el Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Coöperatie.
OOM BERNAC.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
TVö. 2803. W oensdag O Januari1Q09.
FEUILLETON.
land VAN ALTENU
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Geen onderwerp, zegt Dr. Nouwens
in zijn voorwoord van het boekje
Middenstand en Coöperatiedat zoo
zeer de aandacht van den middenstand
trekt en ook die aandacht verdient, als
het Coöperatie-vraagstuk.
Overtuigd van de waarheid dezer
woorden, zijn wij zoo vrij, de aandacht
van middenstanders en niet minder van
landbouwers, die tegenwoordig meer nog
dan de middenstanders coöperatieve
vereenigingen oprichten, te vragen voor
de hoofdzaak van het Coöperatie-vraag
stuk n.l. het finantiëele gedeelte. Geld
is nu eenmaal en niet geheel ten on
rechte, „de ziel van de negotie".
Coöperatieve vereenigingen werken
met kapitaal, dat door de leden wordt
bijeengebracht. Nu rijst dadelijk de
vraag: in hoeverre zijn de leden, dus
degenen die het kapitaal hebben bijeen
gebracht, aansprakelijk? Bij eene naam-
looze vennootschap strekt de aanspra
kelijkheid der aandeelhouders zichslechts
üit, tot het bedrag hunner aandeelen.
Zijn de aandeelen b.v. f 1000 groot en
is daarop f 250 gestort, dan is de aan
deelhouder verplicht bij een eventueel
tekort de f 750 bij te passen. Vandaar
dan ook, dat de wet voorschrijft, dat
niet volgestorte aandeelen op naam
moeten staan. Meer behoeft hij echter
niet bij te dragen in het tekort. De
aansprakelijkheid is dus voor elk aan
deelhouder van f 1000 beperkt tot f 1000,
dat is tot het bedrag van zijn aandeel.
Is dit nu ook het geval bij de leden
eener coöperatieve vereeniging?
Art 19 der Coöperatie-wet schrijft
voor, dat een tekort over de leden wordt
omgeslagen. Zijn dus de baten onvol
doende, om bij liquidatie de schulden
te betalen, dan zijn de leden verplicht
het tekort te dekken, indien tenminste
niets anders bij de statuten is bepaald.
Gesteld dat het kapitaal eener coöpe
ratieve vereeniging is bijeengebracht
door 60 leden en ieder hunner heeft
f 100 gestort, dan zal bij liquidatie,
indien er b.v. een tekort is van f 6000
en niets omtrent de aansprakelijkheid
in de statuten is bepaald, ieder der
leden in het tekort nog f 100 moeten
bijdragen. Zelfs kan de vereffenaar van
ieder der leden bovendien 50 °/a van
den omslag (in het gegeven geval 50
van f 100) eischen tot dokking van de
kosten der liquidatie, terwijl de leden
gezamenlijk voor de betaling van ieders
aandeel in den omslag borg blijven.
(24.
„Ik vind, Sire," sprak de minister, „dat
het beter is openlijke dan stille vijanden
te hebben en dat het minder gevaarlijk is
inkt te vermorsen dan bloed te vergieten.
Wat doet het er toe of uw vijanden in een
paar Parijzer bladen kunnen razen, zoolang
u aan het hoofd staat van 500.000 gewa
pende mannen
„Zacht wat!" riep de keizer ongeduldig
uit. „Gij spreekt, alsof ik mijn kroon van
mijn vader, den gestorven koning, had
ontvangen. Maar zelfs dan zou deze cou
ranten-regeering onduldbaar zijn. De Bour
bons hebben iedereen vrij gelaten over hen
te oordeelen en wat is er van hen geworden?"
Hij ging zitten en strekte zijn dikke,
wit omkleede beenen naar het vuur uit.
Door de verkoolde stukjes der Engelsche
couranten wierpen de vlammen een rooden
gloed op het schoone, bleeke, raadselachtige
gelaat het gelaat van een dichter en
een wijsgeer in het geheel niet dat van
een hartvochtig, eerzuchtig krijgsman. Ik
heb wel eens hooren beweren, dat er geen
twee portretten van den keizer hetzelfde
zijn, maar dat is niet de schuld van den
schilder, maar ligt aan het feit, dat iedere
veranderde stemming een ander mensch
van hem maakte. Ik kan wel zeggen, dat
ik toen ik nog jong was en zijn trekken
nog niet grof geworden waren, nooit een
schooner gelaat gezien heb.
Naast artikel 19 der genoemde wet
staat evenwel art. 7 no. 4, dat bepaalt,
dat de akte van oprichting eener coöp.
vereeniging moet bevatten de bepaling,
in welke mate de leden aansprakelijk
zijn voor de verbintenissen der ver
eeniging. Hieruit volgt, dat in de Sta
tuten kan worden vastgesteld tot welk
bedrag die aansprakelijkheid gaat.
Wanneer dus eene dergelijke bepaling
in de Statuten is opgenomen, dan is
ieder der leden verplicht, indien de
vereeniging liquideert of failleert, te
betalen hoogstens het bedrag daarin
vermeld.
Deze quaestie werd onlangs voor
den Hoogen Raad behandeld. Eene
Coöp. Exportslagerij was gefailleerd
de curator bepaalde het tekort op
f 3000 en eischte van ieder der 63
leden Vei van f 3000 met 50 opcenten
voor de kosten. Zjj hadden daar geen
zin in, omdat de statuten bepaalden,
dat ieder voor niet meer dan f 5 kon
worden aansprakelijk gesteld voor de
verbintenissen der vereeniging. De
Hooge Raad vond de laatste opvatting
juist en verwierp het door den curator
ingestelde cassatie beroep.
Hieruit volgt, dat het zaak is voor
vele Coöp. vereen, gebruik te maken
van de bevoegdheid toegekend in art.
7 vermeld en de aansprakelijkheid der
leden tot een bepaald bedrag te be
perken. Bekijken wij deze beslissing
van den kant der leverai ciers en geld
schieters aan de Coöp. vereeniging, dan
blijkt het, dat 't van hunne zijde een
eisch is te onderzoeken, wat de statu
ten daaromtrent melden. Yan groot
belang is dit te weten, teneinde te
beoordeelën in hoeverre door hen crediet
aan de vereeniging kan worden ver
leend.
Indien uit de statuten is gebleken,
dat de aansprakelijkheid der leden is
beperkt tot f 10 en er zpn b.v. 50
leden, dan heeft een geldschieter be
trekkelijk weinig zekerheid.
Zijn de leden aansprakelijk voor be
dragen van f 100 en hooger, dan is het
zaak na te gaan of ieder hunner voor
dat bedrag goed is.
Tenslotte: bepalen de statuten, dat het
eventueel tekort zal worden omgeslagen,
dan heeft de geldschieter ol leverancier
de meeste waarborgen, omdat, ingeval
er eenige leden dien omslag niet kunnen
betalen, de overige gezamenlijk voor de
betaling van ieders aandeel m den
omslag borg zijn.
Die onbeperkte aansprakelijkheid is
noodzakelijk voor banken, teneinde de
noodige gelden te kunnen leenen, en de
beste waarborg voor geldschieters en
spaarders. In dat geval dient te worden
onderzocht naar de soliditeit der aan
sprakelijke leden.
Met het oog op de vele Coöp. ver
eenigingen ook in onzen omtrek meenden
wij belanghebbenden op dit arrest te
moeten wijzen.
Buitenland.
„Gij hebt geen droomen, geen illusies,
Talleyrand," zei hij. „Gij zijt altijd koud,
practisch, beredeneerd. Maar als ik, zooals
nu, zit te schemeren, of als ik het ruischen
der zee hoor, begint mijn verbeelding te
werkenook als ik muziek hoor, vooral
muziek, waarin dezelfde melodie telkens
en telkens weer voorkomt, zooals in som
mige stukken van Passaniello. Zij hebben
een eigenaardige uitwerking op mij en ik
begin luchtkasteelen te bouwenik maak
grootsche plannen en streef naar het onbe
reikbare. Ik denk er aan, dat, als ik Syrië
had overwonnen, en de Oostersche bevol
king had kunnen drillen en wapenen, ik
met hen Europa zou hebben overrompeld.
Met Egypte aan mijn voeten, zag ik me
reeds op Indië losrukken, gezeten op een
olifant en in mijn hand een nieuwe ver
taling van den Koran, die ik zelf had ge
maakt. Ik ben te laat geboren. Om als
wereldveroveraar beschouwd te worden,
moet men voorgeven van goddelijken oor
sprong te zijn. Alexander gaf zich uit voor
den zoon van Jupiter en er kraaide geen
haan naar. Maar de wereld is oud gewor
den en heeft alle geestdrift verlorenwat
zou er gebeuren, als ik eens hetzelfde be
weerde? Mijnheer de Talleyrand zou achter
zijn hand een glimlach verbergen en de
Parij zenaars zouden korte schotschriften op
de muren schrijven."
Het scheen, dat hij niet tot ons sprak,
maar meer zijn gedachten onder woorden
bracht en ze den vrijen teugel liet. De
Méneval heeft mij verteld, dat de keizer
op deze wijze soms een uur achtereen sprak
over zijn geheimste gedachten en de plan
nen, die hij in zijn hart koesterde, terwijl
zijn hovelingen zwijgend om hem heen
stonden te wachten op het oogenblik, waar-
De aardbeving.
Het blijkt al meer en meer, dat deze
aardbeving een der grootste rampen is
uit de geschiedenis. Messina is een puin
hoop en de drie provinciën van Calabrië
zijn verwoest. Men begint zich in Italië
bang te maken, dat de dag nog eens
komen zal, dat het deel van het land,
hetwelk door de natuur het meest be
gunstigd schijnt, evenzoo aan de ver
nielende elementen ten offer zal vallen
als eens met Pompeji en Herculanum
geschied is. De verhalen van de vluchte
lingen uit het verwoeste gebied zijn
aandoenlijk. Het volk was vaak als
door waanzin aangegrepen. Aan alle
kanten gekermallerlei kretenhier
hoorde men bidden, ginds luide ver-
wenschingen. In eenige plaatsen als in
Pizzo, Catona, SantaSeverinaenPiscopio
waagden de menschen het in de half
verwoeste kerken binnen te dringen
om de heiligenbeelden te halen, die zij,
onder aanroeping van Gods barmhartig
heid, in plechtige processie meenamen.
In de bergachtige streken van het bin
nenland van Calabrië vluchtte de be
volking in de holen in den grond. In
die holen leven, doo_* het ongeluk ver
eend, armen en rijken, ouden en jongen,
priesters en soldaten, allen om groote
vuren geschaard. De geredden uit Mes
sina, die in Catania en Palermo aan
kwamen, doen verhalen die alle be
schrijving te boven gaan. Waar men
het oog ook heenwendde, overal zag
men gillende en vluchtende menschen,
het was één wilde paniek waarin ieder
een het hoofd verloor. De meeste ge
redden weten zeiven niet, hoe ze aan
het onheil ontsnapt zijn.
De ontzetting nam nog toe, toen de
Etna teekenen van roerigheid begon te
geven. Deskundigen verzekeren echter,
dat een uitbarsting van den Etna niet
waarschijnlijk is.
De moed, waarmee de redders alom
aan het werk zijn getogen, moet be
wonderenswaardig zijn. Hun arbeid is
levensgevaarlijk.
Verscheidene vluchtelingen uit de
omgeving van Reggio zeggen, dat deze
plaats niet slechts verwoest, maar door
de aarde verzwolgen is. De aarde opende
zich met een knal als van honderd
kanonschoten, terwijl tegelijkertijd de
zee zich met bulderend geweld over
de puinhopen stortte.
De bijzondere berichtgever van de
Temps seint uit Napels, dat de toor
nige zee als een dier steigerde en ach
teruitsloeg. De vloedgolf rees op ter
hoogte van 12 M. Eerst scheen de zee
van liet land weg te stroomen, als om
een aanloop te nemen. De menschen
op zee zeggen, dat het was alsof een
monster zijn muil openspalkte. De lucht
werd in een werveling meegetrokken.
Werklui die bezig waren, een put te
maken werden door den luchtstroom
weggetrokken en daarna doer de golf
verzwolgen. Hoog rees het water op en
sloeg in de nauwe straat, aan weers
zijden over het land heen (zooals in
straat Soenda bij de ramp van Kraka-
tau). Al de wijken langs zee met hun
bloeiende tuinen en de kaden zakten
weg. En in die leegte brokkelden de
huizen weg. De weeromstuit deed het
gebergte bij Messina sidderen, en de
huizen vielen, het een op het andere
Een officier, die het aanschouwd heeft,
zeide later: „Het leek, of de twee ber
gen de waterberg en de landberg
verwoed op elkaar afkwamen en of
de aarde de woningen der menschen
aan de zee toewierp."
Te Reggio verdween de lange land
tong aan zee met al de voornaamste
straten, het postkantoor, de prefectuur,
het museum, heel de lage stad in een
paar seconden in zee. En de hooge stad,
waaronder de berg beefde, viel ook
neer, in puin, en al wat vroeger de
stad was geweest, plofte in zee.
Men zegt, dat men in Messina een
geweldig angstgehuil hoorde, maar dat
Reggio zonder kik te gronde ging.
Het Giornale d'Italia meldt: Dezee
engte van Messina is door lijken van
menschen en dieren en wrakhouten als
verstopt. Aan beide oevers is de kust
lijn veranderd. De Calabrische kust is
vlak geworden.
De Romeinsche correspondent van
de Lokalanzeiger seinde Woensdag
avond
Een nieuwe aardschok heeft Messina
vandaag opnieuw geteisterd. De muren
van de bouwvallen, die nog overeind
stonden, zijn omgeworpen en alles is
met den grond gelijk gemaakt. Messina
is er geweest.
Ook in Palmi telt men de dooden
bij duizenden. In korte tusschenruim-
ten volgden de schokken daar elkan
der op, zoodat de door slaap bevangen
inwoners niet op straat de wijk konden
nemen. Van 14,000 inwoners zijn er
niet veel meer dan honderd overgeble
ven. Langs de wegen, die de troepen
tusschen de puinhoopen hebben gebaand
ziet men karren rijden waarop de ver
minkten liggen te jammeren. Alle hoop,
op hij weer zijn practischen scherpen blik
zou hebben herkregen.
„Een machtig heerscher," zei hij, „moet
gesteund worden door de macht van den
godsdienst en van het zwaard beide. Het
is van meer belang macht te hebben over
de ziel dan over het lichaam der menschen.
De sultan b.v. is het hoofd der kerk en
van het legerj dat was ook het geval met
enkele Romeinsche keizers, en mijn macht
is niet volkomen, voordat ik dit heb bereikt.
Slechts door alleenheerschappij zal er vrede
heerschen in de wereld. Als er slechts één
oppermacht in Europa is, die gevestigd is
te Parijs en alle koningen hun kroon uit
de handen van Frankrijk ontvangen, dè.n
eerst zal er vrede heerschen. Verscheiden
mogendheden van gelijke sterkte moeten
altijd aanleiding geven tot een strijd, die
niet eindigt voor één van hen oppermachtig
is. Haar centrale ligging, rijkdom en ge
schiedenis wijzen er op, dat Frankrijk de
mogendheid is, die de anderen zal beheer-
schen en regeeren. Duitschland is verdeeld,
Rusland is onbeschaafd, Engeland is een
eiland, zoodat slechts Frankrijk overblijft."
Terwijl ik naar hem luisterde, dacht ik,
dat men in Engeland het nog zoo mis niet
had met te zeggen, dat er geen vrede op
aarde denkbaar was, zoolang deze kleine,
36-jarige artillerie-officier leefde.
Hij dronk een weinig van de koffie, die
Constant op het ronde tafeltje naast hem
had neergezet. Toen leunde hij weer achter
over in zijn stoel en staarde somber in den
rooden gloed van het haardvuur, met de
kin op zijn borst.
„Dan," zei hij, „zullen alle Europeesche
vorsten bij de kroning van den keizer van
Frankrijk zijn sleep dragen. Zij zullen allen
in Parijs een paleis moeten hebben en de
stad zal zich tot Versailles uitbreiden. Dat
zijn de plannen, die ik voor Parijs gemaakt
heb, als zij zich die plannen waard wil
betoonen. Ik houd niet van de Parij zenaars
en zij niet van mij, ofschoon ze mij be
wonderen en vreezen. Toch heb ik veel
voor hen gedaan. Waar zijn de schatten
van Genua, de schilderijen en standbeelden
van Venetië enz. gebleven Allen in het
Louvre. Alles wat ik bij mijn veroveringen
heb buitgemaakt, dient om Parijs te ver
fraaien. Maar de Parij zenaars moeten steeds
iets nieuws hebben, iets om over te praten.
Nu juichen zij me toe, maar als ik hen
niet meer boeide, zouden zij hun vuisten
tegen mij ballen. Lodewijk XVI heeft hen
niets gegeven, daarom hebben ze hem ont
hoofd. Jij hebt er toe meegeholpen om hem
op het schavot te brengen, Talleyrand."
„Neen, Sire, ik ben altijd gematigd ge
weest."
„In ieder geval heb je zijn dood niet
betreurd."
„Zooveel te minder, omdat hij plaats
maakte voor u, Sire."
„Niets had me omlaag kunnen houden,
Talleyrand. Ik ben geboren om tot de
hoogste sport op te klimmen. Ik herinner
mij, dat, toen wij het verdrag van Campo
Formio sloten, ik was toen een jong
generaal van nog geen dertig jaar er
een hooge, leege kroon met het keizerlijk
wapen in de tent van den gevolmachtigde
stond. Ik sprong dadelijk de treden op en
wierp er me inik kon niets boven mij
dulden. Zelfs toen ik met mijn broer Lucien
van een paar franken per week in een klein
kamertje leefde, wist ik, dat ik eens zou
worden, wat ik nu ben. En toch had ik
niet de minste reden groote verwachtingen
te koesteren. Behalve in wiskunde was ik
dat men nog levenden onder het puin
zal vinden, is verloren. Uit de puin
hoopen steken de verstijfde ledematen
van tallooze menschen.
Bijna alle berichten van ooggetuigen
stemmen daarin overeen, dat de vloed
golf te Messina de meeste slachtoffers
heeft geeischt. Onder het water in de
straat van Messina heeft zich een vul
kaan geopend, die de vloedgolf veroor
zaakte. De zee week eerst 300 a 400
Meter van het land terug, om daarna
plotseling 10 Meter te stijgen en met
donderend g weld wierp ze zich over
de stad.
De cijfers, die men meldt omtrent het
aantal slachtoffers, worden steeds on
rustbarender. Sprak men eerst van een
groote honderduizend, thans luidt de
verbijsterende opgave120.000 a 150,000.
„Te Messina alleen 70,000 te Reggio
40,000" zegt een telegram uit Rome
en men beschouwt die cijfers als nog
beneden de werkelijkheid. Sommige
couranten geven dan ook hoogere cijfers.
De Seculo zegt, dat van de 160,000
inwoners van Messina hoogstens 12,000
gered zijn.
Professor Ricco, de directeur van het
observatorium te Catania, heeft ver
klaard, dat het aantal slachtoffers zeker
de 200,000 te boven gaat.
De Temps verneemt, dat de plunde
ringen te Messina onderdrukt zijn. Er
zijn 16 plunderaars doodgeschoten en
600 in hechtenis genomen. Een bende
kwaaddoeners deed Zondag een aanval
op de overlevenden en wondde een ka-
rabinier. Zij vielen ook de Russische
matrozen aan en doodden een Italiaan-
sche matroos.
Tevens verneemt de Temps uit Napels,
dat Zondagmiddag 2 uur te Pellaro
(aan de Calabrische kust, ten zuiden
van Reggio) nieuwe aardschokken heb
ben plaats gehad, waardoor de lieele
stad met al wat er in is in zee zou zijn
gespoeld.
De kapitein van den Russischen
kruiser Makarof heelt bericht, dat de
bemanning van zijn schip duizend
menschen le Messina gered heeft. Van
alle zijden klonken hartverscheurende
kreten uit de puinhoopen. Aan de
gansche kust, die met een dikke laag
slijk bedekt is (restant van de vloedglof)
dolen duizenden mannen, vrouwen en
kinderen halfnaakt rond. Vele kleine
kinderen zijn bevroren. De kapitein
verklaarde, dat er wel 25,000 man noodig
zouden zijn, om de nog levenden uit
het puin te halen en de lijken te bergen.
Aan boord van de Makarof stierven
tijdens den overtocht vijftien menschen.
De New York Herald heeft van de
Stromboli-eilanden het volgende tele
gram ontvangenZondag heeft men
niet knap op school; ik zat eigenlijk altijd
te droomen als de andere jongens werkten
Eens, toen ik nog heel jong was, ging ik
met mijn vader en zuster Caroline naar
Parijs en zag daar den koning in zijn rijtuig
voorbijgaan. Zelfs toen voelde ik, dat dat
rijtuig eigenlijk van mij moest zijn. Wat
is er, Constant?" De bescheiden bediende
boog zich voorover en fluisterde den keizer
iets in het oor. „Dat is waar ook," zei hij
„Het is een afspraak. Ik had het heelemaal
vergeten. Is zij in de zijkamer
„Ja, Sire."
Talleyrand en Berthier wisselden een blik
en de minister maakte een beweging in
de richting van de deur. „Neen, neen,"
gij kunt hier blijven," sprak de keizer.
„Steek het licht aan, Constant, en zorg dat
over een half uur de rijtuigen voor zijn.
Kijk deze schets van een brie! van den
keizer van Oostenrijk en zeg me, wat je
er van denkt. De Méneval, hier is een
uitgebreid verslag over het nieuwe dok te
Brest. Haal er het belangrijkste uit en laat
mij het morgenochtend om vijf uur op mijn
lessenaar vinden. Berthier, om zeven uur
moet het geheele leger in de booten zijn.
Wij zullen eens zien, of zij zich in drie
uur kunnen inschepen. Mijnheer de Laval,
u blijft hier wachten, tot wij naar Pont
de Briques rijden." Na aldus aan elk van
ons een kort bevel te hebben geg°ven, liep
hij met kleine, vlugge passen de kamer
door, en ik zag zijn vierkanten rug en witte
beenen een oogenblik in de deuropening
staan. Het gefladder van een roze rok
daarachter en de gordijnen vielen achtor
achter hem dicht.
Een herinnering aan het Keizerrijk van
Napoleon I.
Wordt vervolgd