liel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
l)e Geldduivel.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2823. Zaterdag 27 Maart19Q0.
FEUILLETON.
LAND VAN ALTEN/
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Vroeger bestond er maar een erkende
leer van de aardrijkskunde. Als men
op het beslissende oogenblik niet aan
zijn meester kon zeggen wat de derde
rechterzij rivier van de Loire was, dan
wag men een minderwaardig leerling,
van wien althans in geographisch
opzicht niets te recht zou komen.
Daarna kwam het breeder begrip, het
diepere inzicht bij de paedegogen, n.l.
natuurkundige- en handels-aardrijks-
kunde. Maar er is nu ook nog eene
religieuse en politieke aardrijkskunde
bijgekomen althans zoo kan men het
best omschrijven de wetenschap, waar
van de lieer J. C. Ramaer, hoofdinge
nieur-directeur van den Waterstaat
dus niet de eerste de beste in de
laatste te 's Gravenhage gehouden alge-
meene vergadering van de afdeeling
Nederland van het Kon. Ned. Aard
rijkskundig Genootschap, blijk gaf.
De heer Ramaer heett n.l. kaarten
van ons land ontworpen, waarop de
percentsgewijze verdeeling der verschil
lende religiën is aangegeven, en daaruit
blijken heel merkwaardige dingen.
Behalve de beide overwegend katho
lieke provinciën Limburg en Brabant
zijn, naar zijn onderzoek uitwijst,
nog vele andere gebieden katholiek
vooral in Holland benoorden de Maas
en Lek, in Utrecht, in Gelderland,
vooral in het gebied van Maas en Waal,
en het Zuiden van de graafschap Zut-
phen en eindelijk in een deel van
Twente en Zeeland.
De gereformeerden komen het meest
voor in bijna geheel Zuidholland, in
het noordoosten en westen van Fries
land, in het noorden en westea van
Groningen, in het midden en oosten
van Drente, in de noordelijke helft van
Overijsel, op de Yeluwe, op Walcheren,
en in het protestantsche deel van Noord
brabant.
De Israëlieten zijn het talrijkst te
Amsterdam, te Winschoten, te Coevor-
den en Meppel.
Deze verdeeling van de provinciën
naar religie nu, houdt onmiddellijk ver
band met de politieke kleur der ver
schillende streken.
Er mag bijv. worden aangenomen,
WÖR1SHÖFFER.
(7.
De landheer had zijn bezonnenheid, die
hij een oogenblik had verloren, terughij
reikte den brief aan de dame, die hem
echter niet aannam.
„Ik denk van een schrijven, dat niet aan
mij is gericht, geen inzage te nemen."
Zij zag hem zoo spottend en zegepralend
aan, dat het hem hinderde. „Dat kunt u
echter in dit geval niet laten, Mijnheer
Wolfiam."
„Op welken grond, als ik vragen mag?"
„Is u niet de voogd van mejuffrouw
Aszmann
„Zeker, maar
„Er is hier geen maar. Lees gerust dezen
brief, Mijnheer Wolfram. Hij zal u zeer
interesseeren."
En met een spottend lachje ging ze naar
de deur. „Mijn dank voor al uw moeite I
Ik verzoek u, derangeer u niet!"
Hij bracht haar, niettegenstaande haar
tegenstreven, naar het rijtuig, waarin Juf
frouw Steffen reeds had plaats genomen.
Wollen dekens, Hoffmans droppels en wat
wijn had de goede oude vrouw klaar om
met goed gevolg een mogelijke flauwte te
bestrijden. De schoone weduwe zag dat
alles nauwelijks; een wraakzuchtige vreugde
vervulde haar hart; zonder den landheer
meer dan een vluchtige buiging te schen
ken, leunde ze achterover in de kussens
en sloot als in groote vermoeidheid de
oogen.
De huishoudstei greep reeds naar de
droppels. „Mevrouw wordt toch niet on
wel?" vroeg ze bezorgd.
„Val me niet lastig!" Dit scherpe ant-
dat de gereformeerden allen, de katho
lieken op enkele percenten na, rechts
stemmen. Maar in de tweede plaats
bleek uit de studie van den heer Ra
maer en hierop komt het aan
dat in de districten, waar twee partijen
elkander bijna in evenwicht houden,
betrekkelijk veel meer kiezers opkomen
dan in die, waar ééoe partij geheel
meester is.
Het sterkst kwam dit uit te Enk
huizen en te 's-Hertogenbosch.
In de eerste gemeente (waar het een
felle kamp gaf) kwamen in 1905 bij
eerste stemming 95 pet. der kiezers op,
en bij de herstemming 98 pet. terwijl
te 's-Hertogenbosch (waar de katholiek
een wiskunstig zekere kans heeft) nog
geen 50 pet. der kiezers hun stemplicht
vervulden. En zoo is het in tal van
andere plaatsen. Heerschte overal in
den lande dezelfde belangstelling als
in de twijfelachtige districten, dan zou
het aantal kiezers voor 1909 volgens
den heer Ramaer, stijgen van 875.000
tot niet minder dan 1.060.000, terwijl
in Mei 1909 het aantal mannen van
25 jaar en ouder reeds zou zijn ge
klommen tot 1,340.000.
Wat leert men hieruit? om met
de oude moralisten te spreken: Dat, in
de provincie Groningen de verhouding
zou moeten zijn voor de Staten: links 31,
rechts 24 leden (het is nu 40 tegen 5)
in Drente 24 tegen 11 (thans 35 0);
in Utrecht 19 tegen 22 (10 31); in
Noord-Holland 46 tegen 31 (56 21)
in Zuid-Holland 42 tegen 40(31 51);
in Zeeland 22 tegen 20 (17 25). En
in het geheele land links 48 tegen
rechts 52; het is nü 51 tegen 49.
De Tweede Kamer zou, volgens dit
systeem, moeten bestaan uit 14 socia
listen; 11 vrijzinnig-democraten; 13
unie-liberalen8 vrije liberalen1
christen-democraat1 Friesch Christe-
lijkhistorische 5 christelijkhistorischen
15 anti-revolutionairen en 31 katholie
ken. De Eerste Kamer uit 24 leden
van de linker- en 26 leden van de
rechterzijde; thans is dit 19 tegen 31.
Niet in rekening is hierbij gebracht,
vooreerst dat bij herstemming in het
algemeen net linksche contingent groo-
ter, het rechtsche kleiner wordten
verder dat, indien er herstemming is
tusschen een liberaal en een anti-revo
woord stopte de oude den mond. Het werd
in eeDS stil in den wagen.
Nadat Erich den koetsier het teeken tot
afrijden had gegeven, sloot hij de huisdeur
en ging naar de woonkamer terug. In zijn
hand brandde nog altijd de verkreukelde
brief; zou hij hem werkelijk lezen?
Misschien, maar nu niet. Grootvader
wachtte; 't was zijn naaste plicht naar hem
toe te gaan en hem aan te hooren. Of zijn
mededeelingen iets goeds zouden brengen?
Zeker niet. Dat begreep Erich reeds.
II
De oude heer liep in zijn kamer lang
zaam heen en weer, zeer bleek, en zonder
de gewone lange pijp, waaruit hij anders
den ganschen dag rookte. Op de tafel voor
de sopha stond een klein stalen koffertje,
een van die sterke kistjes, waarin zaken
van waarde worden weggeborgen. Telkens
als de oude voorbij de tafel ging, zag hij
met een zorgzamen blik naar dit kistje.
Toen Erich binnenkwam gaf zijn Groot
vader hem de hand. „Je hebt gedanst, mijn
jongen, en 't is laat. Gevoel je nog kracht
genoeg om een lang verhaal aan te hooren
en een slag, die u treffen zal, moedig het
hoofd te bieden, en dapper en rustig te
blijven
Erich verschrok niet. Hij had zoo iets
verwacht. „Een slag?" herhaalde hij„wat
kan dat zijn, Grootvader?"
De oude stond stil en leunde met de
hand op de kassette. ,,'t Is niets goeds, niets
vroolijks, mijn arme jongen; maar ook
niets, waarbij je je beschaamd behoeft te
gevoelen, 't Is geen schuld of schande, die
ik je bekennen moet."
Erich ademde op. „Godlof," antwoordde
hij. „Dus niet iets ergs, iets onverdraag
lijks. Spreek maar Grootvader; maak het
kort, bid ik u."
Ze zaten tegenover elkaar; beiden bleek;
maar de jongste, de krachtige man met
een rustigen vasten blik; de grijze zoo hef
tig aangedaan, dat zijn handen trilden en
zyn gansche gestalte als gebroken ineen zonk.
lutionair, verscheiden Christelijk-histo-
rischen en vooral Friesch Christelijk
historischen op een liberaal stemmen.
Hierdoor wordt de verhouding links
49, rechts 51, en ook in verschillende
provinciën verandert de verhouding
eenigszms ten voordeele van de linker
zijde.
Men gevoelt tot welke consequentie
dit onderzoek van den heer Ramaer
leidtnl. evenredige vertegenwoordiging,
en hoewel wij niet gaarne over religie
en politiek schrijven, gevoelen we toch
wel vrijheid om deze conclusie van den
heer Ramaer, door hem uitgesproken
in het neutrale Aardrijkskundig Genoot
schap, en geen enkele partij in het
bqzonder betreffei de, wat nader toe te
lichten.
Want tegen evenredige vertegenwoor
diging, dat wil dus zeggentegen het
geven van zooveel afgevaardigden aan
elke politieke partij als zij stemmen
uitbrengt, kan ten slotte bij geen enkele
fractie bezwaar bestaan. Nu is de toe
stand zoo, dat in een der 100 kies
districten, waarin Nederland verdeeld
is, eenige honderden kiezers den door
slag geven. Speciaal in Kampen, Enk
huizen, Amsterdam VII en Gorinchem
die van links rechts, en in Steenwijk,
Leiden, Ridderkerk en Middelburg die
van rechts links kunnen worden, wordt
thans door slechts enkelen bepaald in
welke richting ons land in de eerst
volgende vier jaren geregeerd zal wor
den. En wat nog erger is: in alle 92
niet genoemde districten is de dikwijlg
zeer sterke minderheid (het komt er
nu niet op aan welke politieke kleur
zij heeft) blijvend onvertegenwoordigde
Dit onvertegenwoordigd deel van ons
volk bedraagt niet minder dan 35 pet.
van het totaal der kiezers, en rekent
men uit dat elk lid zijn eigen tractie
vertegenwoordigt, dan blijkt het dat
34 pet. wel66 pet. niet vertegenwoor
digd is. Men gevoelt wel dat hei zoo
met langer kan gaan.
En nu is het wel waar, dat, bij
vergrootiug der kiesdistricten (het ide
aal zou zijn het geheele land één kies
district) de moeilijkheden der telling
zullen toenemen, maar dit is slechts
een bezwaar van inwendige regeling.
Hiervoor is het noodig dat de telmachi
ne meer volmaakt wordt, maar dit
Erich boog zich vol liefde tot den grijsaard.
„Het heeft zeker betrekking op geldza
ken, „Grootvader," zei hij„maar het hoe
begrijp ik hoe langer zoo minder; maar
laat ons voor alles rustig blijven. Ik denk
toch niet, dat van 't geen gij me wilt
meedeelen mijn bestaan afhangt?"
De oude sloot een oogenblik zijn oogen.
„Dat hangt er van af, Erich! dat hangt
er van af! 't Is twaalfduizend daalders
„Grootvader 1"
„Och, geef me wat water, mijn jongen!
Ben je erg verschrokken? Och mijn
arm kind! wat lijd ik!"
De landheer gaf hem het gevraagde, maar
de oude heer beefde zoo, dat hij het nau
welijks kon drinken.
„Erich, spreek toch, spreek toch! Och
mijn lieveling, mijn eenige jongen, ik heb
van die groote som geen penning onnoodig
uitgegeven; 't is ook niet in mijn eigen
belang gebruikt; dat zweer ik je!"
Erich had zijn bedaardheid herkregen.
„Wees bedaard, Grootvader, bad hij op
geruststellenden toon, laat ons vooral niet
aan elkaar twijfelen. Vertel me alles, zonder
't minste te verzwijgen, ik geloof ieder woord.
„Dat vergelde je God, mijn lieveling
zie, ik wil bij 't begin beginnendat
zijn wel bekende dingen voor je, waarvan
je dikwijls hoorde spreken; maar dat moet
tpch. Vóór een halve eeuw moest ik een
knecht wegens wangedrag ontslaandat
kon niet andersik schonk hem de straf
geheel kwijt en zag er van af een aanklacht
tegen hem bij 't gerecht in te brengen en
gaf hem, toen hij in den herfst wegging
nog een goede teerpenning mee. Maar even
wel stak de ellendeling nog denzelfden
nacht den boel in brandde deuren der
veestallen had hij dicht gespijkerd, de
schuren aan alle vier de zijden aangestoken
en alles verbrandde tot op den laatsten
korenhalm."
De oude heer legde de hand voor de
oogen. Bij de gedachte aan dien vreeselijken
nacht ging er nog een rilling door zijn leden
hij zuchtte zwaar.
kan geen reden zijn om de groote on
billijkheid, welke door ons tegenwoordig
kiesstekel bestaat, te bestendigen. Wij
zullen niet zóó ver gaan als dezulken
die beweren dat, blijkens de les der
geschiedenis, de minderheden altijd ge
lijk hebben gehad, maar hun recht om
ook hunne inzichten in de bestuurs
lichamen te doen vertegenwoordigen,
lijkt ons toch boven allen twijfel ver
heven
,Z. N. en Adv."
Blinneisland.
Re crisis in het flosten.
Deze week, zoo schrijft de Weensche
correspondent van de N. R. Ct., zal de
beslissing over oorlog of vrede volgen.
Hoe die zal uitvallen, kan op het oogen
blik niemand zeggen. Dit hangt af van
het al of niet slagen van het optreden
der mogendheden. De berichten uit
Belgrado luiden ongunstig. Aehrenthal
verlangt een radicale oplossing van de
crisis en niet een, die het conflict mis
schien over een jaar weer zou doen
uitbreken. Daartoe is noodig dat Servië
zijn groot-Servische plannen opgeve,
waardoor het steeds in botsing moet
geraken met het Donau-Rijk. En verder
uitstel der beslissing wordt hier niet
raadzaam geacht.
Het Montenegrijnsche regeeringsblad
teekent verzet aan tegen de bewerin
gen der Oostenrijksche pers, als zou
Servië geen enkelen bondgenoot hebben.
Als Oostenrijk een tuchtiging-expeditie
mocht beginnen, zegt bet blad, zal het
spoedig zien dat Servië niet alleen staat.
In dit verband willen we even in
herinnering brengen, dat Servië en Mon
tenegro in den aanvang der crisis een
militair verding hebben aangegaan.
De berichtgever der Neue Freie Presse
te Konstantinopel beweert te weten, dat
het leger dar Donau-monarchie, als niet
binnen een week de gewenschte wijzi
ging in den toestand gekomen is, Ser
vië zal binnenrukken. Een ultimatum
zou niet worden verzonden.
De Neue Freie Presse verneemt uit
Berlijn, dat Rusland er nu in heeft
toegestemd, voor goed de inlijving van
Bosnië bij Oostenrijk te erkennen en
zich te Belgrado bij de stappen der
mogendheden aan te sluiten.
Volgens een bericht uit Belgrado
loopen er geruchten, dat de Kroonprins
„Er waren toen noch brandassuranties,
noch geschikte reddingsmiddelen," ging hij
voort„ik was in één nacht een bedelaar
geworden, al mijn geld en goed in puin-
hoopen. Maar dat scheen nog niet het ergste.
Duizenden daalders rustten op het land
als geleend geld, waarvan ik behoorlijken
interest betaalde. Waarmee zou ik dat alles
voldoen Als me de toenmaals gansch waar-
delooze grond werd ontnomen, restte me
niets anders dan den wandelstaf op te nemen
en als een bedelaar mijn geboorteplaats te
verlaten."
„Dat wist je reeds mijn jongen! 'tis je
dikwijls verteld, en vaak vroeg je me
Grootvader, wie redde u toen in dien uiter
sten nood en even vaak heb ik geantwoord
Goede menschen, Erichdie zijn er altijd
nog, laat je 't geloof daaraan nooit ontne
men Maar ik zei je nooit, dat er maar
één was, die zich mijner erbarmde. Heden
echter moet je ook den naam weten."
Erich schudde het hoofd. Het was baron
Moldt, Grootvaderik weet nu alles. Maar
ik begrijp niet, hoe
„Val me niet in de rede, mijn jongen
met sprongen kan zoo iets niet uitgelegd
worden, dat begrijp je. Sinds drie honderd
jaar zijn de Dornauer Wolframs en de Moldt's
van Molde nauw verbonden geweest in
ware vriendschap; ja, er is in dat tijdver
loop tusschen beide families menig huwe
lijk gesloten en zoo kwam het, dat de vader
van den tegenwoordigen baron en ik in de
wandeling Castoren Pollux genoemd werden.
We hadden in den vrijheidsoorlog aan
eikaars zijde gestreden en leefden als goede
buren naast elkaar, toen die ongeluksnacht
voor me aanbrak. Jürgen Moldt met zijn
knecht was 't eerst bij den brandik zie
hem nog voor me, een mooien, frisschen,
heerlijk gebouwden man, gezond naar lijf
en ziel. Hij deed wat een mensch doen
kan, maar te vergeefsniets, geheel niets,
kon gered worden, en zoo nam hij mij in
de morgenschemering, toen alles tot asch
was verbrand, mee naar Moldt. Zie niet
om, zei hy me; wat er was, is weg, maar
van Servië van zijn rechten op den
troon heeft afstand gedaan. De Skoepsjti-
na moet zich thans met deze aangele
genheid bezig houden. Het is niet doen
lijk de juistheid te controleeren van de
pijnlijke couranten-berichten over den
plotselingen dood van een bediende van
den Kroonprins.
Men weet, dat volgens gerucht de
dood van bedoelden bediende van den
Kroonprins het gevolg zou geweest zijn
van ondergane mishandelingen. In de
omgeving van den Kroonprins wordt
dit ontkend.
Het bericht, dat de Prins afstand
heeft gedaan van zijn rechten, veroor
zaakte in Belgrado de grootste ontstel
tenis.
Er wordt beweerd dat de regeering
in overeenstemming met den Koning
den prins gedwongen heeft tot dit be
sluit, ten einde het mogelijk te maken,
dat het conflict tusschen Oostenrijk en
Servië op vreedzame wijze opgelost
wordt.
De berichten, dat de onderhandelin
gen tusschen de Europeesche mogend
heden al mislukt zouden zijn, blijken
onjuist te zijn geweest. Naar Reuter
uit Londen meldde, worden, al heeft
de regeering te Weenen tegen Grey's
voorstellen bedenkingen ingebracht, de
besprekingen voortgezet.
Het bemiddelingsvoorstel van Enge
land omvatte het volgende lo. Servië
zou moeten verklaren, dat het de in
lijving van Bosnië zonder eenig voor
behoud erkent
2o. Servië doet afstand van alle eischen
3o. Servië moet overgaan tot ontwa
pening en de verklaring afleggen, dat
het met Oostenrijk-Hongarije normale
betrekkingen wenscht te onderhouden
en rechtstreeksehe onderhandelingen
over oeconomische kwesties wil openen.
Het heet, dat dit Engelsche voorstel
reeds de goedkeuring verworven had
van de kabinetten te Parijs, Rome en
St. Petersburg en men zou afgesproken
hebben, dat de mogendheden, als Servië
op Engeland's voorstel inging, aan de
de regeering te Belgrado een soort waar
borg zouden geven tegen een aanval
der Donau-monarchie.
Het was echter noodig, dat de Donau-
monarchie ook me! die voorstellen mee
ging, maar aan die voorwaarde is niet
voldaan.
De regeering te Weenen heeft be
zwaren geopperd en nu is er, naar uit
Weenen gemeld wordt, een nieuw voor
stel van Grey aan de Oostenrijksch-
wijzelf zijn gebleven. Wij moeten dus moed
vatten en ons lot dragen zoo goed het kan."
„Ik geloof dat ik toen weende, mijn
jongen, weende als een kind wien men zijn
lievelingsspeelgoed ontneemt. Ik moest moed
vatten, ja, gemakkelijk gezegd, maar hoe?
Jürgen Moldt haalde uit zijn kast een groote
kassette. Help me tellen, zei bij Twaalf
duizend daalders kunnen u helpen, en hier
zijn ze."
„Dat was edelriep in geestdrift de
jonge Wolfram. „Grootvader, dat was een
edele daad I"
De oogen van den oude glansden met
het vuur van langvervlogen jaren. „Dat zou
ik denken, mijn jongen!" antwoordde hij
met een onvaste stem. „Waarachtig, dat
zou 'k denken I Zoo'n onbaatzuchtige vriend
schap kent onze tijd niet meer. Twaalf
duizend daalders Thans verraadt voor zulk
een som de eene broeder den anderen.
Sterfopdat ik leveis thans de levensleus."
„Zeker, voegde hij erbij, Jürgen Moldt
was heel rijk, hij kon die twaalfduizend
daalders missenja, toen ik hem vroeg,
hoe wij het contract zouden afsluiten
schudde hij het hoofd, niemand hoeft er
iets van te weten zei hijwij halen er
geen getuigen bij en zetten niets op papier.
Je weet, ik trouw niethet goed vervalt
eens aan een zijlinie, en zou ik dan uw
lot dezen vreemden in handen geven Het
geld is u op uw woord van eer vertrouwd,
en zonder dokument of uiterlijken dwang."
Maar daarvan wilde ik niet weten. „Ik
kan sterven Jiirgen, antwoordde ik hem,
dan waren de Moldts hun eigendom kwijt."
„Daarop laat ik 't aankomen."
„Ik niet, Jürgenwe zullen tenminste een
dokument opmaken door ons beiden onder -
teekend, dat inhoudt, dat ik u die som
schuldig benen dan laten wij het aan
de eeuwige wijsheid over, hoe de zaken
verder gaan."
Hij knikte en gaf me hartelijk de hand.
ilEUWSUi)
ROMAN VAN
(Wordt vervolgd).