Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Iets over het vleesch. OOM BERNAC. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2704, W oensdag 2 December FEUILLETON. VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 19Q8. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Vt ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Het gebruik van de verschillende soorten vleesch als voedingsmiddel le vert, zooals we in een vorig artikel zagen, in vele gevallen gevaren op voor de gezondheid van den consument. Kunnen wij ons nu behoeden tegen deze gevaren? Voorzeker staan ons een menigte nuttige maatregelen ten dienste, waardoor de kans op gevaar tot op een minimum wordt gereduceerd. Deze maatregelen bestaan ten deele in toezicht op de veeteelt, deels in keuring van vee en vleesch vóór, ge durende en nk het slachten, deels in doelmatig bewaren en toebereiden van het vleesch. Het bewaren gedurende zekeren tijd, 1 h 2 dagen, is noodig omdat het ge bruik onmiddellijk na het slachten niet gewenscht is. Het pas geslacht vleesch nl. is taai en heeft een flauwen zoeten smaak. Eerst wanne&r het een paar dagen „bestorven" is, komt de aange name smaak voor den dag en wordt het vleesch malsch. Dit bewaren eu moet zoo gebeuren, dat geen bacteriën of andere schadelijkheden er bij kunnen komen. Het gebeurt daarom veelal in ijskasten, wat wel eenigszins bederf werend is, maar niet afdoende. Immers bij de temperatuur van de ijskast houdt de bacterieontwikkeling niet op; daar bij komt, dat in de kast voortdurend waterdamp uit de lucht condenseert en de oppervlakte van het vleesch lang zamerhand zeer vochtig maakt. Juist deze weeke oppervlakte is dan een goede voedingsbodem voor bacteriën. Ook de smaak is niet zoo lekker. Een veel betere manier is, het vleesch in stroomende lucht te brengen, zoodat de oppervlakte indroogt. Het is dan niet mogelijk voor bacteriën, in de opper vlakkige lagen te woekeren en zoo in de diepte te dringen. Dit geschiedt steeds in de koelkamers van abattoirs. Deze koelkamers zijn zoo ingericht, dat afgekoelde lucht door verschillende werktuigen wordt aangevoerd en weer weggezogen. Waar dergelijke inrichtin gen niet zijn, is men aangewezen op de grootst mogelijke reinheid, die, helaas nog dikwijls te wenschen overlaat. De menschen die het afgehakte vleesch moeten hanteeren, dienen in alle op zichten zich rein te houdenhun han den en kleeren moeten zindelijk ge houden, stof vermeden worden. Dan zoude het zeer wensehelijk zijn, dat alleen „gezonde" menschen met het vleesch omgingen. (15. Ik verbeeldde mij zelfs, dat ik in de verte een flauwe, zwarte stip zag op de plaats, waar het vreeselijke hutje staan moest. Op verren afstand duiden groepen huizen de filaats aan, waar Etaples en Ambletterre agen en ik kon zien, dat het punt, dat den vorigen avond lichtte als een gloeiend gesmeed zwaard, nu wit als sneeuw was door de tenten van het groote leger. Heel ver weg over het water kon ik het land, waar ik gewoond had. zien als een dun wolkje. Van de duinen en de zee vestigde ik nu mijn blik op de huzaren, die naast mij reden, en die, zooals ik bemerkte, meer een wacht dan een escorte vormden. Behalve de patrouille van den vorigen avond, was het voor de eerste maal, dat ik de beroemde soldaten van Napoleon onder de oogen kreeg en met bewondering en nieuwsgierig heid aanschouwde ik de mannen, die wereld beroemd waren om hun tucht en dapper heid. Zij droegen geen schitterende uni formen, maar hun bevlekte kapotjassen, versleten broeken en stoere paarden wezen er op, dat zij een werkzaam leven leidden. De luitenant had een lenige gestalte en trotsche houding en zijn gulle glimlach en vroolijke, blauwe oogen verzekerden mij, dat hij een prettig kameraad zou zijn. Hij Wat betreft de toebereiding, dient in de eerste plaats te worden opge merkt, dat het gebruik van rauw vleesch beslist afkeuring verdient, vooral daar er over 't algemeen nog geen goed in gerichte keuringsdienst ingesteld is en dus gemakkelijk „gevaarlijk" vleesch kan opgegeten worden. Bovendien heeft het geen voordeel, daar het geen hoo- gere voedingswaarde heeft dan het ge kookte. Als gewoonte dient men aan te ne men, om het vleesch steeds voor het gebruik te koken, te braden of te con- serveeren. Het koken en braden moet zoo geschieden, dat het stuk vleesch zoowel aan zijn buitenkant als inwendig een hoogtetemperatuur verkrijgt b.v. van 60°70° Celsius. Dan worden de para sieten gedood. Het gaat echter zeer langzaameen stuk vleesch van 3y2 pond heeft om goed gekookt te zijn, wel lys uur noodig. Door het koken verliest het niets in voedingswaarde. Gebraden vleesch is evenzoo uitstekend, smaakt lekkerder dan gekookt, en is koud gebruikt zeer licht verteerbaar. Om vleesch te conserveeren zijn ver schillende methoden toegepast met min of meer succes. De koude iu den vorm van ijs bleek niet voldoende. Bij het verzenden van vleesch uit Zuid-Amorika naar Europa bleek het vleesch wel gedurende de reis goed te blijven, maar wanneer het uit het ijs gehaald werd, ging het zoo snel in bederf over, dat men geen tijd had voor den verkoop. Daarom heeft men op schepen koelkamers ingericht evenals in abattoirs. Wateronttrekking is een methode, die veel toepast wordt op alle plaatsen, waar een goede luchtbeweging is, die de waterverdamping bevordert, zooals op hooge bergen. De oppervlakte van het vleesch droogt uit en verhindert daardoor rotting. Door het pekelen, d.w.z. het vleesch te brengen in een 10 pet. zoutoplos sing, worden veel bacteriën gedood, en alle voortwoekering belemmerd. De verteerbaarheid schijnt er niet door te lijden. Het rooken is een zeer goede methode. Het vleesch wordt na gezouten te zijn, blootgesteld aan den rook van beuken- jof eikenhout, terwijl een flinke lucht- stroom zorgt voor uitdroging. Het „snel- rooken" is niet afdoende, daar niet alle parasieten worden gedood, wat wel het geval is bij langzaam rooken. Chemicaliën als boorzuur, enz. wor den zelden gebruikt om te conserveeren, worden meer aangewend om rottend vleesch een gunstig aanzien te geven. scheen mij ook te hebben opgenomen, want, terwijl wij naast elkaar voortreden, legde hij plotseling zijn hand op mijn knie. „Ik denk niet, dat de keizer ontevreden over u zal zijn," zei hij met een ernstig gezicht. „Ik zou niet weten, waarom hij dat zijn zou," antwoordde ik, „want ik ben expres uit Engeland gekomen om hem mijn diens ten aan te bieden." „Toen wij gisterenavond verslag uitbrach ten en toen hij hoorde, dat u in dat dieven- hol geweest was, wilde hij u dadelijk bij zich laten komen. Misschien wil hij u als gids gebruiken in Engeland. U kent zeker het geheele eiland door en door." De huzaar scheen bij een eiland altijd te denken aan de kleine stukjes land, die bij de kust van Normandië of Bretagne liggen. Ik probeerde hem aan het verstand te brengen, dat het een groot land was, niet veel kleiner dan Frankrijk. „Nu," zei hij, „wij zullen er wel gauw alles van weten, want wii gaan het verove ren. Er wordt in het kamp gezegd, dat wij Londen waarschijnlijk df aanstaanden Woensdagavond öf Donderdagmorgen zul len binnentrekken. We krijgen een week om de stad te plunderen en dan zal een gedeelte van het leger Schotland, en een ander Ierland innemen." Zijn heilig vertrouwen deed me glim lachen. „Maar hoe weet u, dat u dit alles doen kunt vroeg ik. „O," zei hij, „de keizer heeft het zoo beschikt." „Maar zij hebben een leger en zijngoed uitgerust. Zij zijn dapper en zullen vechten." Ten slotte wordt het vleesch nog blootgesteld aan verhitting in gesloten bussen, (corned beef). Uit Amerika komt veel van dergelijk goed naar Europa. Een gebrek hierbij is, dat het vleesch gewoonlijk van slecht vee genomen wordt, en dat het vezelig is. Zooals in het begin gezegd, behoort ook tot beperking van de gevaren van vleescbgebruik een goede verpleging van het vee en van de stallen. Zorgt men dat de stallen zuiver gehouden worden, en dat de voor het slachten bestemde dieren goed voedsel krijgen, dan zullen lintwormen zeer zeker verdwijnen, even-1 zoo als het verkeer met honden wat minder inniger wordt. De verspreiding van besmettelijke veeziekten is te voorkomen door maat-1 regelen te nemen voor afzondering en desinfectie van het zieke vee. Hier betreden we het gebied van den veearts. Deze nl. is alleen geschikt, door zijn wetenschappelijke ontwikkeling, om spoedig besmettelijke ziekten te hor- kennen en de maatregelen te nemen, die ter bestrijding noodig zijn. Ook de keuring van het vleesch ge durende het slachten is het werk van den veearts. Het is wel gemakkelijk voor menschen, die er veel mee omgaan, om grovere ziekelijke afwijkingen te herkennen, maar in vele gevallen is het j noodzakelijk, dat iemand die bekend is met bacteriologie, microscope en ziekte- kundige ontleedkunde, de leiding der vleeschkeuring op zich neemt. Behalve in plaatsen waar een abattoir is opge richt, is over het algemeen de vleesch keuring zeer gebrekkig en toevertrouwd aan personen, die er absoluut geen j verstand van hebben. Zoo is ons een stadje bekend, waar een wijnhandelaar zich met dezen dienst bezig houdt; in andere plaatsen bestaan nog dwazere combinaties. Een nauwkeurig wetenschappelijk onderzoek van het vleesch is dikwijls noodig, daar er vaak afwijkingen in de inwendige organen voorkomen, die ge vaarlijk zijn voor de consumptie. Zoo goed als volledig kan deze keuring plaats hebben in een abattoir. Dit is dan ook, behalve in andere opzichten, vooral ten opzichte der keuring het ideale. Intusschen is niet iedere gemeente in staat, een zoo dure inrichting te maken bovendien zou het voor dorpen niet de moeite loonen. Maar wel kan ieder gemeentebestuur zijn kenringdienst ver beteren, zonder zoo heel veel onkosten te maken. In aanmerking genomen de opgesomde gevaren voor de gezondheid, eindigen wij met de hoop uit te spreken, dat door iedere gemeente spoedig een meer zekerheid gevende keuringsdienst worde ingericht. Buitenland. Turkije heeft voor de vloot groote plannen gemaakt. Het marine-program omvat een tijdperk van 8 jaren. Het voorziet in een uitgave van 17.860.000 Turksche ponden, waarvan 2.232.000 op de begrooting van het aanstaande jaar. De reeds vroeger bestelde oorlogssche pen komen niet op het program voor. Het program omvat den aanbouw van 6 oorlopsschepen, 12 torpedovernielers, 12 torpedobooten, 6 onderzeesche vaar tuigen, 2 mijnenschepen, 2 schoolsche- pen, 24 kanonneerbooten, 4 rivierka- nonneerbooten, 1 hospitaalschip en 6 transportschepen, terwijl voorts voor zieningen worden getroffen voor een reorganisatie van werven en tuighuizen. In de Vereenigde Staten heeft een ernstig mijnongeluk plaats gehad. Zaterdag geraakte de mijn van Pitts burg and Buffalo Coal Company te Mariana, tengevolge van een ontploffing in brand. De mijn, waar het ongeluk plaats vond, was nog pas kort in exploitatie. Zij was op onbekrompen wijze voorzien van veiligheidsinrichtingen. De aan leiding tot de ontploffing is nog niet bekend. Het kan een kruitontploffing zijn geweest, maar ook een mijngas- ontploffing. Er ontstond brand en alle uitgangen waren afgesneden. Onder de mijnwerkers waren vele Amerikanen en Engelschen. Het zeer eigenaardige feit heeft zich voorgedaan, dat de staats- mijninspecteur Louttit juist 3 minuten vóór de ontploffing gereed was gekomen met de inspectie der mijn, welk onder zoek twee dagen had geduurd. Hij had alles in volmaakte orde bevonden. De kracht der ontploffing was enorm zij slingerde een ijzeren mijnbak uit de schachtopening tot op een afstand van 100 M. van de opening. Drie ar beiders, die in den bak waren, werden te pletter geslagen. De geweldige hitte in de brandende mijn maakte dat het reddingswerk moest worden gestaakt. De autoriteiten hebben meegedeeld, dat er waarschijnlijk 275 menschen in de mijn waren toen de ontploffing ge schiedde men vreest dat allen gestikt zijn. Er duikt een gerucht op, dat Moelai Mohammed, broeder van Moelai Hafid, tot sultan van Marokko is uitgeroepen en dat deze nieuwe pretendent zich ergens tusschen Rabat en Casablanca ophoudt. Deze Moelai Mohammed is wel meer als pretendent genoemd. Volgens latere berichten is het inder daad waar, dat Moelai Mohammed, de „Dat zal hun niet helpen, want de keizer komt zelf," sprak hij en door dat eenvou dige antwoord zag ik voor het eerst welk een onbeperkt vertrouwen deze soldaten in hun aanvoerder stelden. „Es u daarginds geweest vroeg de luite nant even daarna, terwijl hij met zijn duim naar het wolkje ver over het water wees. „Ja, ik heb daar gewoond." „Maar waarom is u daar gebleven, ter wijl u zoo'n uitstekende gelegenheid tot vechten hadt in het Fransche leger?" „Mijn vader was één der aristocraten, die uit hun land verdreven waren. Eerst na zijn dood kon ik mijn zwaard in dienst van den keizer stellen." „U heeft veel gemist, maar wij zullen ongetwijfeld nog heel wat flinke oorlogen krijgen. U denkt dus, dat de Engelschen ons bevechten zullen?" „Dat zullen ze zeker." „Wij waren bang, dat zij de wapens zou den neerleggen, als zij hoorden, dat de keizer zelf er was. Ik heb gehoord, dat er mooie vrouwen zijn." ..De vrouwen zijn er prachtig." Hij zeide eenigen tijd niets, maar hief zich in zijn volle lengte op en zette zijn borst uit, terwijl hij aan de einden van zijn blond snorretje draaide. „Maar zij kunnen in booten ontsnappen," mompelde hij eindelijk, en ik merkte, dat hij nog altijd een klein eilandje voor oogen had. „Als zij ons maar zouden zien, zouden ze misschien wel blijven. Men zegt van de huzaren van Berchény, dat zij eea geheele bevolking aan het loopen kunnen brengen, de vrouwen naar ons toe, de mannen van ons weg. U zult wel zeg gen, dat wij een mooi corps vormen en de officieren zijn de beste van het leger, ofschoon de ouderen ver bij ons achterstaan. Ik heb al negen veldslagen en meer dan veertig schermutselingen meegemaakt, mijn heer. En ik verzeker u, dat ik gisteren avond uiet slechts bij toeval tegenwoordig was, maar omdat kolonel Lassalle zeker wou zijn, dat de mannen, die hij gevangen zou nemen, hem niet weer ontgaan zouden. Per slot van rekening kreeg ik niemand dan dat ellendige, laffe wezen, dat ik aan den gevangenbewaarder heb overgeleverd." „En de andere Toussac?" „O, dat schijnt een geheel ander man te zijn geweest. Ik wou, dat ik dien kerel aan mijn zwaard had kunnen rijgen. Maar hij is ontsnapt. Zij hebben hem in het oog gekregen en een paar pistolen op hem af geschoten, maar hij was te goed met het moeras bekend en zij konden hem niet volgen." „En wat zal er met uw gevangene ge beuren?" vroeg ik. LuitenantGérard haalde zijn schouders op. „Het spijt mij voor uw nicht," zij hij, „maar een mooi meisje moet ook niet op zoo'n man verliefd worden, zoolang er nog zooveel dappere officieren zijn, die hun land verdedigen. Ik heb gehoord, dat de keizer die tallooze samenzweringen moe is en dat Lesage tot een afschrikwekkend voorbeeld zal moeten strekken." Onder dit gesprek waren wij over den breeden, witten weg voortgedraafd, totdat wij vlak bij het kamp waren, dat wij met zijn regimenten en brigades beneden oudste zoon van Abd-el-Azes' voorgan ger Moelai el Hassan, door eenige stam men tot sultan is uitgeroepen en dat hij op weg is van Rabat naar Fes. Moelai Mohammed is vroeger een tijdlang waarnemend sultan geweest. Dat was in 1893, toen zijn vader op een groote expeditie uittrok. De sultan stelde toen zijn oudsten zoon tot zijn stadhouder aan te Marakesj en verklaarde hem meteen tot zijn opvolger op den troon. Maar Moelai Mohammed heeft het in den korten tijd van zijn stad houderschap geheel verbruid. Hij was een wreedaard, die er behagen in vond de grooten des rijks blootsvoets naast zijn paard te laten loopen. De oude Moelai el Hassan kreeg slechts klachten over zijn zoon, zoodat hij besloot in diens plaats den jongeren Abd-el-Azis aan te wijzen als troonopvolger. De oude sultan stierf in 1894. De troonsbestij ging van Abd-el-Azis ontmoette geen tegenstand daar Mohammed gehaat was onder het volk. De toenmalige grootvizier liet Moelai Mohammed gevangen zetten. Abd-el- Azis verleende hem echter een betrek kelijke vrijheid na den dood van zijn eersten grootvizier, in 1900. Bij den strijd tusschen Azis en Hafid heeft Mo hammed Azis bijgestaan. Het volkschijnt langzamerhand zijn booze daden als stadhouder vergeten te zijn. In den laatsten tijd was Mohammed te Casablanca, waar Hafid hem nauw lettend liet bewaken. Daar schijnt hij onlangs een wonder te hebben gedaan. De hoofdman van een afdeeling troe pen, die tot zijn bewaking was aange wezen, is door Mohammed vervloekt. Dat Allah u het licht uit de oogen neme, heeft Mohammed gezegd. En ziet, deze ongelukkige schijnt zich de vervloeking van den afstammeling van den profeet zoo te hebben aangetrok ken, dat hij den volgenden morgen niet meer zien kon. Dr. Weisgerber, een kenner van het land en de zeden, acht deze gebeurte nis uiterst geschikt om de Marokkanen te doen gelooven, dat Allah door dit wonder Moelai Mohammed heeft willen aanwijzen als den wettigen sultan. Men herinnert zich het geval van de weduwe Haskell te Salisbury, beschul digd haar eenig kind, een kreupelen jongen van een jaar of tien, in zijn bed den hals afgesneden te hebben. Som migen meenden, dat het was om den spaarpot van den jongen, die voor een kunstbeen opspaarde; anderen om van den sta-in-den-weg af te komen en te kunnen hertrouwen. Zij zelf beschul digde een man, een onbekende die het huis was binnengeslopen. Zij toonde zich over den dood van haar kind zeer bedroefd, en terwijl het geval voor den Coroner werd behandeld viel zij telkens flauw. Het sterkste bewijs tegen haar waren de vele bloedvlekken aan haar ons zagen liggen. We naderen langs een hoogen weg, zoodat wij neerzagen in deze linnen stad, met haar eindelooze rijen aan palen gebonden paarden, haar artilleriepark en benden soldaten. In het midden was een open ruimte met een zeer groote tent en een groep lage houten huisjes in het midden, waarboven de driekleur wapperde. „Dit is de tent van den keizer en die kleinere tent is het hoofdkwartier van generaal Ney, die het bevel voert over deze afdeeling. Dit is slechts een van de vele legers, die van hier tot Duinkerken ver spreid zijndit is het zuidelijkste. De keizer gaat van het eene naar het andere om ze te inspecteerenmaar dit is het voornaamste gedeelte en bevat de uitge- lezenste troepen, zoodat hij het meest hier is, vooral nu de keizerin en het hof te Pont de Briques zijn. Op hot oogenblik is hij hier," voegde hij er op fluisterenden toon bij, naar de groote, witte tent in het midden wijzend. De weg naar het kamp voerde door een vrij uitgestrekte vlakte, waar groote troepen cavalerie en infanterie aan het exerceeren waren. We hadden in Engeland zooveel over Napoleons troepen gehoord, dat ik ze met aandacht bekeek en, toen luitenant Gérard dit merkte, was hij zoo vriendelijk mij uit te leggen, wat de verschillende af- deelingen waren. „Hier, mijnheer de Laval," zei hij, na nog een oogenblik rijdens, „zijn wij bij den ingang van het kamp te Boulogne en ik heb bevel gekregen u onmiddellijk naar de tent van den keizer te brengen." land van alten** 1IMIWSBI4D Een herinnering aan het Keizerrijk van Napoleon I. Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1908 | | pagina 1