el Land van fleusden en lllena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
De Geldduivel.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2833. Woensdag 21 April,
Verkoudheid en hare
behandeling.
FEUILLETON.
UhQ VAN ALTEN/
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
19Q9.
Advertentiën van 16 regel» 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
Het wordt zoo weinig geteld, als
men „wat verkouden" is; een dokter
wordt natuurlijk niet geraadpleegd, en
deed men hetmen liep bij velen
gevaar om uitgelachen of wel met een
kluitje in het riet gestuurd te worden.
En toch begaat de een zoowel als
de ander hier een fout, die later soms
duur betaald moet worden. Want ver
koudheid is een ziekte, hetzij van ge
ringe of meerdere beteekenis, al naar
gelang harer uitgebreidheid, dan wel
afhankelijk van den betreffenden per
soon. Bij ouden van dagen b.v. kan
zij den aanloop van den dood vormen.
Maar ook jongere, krachtige individuen
zullen begrijpen, dat haar beteekenis
niet te gering mag worden geschat, en
ook voor hen wel eens het begin van
heel wat ernstiger dingen kan vormen.
Meer toch dan gewoonlijk wordt ge
dacht tast een gewone verkoudheid
onze krachten aan, vermindert zij ons
weerstar dsvermogen, maakt ons dus
vatbaarder voor andere ziekten, die
ons belagenis zij het begin van een
heviger aandoening der ademhalings
organen, terwijl zij ook in de circulatie
reeds stoornissen kan brengen, die voor
den een of ander ongewenscht kunnen
worden.
Een lichte belemmering in de adem
haling, een hoestbui, kan een hartlijder
gevaarlijke parten spelen Voorzichtig
heid zij daarom ook nier de moeder
der wijsheid, en niemand doen wij te
kort, als wij ons wat meer dan gewoon
lijk in acht nemen, zoodra wij bespeuren,
dat wij een verkoudheid te pakken heb,
ben, en dan terstond maatregelen ne
men om haar zoo spoedig mogelijk kwij-
te raken. Men bezorgt hiermede niet
alleen zicbzelven menigwerf een groot
voordeel, maar oefent ook een plichtt
die maar al te weinig wordt nagekomen,
den duren plicht der naasten-liefde.
Want verkoudheid is „overerfelijk",
zooals de volksmond dit pleegt te noemen.
Ja, het is onloochenbaar waar, dat één
verkouden mensch soms honderd an
deren in dezelfde conditie brengt. Even
als voor alle ziekten, is de vatbaarheid
voor verschillende personen eene zeer
uiteenloopendede een moet zijn ver
kouden buurman liefst op zoo groot
mogelijken afstand houden, de ander
S. WÖRISUÖFFFR.
(14.
Hans Adam zag over de daken heen. Vele
ontbraken geheel; andere waren half om
gestort of hingen nog aan enkele balken,
maar geen een was onbeschadigd gebleven.
Plotseling kwam 't in hem op: de oude
KatharineWat was er van haar geworden
De ijzeren leuning van het platte dak
stak uit de golven omhoog: het geheele
vierkante gebouw stond onder water.
Hans Adam liet de boot, waarin hij stond,
op de golven voortdrijven. Overal wrakken
Hier een boom, daar een half verzonken
huis, iets verder de ijzeren onderbouw van
de kerkmen kon, als 't noodig was, telkens
een halt vinden; maar al was dat ook
niet het geval geweest, zóó kon men toch
de arme, oude Katharina niet aan haar lot
overlaten, hij moest er heen en zien of
ze nog te redden was.
En toen wierp hij een wijde touwlus
steeds vooruit, om een vast voorwerp te
bereiken, en trok dan de boot verder. Op
het platte dak lag, als een bal ineengerold,
een donker voorwerp, naar 't scheen een
menschelijk lichaam.
„Moeder Katharina?" riep de baron.
Geen antwoord. Niets bewoog zich.
En nu kon hij het ijzeren hek grijpen.
Met een krachtigen sprong stond hij op het
platte dak. Daar lag de oude vrouw in een
hoek op den grond en haar beide handen
hielden het ijzeren huisje van den lantaarn
stijf omvat, als wilden zij 't uitgedoofde
vlammetje beschermen uit liefde voor haar
kan oogen schijn lijk zonder gevaar met
hem oonverseeren. We gelooven echter
niet, dat er menschen zijn, die er geheel
onvatbaar voor zijn en die de waarheid
spreken als zij ons zeggen, dat zij
„nooit verkouden zijn geweest"; dit
weten we echter zeker, dat menigeen
door harding en voorzichtigheid het
zoover heeft weten te brengen, dat het
gevaar voor kouvatten voor hem als
het ware niet meer bestaat, maar zijn
vatbaarheid voor de overerving nog
telkens een niet geringe blijkt te zijn.
Het resultaat onzer bewering is deze
mijdt zooveel mogelijk hem of haar
die verkouden is! Dit is in deze de
eerste wet, die misschien moeilijk is
in praktijk te brengen, maar toch zeker
meer kan worden betracht dan gewoon
lijk wordt gedaan. Maar stipte naleving
beteekent het brengen eener weldaad
aan misschien wel de helft van het
menschdom
En wanneer men verkouden is, op
welke wijze wordt men dan het snelst
daarvan bevrijd? Wij zouden zeg
gen: de middelen daartegen aange
wend, zijn legio, even talrijk misschien
als de theorieën die over net ontstaan
als goede munt gangbaar zijn. Want
hoe en waardoor men eigenlijk verkou
den wordt, cp welke wijze dit proces
precies tot stand komt, dat is zelfs een
vraagstuk, dat nog steeds op de juiste
oplossing wachtende is. Wist men dit
maar, men kon zich aanstonds offensief
daartegen wapenen. Nu kan men alleen
defensief tegen haar te velde trekken.
Een goede methode, om een verkoud
heid te weren, zullen velen misschien
een paardemiddel noemen, omdat zij
juist in die dagen echte nathalzen ple
gen te zijn we bedoelen de toepassing
van het z.g. droge dieet gedurende 3
maal 24 uren, wat niets anders wil
zeggen, dan dat men zich gedurende
dien tijd van iedere vloeistof-opname
ten strengste onthoudt. Het lgkt ver
schrikkelijk en voor de meeste lezers
eenvDudig onmogelijk, iets onnavolg
baars! Toch is het zeer goed doenlijk
en zelfs niet zoo onaangenaam, wan
neer men maar tegelijkertijd een prik-
keloos dieet neemt, vooral zoete spijzen
en liefst geen dierlijk voedsel, noch
vleesch noch viech. Een verkoudheid,
een catarrh wordt in haren voortgang
gestuit, wanneer aan het lichaam geen
vloeistof wordt toegevoegd, m. a. w.geen
vochten in bloed- en lymphstroom wor-
zoon, dien de boot herwaarts voerde door
storm en golven, als een bewijs van nooit
versagende moederliefde.
Ze was dood, de oudehet water spoelde
over haar hoofd, het grijze haar dreef op
den vloed en het lichaam was reeds stijf.
Moeder Katharina had haar leven gegeven
voor haar zoon en was zijn laatste bede
getrouw gebleven, dat toch het licht mocht
branden, als hij van nacht naar huis kwam.
Hans Adam tilde meelijdend het zware
lichaam uit het water en zette het zoo tegen
een hoek van het ijzeren hek, dat het hoofd
er tegen leunde. Toen, nadat hij overtuigd
was dat er geen hulp meer mogelijk was,
wilde hij weer in de boot springen, maar
moest tot ziju schrik zien, dat het kleine
vaartuig door den wind was losgerukt en
eenige schreden verder op de golven dreef
naar het land, maar voor hem niet meer
bereikbaar.
Wat nu
Uren lang tot de knieën in 't water staand,
in den stormwind, wachtend tot men hem
van 'tslot zoeken zou, dat was uiterst on
aangenaam. Hij lei beide handen aan den
mond en stiet een langen toon uit
„Hallo Hallo ho
Maar niets bewoog zich. De mannen
waren te wijd weg, om hem te kunnen
hooren.
„Hallo 1 Ho! hallo!"
„Hierklonk het door den storm, „hier
Dat was een vrouwenstem. Hans Adam
schudde het hoofd; hem bekroop een on
aangenaam gevoel. Als 't Ruth eens was!
„Wie is daar?" vroeg hij.
Nu klonk het antwoord dichterbij. „Ik
breng u de boot, Mijnheer, alles is in orde!"
„Gij, Juffrouw Mal ten?"
Hij zag tusschen de boomstammen de
slanke gestalte voorzichtig manoeuvreeren.
Adèie had de kleinste boot losgemaakt,
een notendop voor twee personen, welke
den gebracht. Het is herhaaldelijk ge
bleken, dat de weldadige invloed van
dit droge dieet zich reeds na 5 h 6
uren doet gelden. Begint iemand die
zwaar verkouden is, van af klokslag
12 uur zich van iedere vloeistof-opname
te onthouden, dan zal hij zeker in den
vooravond reeds eenige verbetering be
speuren, die bij allen verderen duur
grooter wordt en na 30 uur ongeveer
haar hoogtepunt heeft bereikt. Het is
dan echter niet raadzaam vooral
bij erge verkoudheid de kuur door
vloeistof-opname te onderbreken. Alsdan
liep men gevaar, ongeveer na 4 5
uren zich weer opnieuw verkouden te
gevoelen. Yoora! aan personen, bij wie
een verkoudheid de neiging pleegt te
hebben om zich op de luchtpijpen voort
te planten (bronchitis), is deze methode
van behandeling, de toepassing van het
drooge dieet, zeer aan te raden. Zij
zullen er wel bij varenEén voorbe
houd komt bij de aanwending van deze
kuur in aanmerkiug: men moet de be
schikking hebben over gezonde, intacte
nieren.
De meeste menschen meenen al bij
zonder veel goeds te verrichten, wan
neer zij bij die omstandigheden zooveel
mogelijk vochten naar binnen werken
in den vorm vai&grogjes, kwasten etc.
Wij meenen met beslistheid te mogen
zeggen, dat men op die wijze de ver
koudheid juist voedt, terwijl integen
deel het drooge dieet een middel,
dat door een Weener arts reeds voor
meer dan honderd jaren aan de hand
werd gedaan misschien op min aan
gename wijze, maar stellig zeker tot
het doel voert, en ongetwijfeld een
zuivere toepassing verdient.... tot heil
van velen
De politie deed eene huiszoeking in
de kamer en vond er in een bloemzak
104 kilo's nikkelstukjes, effecten ter
waarde van 1700 frank, eene som van
verscheidene duizend frank in bank
briefjes en talrijke obligaties.
De politie heeft deze som in verze
kerde bewaring gebracht. De toestand
van den ouden man moet onrustwek-
j kend zijn.
1 De heer Alfonso Marco te Barcelona
zou eenige dagen geleden met een lucht
ballon opstijgen. De wind leek niet
gunstig en mevrouw Marca, deed al haar
jbest om haar man te overreden, vasten
grond te houden. De heer Marca vond
het weer juist goed voor een ballon-
tocht, en wilde zich niet van zijn plan
laten afhouden, zelfs niet door zijn
vrouw. Goed, zeide zij ten slotte, maar
dan ga ik mee. De heer Marca gaf toe.
Zoo zou hij de lucht in gaan en toch
zijn huwelijksgeluk bewaren. De heer
en mevrouw Marca dan gingen in de
beste stemming het luchtruim in. Zij
wisten niet, welk geluk hun daarboven
deelachtig worden zou. Mevrouw Marca
had nooit in een luchtballon gezeten.
Toen zij de aarde onder zich zag weg
zinken werd het haar zonderling te
moede, en het duurde niet lang, of zij
begreep wat er gaande was. Het was
geen tijd meer om te landen. Mevrouw
Marca bracht voor den verwachten tijd
een knaapje ter wereld. De vader con
stateerde, dat zijn zoon ter wereld kwam
dicht bij Hendaye. Zeer voorzichtig liet
hij den ballon dalen. Hij kwam neer
twee kilometers van de Fransche grens.
Moeder en kind zijn uit de mand over
gebracht naar een huis in de nabijheid
van de landingsplaats.
Als men dat kind later vraagt waar
hij vandaan gekomen is, kan hij wer
kelijk zeggen, dat hij uit de lucht is
komen vallen.
iluileidariil.
Sedert jaren woonde op eene zolder
kamer der Jolystraat te Brussel een
70-jarige grijsaard die in de diepste
ellende scheen te verkeeren. Hij verteld©
dat 1 lij moest leven van hetgeen hem
geschonken werd door zijne kinderen.
De man was sedert twee dagen niet
meer gezien, waarom de buren besloten
eens aan zijn deur te kloppen.
Daar er geen antwoord kwam, liet
men de deur openbreken. De oude man
lag op een armzalig bed uitgestrekt;
hij gaf maar weinig teeken van leven
meer en moest onmiddellijk naar het
gemeentegasthuis gebracht worden.
de visschers gebruikten om van hun schip
naar het strand te roeienzij stiet met de
roeispaan nu hier dan daar op den grond
en wierp toen een touw zoo behendig door
de lucht, dat de baron het gemakkelijk
ving, en nu de kleine boot tot zich trok.
Toen sprong hij er zeer voorzichtig in om
een gevaarlijk schommelen te vermijden.
Zijn beide armen omvatten het meisje om
haar voor omvallen te behoeden.
„Mejuffrouw Mallen
Zij zag hem niet aan. „De boot!" zei
ze met onzekere stem.
Hij wierp het touw reeds over een boom
stronk. „Hoe kwaamt ge hier, Adèle?
neen, neen, ge moogt me niet ontwijken.
Ik moet alles weten alleswie geeft dan
ook een geschenk maar half?"
„Ik heb u niets geschonken, Mijnheer
„Zeker, Adèle. Gij kwaamt hier, omdat
ge meendet dat ik in gevaar was. 't Is niet
voor 'teerst dat ge me dapper bijstaat."
„Hoe?"
En nu zag ze hem toch aan, bleek en
bevend, een secondedan sloot ze de oogen,
als had een vlam haar getroffen. „Ik u,
mijnheer?"
„ZekerHebt ge niet den handelsraad
Lissauer van mijn deur geweerd?"
„Och, dat dat
„Weet ik," zei hij en ik weet nog veel
meer, Adèle!"
Hij zag haar donkeren blos en trok haar
aan zijn borst. Een lange kus beroerde
haar lippen. „Hou je van me, Adèle?"
„O," stamelde zij, als in betoovering haar
hoofd tegen zijn schouder leunend. „O, jij
U zegt jij
„Mag ik dat niet doen, Adèle?"
„Ah, nog nooit heeft een mensch „jij"
tegen me gezegd. Niemand! buiten de
moeder in 't weeshuis en die zei altijd
jij bent van alle kinderen de slechtste, de
naarste. Jij gaat nog eens naar 't tuchthuis."
De staatsgreep in Turkije.
De berichten uit Turkije zijn zoo
verward, dat het bijna onmogelijk is
er een goed overzicht van te maken.
Alle partijen en genootschappen heb
ben hunne politieke organisatie voor
ontbonden verklaard en zich zonder
onderscheid van godsdienst of volksaard
aangesloten bij de „Ottomaansche Unie"
welke zich ten doel stelt, onder ge
meenschappelijke samenwerking, het
vaderland en de Grondwet te verdedi
gen en de rechten van het Cheriaat,
voor zoover die met de Grondwet ver-
eenigbaar zijn, te handhaven. De troe
pen van Hademkoi hebben een vrijge
leide voor de afgevaardigden naar Sa
lonika gevraagd en bestraffingen van
Adéle zuchtte hartstochtelijk; een zenuw
achtige siddering ging door haar leden. „Ik
ben misschien boos en slecht, Mijnheer!
Weet u wat ik vannacht gewenscht heb?"
„Nu?"
„Dat het water tot in 't slot zou stijgen
en 't vernielen; 't ver, ver weg smijten in
zee; en dat niemand, niemand gespaard
bleef; ik zelf het minst!"
Hij lachte! „Wat een overdrijving, Adèle!
Binnenkort gaat gij beiden naar Nizza, jij
en mijn vrouw; daar zult ge 't leven eerst
recht genieten. Ik kom u na; zijn dat geen
heerlijke uitzichten?"
Het jonge meisje beefde. „Naar Nizza?"
herhaalde zij, „heelemaal weg van hier?"
„Voor den winter," zei hij, haar het los
gewaaide haar uit het gezicht strijkend.
„Nog één kus, Adèle, en niet meer zulke
nare gedachten. Men leeft om zelf geluk
kig te zijn en anderen gelukkig te maken."
Zijn blikken magnetiseerden haar; hij
kuste haar voorhoofd, haar oogen. „Wij
hebben met open oogen een droom ge
droomd, Adèle! niet waar? een zoeten,
heerlijken droom; en des te mooier, omdat
de werkelijkheid onverbiddelijk haar rech
ten vordert."
En toen ze angstig zweeg liet hij haar
op de bank glijden, en bracht de boot naar
land. Haar hand in de zijne, ging hij toen
met haar naar 't slot, zonder nog veel te
spreken.
Met een zacht: „Goeden nacht!" verdween
zij door een zijdeur; terwijl hij met een
half medelijdend, half behagel ijk lachje om
den mond het voorportaal inging en daar
aanbelde.
Een lakei opende en boven aan de trap
met de lamp in de opgeheven hand stond
Ruth. „Kom je eindelijk thuis, Hans!"
„Wat, slaap je nog niet?"
„Maar waar was je dan toch?"
Hij sloeg zijn regenjas uit. „K\jk eens!"
de leiders der revolutie van jl. Dinsdag,
waarbij eenige dooden en ruim 500 ge
wonden zijn gevallen. Zoolang de mi
nisterraad over hun verzoek beraad
slaagt hebben zij beloofd de hoofdstad
niet te zullen binnenrukken.
Daarentegen heeft de minister van
oorlog, in antwoord op zijn bevel om
troepen uit Trebisonde en Erzeroem
naar de hoofdstad te zenden, bericht
ontvangen dat het 4e legercorps op
marsch is naar Konstai tinopel om de
Grondwet te herstellen. De regeering
heeft daarin aanleiding gevonden een
manifest uit te vaardigen, waarin ver
klaard wordt dat de Sultan en de
regeering de Grondwet tot eiken prijs
zullen verdedigen en dat ook de Senaat
en de Kamer dit tot dusver hebben
gedaan.
In den nacht van 16 op 17 dezer
zijn 30 officieren, die geweigerd hebben
den opgelegden eed af te leggen, ge
fusilleerd.
Generaal Moekthar pacha, de gevluchte
bevelhebber van de lijfwacht des Sul
tans, moet zich thans veilig te Athene
bevinden. De Sultan was zoodanig op
hem gebeten, dat hij bevolen heeft den
generaal levend of dood aan hem uit
te leveren. Ongeveer 150 muitende sol
daten omsingelden toen zijn huis en
drongen zelfs binnen in dat van den
naast hem wonenden Engelschen ree
der Withall, in de meening, dat hij
zich daar verscholen hield. De vrouw
van Withall moet daarbij ernstig be
dreigd zijn, zoodat dit muisje nog wel
een staartje zal krijgen.
De door de Jong-Turken gestelde
voorwaarden zijn de volgende: Alge-
heele verwisseling van het garnizoen te
Konstantinopelbestraffing van de sof-
ta's die de troepen tot opstand hebben
gebracht; de Sultan moet afstand van
den troon doen.
Het 5e legercorps te Damas geeft
blijk van een levendigen geest van
verzet tegen de Jong-Turken, in tegen
stelling met het 4e legercorps, dat voor
bereidingen treft om gemeene zaak met
de Jong-Turken te maken.
Het centrale comité van de vereeni-
ging voor eenheid en vooruitgang heeft
de in Turkije gevestigde buitenland-
sche financieel© instellingen medege
deeld, dat elke thans door het nieuwe
kabinet aangegane leening, als ongrond
wettelijk zal worden beschouwd.
Men verzekert, dat de Sjeik oei Is
lam een fetwa voorbereidt, de verval
lenverklaring van den Sultan uitspre
kende.
Aan de Neue Freie Presse wordt uit
Maar heden is 't voor dergelijke verklarin
gen te laat!"
En toen gingen op Moldt de lichten uit.
Wie niet sliep, die vlijde toch 't hoofd in
de kussens en zuchtte, om de angst van
de laatste verschrikkelijke uren te vergeten.
IV.
Ook op Dornau was de verwoesting ge
komen, veel grooter en geweldiger nog dan
Erich had vermoed. De schade bedroeg
vele duizenden; misschien was voor jaren
lang de welvaart vernietigd. Met donkere
blikken stonden de daglooners aan de plaats
van hun moeitevollen geheel vernielden
arbeid.
„Als de meeuw maar niet zoo moedwillig
was neergeschoten!" zei een hunner en had
met deze woorden de algemeene meening
uitgesproken. „Wie weet of we dan wel
zoo'n grooten ramp te betreuren hadden."
„Ja, de meeuw! wat wil toch die vrouw
met dat bleeke onheilspellende gezicht en
het pistool in haar zak op Dornau? Ik zie
ze haast dagelijks!"
„Ik ook. Ginds in den modder klimt ze
over de graven, en in 't bosch zit de heks
tusschen de dichtste kruiden. Wat zoekt
ze daar toch?"
„Ik heb haar laatst in de steengroeve ge
zien. Ze had een zwarten doek om 't hoofd
en zong in haar eentje een lied, dat heel
anders klonk dan alle liederen, die ik ooit
gehoord heb. 't Was in een vreemde, gekke
taal, en toen ze me zag lachte ze luid:
„Dat is voor de schrik, goede vriend!" en
ze wierp me een daalder toe."
„Je hebt die toch niet opgeraapt, Michiel?"
„Dat kan je begrijpen! Als dat wijf wer
kelijk een weerwolf was, kon ze
EIWIBLift
ROMAN VAN
(Wordt vervolgd).