mede een golvende beweging van den
ii gepaard ging. Eenige gescheur
de muren stortten hierdoor in, zonder
persoonlijke ongelukken te veroorzaken.
Gisteren werd rit Messina gemeld:
Hedennacht brak er een door een
krachtigen wind aangewakkerde hevige
brand uit in de ingestorte huizen langs
de kust. De troepen en de bemanningen
dor oorlogsschepen snelden onmiddellijk
toe. Na een vruchtelooze poging om het
uur te blusschen, moesten zij zich
bepalen tot het afzonderen van den
brand.
Uit Reggio: In de geheele streek
werden den geheelen ochtend aard
schokken waargenomen, waarvan een
om zes uur krachtig en een andere om
vijf minuten over half een zeer sterk
va 8.
Uit Smyrna: Hedenochtend te 6.40
hoeft hier een sterke aardschok plaats
gehad. Te Menemen en te Fad ja zijn
eenige huizen ingestort. In laatstge
noemde plaats zijn drie personen gedood.
Betreffende de zaak-Steinheil publi
ceerde de „Matin" eenige sensationeele
bijzonderheden. Een persoon ontving
n.l. bekontenisssen van madame Stein-
heil, die bekende haar moeder en man
gewurgd te hebben met behulp van een
medeplichtige. De slachtoffers heeft men
van te voren doen inslapen door een
narcotisch slaapmiddel in de groc, welke
zij zouden drinken, te werpen. Het
geheele drama voltrok zich in den tijd
van 10 minuten. Ten slotte deelde zij
nog mede, dat zij reeds twee jaren met
het plan van den moord rondliep, ten
einde vrij te zijn en den man te huwen,
dien zij beminde. De medeplichtige van
mevr. Steinheil was een vriend des
buizes.
Tot heden is dit echter nog niet
nader bevestigd.
De regeering van Portugal heeft aan
gekondigd, dat op den len Februari
-».s., den herdenkingsdag van den dood
van koning Carlos en de Kroonprins,
bet Hof, de monarchistische partijen
en de leden van het gouvernement
zullen bijeenkomen tot een groote be
tuiging van sympathie aan de nage
dachtenis der koninklijke slachtoffers,
terwijl de dag als algemeene rouwdag
in de lande is geproclameerd. De re-
oublikeinsche partij heeft evenwel een
mededeeling verspreid, dat op denzelf
den dag een grooto demonstratie zal
worden gehouden en men naar de gra
ven van Buissa en Costa, de twee moor
denaars, zal trekken. Zij heeft twee in
drukwekkende grafsteenen doen ver
vaardigen met de bustes van Buissa en
Costa, die met groote ceremonie op de
en zullen worden geplaatst. Men
denkt, dat meer dan §0,000 personen
aan deze demonstratie zullen deelne
men, tenminste indien do regeering
deze niet zal verbieden, hetgeen nog
onbeslist is.
Te Warschau zijn onder verdachte
omstandigheden twee jonge lieden in
hechtenis genomen, die een bedrag
van 500,000 roebel aan contanten bij
zich hadden. Een hunner zou in Kras-
noiarsk in Siberië een rijken koopman
vermoord en beroofd hebben.
De cholera is weer aan het toene
men te St. Petersburg. Zaterdag bedroeg
het aantal gevallen 228. In een tehuis
voor adellijke weduwen moeten tien
dames door de ziekte zijn aangetast.
De vertegenwoordigers der groote
mogendheden hebben de laatste dagen
bij de Bulgaarsche regeering dringende
stappen gedaan om te besluiten aan
Turkije als schadeloosstelling een som
van ten hoogste 82,000.003 aan te bie
den. Tezelfder tijd werden bij de Porte
stappen gedaan om haar er toe te bren
gen een verzoeningsgezinde houding
ten opzichte van Bulgarije aan te ne
men. Volgens de in ambtelijke kringen
door aanzienlijke Bulgaarsche personen
gegeven verzekeringen is men bereid,
niettegenstaande den minder gunstigen
toestand het bedrag van het aanbod
tot een overeenkomstige verhouding te
verhoogen.
Do door den Italiaanschen minister
van openbare werken benoemde com
missie heeft de haven van Messina
zorgvuldig onderzocht en heeft zich er
van kunnen overtuigen, dat de haven
een zeer uitgestrekt en zeer veilig mari
tiem station is gebleven. De aangerichte
schade beperkt zich tot een -ontwrich
ting van de kaden. De commissie zegt,
dat de eenige dringende maatregel be
staat in een versterking der aanleg
plaatsen. In dezen geest heeft de minister
bevelen gegeven.
In den Oudejaarsnacht (volgens den
Russischen stijl) heeft vorst Nicolaas
van Montenegro, naar luid van een
telegram uit Cettinje, een oorlogzuchtige
rede gehouden. Hij verzamelde zijn
zoons, ministers, hovelingen en opper-
officieren om zich heen en sprak over
de moeilijke tijden, welke voor het
Servische volk zyn aangebroken. Hij
wekte de aanwezigen op, zich gereed
te houden, want de dag naderde, dat
Montenegro zijn recht met het zwaard
zou moeten verdedigen. De aartsvijand
had zich in het bezit van Bosnië gesteld.
Voor Montenegro en het broederland
Servië bleef er niets anders over dan
den heldenmoed van de Servische jon
gelingschap op de proef to stellen.
Volgens een telegram uit Kaapstad,
zijn er de laatste dagen in verschil
lende streken van Zuid-Afrika aard
schokken gevoeld, o.a. Vrijdag te Jo
hannesburg.
Volgens een bericht uit Johannes
burg heeft op de Village-Deep-mijn
een Chinees, men weet niet waarom,
een hoeveelheid schiet-gelatine laten
ontploffen. Zes kleurlingen werden ge
dood en negen blanken en vijftien
kleurlingen gewond.
In politieke kringen te Berlijn loopt
het gerucht, dat vorst Nicolaas van
Montenegro afstand van den troon heeft
gedaan ten behoeve van zijn zoon.
In een telegram uit Cettinje van Za
terdag worden die geruchten echter
ongegrond verklaard.
Naar de Wiener Allgemeine Zeitung
verneemt, komen die geruchten uit de
kringen der Montenegrijnsche samen
zweerders, die naar Belgadro zijn uit
geweken. Deze zijn boos over de niet-
begenadiging van de in het hoogver-
raadsproces te Cettinje veroordeelde
nationalisten.
Van andere zijde wordt gemeld, dat
de tegenstanders van vorst Nikolaas op
nieuw roerig zijn geworden wegens de
schikking, die pas tusschen Turkije en
de Donau-monarchie getroffen is. De
door de oorlogsagitatie tijdelijk onder
drukte anti-dynastieke beweging steekt
nu weer het hoofd op. De populariteit
van vorst Nikolaas is zeer gedaald, in
verband met de teleurstelling van het
publiek, die door het Turkscli-Oosten-
rijksche vergelijk is teweeggebracht. De
Vorst voelt zich dan ook niet op zijn
gemak en de mogelijkheid van verras
singen is niet uitgesloten.
PlaatselQk Nieuwg.
HEUSDEN, 20 Januari.
De heer H. G. Peister, Chef van het
Station DrunenHeusden der S. Spoor, is
met ingang 1 Februari als zoodanig over
geplaatst naar het station Capelle-Bieze-
linge (Zeeland.)
WERKENDAM. Naar we vernemen,
is het been van Johs. de Heer, dat door
een touw bijna was afgeklemd, en dat men
eerst nog gehoopt had te behouden, afgezet.
Zaterdag a.s. hoopt de Griendwer-
kersvereeniging te vergaderen in de Nuts-
zaal, om haar gewone driemaandelij ksche
vergadering te houden. Als bestuursleden
zijn alsdan aan de beurt van aftreding de
leden Jacs. van Oord, G. Verheij en T.
M. Paans, terwijl overigens huishoudelijke
zaken zullen worden behandeld.
VEEN. Tot President Notabel bij de
Ned. Herv. Kerk, is in eene gehouden ver
gadering herbenoemd de heer J. Blankers Jz.
Mej. J. alhier, ontving dezer dagen
een partij dekens en kleedingstukken, welke
waren bestemd om aan de getroffenen van
den brand op Sept. jl. uit te reiken.
Dat zulks door de belanghebbenden met
genoegen aanvaard werd, laat zich begrijpen.
Naar men verneemt was deze zending
afkomstig van den heer P. te Bergen, welke
vroeger in onze gemeente als geneesheer
praktiseerde. Den milden gever hiervoor
dank.
NIEUWKUIK. In verband met de werk
loosheid onder de grondwerkers alhier heeft
onze gemeenteraad besloten een gedeelte der
woeste' gronden te doen omwerken en daar
voor een som van duizend gulden beschik
baar gesteld. Moge dit ook elders van na
volging zijn.
HERPT. De tooneelvereeniging de
Vriendenkring" alhier, gaf gisteravond in
het café van den heer J. Buijs, voor een
volle zaal, haar eerste winteruitvoering.
Het programma, waarop niet minder dan
8 grootere en kleinere stukken voorkwa
men, werd uitstekend afgewerkt. De delli-
tanten werkten kranig en oogsten veel bij
val in. Het waren werkelijk een paar uren
van genot en we hopen de vereeniging
weldra weer eens op de planken te zien.
SPRANG. Gelukkig, dat de gevaren
van een oorlog tegen Venezuela zijn afge
wend, want velen zouden zich, waren vrij
willigers opgeroepen, hebben aangemeld
om het leven te wagen voor 't bedreigde
vaderland. Al leven de Trompen en de
Ruijters niet meer, Nederland heeft nog
zijn helden, wat men 't beste kan onder
vinden als men 's avonds door sommige
Noord-Brabantsche dorpen komt.
Dat ondervonden Zondag 1.1. ook een
paar niets kwaadsvermoedende fietsers, d ie
Eethea passeerende, van af het erf van den
heer Branderhorst met een hagelbui grint
begroet werden. Toen. afgestapt werd was
van de daders niets te vinden. Vanachter
de woning van den heer Treffers vlogen
weer een paar steenen over de straat, ge
lukkig weer zonder iemand te raken, maar
deze dappere waagde het nog gooiende de
fietsers te volgen tot afgestapt werd en hij
zoo spoedig mogelijk het hazenpad koos.
Toen weer was opgestegen vloog nog geen
twintig Meter verder een steen, gegooid
van uit de laan van den heer Boll, tegen
den voorvork van een der fietsers.
Daar het onmogelijk is, dat dezelfde per
sonen dat deden moet er een afspraak
zijn geweest en de laffe daders moeten te
voren gereed gezeten hebben. Wel zal het
niet gemunt zijn geweest op onze bericht-
gevers daar die Blechts heel toevallig daar
passeerden, maar op deze manier zouden
ze er toch het slachtoffer van worden. Dat
zoo iets voor de daders soms ook minder
aangename gevolgen kan hebben, wanneer
soms wat gauw gebruik gemaakt werd van
vuurwapens schijnt door hen niet te zijn
bedacht.
Itlnnenland.
Men seint uit den Haag
Naar wij met zekerheid vernemen is
de heer mr. L. H. W. Regout, lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal,
aan H. M. de Koningin voorgedragen
ter benoeming tot Minister van Water
staat.
De benoeming van mr. Regout wordt
reeds heden verwacht. De heer Regout
had zich reeds eenige dagen geleden
bereid verklaard de portefeuille te aan
vaarden.
De minister van financiën brengt in
de Staatscourant nogmaals in de her
innering van het publiek, dat de ge
legenheid tot inwisseling der munt
biljetten nog zal openstaan tot 1 April
1909, en dat de vorderingen, ontleend
aan muntbiljetten, welke niet vóór 1
April 1909 ter inwisseling zijn aange
boden vervallen zullen zijn.
De gelegenheid tot inwisseling staat
tot bovengenoemden datum open bij
de betaalmeesterskantoren, alsmede bij
de Nederlandsche Bank te Amsterdam,
bij haar bijbank en bij haar agentschap
pen der eerste klasse.
Naar aanleiding hiervan schrijft de
heer S., te Leiden, in de N. R. Ct.
In aanmerking genomen het groot
aantal biljetten van f10 en f50, dat
vermoedelijk op 1 April a.s. nog in
omloop zal zijn, komt het mij voor,
dat verlenging van den inwisselings
termijn zeer gèwenscht en uit billijk
heidsoogpunt alleszins te verdedigen is.
Volgens een- ruwe schatting zullen
op 1 April 1909 den datum waarop
de muntbiljetten waardeloos worden
nog in circulatie zijn ruim: 30,000
stuks van f10 en ruim 1000 stuks
f 50, een kapitaal vormende van meer
dan 3V2 ton, welk bedrag voor 't grootste
deel geheel ten voordeele van den staat
komt, en voor het overgroote deel ten
nadeele van den kleinen burger- en
werkman, in welke standen deze biljet
ten hoofdzakelijk nog huizen. Oogen-
schijnlijk moge dit vreemd klinken, in
werkelijkheid is het zoo. Het is onge
looflijk, hoevele muntbiljetten steeds
hebben gediend als spaarpenningen van
de „kleine luiden". Van zeer nabij is
mij dit herhaaldelijk gebleken. Gevallen
van inwisseling van 20, 30, 40, ja zelfs
méér dan 100 stuks muntbiljetten van
f10, door eenvoudigeoogenschijnlijk
arme menschen, behoorden niet tot
de zeldzaamheden. De bezwaren, die
dit soort menschen tegen spaarbanken
zelfs de Rijks Post-hebben, grenzen
aan 't ongelooflijke.
Hun meening is algemeen, dat hun
spaarpenningen nergens veiliger zijn
dan in eigen handen en verborgen op
'n geheimzinnige bergplaats. Ook 't
genot van nu en dan de duiten eens
te kunnen zien en tellen, schijnt een
belangrijke rol te spelen. De ideeën
van dit soort menschen zijn nog zeer
onontwikkeld, en daarop ziende is het
jammer en tevens te betreuren, dat
door het te spoedig in werking treden
der wet van 31 Dec. '03, en de te wei
nige bekendmaking derzelve, zoovelen
worden geschaad en de vaak zuur ver
diende en door zuinige spaarzaamheid
verkregen gelden waardeloos worden.
Het groot aantal biljetten, dat nog
niet is ingewisseld, diene als bewijs,
dat de termijn wel wat al te kort is
gesteld.
Een Nederlandsche onderneming in Perzie.
De N. Ct. heeft met den heer Graadt
van Roggen, tot voor korten tijd hoofd
ingenieur in Perzischen staatsdienst een
onderhoud gehad over de bevloeiing
van Zuid-West Perzië, waarvoor de Sjah,
zooals wij in ons vorig no. meldden,
de concessie voor een Nederlandsche
maatschappij heeft geteekend. Den heer
Graadt van Roggen noemt het blad,
waaraan het hiervolgende ontleend is,
nu gedurende welhaast 7 jaren de ziel
van dit plan, dat strekt om door irri-
gatiewerken bij Ahwaz (aan de Karoen-
rivier) een geheele, thans woeste streek
de vruchtbaarheid te hergeven, welke
zij in vroeger tijden had.
In dit onderhoud treedt vooral aan
het licht het bij uitstek Nederlandsche
belang van deze Perzische onderneming.
Een belang dat reeds dadelijk bij de
uitvoering van het graafwerk en bij
den aanleg der kanalen en van den
grooten stuwdam bij Ahwaz in het oog
springt, dat verder bij de exploitatie
aan den dag treedt en dat van zeer,
zeer vérstrekkende gevolgen belooft te
zijn voor den landbouw, de nijverheid
en ook de scheepvaart van ons vader
land.
Daar is dan ten eerste de aanleg
een stuwdam van 1 K.M., te maken
van gewapend beton, met beweegbare
metalen deuren, zal bij de stroomver
snellingen van de Karoenrivier, ter
hoogte van Ahwaz, moeten worden aan
gelegd.
Hier opent zich dus voor onze be-
ton-industrie en voor onze grofsmederij
een ruim veld van werkzaamheid; on
ze excavateurs zullen er verder arbeid
te over vinden en ook de installaties
voor het electrisch licht kunnen door
de Nederlandsche industrie worden ge
leverd. Slechts de dynamo's en de wa
terturbines zullen uit het buitenland
(waarschijnlijk Duitschland of Zwitser
land) moeten komen, doordat men die
nu eenmaal hier te lande niet fabriceert.
Voor het vervoer van al deze werk
tuigen komt natuurlijk een Nederland
sche haven, als bv. Rotterdam, komt
de Nederlandsche vrachtvaart in aan
merking.
Dan de exploitatie. Hier komt eerst
recht het belang uit dat Nederland als
landbouwende staat er bij heeft. Daar
de concessie aan de te vormen maat
schappij voor 99 jaren, laat ons zeggen
voor een eeuw, wordt verleend, kunnen
dus geheele generaties van den Neder-
landschen ondernemingsgeest partij
trekken.
Daarom moet men ook niet te angst
vallig ziju, maar flink aanpakken en
groot opzettenwerken met nieuw ma
teriaal, met grooto landbouwmachines
(die echter in den aanvang uit Amerika
betrokken zouden moeten worden) waar
mede men in enkele uren een ?0 H.A.
land ploegt, egt en zaait. Later zou
men de machines ook in Holland kun
nen maken en van daar betrekken, want
deze tak van industrie zou hier w«l
degelijk reden van bestaau hebben,
evenzeer als nu b.v. die van bagger
molens en zandzuigers.
Is men zoover dat de landerijen vruch
ten gaan afwerpen, dan opent zich een
wijd verschiet voor den afvoer der te
verbouwen productie, welke, zoo stelt
de heer Graadt van Roggen zich voor,
in het bizonder zouden bestaan in graan
en katoen. Een vloot van waarom
niet Nederlandsche?! vrachtvaarders
zal hier werk kunnen vindende reeds
bestaande vreemde maatschappijen zou
den het niet beletten, dat met gemak
nog een of twee Nederlandsche maat
schappijen tot bloei zouden kunnen
geraken. Laat men b.v. de Paketvaart
doortrekken tot Mohammara; zij zal
vervoer te over vinden aan graan voor
het immers steeds hongerlijdende
Britse h-Indië, aan katoen voor de ka
toenspinnerijen aldaar, waarvan alleen
Bombay er al een 12-tal heeft. Toch,
ook al zal men b.v. in ons eigen Indië
voor die producten een afzetgebied kun
nen vinden, blijft er nog genoeg voor
de Europeesche markten. En waarom
zouden wij ook niet sommige Russische
vrachten kunnen overnemen?
Wat den handel betreft, hiervoor zou
echter een afzonderlijke handelmaat
schappij moeten worden opgericht. De
groote, thans op te richten maatschappij
zou alles voor den handel kunnen voor
bereiden, de terreinen voor den land
bouw geheel gereed maken en bewerken,
maar zij zou te veel ondernemen door
zich ook in handelsaangelegenheden te
mengen.
Nederlandsche arbeiders zouden zeer
zeker goed te gebruiken zijn, vooral
b.v. bij het graafwerk en voor de ma
chines: het klimaat is er 6 maanden
van het jaar ondragelijk warm, doch
de 6 overige maanden wordt er dan des
te harder gewerkt. Men werkt in die
streken dan ook veel 's nachts, heel
vroeg in den morgen vóór zonsopgang.
De ondernemers stellen voor ieder
de gelegenheid open bij hen te werken
en deel te nemen in hunne onderne
ming; op die voorwaarde keurde de
Sjah goed, dat een maatschappij gevormd
zal worden, die het recht heeft het
plan uit te voeren.
Slechts hieraan wordt in de ontwerp-
concessie vastgehouden dat de nieuwe
op te richten maatschappij haar zetel
heeft in Nederland, dat een Nederland
sche directie haar zal besturen en dat
ook de technische leiding in Perzië in
Nederlandsche handen zal zijn.
Met de boringen naar delfstoffen te
Winterswijk is men thans tot 420 M.
diepte gevorderd. De resultaten zijn
bevredigend door de bruine zandsteen
is men heen.
Men schrijft aan de „N. R. Ct.":
Over 1908 is voor den eersten keer
de grondbelasting berekend naar de
uitkomsten van de herziening der be
lastbare opbi engst van de gebouwde
eigendommen. Deze belasting bedroeg
in hoofdsom volgens de oude regeling
ruim 5.20 pet., thans 4.86 pet. der be
lastbare opbrengst. Het schijnt, dat
deze verlaging in belasting ten platte-
lande van de kiezerslijst menig kiezer
zal doen verdwijnen, die vroeger juist
boven de f 1 in hoofdsom was, en er
nu juist beneden valt.
Gauwdieven hebben in den Haarlem
merhout te Haarlem een tijdelijk on
bewoonde villa geplunderd. Karpetten
en allerlei goederen zijn meegenomen
en een geheel ameublement was in den
gang gereed gezet, toen de diefstal weid J
ontdekt. Een persoon is aangehouden.
Maandagavond begonnen te Bieda
de relletjes om 6 uur weder. Politie en
marechaussee te voet en te paard traden
handelend op. Vele arrestaties hadden
plaats wegens overtreding van het ver
bod van samenscholing. Verscheidene
personen liepen slagen op met sabels
en gummistokken. De werkwilligen be
kwamen geen letsel. De stakers houden
zich schuil achter de nieuwsgierigen.
De maatregelen tot bewaring der orde
worden thans zeer gestreng gehand
haafd.
Op Oudejaarsdag werd E. K. uit
Wildervank, te W inschoten naar het
huis van bewaring overgebracht, zooals
later bleek met bevroren voeten. Maan
dag is K. aan de gevolgen ervan over
leden.
Maandagmiddag omstreeks drie uur
verliet mej. B. te Amsterdam hare
woning in de le Atjehstraat 112. Toen
zij ruim een uur later terugkwam, vond
zij in de voorkamer de linnenkast over
hoop gehaald en al haar linnengoed
in de grootste wanorde over den vloer
verspreid. Haar werd echter geen tijd
gelaten van haar verbazing en schrik
te bekomen, want plotseling trad uit
de voorkamer een haar onbekend man
naar voren, greep haar met de eene
hand bij den arm en met de andere
bij de keel. In haar hand hield zij een
taschje, waarin een bankbiljet van f 40
en twee van f10. Een tweede persoon
kwam mede naar binnen, rukte haar
het taschje uit de hand, waarop beiden
in allerijl de vlucht namen. Bij de
politie werd van dit voorval pas om
9 uur 's avonds aangifte gedaan.
De dieven voegden haar nog toe
„Ziezoo, nu hebben wij tenminste weer
een paar weken te vreten."
De burgemeester van Doorn en Maarn,
de heer H. H. A. J. baron de Geer
van Jutphaas, kwam Vrijdagavond met
een rijtuigje van Wijk bij Duurstede,
toen hij op den stillen grindweg onder
Neerlangbroek werd aangereden door
een molenaarswagen, met het gevolg,
dat het rijtuigje tegen een telegraafpaal
reed en de heer De Geer er uit werd
geslingerd en ernstig aan het hoofd
verwond bleef liggen, terwijl het paard
op hol sloeg. De molenaar spoedde zich
direct naar een nabijgelegen logement
om het ongeluk mede te deelen en met
behulp van een zestal daar aanwezigen
werd de ongelukkige in zijn rijtuigje
naar Doorn overgebracht, waar de ge
neesheer dadelijk constateerde, dat de
toestand hoogst ernstig was.
De heer De Geer is dan ook niet
meer bij kennis geweest en overleed
Zaterdagochtend omstreeks 9 uur. Groot
is de verslagenheid in die omgeving,
want baron De Geer was bijna 29 jaar
burgemeester van Doorn en Maarn, ter
wijl onder zijn bestuur deze gemeente
zeer in bloei is toegenomen.
Volgens de geneesheeren zou de bur
gemeester in zijn rijtuigje door een be
roerte zijn getroffen. Daarna zou het
teugelloos paard geschrokken zijn en
de aanrijding met het bekende gevolg
hebben plaats gehad.
Verschenen is een vlugschrift van
het Bakkerscomité, welk de afschaffing
van den nachtarbeid bestrijdt.
Van den voorgestelden maatregel ver
wacht dit geschriftje een storing in het
bedrijf, waarvan het gevolg zal zijn
een niet geringe stijging der broodprij
zen, reden, waarom het comité niet
alleen de regeering, maar ook het pu
bliek met de gevolgen eener eventu-
eele wet op de hoogte wilde stellen.
Ook de voorstanders geven toe, dat de
broodprijzen zullen stijgen.
Over het bedrag is men het natuur
lijk niet eens, maar het Bakkerscomitê
berekent deze stijging minstens op 1
cent per K.G., hetgeen een jaarlijksche
steeds terugkeerende broodbelasting
van f 5,475,000 zou beduiden. Dat het
het dubbele zal worden, acht het comité
volstrekt niet uitgesloten. En het besluit
met de vraag of dit offer gerechtvaar
digd is met het oog op het aantal per
sonen dat het op 6000 schat die van
den maatregel zullen profiteeren.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
omstreeks één uur, is bij het binnen
komen van den Nieuwen Waterweg,
bij harden wind van het W.Z.W., bij
den Zuidpier, gestrand het Engelsche
stoomschip Trunkby, groot 2625 bruto
tons, van de ïeederij R. Ropner Co.,
te West Hartlepool, gebouwd in 1896.
Het schip is geladen met erts en was