veranderen. Den minister
te Parijs is opgedragen, met de Fransche
maatschappijen te onderhandelen. Zoo
zij weigeren wil Turkije de kwestie aan
het Haagsche hot van arbitrage onder
werpen. (Als de Jong-Turken zich in
liet buitenland vijanden willen maken
moeten ze maar zoo beginnen!)
Habib Melchameh is op vrije voeten
gesteld. Het openbaar ministerie ziet
van vervolging af.
De wanordelijkheden in Broessa zijn
door gevangenen uitgelokt, en zonder
beteekenis. Aldus een telegram uit Kon-
stantinopel.
Yolgens een bericht uit Buenos-
Ayres heeft de Kamer aldaar met groote
meerderheid het wetsontwerp aangeno
men, waarbij de regeering gemachtigd
wordt, elf millioen pond sterling te be
steden aan de uitbreiding van de vloot
en het aanschaffen van nieuw veldge
schut.
Voor een politierechter te Londen
werd gisteren een man gebracht, 24
jaar oud, die een meisje van negen
jaar had ontvoerd en eenigen tijd in
zijn huis gehad, met welke bedoelingen
bleek nog niet. Toen de gevangene
binnen werd gebracht, wierp de vader
van het meisje, een koetsier, zich op
hem, het meisje schreeuwende er achter
aan. Met moeite bevrijdde de politie
den gevangene. De zaak werd verdaagd
en toen men den gevangene wegbracht,
had de politie weer moeite den woe
denden vader in toom te houden. Men
heeft ten huize van den gevangene
nog een meisje van 4 tot 5 jaar gevon
den. Men weet niet van wie dat een
kind is.
De Daily Chronicle maakt melding
van oorlogstoebereidselen van Brazilië
tegen Argentinië. Er zouden in Europa
agenten zijn aangekomen tot het aan-
koopen van schietvoorraden alsmede
tot het aanwerven van artillerie- en
cavalerieofficieren. De minister van oor
log, Fonseen, zou zelf tot die agenten
behooren.
Het Braziliaansche gezantschap te
Londen spreekt dit gerucht tegen. De
minister van oorlog van Brazilië en
een Braziliaansch generaal gaan met
hun staf naar Duitschland, op uitnoo-
diging van keizer Wilhelm, om de
herfstoefeningen van het leger in Alzas
bij te wonen, en nergens anders voor.
Tengevolge van de weigering der
overheid om den bakkers een verhoo
ging van den broodprijs toe te staan,
hebben Woensdag te Konstantinopel
vele bakkerijen geen brood gebakken,
's Avonds zijn verschillende winkels
door het volk geplunderd.
Het Tiroler Volksblatt zegt, dat hij
manoeuvres aan de grens by Lusen
tuin, met hooge boomen, weelderig struik
gewas en lieve priëeltjes. Een weinig ver
der stroomde de Lei tusschen breede malsche
weiden en oude, hoogstammige populieren.
In de buurt, en juist over hunne woning,
stond slechts een enkel gebouw, een
gewoon burgerhuis.
Daar woonde, met zijne zuster Marie,
de jeugdige notaris van 'tdorp, Oscar Van
Praet.
Als notaris alom geacht, droegeD de dorpe
lingen hem ook, als mensch, een warme
genegenheid toe. Zijn rechtschapen karakter
en zijn eenvoudige omgang deden hem alle
harten winnen.
Rijk was hij nietdoch niettegenstaande
de pogingen door andersdenkenden in 't
werk gesteld, mocht hij zich in eene schoon©
praktijk verheugen.
Het duurde niet lang of de beide gezin
nen hadden kennis gemaakt en verkeerden
weldra met elkaar op den meest vriend-
schappelijken voet.
Helena die, sedert haar verblijf op het
buiten, immer mijmerend was, alsof hare
liededroomen thans het grootste gedeelte
van haar bestaan hadden ingenomen, werd,
door hare betrekkingen met de Van Praet's,
langzamerhand opgeruimder. Zij vond in
Marie een zacht en lieftallig meisje dat ze
welhaast innig lief kreeg. Gansche dagen
bracht zij soms bij haar doorzij vond er
een oprecht genoegen in, haar bij het ver
zorgen harer kiekens en duiven, of der
bloemen van den notaris, behulpzaam te zijn.
Over dat alles lag een zweem van kalmte,
een zweem van genot, van landelijke frisch-
heid gespreid, en Helena kon hare bewonde
ring niet genoeg lucht geven.
IIEDWIBL4D
Wijze: Psalm 66.
Wordt vervolgd).