et Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Btntmelerwaard. Het viertal van Potgieter. De Geldduivel. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No2821Woensdag ÏO Haart FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1909. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. IV. j Orde, een woord, waarvan de klank aangenaam aandoet, zooals het oor onaangenaam getroffen wordt door den klank van het woord, dat er tegenover staat: wanorde. Maar al doet de klank van het woord weldadig aan, en al zijn we er mis schien, met onzen goeden Potgieter, ten diepste van overtuigd, dat orde óók een der dingen is, zonder welke niets goeds wordt verricht, niets goeds tot stand komt, op geen enkel gebied wellicht, is het verschil tusschen theorie en practgk grooter. De nood zakelijkheid van het goede te erkennen en de ernstige wil om er inderdaad toe mede te werken, zijn twee geheel verschillende dingen, die zelden hand aan hand gaan. De orde te helpen bewaren, ordelijk te zijn en met orde te handelen, .het valt den mensch vaak o zoo momlijk En, isMjt niet zeer gemakkelijk te verklarefi In den mensch wortelt nu eenmaal een onweerstaanbare zucht, om zoo veel mogelijk vrij te wezen en naar eigen inzicht te handelen. De mensch die, op een gegeven oogenblik, zonder schade voor andere belangen, zich eens in volstrekte vrijheid verheugen mag, precies kan doen en laten wat hij wil, die zal zich, althans voor dat oogenblik, volmaakt gelukkig gevoe len. Heel lang evenwel zou zijn on vermengd genot niet duren, want al vrij spoedig zouden zich behoeften bij hem openbaren, waarvan de be vrediging al dadelijk een zekere vrijheidsbeperking ten gevolge zou hebben. Bij een jong kind komt de zucht om te doen of te laten, het sterkst uit. Het kind verzet zich een tijdlang tegen elke vrijheidsbeperking; maar ook de natuur brengt geen bandeloos vrijheids begrip mee. Zoodra de lichamelijke ontwikkeling een zekere hoogte heeft bereikt en de zintuigen scherper gaan werken, neemt de behoefte aan orde en WÖR1SHÖFFFR. (2. Na deze laatste woorden stond hij op en reikte den oude de hand. „Nu moet ik gaan Grootvader. Wil u nog langer buiten blijven zitten De grijze zag op. „Je gaat naar het feest te Moldt, Erich?" „Ja, zoo heeft men een paar uurtjes af leiding." „Zeker, zeker 1 en men ziet mooie vrouwen, ook de mooiste, bekoorlijkste van allen, Anna Biirklin." De landheer lachte, terwijl hij den moei lijk oprijzenden oude aan den arm in huis leidde. „Anna Burklin de mooiste?" her haalde hij. „Grootvader, hoe komt u erbij, zoo'n dwaalster, met die groote fonkelende oogen en dien brutalen blik, zoo'n „Hou je meer van een blonde, Erich? Toch niet de dominee's „Goeden nacht 1 goeden nacht! ik heb haast." En de jonge Wolfram sprong in drie sprongen den trap op, om dan na korten tij d in balcostuum en met witte handschoe nen terug te komen, 't Schemerde reeds; de equipage bracht den landheer in een kwartier naar Moldt en te midden van een talrijk, schitterend gezelschap. H. De geheele, voor het slot liggende, tuin, was met een zee van licht overstroomd; naast de bedden met asters en pelargonea's lagen er met bloemen van glas, cactus agave, aloës en goudleliën, uit welker kelken bonte, veelkleurige vlammen als levende bloemen te voorschijn kwamen. Op de kiezelpaden ruischten de slepen der vrouwenkleederen. Erieh wisselde nu regelmaat toe, ook door de gewoonte om er aan toe te geven en door de waarneming van het omringende. Het kan de aandacht ook van het kind niet ontgaan, dat niet alles om hem heen door elkander is gesmeten, maar op een bepaalde wijze is gerangschikt en dat, als van die rangschikking een oogenblik wordt afgeweken, ze terstond weer hersteld wordt. Dezelfde lijnen en de zelfde groepen komen weer te voorschijn. Het speelgoed van het kind vertoont hem hetzelfde beeld. De bouwdoos doet wonderen. Hij gaat ook met lijnen werken, rangschiken en ordenen en het kan zijne aandacht niet ontgaan, dat, door dat ordenen, iets ontstaat,1 dat de regelmatig geplaatste dingen iets aantrekkelijks hebben. Een vaag begrip van de noodzakelijkheid der orde is geboren. Nu is intusschen van een bewuste persoonlijke vrijheidsbeperking nog geen sprakemaar die ontstaat al vrij spoedig. Niet alles wordt geduldtot sommige dingen moet gedwongen wor den. Eerst gaat dat met een heftig, later met een lijdelijk verzet; nog later tegen den zinmaar de onderwerping komt toch telkens verder en de school, die allen samenbrengt, waar strenge regelmaat heerscht, waar al geen af wijking meer wordt toegelaten, helpt een handje mee en van lieverlede ontstaat er een vaag besef, dat vrijheid en orde geen vijanden zijn, dat ze niet tegenover elkaar, maar naast elkander staan en elkaar aanvullendat geen vrijheid denkbaar is zonder orde, dat de orde aan de vrijheid juist de ware beteekenis schenkt, er in waarheid van doet genieten. Zelfs, en misschien vooral ook het spel, leert dit het kind. Het gevoelt zich zoo gelukkig in die vrije, gezonde bewegingmaar het spel geeft geen genot, als het niet gespeeld wordt zoo als het is uitgedacht, zooals alle kin deren het kennen en zooals ze het ge woon zijn. Komt er nu een spelbreker, een jongen, die vrijer dan vrij wil we zen, de orde er aan opoffert en bet spel verkeert speelt of in de war stuurt, dan mag dat voor hem een soort van hier, dan daar een groet en zocht zoo lang tot hij den slotheer gevonden had. Baron Moldt kwam hem met uitgestrekte hand tegemoet; hij was een lange, mooie man, met een vorstelijke houding. „Welkom, Wolfram! Breng dadelijk je stem uit, mijn jongen, moeten we dansen „Waarom niet? 't Volk danst al in de schuur! Zij moeten het niet beter hebben dan wij." „Goed! daar is Ruth; houd haar bezig, terwijl ik de zaak in orde maak. We moe ten de groote zaal laten opruimen." Hij haastte zich voort en Erich zag ver langend om zich heen. Ruth! die naam had een hooger blos op zijn gezicht ge dreven. Ruth! waar was ze? Ha, daar ginds! En de ernstige man bleef roerloos staan. Tegen een pilaar, half verscholen achter wilde, met bloeiende clamatis doorvlochten wijnranken, leunde een jong meisje ineen wit kleed, zooals we gewoon zijn Göthes Gretchen op 't tooneel te zien. Een zacht, schuchter meisjesgezicht, kleu rig en frisch als een Meimorgen zag nu naar den landheer. Ruth had hem bemerkt en kwam naar hem toe. „Hoe heerlijk, dat u de uitnoodiging niet hebt vergeten, mijnheer Wolfram! Dadelijk zult ge me met den opzichter als tweede paar in de schuur zien dansen." „Wat een gelukkige kerel! Maar later, als de beurt aan ons komt, mag ik om den eersten dans verzoeken, niet waar, juf frouw Aszmann." „ZekerMaar ik dacht, dat dat „Nu?" „Dat u niet meer danste, mijnheer Wol fram! Neem het mij om hemelswil niet kwalijk, maar misschien heb ik Hij was eensklaps van kleur veranderd; het jonge meisje zag hem verschrikt aan „Ach, nu is u boos op me. En als u wist, hoeveel ik van u houd." „Van mij, juffrouw Aszmann, U zegt „Zeker. Wie heeft mijne arme moeder, na papa's dood over alle moeilijkheden heen geholpen Wie heeft haar laatste „Kind, kind, wat een groote woorden! uitbundig welbehagen geven, voor een oogenblik tenminste, hij bederft het genot der anderen, die van deze on ordelijke vrijheid niets willen weten en er heftig tegen protesteeren. Hun genoegen is weg. Niets beter dan dergelijke ervarin gen, om den jeugdigen mensch lang zamerhand te doordringen van het be sef, dat de orde een noodzakelijkheid is en dat zij het leven veraangenaamt. Bij de intrede in de maatschappij, bij het beoefenen van zijn beroep, bij het uitoefenen van zijn recht en de nako ming zijner plichten als burger, en in tal van andere verhoudingen komt dat gedurig uit. Als er regelen zijn, als aan de opvolging ervan de hand wordt gehouden, vooral wanneer ieder ze vrij willig opvolgt, niet zoozeer omdat het bevolen is, dan ziet men zeer goed, dat de zaken beter marcheerert. En als het anders is, dan ziet men ook zeer goed, dat de zaken verkeerd loopen en dat men er in onderscheidene be langen door wordt geschaad of er aller lei onaangenaamheden en verdrietelijk heden door ondervindt. Dat is zóó waar, dat wanneer de orde volkomen volmaakt kon zijn, de mensch de hoogst denkbare vrijheid zou genieten, dat wil zeggen, de vrij heid die het meeste geluk en genoe gen verschaft, het best is voor allerlei stoffelijke en zedelijke belangen. Zóó is het leven als het ware een vertrek, waarin we ons bevinden, waar in we een deel van den dag doorbren gen en een deel van onzen arbeid moe ten verrichten. Wanneer in dat vertrek reinheid en frischheid heerschen, alles regelmatig is gerangschikt in bevallige orde, we met welgevallen op dat sa menstel van voorwerpen en kleuren het oog kunnen laten rusten, dan zul len we ons aangenaam gestemd en wel te moede gevoelenwe zullen gelukkig zijn, beter geschikt voor den arbeid, beter gehumeurd; de geest van orde zal ons als een engel omzweven. Aan de noodzakelijkheid van orde moeten wij gelooven. Van de nood zakelijkheid om ze te handhaven m o e- ten wij doordrongen zijn en zelf moe ten wij ze ook handhaven tegenover Dus de eerste dans is voor mij „Ja, maar dan moet u niet meer boos zijn!" „Wie zegt u, dat ik het was, juffrouw Aszmann; ik ben in uw oogen een grijze, oude heer, niet waar, met wien men wat verschoonend moet omgaan." „U is mijn voogd, een man, dien ik zeer hoog schat en in wien ik een onbepaald vertrouwen stel. Ik geloof, dat ik, als de zon 's morgens eens niet opging, denken zou: mijnheer Wolfram schaft wel raad. Wien hij beschermt, is goed geborgen!" Op dit oogenblik kwam de baron uit het slot op het terras. De groote zaal was opgeruimd en de glazen deuren openge schoven. Met pauken en trompetten zetten de huzaren in den schuur de eerste wals in. „Vooruit heeren 1" Als een bonte stroom vloeide de schaar van gasten naar de werkgebouwen van het slot. Hier stond het dienstpersoneel. Boerenmeisjes met witte schorten en blinken de gouden kappen; knapen in blauwe buizen en met veeren getooide hoeden. Een hoera begroette den slotheer, wien gansche gezicht van vergenoegen glom. „Nu, kom, Lize," sprak hij de boven- meid toe, „wij beiden openen het bal. Je wou toch allang graag eens met me dansen, beken het maar." Erich danste niet. Hij zag blijde dat zelfs de kleine ganzenhoedster haar kavalier had gevonden, en dat hij zich voor niemand had op te offeren. Hij keek naar het slanke meisje in de armen van den opzichter, de blonde, zware haarvlecht en het lieve roos kleurige gezichtje. Ruth lachtezeker had de voormalige lansier een heel naïve vraag gedaan. Aan de overgestelde zijde van den dorsch- vloer stond een dame, die zeer veel op Ruth geleek. Ook zij droeg het Oud-Duitsche kleed, maar daarover een mantel van zwa nendons. Zelfs onder deze dichte kleeding scheen zij het koud te hebben haar teer, bleek gezicht toonde duidelijk, dat zij zich ziek en vermoeid voelde, hoewel misschien op dit oogenblik minder dan vroeger. De Baron had haar in een der pauzen de hand anderen. Geen afwijking van regelen en vormen mag worden geduld, waar die niet voortspruiten uit willekeur, luim of gril, maar gegeven zijn met een bepaald doel, dat in verband staat met bepaalde belangen. Gehoorzamen verlaagt den mensch niet; het verhoogt hem; want de ware orde tast den mensch, zijne overtui ging, zijn dierbaarste begrippen, zijn rechten en zijn vrijheden niet aan. Gehoorzamen bestaat volstrekt niet in blinde onderwerping, die van den mensch een willoos wezen maakt en met de persoonlijke zelfstandigheid in strijd komt. Aan hem die zich vrijwillig on derwerpt aan die orde, is juist door die orde een kring aangewezen, waar binnen hij zelfstandig denkt en han delt, waarbinnen hij zelf orde schept en orde handhaaft. De orde is een band, maar een band die schraagt, geen band die knelt. De handhaver der orde laat den mensch en zijn rechten in volle waar de. Hij bewaart de orde niet in eigen, maar in aller belang, hij gevoelt zijn verantwoordelijkheid en wanneer hij gestreng moet zijn, dan is het de ge strengheid des vaders, die geen recht vaardigheid, geen liefde des harten uit sluit, die nooit verzuimt, het gezond verstand zijn rechten te laten gelden. Geduld, ijver, ernst, orde, wat zijt gij heerlijke dingenNeen, zonder U wordt niets goeds gesticht, wordt niets groots tot stand gebracht. Ruitenland. Uit het Donaugebied wordt melding gemaakt van overstrooming en sneeuw stormen. In de districten Toutrakan en Silistrië staan verscheidene dorpen on der water, eenige zijn geheel verwoest en naar de dagbladen berichten, kwa men er vele slachtoffers om. Ook worden groote overstroomingen gemeld uit Noord-Bulgarije. De lijn van Roetsjoek naar Warna is gedeeltelijk sterk beschadigd. Bij Novi passar is de spoorlijn over een uitgestrektheid van verscheidene kilometers onberijdbaar. Het station te Isjiklar is zeer bescha digd. Tengevolge van de aanhoudende gegeven en toen met zijn mooie lachende oogen vriendelijk aangezien. „Later dansen wij samen, Cilie." Een bedriegelijk rood kleurde voor een oogenblik haar gezicht. „Denkt ge, dat ik het durf wagen, Hans „Men kan alles, wat men wil I" Toen danste hij verder en de jonge vrouw zag hem na met glanzende oogen. Hoe schoon was hij. Hoe ver overtrof hij in alle opzichten iederen heer van 't gezelschap. „Hans 1" fluisterde zij zacht, vol diepe in nige teederheid. „Mijn Hans Een slanke, witte vrouwenhand legde zich licht op haar schouder en een stem zei zacht verwijtend, „Barones, hoe kunt ge u toch zoo aan den tocht blootstellen Kom toch spoedig hier Cecilia zag bijna boos om. „Adèle, waarom juist op dit oogenblik zoo'n angstige waar schuwing? Ik was zoo gelukkig!" Haar gezelschapsjuffer ging een schrede achteruit. „Ik begrijp niet, Mevrouw," antwoordde zij verbaasd. Cecilia gaf haar goedig een hand. „Ik droomde, Adèle. Ik hield mij voor even sterk als de anderen, voor gezond mijn man heeft me een dans verzocht „Maar die gij toch niet kunt toestaan, barones De jonge vrouw knikte. „Ja, ik waag het in elk geval. Mijn arme Hans, overal staat de zieke vrouw als een hinderpaal hem in den weg hij die de vreugd en den uiterlijken glans zoo lief heeft, moet zich alles ontzeggen Och, wat een verdriet doet me dat Adéle." De gezelschapsjuffer nam reeds haar flacon. „U moet u niet zoo opwinden barones, dat doet u nadeel." In de oogen van de jonge vrouw blonken tranen. „Ben ik dan zoo doodziek, Adèle zie ik er uit als een, die gauw zal sterven Zeg me de waarheid." „Dwaasheid, barones; U hebt de koorts; uw handen gloeien; het was beter dat u naar bed ging. Mejuffrouw Aszmann is er toch om de honneurs waar te nemen, zoo als altijd." sneeuwstormen is op de lijnen Villach Rosenbach en VillachTarois het spoorwegverkeer gestaakt. Op de lijn VillachRosenbach stortte zich een lawine neer, die tien werklieden onder de sneeuw begroef. Een van hen werd gedood, en vier werden gewond. Op de lijn KlagenfurtAssling is het verkeer eveneens gestremd. Een loods, waarin werklieden verblijf houden en waarin 30 k 40 menschen aanwezig waren, is Zaterdagmorgen te Sant Johan onder een lawine bedolven. Van de in de loods aanwezige werklui zijn er 17 ongedeerd afgekomen, 6 ge dood en de overigen ernstig gewond. Te Bleiberg (Alpenland) zijn vier huizen door een lawine verwoest. Nie mand werd bij dit ongeluk gedood. De verbinding met Viloch is verbroken. Te Lissentapel zijn vier houthakkers onder de sneeuw bedolvendrie van hen kwamen daarbij om het leven. Te Feistriz werden vier werklieden door een sneeuwval gedood. Te Irschen wer den drie huizen onder de sneeuw be dolven, waarbij twee personen omkwa men. Op verscheidene plaatsen is de spoorwegdienst gestaakt. Bij het paleis du Cinquantenaire te Brussel is Zondagmiddag een vreeselijk ongeluk gebeurd. In het gebouw werd een groot militair feest gehouden, waar bij ook kanonnen te pas kwamen. Een kanon, dat buiten het gebouw werd afgeschoten, schijnt bij vergissing met een scherpe patroon geladen te zijn geweest. Een heer, die met zijn familie in de nabijheid van het gebouw liep te wandelen en keek naar de bedrijvig heid, viel opeens met oen gil otnver, getroffen door een kanonschot. Hij was aanstonds dood. De kanonneerboot Presidente van de republiek Salvador is met verzegelde lastbrieven uit Acajutla vertrokken, naar men vermoedt, om de havens van Nicaragua te beschieten. Men acht den oorlog onvermijdelijk. Blijkens een telegram uit Rockwall, in Texas, is Zondag een neger, die een blanke vrouw had aangerand, uit de gevangenis gehaald, aan een ijzeren paal gebonden en levend verbrand. De doodstrijd duurde 9 minuten; een me nigte woonde de verbranding bij. „Ja, zooals altijdviel de jonge vrouw bitter in. „Zoo als altijd maar nu niet! ik wil dansen. O ja, ik wil dansen De gezelschapsjuffer zweeghaar meesteres hoorde ook niet meer naar wat ze zei. Cecilies oogen glansden onnatuurlijk. Zij liet den mantel van haar schouders glijden en toen de rijen uit elkaar gingen, begaf ze zich met de overige dames naar het salon, waarvan de glazen deuren verwijderd waren. Meer en meer gasten waren binnenge komen. Men groepeerde zich naar verkie zing, zooals altijd op Moldt, waar de etiquette wijken moest voor de vroolijk- heid, zoo dikwijls de baron een feest gat, en de vroolijkste onder de vroolijken was. Men zag zijn hooge sierlijke gestalte overal hij onderzocht het ijs in de champagne- koelers sprak met de skatspelers, die in het naaste vertrek zaten, en hij begroette de oude niet meer dansende dames. Wie hem zag, was verrukt. Zelfs mannen, die zijn lichtzinnige optimistische opvattingen moesten afkeuren, konden het niet over zich krijgen, hem te berispen. „Muis 1" had hij tot zijn vrouw gezegd, „de eerste dans met jou, dat kan niet anders Neem een vlugge wals, Hans 1" „Voel je je dan sterk van avond „Ja, ik wil nu voor een enkelen keer wegvliegen, hoe doller, hoe liever; Hans, we hebben in tweejaren nietsamen gedanst." „Dat komt alles terecht," troostte hi. zonder zijn vrouw aan te zien. Zijn vorechen- de oogen doorzochten de zaal, en bijna on geduldig wendde hij het hoofd om, toen zijn vrouw fluisterend zijn naam noemde. „Hans „Nu?" vroeg hij. Zij vocht met haar tranen. „Zie eens naar al die vrouwen en meisjes, Hans; zij zijn gezond en een vreugde voor de hunnen en ik ben altjd ziek en jou tot last. Heb je me evenwel nog een beetje lief?" ROMAN VAN Wordt vervolgd

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1