mede een golvende beweging van den ii gepaard ging. Eenige gescheur de muren stortten hierdoor in, zonder persoonlijke ongelukken te veroorzaken. Gisteren werd rit Messina gemeld: Hedennacht brak er een door een krachtigen wind aangewakkerde hevige brand uit in de ingestorte huizen langs de kust. De troepen en de bemanningen dor oorlogsschepen snelden onmiddellijk toe. Na een vruchtelooze poging om het uur te blusschen, moesten zij zich bepalen tot het afzonderen van den brand. Uit Reggio: In de geheele streek werden den geheelen ochtend aard schokken waargenomen, waarvan een om zes uur krachtig en een andere om vijf minuten over half een zeer sterk va 8. Uit Smyrna: Hedenochtend te 6.40 hoeft hier een sterke aardschok plaats gehad. Te Menemen en te Fad ja zijn eenige huizen ingestort. In laatstge noemde plaats zijn drie personen gedood. Betreffende de zaak-Steinheil publi ceerde de „Matin" eenige sensationeele bijzonderheden. Een persoon ontving n.l. bekontenisssen van madame Stein- heil, die bekende haar moeder en man gewurgd te hebben met behulp van een medeplichtige. De slachtoffers heeft men van te voren doen inslapen door een narcotisch slaapmiddel in de groc, welke zij zouden drinken, te werpen. Het geheele drama voltrok zich in den tijd van 10 minuten. Ten slotte deelde zij nog mede, dat zij reeds twee jaren met het plan van den moord rondliep, ten einde vrij te zijn en den man te huwen, dien zij beminde. De medeplichtige van mevr. Steinheil was een vriend des buizes. Tot heden is dit echter nog niet nader bevestigd. De regeering van Portugal heeft aan gekondigd, dat op den len Februari -».s., den herdenkingsdag van den dood van koning Carlos en de Kroonprins, bet Hof, de monarchistische partijen en de leden van het gouvernement zullen bijeenkomen tot een groote be tuiging van sympathie aan de nage dachtenis der koninklijke slachtoffers, terwijl de dag als algemeene rouwdag in de lande is geproclameerd. De re- oublikeinsche partij heeft evenwel een mededeeling verspreid, dat op denzelf den dag een grooto demonstratie zal worden gehouden en men naar de gra ven van Buissa en Costa, de twee moor denaars, zal trekken. Zij heeft twee in drukwekkende grafsteenen doen ver vaardigen met de bustes van Buissa en Costa, die met groote ceremonie op de en zullen worden geplaatst. Men denkt, dat meer dan §0,000 personen aan deze demonstratie zullen deelne men, tenminste indien do regeering deze niet zal verbieden, hetgeen nog onbeslist is. Te Warschau zijn onder verdachte omstandigheden twee jonge lieden in hechtenis genomen, die een bedrag van 500,000 roebel aan contanten bij zich hadden. Een hunner zou in Kras- noiarsk in Siberië een rijken koopman vermoord en beroofd hebben. De cholera is weer aan het toene men te St. Petersburg. Zaterdag bedroeg het aantal gevallen 228. In een tehuis voor adellijke weduwen moeten tien dames door de ziekte zijn aangetast. De vertegenwoordigers der groote mogendheden hebben de laatste dagen bij de Bulgaarsche regeering dringende stappen gedaan om te besluiten aan Turkije als schadeloosstelling een som van ten hoogste 82,000.003 aan te bie den. Tezelfder tijd werden bij de Porte stappen gedaan om haar er toe te bren gen een verzoeningsgezinde houding ten opzichte van Bulgarije aan te ne men. Volgens de in ambtelijke kringen door aanzienlijke Bulgaarsche personen gegeven verzekeringen is men bereid, niettegenstaande den minder gunstigen toestand het bedrag van het aanbod tot een overeenkomstige verhouding te verhoogen. Do door den Italiaanschen minister van openbare werken benoemde com missie heeft de haven van Messina zorgvuldig onderzocht en heeft zich er van kunnen overtuigen, dat de haven een zeer uitgestrekt en zeer veilig mari tiem station is gebleven. De aangerichte schade beperkt zich tot een -ontwrich ting van de kaden. De commissie zegt, dat de eenige dringende maatregel be staat in een versterking der aanleg plaatsen. In dezen geest heeft de minister bevelen gegeven. In den Oudejaarsnacht (volgens den Russischen stijl) heeft vorst Nicolaas van Montenegro, naar luid van een telegram uit Cettinje, een oorlogzuchtige rede gehouden. Hij verzamelde zijn zoons, ministers, hovelingen en opper- officieren om zich heen en sprak over de moeilijke tijden, welke voor het Servische volk zyn aangebroken. Hij wekte de aanwezigen op, zich gereed te houden, want de dag naderde, dat Montenegro zijn recht met het zwaard zou moeten verdedigen. De aartsvijand had zich in het bezit van Bosnië gesteld. Voor Montenegro en het broederland Servië bleef er niets anders over dan den heldenmoed van de Servische jon gelingschap op de proef to stellen. Volgens een telegram uit Kaapstad, zijn er de laatste dagen in verschil lende streken van Zuid-Afrika aard schokken gevoeld, o.a. Vrijdag te Jo hannesburg. Volgens een bericht uit Johannes burg heeft op de Village-Deep-mijn een Chinees, men weet niet waarom, een hoeveelheid schiet-gelatine laten ontploffen. Zes kleurlingen werden ge dood en negen blanken en vijftien kleurlingen gewond. In politieke kringen te Berlijn loopt het gerucht, dat vorst Nicolaas van Montenegro afstand van den troon heeft gedaan ten behoeve van zijn zoon. In een telegram uit Cettinje van Za terdag worden die geruchten echter ongegrond verklaard. Naar de Wiener Allgemeine Zeitung verneemt, komen die geruchten uit de kringen der Montenegrijnsche samen zweerders, die naar Belgadro zijn uit geweken. Deze zijn boos over de niet- begenadiging van de in het hoogver- raadsproces te Cettinje veroordeelde nationalisten. Van andere zijde wordt gemeld, dat de tegenstanders van vorst Nikolaas op nieuw roerig zijn geworden wegens de schikking, die pas tusschen Turkije en de Donau-monarchie getroffen is. De door de oorlogsagitatie tijdelijk onder drukte anti-dynastieke beweging steekt nu weer het hoofd op. De populariteit van vorst Nikolaas is zeer gedaald, in verband met de teleurstelling van het publiek, die door het Turkscli-Oosten- rijksche vergelijk is teweeggebracht. De Vorst voelt zich dan ook niet op zijn gemak en de mogelijkheid van verras singen is niet uitgesloten. PlaatselQk Nieuwg. HEUSDEN, 20 Januari. De heer H. G. Peister, Chef van het Station DrunenHeusden der S. Spoor, is met ingang 1 Februari als zoodanig over geplaatst naar het station Capelle-Bieze- linge (Zeeland.) WERKENDAM. Naar we vernemen, is het been van Johs. de Heer, dat door een touw bijna was afgeklemd, en dat men eerst nog gehoopt had te behouden, afgezet. Zaterdag a.s. hoopt de Griendwer- kersvereeniging te vergaderen in de Nuts- zaal, om haar gewone driemaandelij ksche vergadering te houden. Als bestuursleden zijn alsdan aan de beurt van aftreding de leden Jacs. van Oord, G. Verheij en T. M. Paans, terwijl overigens huishoudelijke zaken zullen worden behandeld. VEEN. Tot President Notabel bij de Ned. Herv. Kerk, is in eene gehouden ver gadering herbenoemd de heer J. Blankers Jz. Mej. J. alhier, ontving dezer dagen een partij dekens en kleedingstukken, welke waren bestemd om aan de getroffenen van den brand op Sept. jl. uit te reiken. Dat zulks door de belanghebbenden met genoegen aanvaard werd, laat zich begrijpen. Naar men verneemt was deze zending afkomstig van den heer P. te Bergen, welke vroeger in onze gemeente als geneesheer praktiseerde. Den milden gever hiervoor dank. NIEUWKUIK. In verband met de werk loosheid onder de grondwerkers alhier heeft onze gemeenteraad besloten een gedeelte der woeste' gronden te doen omwerken en daar voor een som van duizend gulden beschik baar gesteld. Moge dit ook elders van na volging zijn. HERPT. De tooneelvereeniging de Vriendenkring" alhier, gaf gisteravond in het café van den heer J. Buijs, voor een volle zaal, haar eerste winteruitvoering. Het programma, waarop niet minder dan 8 grootere en kleinere stukken voorkwa men, werd uitstekend afgewerkt. De delli- tanten werkten kranig en oogsten veel bij val in. Het waren werkelijk een paar uren van genot en we hopen de vereeniging weldra weer eens op de planken te zien. SPRANG. Gelukkig, dat de gevaren van een oorlog tegen Venezuela zijn afge wend, want velen zouden zich, waren vrij willigers opgeroepen, hebben aangemeld om het leven te wagen voor 't bedreigde vaderland. Al leven de Trompen en de Ruijters niet meer, Nederland heeft nog zijn helden, wat men 't beste kan onder vinden als men 's avonds door sommige Noord-Brabantsche dorpen komt. Dat ondervonden Zondag 1.1. ook een paar niets kwaadsvermoedende fietsers, d ie Eethea passeerende, van af het erf van den heer Branderhorst met een hagelbui grint begroet werden. Toen. afgestapt werd was van de daders niets te vinden. Vanachter de woning van den heer Treffers vlogen weer een paar steenen over de straat, ge lukkig weer zonder iemand te raken, maar deze dappere waagde het nog gooiende de fietsers te volgen tot afgestapt werd en hij zoo spoedig mogelijk het hazenpad koos. Toen weer was opgestegen vloog nog geen twintig Meter verder een steen, gegooid van uit de laan van den heer Boll, tegen den voorvork van een der fietsers. Daar het onmogelijk is, dat dezelfde per sonen dat deden moet er een afspraak zijn geweest en de laffe daders moeten te voren gereed gezeten hebben. Wel zal het niet gemunt zijn geweest op onze bericht- gevers daar die Blechts heel toevallig daar passeerden, maar op deze manier zouden ze er toch het slachtoffer van worden. Dat zoo iets voor de daders soms ook minder aangename gevolgen kan hebben, wanneer soms wat gauw gebruik gemaakt werd van vuurwapens schijnt door hen niet te zijn bedacht. Itlnnenland. Men seint uit den Haag Naar wij met zekerheid vernemen is de heer mr. L. H. W. Regout, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, aan H. M. de Koningin voorgedragen ter benoeming tot Minister van Water staat. De benoeming van mr. Regout wordt reeds heden verwacht. De heer Regout had zich reeds eenige dagen geleden bereid verklaard de portefeuille te aan vaarden. De minister van financiën brengt in de Staatscourant nogmaals in de her innering van het publiek, dat de ge legenheid tot inwisseling der munt biljetten nog zal openstaan tot 1 April 1909, en dat de vorderingen, ontleend aan muntbiljetten, welke niet vóór 1 April 1909 ter inwisseling zijn aange boden vervallen zullen zijn. De gelegenheid tot inwisseling staat tot bovengenoemden datum open bij de betaalmeesterskantoren, alsmede bij de Nederlandsche Bank te Amsterdam, bij haar bijbank en bij haar agentschap pen der eerste klasse. Naar aanleiding hiervan schrijft de heer S., te Leiden, in de N. R. Ct. In aanmerking genomen het groot aantal biljetten van f10 en f50, dat vermoedelijk op 1 April a.s. nog in omloop zal zijn, komt het mij voor, dat verlenging van den inwisselings termijn zeer gèwenscht en uit billijk heidsoogpunt alleszins te verdedigen is. Volgens een- ruwe schatting zullen op 1 April 1909 den datum waarop de muntbiljetten waardeloos worden nog in circulatie zijn ruim: 30,000 stuks van f10 en ruim 1000 stuks f 50, een kapitaal vormende van meer dan 3V2 ton, welk bedrag voor 't grootste deel geheel ten voordeele van den staat komt, en voor het overgroote deel ten nadeele van den kleinen burger- en werkman, in welke standen deze biljet ten hoofdzakelijk nog huizen. Oogen- schijnlijk moge dit vreemd klinken, in werkelijkheid is het zoo. Het is onge looflijk, hoevele muntbiljetten steeds hebben gediend als spaarpenningen van de „kleine luiden". Van zeer nabij is mij dit herhaaldelijk gebleken. Gevallen van inwisseling van 20, 30, 40, ja zelfs méér dan 100 stuks muntbiljetten van f10, door eenvoudigeoogenschijnlijk arme menschen, behoorden niet tot de zeldzaamheden. De bezwaren, die dit soort menschen tegen spaarbanken zelfs de Rijks Post-hebben, grenzen aan 't ongelooflijke. Hun meening is algemeen, dat hun spaarpenningen nergens veiliger zijn dan in eigen handen en verborgen op 'n geheimzinnige bergplaats. Ook 't genot van nu en dan de duiten eens te kunnen zien en tellen, schijnt een belangrijke rol te spelen. De ideeën van dit soort menschen zijn nog zeer onontwikkeld, en daarop ziende is het jammer en tevens te betreuren, dat door het te spoedig in werking treden der wet van 31 Dec. '03, en de te wei nige bekendmaking derzelve, zoovelen worden geschaad en de vaak zuur ver diende en door zuinige spaarzaamheid verkregen gelden waardeloos worden. Het groot aantal biljetten, dat nog niet is ingewisseld, diene als bewijs, dat de termijn wel wat al te kort is gesteld. Een Nederlandsche onderneming in Perzie. De N. Ct. heeft met den heer Graadt van Roggen, tot voor korten tijd hoofd ingenieur in Perzischen staatsdienst een onderhoud gehad over de bevloeiing van Zuid-West Perzië, waarvoor de Sjah, zooals wij in ons vorig no. meldden, de concessie voor een Nederlandsche maatschappij heeft geteekend. Den heer Graadt van Roggen noemt het blad, waaraan het hiervolgende ontleend is, nu gedurende welhaast 7 jaren de ziel van dit plan, dat strekt om door irri- gatiewerken bij Ahwaz (aan de Karoen- rivier) een geheele, thans woeste streek de vruchtbaarheid te hergeven, welke zij in vroeger tijden had. In dit onderhoud treedt vooral aan het licht het bij uitstek Nederlandsche belang van deze Perzische onderneming. Een belang dat reeds dadelijk bij de uitvoering van het graafwerk en bij den aanleg der kanalen en van den grooten stuwdam bij Ahwaz in het oog springt, dat verder bij de exploitatie aan den dag treedt en dat van zeer, zeer vérstrekkende gevolgen belooft te zijn voor den landbouw, de nijverheid en ook de scheepvaart van ons vader land. Daar is dan ten eerste de aanleg een stuwdam van 1 K.M., te maken van gewapend beton, met beweegbare metalen deuren, zal bij de stroomver snellingen van de Karoenrivier, ter hoogte van Ahwaz, moeten worden aan gelegd. Hier opent zich dus voor onze be- ton-industrie en voor onze grofsmederij een ruim veld van werkzaamheid; on ze excavateurs zullen er verder arbeid te over vinden en ook de installaties voor het electrisch licht kunnen door de Nederlandsche industrie worden ge leverd. Slechts de dynamo's en de wa terturbines zullen uit het buitenland (waarschijnlijk Duitschland of Zwitser land) moeten komen, doordat men die nu eenmaal hier te lande niet fabriceert. Voor het vervoer van al deze werk tuigen komt natuurlijk een Nederland sche haven, als bv. Rotterdam, komt de Nederlandsche vrachtvaart in aan merking. Dan de exploitatie. Hier komt eerst recht het belang uit dat Nederland als landbouwende staat er bij heeft. Daar de concessie aan de te vormen maat schappij voor 99 jaren, laat ons zeggen voor een eeuw, wordt verleend, kunnen dus geheele generaties van den Neder- landschen ondernemingsgeest partij trekken. Daarom moet men ook niet te angst vallig ziju, maar flink aanpakken en groot opzettenwerken met nieuw ma teriaal, met grooto landbouwmachines (die echter in den aanvang uit Amerika betrokken zouden moeten worden) waar mede men in enkele uren een ?0 H.A. land ploegt, egt en zaait. Later zou men de machines ook in Holland kun nen maken en van daar betrekken, want deze tak van industrie zou hier w«l degelijk reden van bestaau hebben, evenzeer als nu b.v. die van bagger molens en zandzuigers. Is men zoover dat de landerijen vruch ten gaan afwerpen, dan opent zich een wijd verschiet voor den afvoer der te verbouwen productie, welke, zoo stelt de heer Graadt van Roggen zich voor, in het bizonder zouden bestaan in graan en katoen. Een vloot van waarom niet Nederlandsche?! vrachtvaarders zal hier werk kunnen vindende reeds bestaande vreemde maatschappijen zou den het niet beletten, dat met gemak nog een of twee Nederlandsche maat schappijen tot bloei zouden kunnen geraken. Laat men b.v. de Paketvaart doortrekken tot Mohammara; zij zal vervoer te over vinden aan graan voor het immers steeds hongerlijdende Britse h-Indië, aan katoen voor de ka toenspinnerijen aldaar, waarvan alleen Bombay er al een 12-tal heeft. Toch, ook al zal men b.v. in ons eigen Indië voor die producten een afzetgebied kun nen vinden, blijft er nog genoeg voor de Europeesche markten. En waarom zouden wij ook niet sommige Russische vrachten kunnen overnemen? Wat den handel betreft, hiervoor zou echter een afzonderlijke handelmaat schappij moeten worden opgericht. De groote, thans op te richten maatschappij zou alles voor den handel kunnen voor bereiden, de terreinen voor den land bouw geheel gereed maken en bewerken, maar zij zou te veel ondernemen door zich ook in handelsaangelegenheden te mengen. Nederlandsche arbeiders zouden zeer zeker goed te gebruiken zijn, vooral b.v. bij het graafwerk en voor de ma chines: het klimaat is er 6 maanden van het jaar ondragelijk warm, doch de 6 overige maanden wordt er dan des te harder gewerkt. Men werkt in die streken dan ook veel 's nachts, heel vroeg in den morgen vóór zonsopgang. De ondernemers stellen voor ieder de gelegenheid open bij hen te werken en deel te nemen in hunne onderne ming; op die voorwaarde keurde de Sjah goed, dat een maatschappij gevormd zal worden, die het recht heeft het plan uit te voeren. Slechts hieraan wordt in de ontwerp- concessie vastgehouden dat de nieuwe op te richten maatschappij haar zetel heeft in Nederland, dat een Nederland sche directie haar zal besturen en dat ook de technische leiding in Perzië in Nederlandsche handen zal zijn. Met de boringen naar delfstoffen te Winterswijk is men thans tot 420 M. diepte gevorderd. De resultaten zijn bevredigend door de bruine zandsteen is men heen. Men schrijft aan de „N. R. Ct.": Over 1908 is voor den eersten keer de grondbelasting berekend naar de uitkomsten van de herziening der be lastbare opbi engst van de gebouwde eigendommen. Deze belasting bedroeg in hoofdsom volgens de oude regeling ruim 5.20 pet., thans 4.86 pet. der be lastbare opbrengst. Het schijnt, dat deze verlaging in belasting ten platte- lande van de kiezerslijst menig kiezer zal doen verdwijnen, die vroeger juist boven de f 1 in hoofdsom was, en er nu juist beneden valt. Gauwdieven hebben in den Haarlem merhout te Haarlem een tijdelijk on bewoonde villa geplunderd. Karpetten en allerlei goederen zijn meegenomen en een geheel ameublement was in den gang gereed gezet, toen de diefstal weid J ontdekt. Een persoon is aangehouden. Maandagavond begonnen te Bieda de relletjes om 6 uur weder. Politie en marechaussee te voet en te paard traden handelend op. Vele arrestaties hadden plaats wegens overtreding van het ver bod van samenscholing. Verscheidene personen liepen slagen op met sabels en gummistokken. De werkwilligen be kwamen geen letsel. De stakers houden zich schuil achter de nieuwsgierigen. De maatregelen tot bewaring der orde worden thans zeer gestreng gehand haafd. Op Oudejaarsdag werd E. K. uit Wildervank, te W inschoten naar het huis van bewaring overgebracht, zooals later bleek met bevroren voeten. Maan dag is K. aan de gevolgen ervan over leden. Maandagmiddag omstreeks drie uur verliet mej. B. te Amsterdam hare woning in de le Atjehstraat 112. Toen zij ruim een uur later terugkwam, vond zij in de voorkamer de linnenkast over hoop gehaald en al haar linnengoed in de grootste wanorde over den vloer verspreid. Haar werd echter geen tijd gelaten van haar verbazing en schrik te bekomen, want plotseling trad uit de voorkamer een haar onbekend man naar voren, greep haar met de eene hand bij den arm en met de andere bij de keel. In haar hand hield zij een taschje, waarin een bankbiljet van f 40 en twee van f10. Een tweede persoon kwam mede naar binnen, rukte haar het taschje uit de hand, waarop beiden in allerijl de vlucht namen. Bij de politie werd van dit voorval pas om 9 uur 's avonds aangifte gedaan. De dieven voegden haar nog toe „Ziezoo, nu hebben wij tenminste weer een paar weken te vreten." De burgemeester van Doorn en Maarn, de heer H. H. A. J. baron de Geer van Jutphaas, kwam Vrijdagavond met een rijtuigje van Wijk bij Duurstede, toen hij op den stillen grindweg onder Neerlangbroek werd aangereden door een molenaarswagen, met het gevolg, dat het rijtuigje tegen een telegraafpaal reed en de heer De Geer er uit werd geslingerd en ernstig aan het hoofd verwond bleef liggen, terwijl het paard op hol sloeg. De molenaar spoedde zich direct naar een nabijgelegen logement om het ongeluk mede te deelen en met behulp van een zestal daar aanwezigen werd de ongelukkige in zijn rijtuigje naar Doorn overgebracht, waar de ge neesheer dadelijk constateerde, dat de toestand hoogst ernstig was. De heer De Geer is dan ook niet meer bij kennis geweest en overleed Zaterdagochtend omstreeks 9 uur. Groot is de verslagenheid in die omgeving, want baron De Geer was bijna 29 jaar burgemeester van Doorn en Maarn, ter wijl onder zijn bestuur deze gemeente zeer in bloei is toegenomen. Volgens de geneesheeren zou de bur gemeester in zijn rijtuigje door een be roerte zijn getroffen. Daarna zou het teugelloos paard geschrokken zijn en de aanrijding met het bekende gevolg hebben plaats gehad. Verschenen is een vlugschrift van het Bakkerscomité, welk de afschaffing van den nachtarbeid bestrijdt. Van den voorgestelden maatregel ver wacht dit geschriftje een storing in het bedrijf, waarvan het gevolg zal zijn een niet geringe stijging der broodprij zen, reden, waarom het comité niet alleen de regeering, maar ook het pu bliek met de gevolgen eener eventu- eele wet op de hoogte wilde stellen. Ook de voorstanders geven toe, dat de broodprijzen zullen stijgen. Over het bedrag is men het natuur lijk niet eens, maar het Bakkerscomitê berekent deze stijging minstens op 1 cent per K.G., hetgeen een jaarlijksche steeds terugkeerende broodbelasting van f 5,475,000 zou beduiden. Dat het het dubbele zal worden, acht het comité volstrekt niet uitgesloten. En het besluit met de vraag of dit offer gerechtvaar digd is met het oog op het aantal per sonen dat het op 6000 schat die van den maatregel zullen profiteeren. In den nacht van Zaterdag op Zondag omstreeks één uur, is bij het binnen komen van den Nieuwen Waterweg, bij harden wind van het W.Z.W., bij den Zuidpier, gestrand het Engelsche stoomschip Trunkby, groot 2625 bruto tons, van de ïeederij R. Ropner Co., te West Hartlepool, gebouwd in 1896. Het schip is geladen met erts en was

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 2