Hel Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard, Zijn plicbt ToUt. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2810. Zaterdag 20 Februari. 1909. MEESTERWERK. FEUILLETON. UMD VAN ALTEN/: VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke rummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Dat woord wordt dikwerf door ons gebezigd. Men duidt daarmede iets aan, door menschen vervaardigd, iets schoons, iets kunstigs, wat rechtmatig bewonde ring wekt. Waarschijnlijk hebben wij dat woord te danken aan het oude gildewezen, dat goede orde hield in de uitoefening der bedrijven. Tot die gilden behoorden de gezellen, die geen „meester" konden worden dan nadat zij, ten genoege van de meesters, een proefstuk hadden ge leverd, waaruit hunne bekwaamheid bleek. Dat gildewezen is verdwenenhet heeft ook zeker zijn schaduwzijde gehad, waardoor het niet meer voldeed aan de j behoeften van den tijd, maar de bekoring van den naam „meester" bleef bestaan, lang nadat die gilden ontbonden waren. Een heugelijk verschijnsel is het daarom, dat thans èn ambachtsscholen èn vakscholen weer door de leerlingen voorwerpen laten vervaardigen, waardoor het hun mogelijk is, een of ander diploma te verkrijgen, sprekend van hunne bekwaamheid. De zucht naar vrijheid had ten gevolge dat, bij het eindigen van het gildewezen, ieder zich maar neerzette als baas, ook al had hij in zijn vak nooit iets goeds geleverd. Eerst nadat het werk was verricht, kon het publiek bemerken of men bij een knoeier of bij een bekwaam vakman was geweest. Tot „meester" te worden bevorderd, het was in dien vervlogen tijd voor den gezel, alsof hi) tot ridder werd geslagen. Met hoeveel trots zal hij zijn „meesterstuk" hebben aangezien; na er met lust aan gearbeid te hebben, vele weken lang, opende het hem den weg tot een zelfstandig bestaan, tot eigen huis en haard, den weg naar een eere plaats in de maatschappij. Meester zich te toonen in zijn vak, dat kan men niet dan na groote oefe ning. Die bedrevenheid waait den mensch niet aan. Een pas aankomend gezel kan nog geen meesterwerk leveren. Daarvoor moet bij niet alleen aanleg bezitten, maar ook volharding. Een aanleg, dien hij steeds verfijnt door te zien naar wat groote meesters hebben geleverd, een volharding, die er niet tegen opziet, telkens opnieuw het te beproeven, na veel mislukking eindelijk het beste tot stand te brengen. Dat geldt niet alleen voor de bedrijven, waarop boven gedoeld werd, maar is Voor zijn klein, net huisje, wacht de baanwachter op den trein, die uit H&vre voorbij moet komen. Een glimlach speelt op zijn grove trek ken een zekere trots schittert in de heldere, open oogen van den oud-soldaat, want dien herkent men dadelijk in hem door zijn militaire houding en de ridderorde, die op zijn blauwe kiel gespeld is. Hij gevoelt zich trotsch en gelukkig Vandaag rijdt immers zijn zoon als machi nist bij de Spoorweg-Maatschappij, voor het eerst zijne machine. Hoe zal de „nieuweling" het maken En dan, wat hem nog veel meer genoe gen doet, vandaag brengt de zoon zijn vrouw en hun eerst-geborene mede, zijn petekind, om het in zijne tegenwoordigheid te laten doopen. De veteraan lacht als hij denkt aan het kleine, rozige kind, 't welk een smaakvol wiegje wacht, aan het kleine mollige handje, dat met zij ne grij ze snor zal spelen en aan het geluk het kleine kereltje eene ge- heele maand bij zich te kunnen houden. Plotseling wendt de oude man het hoofd om. Een trein komt op het verkeerde spoor terug, terwijl men het gesteun van den anderen als het gerol van den donder in de verte hoort. De aarde beeftdaar komt hij bliksemsnel 1 eveneens geldende voor alles, wat de mensch op het gebied van kunst of wetenschap scheppen wil. De schilder, de beeldhouwer, kun stenaar bij de gratie Gods, de meester is dat geworden, omdat zijn hand, zijn oog daarvoor als 't ware geschapen waren, maar ook, nadat hij een strenge school van aanschouwing en oefening had doorloopenvraag het maar eens aan die artisten, wier meesterwerk gij bewondert en zij zullen u vertellen van dagen en weken, dat zij geworsteld hebben om iets tot stand te brengen, in kleuren en vormen om te zetten, wat er leefde in hun ziel. Daarom zijn er zoovele brekebeenen op het veld der kunst in hare rijke verscheidenheid, omdat men óf zich vleit wat aanleg te bezitten, die in waarheid niet is öf omdat wordt opgezien tegen dat streng en gestadig zich oefenen. Niet ieder, die het penseel grijpt of den beitd, is tot meesterwerk in staat. Eveneens is dat een waarheid voor hen, die den weg der wetenschap be treden en daar willen vorderen. Niet allen, die de hoogeschool bezoeken, worden menschen, die meesterwerk leveren. Ook daarvoor geldt bet, dat aanleg vereischte is. Er zijn zoovelen „gesjeesde" studenten, bij wie het blijkt, dat de ouders hebben misgetast, wanende, dat hun uil een valk was. Want het vereischt scherpte van verstand en door zicht, om al die onderzoekingen in de oudheid of op het gebied der natuur nauwkeurig te doen en bovendien taaie volharding. Maar dan zijn er ook, die, door groote kennis geleid, met dat volhardings-vermogen gewapend, mees terwerken tot stand brengen, die als een schitterend licht zijn voor de maat schappij, zegen uitspreidend. Meester zich te toonen, meesterwerk te leveren. Dat is in allerlei bedrijven, dat is op het veld van kunst en weten schap slechts voor weinigen weggelegd. De groote meerderheid behoort tot die middelmaat, welke bruikbare menschen oplevert voor het gemeenschapsleven, maar die nóch bij het leven, nóch na hun dood als „meesters" gehuldigd worder. Maar er is één gebied, waarop allen het meesterschap kunnen verkrijgen, meesterwerken kunnen tot stand brengen. Enkele voorbeelden en gij zult het begrijpen, voelen, dat in die richting uw meesterschap ligt. Die man wint met hard sjouwen het brood voor zich en zijn gezin. Waar De angstige vader wuift met de roode vlag en snelt naar de machine, waarop hij zijn zoon reeds meent te herkennen. Te laat1 Tevergeefs trekt de machinist aan de rem ketting en sluit den stoom afde vaart is te groot, het ijzeren monster gaat brieschend voorbij, vonken spuwend De baanwachter schreeuwt wanhopig „Spring er afspring dan toch Zijn zoon schudt het hoofd. Hij is niet een van diegenen, die in ge vaar hun post trouweloos verlaten De vreeselijke schok heeft plaats de wa gens schudden en kraken, rijden over el kaar de ketel springt en onder de oogen van den armen vader verdwijnt de zoon te midden van de ontzettende ontploffing, die alle vensteas van het vreedzame huisje verbrijzelt. De „nieuweling" heeft niet gebeefd als een soldaat is hij moedig op zijn post ge storven. Tien jaar zijn verloopen. Voor het kleine nette huisje wacht nog steeds de baanwachter op de trein, die voorbij moet komen Maar, zijne oogen, die vroeger zoo helder waren, zijn door een vochtig waas beneveld zijne hooge gestalte is gebogen Toch leeft hij nog Hij leeft, en wanneer 's avonds na de lesuren een schooljongen met de boeken onder den arm het hek openstoot en hem toeroept: „Goedendag, Grootvader 1" dan ziet men nog een glimlach op zijn gelaat. Het kind is alles, dat van zijn vroeger geluk overbleef. Te midden van de puinhoopen, de ver minkte, verbrijzelde en onherkenbare lijken van mannen, vrouwen en kinderen heeft hij den zuigeling ontdekt, op wonderbaarlijke anderen, die grooter verdiensten hebben, allerlei uitspanning zich kunnen ver oorloven en het dan ook terdege er van nemen, heeft hij steeds te zeggen dat voegt mij niet. Maar zie, er komt onverwacht voor hem eene gelegenheid om met veel minder werk in veel beter doen te komen. Het werken in het zweet zijns aanschijns zal dan een einde nemen er zal meer tijd overschieten om met zijn gezin te zijn en niet altijd zal een weigerend antwoord gegeven moeten worden, als de vrienden tot uitspanning noodigen. Alleen... de arbeid, die dan zal wor den vervuld, is een, waarop de zedelijk hoogstaande mensch met minachting zal neerzien, want, goed bezien, dient hij tot schade voor velen. De slingering begint: doen of niet doen; de verleiding doet hare stem hooren, weet zelfs het onheilige te stellen in vriendelijk, althans verschoon baar licht. Toch het einde is, dat hij weigert. „Zou ik zoo mij verlagen en mijn ge weten bezoedelen De man, die het hem heeft aangeboden, lacht hem uit om zijn bekrompenheid en hij hij heeft meesterwerk verricht door zijre ziel rein te bewaren. Dat voorbeeld kunt ge overbrengen in eiken kring, het toepassen op den koopman, den beursbezoeker, den politi cus; overal kan dat meesterstuk, spre kende van liefde voor een rein geweten, getoond worden. Een vrouw heeft een zware taak. Zij is moeder van een druk gezin. Ontel baar zijn de bezigheden, die op haar rusten. Allen hebben dagelijks hare zorg noodig, de oudste zoo goed als de jongste. Moeder wordt in alles ge raadpleegd zonder moeder kan niemand in dien kring leven. Zij heeft zware dagen en dit nu reeds vele jaren lang. „Hoe houdt gij het uit?" zoo vragen de vriendinnen die dezelfde taak hebben, maar haar geheel anders vervullen. „Als ik jou was, dan...." „Och", is haar antwoord, „druk is het, maar hoe heerlijk te mogen en te kunnen zorgen voor het stoffelijk en geestelijk welzijn van man en kinderen, van wie ik zooveel houd Dat is meesterwerk. In gindsche ziekenkamer wordt veel geleden. Reeds lang duurt de marteling. Het einde is de dood. Zoo heeft de arts al vele weken voorspeld. De vrienden komen om hem te beklagen, van hunne deelneming te spreken. Zij hebben een traan in het oog, als zij binnenkomen. En hij? Dankbaar voor de belang stelling, hem betoond, praat hij met de bezoekers niet over zijn lijden, noch over eigen smart, maar geniet van anderer voorspoed, deelt in hun rouw. Wie tot hem komt, geniet van zijne vriendschap en liefde; aan zoo'n ziek bed, waar geduld, geloof en liefde de atmosfeer heiligen, wordt elk bezoeker gezegend. Dat is meesterwerk. Vermeerder die voorbeelden, zooveel gij wilt. Er wordt in dien zin heel wat meesterwerk geleverd. Dat kunnen wij allen. Daarvoor is alleen noodig, dat men goed beluistere, wat heilige macht in de stem des ge wetens ons als plicht oplegt. Groot is de mensch, die zulk mees terwerk volbrengt. Het geeft hem geen titel in de wereld, maar hij behoort tot die groote menigte die de menschheid het meest hebben vooruitgebracht en die zeiven zich gelukkig gevoelen. llHitenland. Rivier-verbetering bij Sjanghai. Het Handelsblad van 17 dezer bevat een uitvoerig opstel over de rivierver betering nabij Sjanghai, bij welke inge nieurswerken, naar men weet, Neder- landsche ingenieurs en Nederlandsch kapitaal betrokken zijn. In bedoeld artikel wordt het een-en- ander meegedeeld over hetgeen aan den aanvang der verbeteringswerken is voorafgegaan. Ook de beteekenis van de plannen ter verbetering, ontworpen en ook reeds gedeeltelijk uitgevoerd door onzen landgenoot De Rijke, worden daarin uitvoerig behandeld. Aan dit opstel is het volgende ontleend: Aan een Nederlandsche combinatie van aannemers werden de baggerwerken gegund en dezen zonden onmiddellijk na gunning succeisievelijk 5 bagger molens en zuigers naar Sjanghai, terwijl tevens circa 80 Nederlanders als onder bazen, werklieden, rijswerkers, molen volk- en sleepbootkapitein naar China vertrokken. De aannemers hebben te baggeren op de plaatsen in het Junk Channel, hun door de directie, een Chineesch ambtenaar, en een Europeaan, in Chi- neeschen staatsdienst, aan te wijzenen zijn niet verantwoordelijk voor aanslib bing, enz. Zij hebben een bepaald aan tal kubieke yards vóór 26 Juli 1911 te baggeren en hoe sneller zij dat doen, wijze gespaard gebleven en lachende in zijne kleine kleêrtjes, bespat met het bloed van zijne moeder Hij had zich op hem geworpen als de gierigaard op zijn schat; hij had hem gedra gen in zijn huis van rouw, gelegd in de wieg met zooveel vreugde toebereid, en terwijl hij hem gadesloeg, rustig slapend, kwamen de tranen hem in de oogen. Eindelijk kon hij ween en! Zijn Michiel! Hij is zijn troost, zijn hoop, zijn leven. Hij is zoo mooi, zoo goed en zoo flink! De echte zoon en kleinzoon van een soldaat want niet waar, hij was ook soldaat, die onverschrokken held, die moedig op zijn post stierf. En kundigAltijd de eerste van de klasse hij zal later zeker een beurs krijgen en even knap als zijn vader worden Maar, hem trekt de werktuigkunde niet aanhij maakt geen locomotieven met be hulp van sardijnenblikjeshij verroert zich niet om de treinen voorbij te zien gaan en het snerpende gefluit doet hem de oogen niet opslaan, wanneer hij verdiept is in de levensbeschrijving van een beroemd kapitein of wanneer hij zijne looden soldaatjes mar- cheeren laat. Zijn droombeeld is het leger! Hij beeft bij het geschal van de trompet, bij het geroffel van de trommels, bij het geklink van de bajonetten en loopt snel naar den weg, wanneer er een regiment voorbijkomt. De grijsaard wordt bedroefd en sluit zijne deur, ontstemd wanneer hij de roode broeken ziet. De oude gediende beeft en siddert als eene kip, die haar kuiken onder de vleugels verbergt. De groote manoeuvres zijn aan den gang de soldaten doorploegen de vlakte, en terwijl zij uitrusten om hunne soep klaar te maken nadert een officier het kleine huis. Het is nog een jonge man, ondanks de vroegtijdige rimpels en de witte lokken bij de slapen. Zijn blik is droevig tot het jongen tje, dat bij de deur verschenen is en wiens aardige manieren, wakkere blik en flinke antwoorden hem belang inboezemen. „Hoe oud zijt ge, vriendje?" „Tien jaar! Zoo oud zou mijn zoon nu ook zijn?" Hij zuchtaarzelten terwijl hij zich tot den ouden wachter wendt, die brommig naar voren treedt en het militair saluut maakt, vraagt hij „Woont gij al lang hier, mijn vriend?" „Bijna twintig jaar, commandant." „Ge zijt dus tegenwoordig geweest bij het ontzettend spoorwegongeluk „Ik ben de vader van den machinist, die den trein reed, en dit is zijn zoon „Ik heb, zonder het te willen, een droeve herinnering bij u wakker geroepenVer geef mij maar ook ik heb mijn vrouw en mijn kind in dat vreeselijke ongeluk verloren." „Dan beklaag ik u," zegt de grijsaard, terwijl het kind, de wees, hem droevig aan ziet. Geroerd door de overeenkomst van hun beider leed vertelt de commandant hun zijne geschiedenis. Gevaarlijk gewond bij het beleg van Son- tay, had hij het ongeluk, dat hem getroffen had, eerst gehoord na zijne terugkomst uit Tonkin en geen nadere bijzonderheden omtrent de treurige gebeurtenis kunnen verkrijgen. „Gij herinnert u misschien niethet is al zoo lang geleden Ieene jonge, mooie vrouw gezien te hebben,met een klein des te beter voor de Whangpoo Con servancy Board en de belanghebbenden bij de scheepvaart. Intusschen zal naar alle waarschijn lijkheid reeds op 26 Juli van dit jaar, of twee jaren binnen den gestelden tijd, de aangenomen hoeveelheid gebaggerd zijn en als gevolg daarvan tegen Juli e.k. de uitvoering zooal niet van het geheele restant, dan toch die van een gedeelte daarvan moeten worden aan besteed, omdat niet langer kan gewacht worden met het verleggen der scheep vaart van het Ship Channel naar het Junk Channel, een der belangrijkste punten van het plan De Rijke. De Board heeft dan ook reeds een aanvang gemaakt met de eerste werken ten dienste van de afsluiting van het Ship Channel en daar deze voorberei dende werkzaamheden juist ongeveer gereed kunnen zijn wanneer de onder handen zijnde baggerwerken zijn afge- loopen, gedoogt de aanbesteding van de verdere baggerwerken nauwelijks uitstel, wil het geheele plan zooal niet in duigen vallen, dan toch belangrijke vertraging ondervinden in zijn uitvoe- ring. 't Is daarom te betreuren, dat er sedert eenige maanden moeilijkheden zijn ge rezen tusschen de aannemers der bag gerwerken en den Conservancy Board, welke moeilijkheden reeds lang tot een bevredigend einde zouden zijn gebracht, ware 't niet dat enkele Duitschers, die naijverig schijuen op de Nederlandsche aannemers, en enkele vreemdelingen- hatende anti-foreign) Chineezen, die in een verbetering van het vaarwater van Sjanghai een volmaakt onnoodige en met de Chineesche belangen strijdende zaak zien, het vuurtje aanstookten, om daarmede de ingenieurs of de aannemers of wel beiden te treffen. Want de eigenlijke aanleiding tot de dikwerf breed uitgemeten moeilijkheden is van geringe beteekenis. Door Europeesch personeel, dat wegens dronkenschap en dienstweigering ont slagen is, werd de beschuldiging geuit, dat de opzichters der aannemers, om premies deelachtig te worden, de door den Board aangestelde opzichters in die premies zouden hebben laten deelen en den Board benadeeld hebben. Tot dusverre is de juistheid dezer beschul diging nog niet gestaafd, doch de aan nemers hebben zich terstond bereid verklaard om, bijaldien van eenige be nadeeling van den Conservancy Board door hunne ondergeschikten, ten gevolge van handelingen in strijd met de door hen gegeven strikte orders, mocht blij ken, de geleden schade in ruime mate te vergoeden, door dan eenige duizen den kub. yards gratis te baggeren. Inmiddels is eene commissie van kind, een zuigeling bij zich Om het halsje droeg het een gewijden penning met den datum van zijn geboorte22 Juni 1883 „Grootvader, wat hebt ge?... Voelt ge u niet wel „'t Is niets Ga maar spelen." Michiel, eenigszins verontrust, ziet den ouden man aan, die zich bleek en ontdaan opricht. „Ga spelen," herhaalt hij, terwijl hij hem bijna ruw van zich stoot. En, terwijl hij eene verontschuldiging mompeltiets over „het uur van den trein, zijn dienst," gaat hij al waggelend naar het hek, terwijl de officier, die zijne ontroering aan de herinneringen uit het verleden toeschrijtt, zich zonder verder aan te dringen verwijdert. Werktuigelijk als een automaat, is hij tot hier gekomen en met vochtige oogen, suizende ooren en een hoofd als vuur, kijkt hij zonder te zien, luistert zonder te hooren, beziggehouden door ééne enkele gedachte Hij denkt aan den penning met den datum, tot nog toe onbegrijpelijk voor hem, en dien hij in de lade met andere reliquieën geborgen houdt Is het waar Is het mogelijk Het kind, dat hem weêr aan het leven gehecht heeftHet kind, dat hij vertroeteld, opgevoed, liefgehad heeft! Het kind, dat zijn vreugde, zijn troost, zijn leven is.... Dat kind zou zijn kleinzoon niet zijn Mijn Godwaarom hebt gij hem de oogen geopend Waarom hebt Gij hem niet den eeuwigen slaap laten ingaan in deze heer lijke dwaling? Michiel, zijn Michiel, van wie hij houdt als van zijn eigen kind, is slechts een vreem de voor hem Hij zal hem nu geen Groot vader meer noemen. Zijn hart breekt bij iimwsmi Naar het Framch.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1