ilel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. OOM BEftNAC. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. 1\o, 2703. Zaterdag 28 November1008. FEUILLETON. Niets tegen te zeggen. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Over de brochures, die onder den algemeenen titel „pro en contra", „voor en tegen", wordt uitgegeven, hebben wij vroeger al eens iets gezegd. De uitgave daarvan wordt regelmatig voort gezet en zal zeker nog wel lang kunnen voortgezet worden. Immers, alleen zaken van aanbelang worden er in besproken en van alle zaken van dien aard zal wel de bekende opmerking gelden, dat „alle vóór zijn tegen heelt". Een regel zonder uitzondering schijnt dat evenwel niet te wezen. De uitgevers wilden gaarne eens iets mededeelen over het zoo gewichtig onderwerp der levensverzekering en de verdediging daarvan kostte al heel weinig moeite. Men had zich slechts te wenden tot een der bekende specialiteiten op dit gebied, en die was spoedig gevonden. Maar toen men iemand wilde gaan zoeken, die bereid was om in een brochure zijne bezwaren tegen de levens verzekering uiteen te zetten, deed zich het merkwaardig verschynsel voor, dat zoo iemand eenvoudig niet te vinden was, waaruit natuurlijk de gevolgtrek king is te maken, dat van wezenlijke bezwaren tegen de levensverzekering in 't algemeen geen sprake kan wezen. Z ij n er bezwaren, dan betreffen die eene bepaalde maatschappij en hare wijze van werken; geenszins de instel ling in het algemeen. Ten deele ook is er sprake van vooroordeelen, waar men zich nog den tijd herinnert, toen levensverzekeringmaatschappijen hare betalingen staakten en menige weduwe, voor wie de man bij zijn leven veel had opgeofferd, plotseling hare bronnen van inkomst verloor. Dat kwam omdat destijds de grondslagen, waarop soliede instellingen van dien aard behooren te rusten, nog niet deugdelijk waren, om reden men daarvoor nog geene genoeg zame gegevens had kunnen verzamelen, terwijl bovendien de deelneming nog betrekkelijk gering was. Zulke vooroordeelen bestaan thans niet meer, of althans slechts in geringe mate en men behoeft dan ook in onzen tijd weinig vrees meer te koesteren van verkeerd begrepen te zullen worden, wanneer men het publiek tot nadenken tracht te stemmen over eene aange legenheid, die zoo velen nog steeds verzuimen onder de oogen te zien, tot nadeel van zichzelf of hunne betrek kingen, öf van beiden. (14. Mijn oom haalde zijn schouder3 op, alsof hij wilde zeggen, dat het nutteloos was met een driftige vrouw te redeneeren. De huzaar en ik maakten een beweging om heen te gaan, want het was pijnlijk voor ons naar zulke woorden te luisteren, maar in haar woede riep mijn nicht ons toe te blijven en tegen haar vader te getuigen Nooit heb ik zoo'n alles-overheerschenden hartstocht gezien als er flikkerde in haar droge, wijdgeopende oogen. „U heeft anderen kunnen bedriegen, maar mij nooit," gilde zij. „Ik ken u evengoed als uw eigen geweten u kent. U kunt me vermoorden, zooals u mijn moeder vermoord heeft, maar u kunt me nooit door angst dwingen uw medeplichtige te worden. U heeft zich als een republikein voorgedaan om een huis en landerijen te bekomen, die u niet toebehooren. En nu probeert u Bonaparte tot vriend te krijgen door uw vroegere bondgenooten. die nog vertrouwen in u stellen, te verraden. En u heeft Lucien in den dood gezondenMaar ik doorzie uw plannen en mijn neef Louis ook, en ik verzeker u, dat hij er evenmin in zal toestemmen als ik. Ik sterf liever, dan dat ik de vrouw word van iemand anders dan van Lucien." „Als je gezien hadt, wat een ellendige lafaard hij was, zou je dat niet zeggen," sprak mijn oom koeltjes. „Je bent nu bui ten jezelf, en als je weer verstandig ge- Trouwens, het is ons meermalen ge bleken dat, wanneer men eens een ernstig, gemoedelijk woord met iemand spreekt, de oogen allicht opengaan. Wij zeggen dit niet bepaaldelijk met het oog op de levensverzekering, ofschoon het daarop vooral toepasselijk is. Wij maken de opmerking in het algemeen. Wanneer de menschen begrijpen, dat het hun belang geldt en zij krijgen wat meer gezonde denkbeelden van de eene of andere zaak, dan zijn zij gewoonlijk spoedig genoeg gewonnen. Sommigen vinden het echter beden kelijk, dat al die maatschappijen maar zijn opgericht met het doel om winst te behalen; maar dit is eigenlijk zoo belachelijk mogelijk. Zou men soms willen, dat al die moeite gedaan werd uit zuivere menschenliefde? Wij vree zen, dat de menschen er al heel weinig dankbaar voor zouden wezenmaar bovendien is de bedenking onbillijk. Of men zijn geld steekt in een levens verzekeringsmaatschappij als aandeel houder, of in een andere onderneming, dat komt vrijwel op 't zelfde neer en men heeft aanspraak op een billijke rente; maar de meeste maatschappijen geven aan de verzekerden ook een deel van de winst waardoor dus de be taling der premie verlicht wordt. Als mensch gevoelen wij toch allen zekeren aandrang, om iets voor den ouden dag, of voor de toekomst onzer naaste betrekkingen te doen. Wisten wij, dat wij lang zouden leven en in het genot onzer krachten blijven, dan zouden wij wellicht van ons inkomen zooveel kunnen afzonderen, dat de rente daarvan voldoende zou zijn om onze nagelaten betrekkingen ook na onzen dood te verzorgen. Maar die zekerheid bestaat nu een maal niet. Integendeel, niemand onzer weet, of hij den volgden dag nog onder de levenden zal behoorenmaar hoe vaak verzuimt men om zich met die groote waarheid vertrouwd te maken. Men loopt dus altijd risico, namelijk die van vroegtijdig overlijden en, men is meestal financieel niet sterk genoeg, om die risico te kunnen dragen. Maar, vele menschen samen kun nen het wèl, en een verzekeringsmaat schappij is dus niets anders dan eene instelling, die aan velen gelegenheid geeft om jaarlijks eenig overgelegd geld bijeen te brengen. Met verschillende gegevens, waarbij de gemiddelde levensduur van den mensch natuurlijk een voorname rol speelt, bepaalt men nu hoeveel er, bij een regelmatigen inleg, over een be paald aantal jaren kan worden uitge keerd, en, hoewel er jaarlijks zal moeten worden bijeengebracht, om over een zeker aantal jaren, of, bij overlijden, zich eene bepaalde som te zien uitge keerd. Nog eens, die maatschappij ver dient daar geld mee; maar dat is niets dan een vrij onvermijdelijke bijzaak. Als men uit zuivere menschenliefde te werk ging, zou er aan de nauwkeurig heid van het beheer misschien heel wat ontbreken. Hoofdzaak is, dat wij inde gelegenheid worden gesteld óm te ver krijgen wat de levensverzekering ons wenscht te verschaffende verzorging onzer betrekkingen zelfs in geval van een vroegen doodmaar ook desver- kiezende de verzorging van onzen eigen ouden dag, waardoor wij, indirect, toch ook alweer in het belang onzer betrek kingen werkzaam zijn. En nu doet het natuurlijk weinig tot de zaak, aan welken vorm van ver zekering wij meenen de voorkeur te moeten gevenook niet of wij het doen in 't groot of in 't kleinwant daar bij zullen wij met onze krachten reke ning hebben te houden en er bestaan gelegenheden voor menschen van allerlei rang en stand. Misschien, waarschijn lijk zelfs, zullen óf extra arbeid öf op offering noodig zijnmaar juist daar om heeft een van de voormannen van het verzekeringswezen gezegd, dat de verzekering de brug is, die van de zelfzucht naar de liefde voert en dan zijn arbeid of opoffering de pijlers waar op die brug rust. Heel mooi gezegd, en bovendien zeer waar Dat het schoone gezegde dan eene nieuwe opwekking voor ons wezen moge en ons met krachtige stem moge her inneren aan de plichten, die wij nage noeg allen hebben, en waarvan de ver vulling, voor een deel althans, ons juist door de instelling der levensverzekering zoo gemakkelijk wordt gemaakt. Om dit te voorkomen stelde de plaat selijke vrederechter voor, op staanden voet een jury aan te wijzen, het geding te doen plaats vinden en dan het dood vonnis uit te spreken. Een en ander ge schiedde ookmaar de menigte was daar mee niet tevredengesteld. Zij maakte zich meeeter van de drie negers en bracht hen om. iliiitesiiiaiid. De buitenlandsche bladen vermelden alweer een lynch-schandaal, ditmaal te Union City, in den staat Tennessee. Drie negers bevonden zich in handen van de justitie; zij werden ervan be schuldigd, een gerechtsdienaar te heb ben vermoord. De menigte trachtte de drie mannen in handen te krijgen. worden bent, zult ge je schamen, dat ge je zwakheid zoo open en bloot gelegd hebt. En wat is er van uw dienst, luitenant?" „Ik heb een boodschap voor u, mijnheer de Laval," zei de jonge huzaar, terwijl hij mijn oom vol verachting den rug toekeerde. „De keizer heeft mij gelast u aanstonds naar het kamp te Boulogne te I rengen." Mijn hart sprong op van vreugde bij de gedachte, dat ik van mijn oom bevrijd zou zijn. „Niets liever dan dat," riep ik uit. „Er staat een paard en een escorte bij de poort te wachten." „Ik ben gereed dadelijk te vertrekken." „Maar zoo'n groote haast is er toch niet bij," zei mijn oom. „U kunt toch zeker wel tot na de koffie wachten, luitenant Gérard „Zoo worden de bevelen van den keizer niet uitgevoerd, mijnheer," sprak de jonge huzaar streng. „Ik heb al te veel tijd ver knoeid. Binnen vijf minuten moeten wij op weg zijn." Mijn oom legde zijn hand op mijn arm en voerde mij langzaam naar de poort, die nicht Sibylle al doorgegaan was. „Er is nog iets, waarover ik je wil spre ken, voor je gaat. Daar de tijd dringt, zult gij het zeker niet kwalijk nemen, dat ik er zonder inleiding mee voor den dag kom. Je hebt je nicht Sibylle gezien, en, ofschoon je om haar gedrag van hedenmorgen wel tegen haar ingenomen zult zijn, kan ik je toch verzekeren, dat zij een lief meisje is. Zij'sprak daar net, alsof zij de plannen, die ik koester, al met je besproken had. Ik beken, dat ik me niets geschikters kan voorstellen dan dat onze families één wor den, om daardoor voor goed een eind te maken aan de kwestie, aan welken tak het. goed zal behooren." „Ongelukkig zijn er bezwaren," zei ik. „En welke, als ik vragen mag?" „Het feit, dat mijn nicht, zooals ik juist gehoord heb, haar hand aan een ander be loofd heeft." „Dat is geen bezwaar," zei hij met een naren grijns; „ik sta er voor in, dat hij nooit om de vervulling dier belofte vragen zal." „Ik vrees, dat ik de Engelsche opvating van een huwelijk heb, dat het uit liefde en niet uit berekening moet worden gesloten. Maar uw plannen zullen toch in geen geval in vervulling komen, want ik zelf heb een jonge dame in Engeland lief." Hij keek mij van ter zijde aan met een afschuwelijke uitdrukking in zijn grijze oogen. „Bedenk wat je doet, Louis" siste hij me in het oor en het klonk even onheil spellend als het gesis van een slang. „Je stuurt mijn plannen in de war en dat kan niet ongestraft gebeuren." „Ik heb geen keus in deze zaak." Hij pakte me bij mijn mouw en wees met zijn hand in het rond, zooals Satan gedaan zal hebben, toen hij de koninkrijken en vorstendommen aantoonde. „Zie het park eens aan," zei hij, „de velden, de bosschen. Beschouw het oude kasteel, waarin je voorvaderen 800 jaar gewoond hebben. Je hebt maar één woord te zeggen en het is je eigendom." Voor het oog mijner verbeelding verscheen het kleine, rood steenen huis te Ashford en Eugénie's lief, bleek gezicht, dat over de laurierboschjes bij het raam heenkeek. „Het is mogelijk 1" sprak ik. Hij moet aan mijn gezicht gezien hebben, dat het mij ernst was, want zijn gelaat werd donker van toorn en zijn overredende toon veranderde eensklaps in een dreigende. „Had ik dit geweten, dan hadden ze gisterenavond met je kunnen doen, wat zij De Duitsche Keizer heeft een nie- wen maatregel genomen, die wel met de politieke gebeurtenissen van den laatsten tijd in verband zal staan. Hij heeft last gegeven, om de hofberichten zoo kort mogelijk te maken, en alleen verslag te geven van handelingen, die hij in zijn hoedanigheid van gebieder verricht of die om andere redenen van algemeen belang zijn. Over gewone dagelijksche bezigheden of vermaken zullen geene berichten meer verstrekt wordeu. Ook de mededeelingen over het dagwerk van de overige leden van de koninklijke familie zullen beperkt worden. De voornaamste hervorming is echter, dat de ambtelijke hofberich ten voortaan niet meer openbaar ge maakt worden, voor een verantwoorde lijk ambtenaar ze doorgezien en goed gekeurd heeft. Abd-el-Azis is aan boord van het Engelsche stoomschip Magnus van Ca sablanca naar Tandzjer gereisd, waar hij Woensdagmorgen is aangekomen. Hij is aan land gegaan een eindweegs van de stad, aan het strand, om niet aan de nieuwsgierigheid der menschen bloot te staan. Voorloopig heeft hij zijn intrek genomen in de villa van Har- ris, drie kilometer van de stad. Slechts twee vrouwen en eenige bedienden ver gezelden den gevallen vorst. De Duitscher Robert Hellmich, die het plan heeft gevormd, per rijwiel denzelfden afstand af te leggen, welken de automobielen bij gelegenheid van den wedstrijd New-YorkParijs gereden hebben, is te San Francisco aangekomen. Hellmich verliet New-York den 14den Juli. De ondernemende jongeling zal zich nu naar Seattle inschepen, om Japan te bereiken en te doorkruisen om dan met behulp van een stoomboot Wladi- wostok te bereiken, waar hij nog een zeer moeielijk gedeelte van den tocht, den weg door Siberie, voor zich hebben zal. Chineezen hebben getracht den En- gelschen aannemer Maclean te Singa pore, die een som van 18,000 dollars gebeurd had, te vermoorden en te be- rooven. Maclean reed op een fiets naast wilden," zei hij. „Ik zou geen vinger heb ben uitgestoken om je te redden." „Ik ben blij, dat u dit zegt," antwoordde ik, „want nu is het gemakkelijker voor mij u te zeggen, dat ik mijn eigen weg wil gaan en niets meer met u te maken wil hebben. Door wat u nu gezegd heeft vervalt de dankbaarheid, die me eerst bond." „Ik wil graag gelooven, dat je niets meer met me te maken wilt] hebben," riep hij. „Je zult er» nog vurig naar verlangen, voor je dood bent. Heel goed, heerschap, volg je eigen weg en ik zal den mijnen volgen en we zullen eens zien, wie er ten slotte het beste bij vaart. Een troep huzaren stonden met hun paarden aan de poort. In een paar minuten had ik mijn weinige bezittingen bij elkaar gepakt en snelde de gang door, toen de gedachte aan mijn nicht Sibylle mij plotse ling met angst vervulde. Hoe kon ik haar met dien ruwen man alleen in het oude kasteel achterlaten? Had zij me niet zelf verteld, dat haar leven op het spel kon staan? Ik was in mijn onrust blijven stil staan, en plotseling hoorde ik een getrippel eu zag haar op me toe hollen. „Dag, neef Louis," riep zij, mij beide handen toestekend. „Ik dacht juist aan je," zei ik„je vader en ik zijn tot een verklaring gekomen en hebben twist gehad." „Gelukkig 1" riep zij, „je eenige kans om je leven te redden bestond daarin, dat je van hem wegkwam. Maar wees voor zichtig, want hij zal wraak nemen als hij kan." „Laat hij maar zijn gang gaanmaar hoe kan ik jou in zijn macht achterlaten „Wees voor mij niet bang. Hij heeft meer reden om mij uit den weg te gaan dan ik hem. Maar je wordt geroepen, neef Louis. Vaarwel en de hemel behoede je den Duitschen dokter Barrack. De Chi neezen vergisten zich in den persoon en vermoordden Barrack. Maclean wist te ontsnappen. Er zijn 17 Chineezen in hechtenis genomen, van wie er acht schuldig bevonden en ter dood veroor deeld zijn. Juffrouw Guesterre, bijgenaamd de geweer-koningin, die in een music hall te Londen een nabootsing gaf van het schot van Wilhelm Teil, heeft Maandag avond niet den appel op het hoofd van haar medewerker, maar dat hoofd zelf geraakt. De man werd ernstig verwond naar een ziekenhuis gebracht, waar hij reeds is overleden. De geweer-koningin werd in hechtenis genomen. Te Peking zijn ambtelijke telegram men ontvangen uit de provincie Ngan- Wei, behelzende, dat de toestand in Nanking, de hoofdstad dier provincie, waar den 19en een muiterij onder de troepen uitbrak, ernstig is. Er wordt op straat gevochten. Een aantal buitenlanders in genoemde stad is gevlucht aan boord van een Engelsche kanonneerboot in de Jang-tse. Er ligt ook een Duitsche kanonneerboot in de rivier; en de Amerikaansche ko lonie heeft aan haar regeering geseind er ook een te zenden. Te Bordeaux heeft een metselaar, een man van 32 jaar, ruzie gekregen met zijn vader over een geldkwestie. De metselaar wond zich steeds meer op bij den twist. Te vergeefs trachtten de aan wezigen hem te bedaren. Op eens trok hij zijn overjas uit en ging zijn heele familie met een hamer te lijf. Hij be gon met zijn ouden vader dood te slaan, toen bracht hij zijn zuster en een nicht doodelijke wonden toe. Zijn moederen twee buren wist hij ernstig te kwetsen. De politie heeft met groote moeite den woesteling ten slotte te pakken gekre gen. Met levensgevaar drong de heer Clément, hoofd van den veiligheids dienst, liet huis binnen. Naar alle vermoeden heeft men hier te doen met een aanval van waanzin. De metselaar had al eens in een krank zinnigengesticht gezeten. De Matin verneemt uit Weenen,dat er volgens een daar loopend gerucht aan de Bosnische grens een gevecht is geleverd tusschen een Oostenrijksche patrouille en een Servische bende. Na een kort gevecht werd de bende in de pan gehakt. In Hamadan en Ispahan zijn, volgens een telegram uit Teheran aan de Vos- sische Zeitung, onlusten uitgebroken. IX. Mijn oom stond nog maar steeds bij de poort van het kasteel, het toonbeeld van een overweldiger, staande tusschen twee steenen muren, waarin ons eigen, oude wapenschild, een zilveren balk met drie blauwe gierzwaluwen, was uitgehouwen. Hij dacht er niet aan mij te groeten, toen ik den gereedstaanden schimmel besteeg, maar van onder zijn samengetrokken wenk brauwen keek hij mij peinzend aan, en zijn kaakspieren bewogen zich weer haast on merkbaar en regelmatig op en neer. Ik las een ijzige, voor niets terugdeinzende boos aardigheid in zijn strak, geelachtig gelaat en strengen blik. Wat mij betreft, ik sprong vlug in den zadel, want ik had van het begin af een hekel aan den man gehad en was nu wat blij hem den rug te kunnen toedraaien. Na een kort, vlug bevel van den luitenant en onder het zwaard-gerinkel en spoor-gekletter der cavaleristen, begaven we ons op weg. Toen ik omzag naar den donkeren toren van Grosbois en naar de sombere gedaante, die ons naast de poort stond na te kijken, zag ik boven zijn hoofd even een witten zakdoek, waarmee Sibylle mij van uit een der donkere in lood ge vatte ramen een laatst vaarwel toewuifde, en weer werd ik koud bij de gedachte aan het moedige meisje en in welke handen wij haar achterlieten. Maar de jeugd ver geet haar zorgen even snel als een adem tocht wegtrekt, die een ruit beslaat en wie zou somber gestemd kunnen blijven op zoo'n vlug paard, rijdend door zoo'n heer lijke lucht? De glinsterend witte wegliep over de duinen met in de verte ter linker zijde de zee, en daar tusschen lag het dras sige land, dat van onze avonturen getuige was geweest. Een herinnering aan het Keizerrijk van Napoleon I. Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1