el Laad van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. De Geldduivel. I Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2837. W oensdag 3 Mei. 1909. FEUILLETON. Um VAN ALTEN/ VOOR tl Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77i ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Ter bestrijding der besmettelijke ziek ten moeten nu verschillende voorzorgen genomen worden, van welke voor het publiek twee vooral belangrijk zijn nl. lo. het vernietigen of verwijderen vaD de infectiekiemen, en 2o. bet verhinderen van 't transport der bacteriën. Het vernietigen van de infectiekiemen kan plaats hebben door desinfectie. Deze moet op rationeele wijze plaats hebben, en men moet zich niet verbeelden, dat iedereen hiertoe in staat is. Het is niet genoeg een flesch sublimaat of carbol in huis te hebben, er komt heel wat meer kijken. Werkelijk is het geen overbodige weelde, wanneer er een vaste desinfecteur bestaat. Een dergelijk man weet wat noodig is, om een goede desintecteerende oplossing te krijgen, hij weet, waar de schuilplaatsen der kiemen zijn, hij bezit de handigheid, om de verschillende voorwerpen te ont smetten zonder dat ze ernstig schade lijden, kortom alleen zulk een persoon geeft waarborg voor een degelijke des- infectie. Voor kleine voorwerpen, als kopjes, bordjes etc. kan ieder zich be dienen van kokend sodawater, maar voor een volledige desinfectie, die wer kelijk waarde heeft, is het groote pu bliek zelf absoluut onbekwaam. Derhalve lijkt het ons niet nuttig hierop verder in te gaan, maar te be spreken, wat de leek zelf kan doen om de besmetting binnen de perken te houden. De wet helpt in zoover mee, dat zij gebiedt om een briefje op de deur te plakken, om zoodoende der menschheid opmerkzaam te maken, dat daar en daar infectiegevaar heerscht, een stille aanwijzing om een dergelijk huis gedurende zekeren tijd niet binnen te gaan. Het doel ervan is isoleeren van den zieke. Een andere zaak is, of dit er mede wordt bereikt. De afzondering kan plaats hebben in eigen woning of in een speciaal voor de verpleging van dergelijke zieken bestemd ziekenhuis. Het eerste is gewoonlijk maar denk beeldig, omdat meestal de woning niet op een dergelijke verpleging is ingericht, en vervolgens is de zekerheid, dat de isoleering wordt doorgevoerd, uiterst gering. Wil men dus werkelijk een S. WÖRISHÖFFFR. (18. Er was natuurlijk ook een directeur aan gesteld, voorloopig voor een jaar op een tractement van vijfduizend mark. Deze kwam den slotheer met een zegevierend lachje tegemoet. „De eigenlijke groeve schijnt nu gevonden Mijnheer de baron." „Ahal groote, aanzienlijke stukken, mijn heer Bühring?" „Dat nog niet, maar toch veel sporen, veel kleine stukken. Men moet maar die per boren, altijd dieper. Er ligt misschien drijfzand van vele jaren, ja van eeuwen over de eigenlijke groeve; dat moet men eerst geheel wegruimen." ,JDat begrijp ik volkomen. Een goed ding heeft tijd noodig 1" Er werd nog lang en breed over cylin ders, drijfriemen en raderen gesproken. De directeur wierp met technische benamin gen om zich heen en toen ging Hans Adam naar het strand om het verwoeste dorp te bezoeken. Twee nieuwe graven waren op het kerk hof tusschen de duinen, dat van moeder Catharina en haar eenigen zoon. De golven hadden een wrak ajin het strand gespoeld, een visschersboot, waarvan de stuurman dood op 't dek lag, met beide armen vast om den eenigen mast geklemd. De men- schen kenden hem. 't Was Anton, de lie veling der oude; zij borgen beiden in een graf en huis en wrak zouden verkocht wor den ten voordeele van de verweesde kinde ren, die voorloopig door barmhartige zielen waren aangenomen. goede isoleering bereiken, dan moet als regel gelden, dat de lijders naar een ziekenhuis worden gebracht, tot het besmettingsgevaar geweken is. Vóór zulke maatregelen zullen genomen wor den, zal echter nog heel wat tijd voorbij moeten gaan. Immers vele menschen die zich niet gelegen laten liggen aan hygiëne, of zij, die in plaats van 't verstand hun hart laten spreken, zullen tegen dergelijke maatregelen heftig verzet aauteekenen. Voorzeker is het voor een moeder een heele zaak, om haar beveling in een ziekenhuis, waar zij niet steeds kan zijn, te laten ver plegen, maar daar staat tegenover de uitstekende inrichting onzer moderne ziekenhuizen en het voordeel eener nauwkeurige veiplegina; twee feiten die in den laatsten tijd gebleken zijn van onberekenbaar nut voor dergelijke zieken te wezen. Bovendien zijn aan het overbrengen naar ziekenhuizen nog andere voordeelen verbonden. De aan wezigheid van een besmettelijk patiënt geeft moeilijkheden in huis. Is het een winkel, dan zal het be drijf ernstig schade lijden. Schoolgaan de kinderen moeten thuis blijven gedu rende eenige weken en komen achter in hun klas. De man mag zijn betrek king niet waarnemen en lijdt daardoor finantieele schade. Ons dunkt allen na- deelen, die de voordeelen van een zie- kenhuis-verpleging nog duidelijker in 't licht stellen. Er is echter niet overal een ziekenhuis. En dan moeten de be zwaren der huisverpkging zooveel mo gelijk overwonnen worden. Onschatbare waarde hiervoor heeft de wijkverple ging, waardoor vele diensten worden bewezen en tevens veel kwaad wordt voorkomen. En dank zij de verschil lende "Witte en Groene Kruisvereeni- gingen wordt dit ook steeds meer en meer toegepast. Kan nu echter ook dit niet, dan dienen de verplegende huisgenooten toch wel eenigszins bekend te zijn met eenige voorzorgen. Zoo verdient het o. a. sterk aanbeveling om in de zie- kekamer een lang overkleed aan te trekken (dat echter niet sleept). Bij het verlaten der kamer moet men hand en onderarm met carbol 3 pet. of subli maat 1 1000 wasschen. Alles wat met den lijder in aanraking is geweest moet vochtig gehouden of in vochtige 't Zag er treurig uit op de plaats van vroegere welvaart. Geen kip scharrelde in 't zand, geen schaap weidde op de duinen, verwoest liggen de tuinen achter de in- gestorten huizen, half begraven in 't zand, zonder een groen blad, een bloem ofeenig teeken van leven. De wind kwam koud over de zee. Van de andere zijde staken boven 't zand slechts de grafteekens uit van 't dorpskerkhof, één vooral, een hooge steen van graniet met het gouden inschrift: „Hans Adam Wolf ram". En daaronder de woorden: „Smar telijk gemist!" Ja, dat was de oude heer van Dornau. Erich had in hem den ver- trouwdsten vriend verloren, de eenige ziel. die hem in ware liefde aankleefde; hij hield sinds dat schrikkelijke weer de woon kamer nog altijd gesloten en liet er geen mensch in. 't Scheen hem onmogelijk in deze kamer zijn avonduren door te brengen, zonder den vriendelijken blik van den grijsaard. Hans Adam ging verder. Als hijzelf stierf, door wien zou hij smartelijk gemist wor den. Wie zou hem missen als een deel van eigen ik? Niemand, de arme Cilie uitgezonderd. En hij zuchtte, waarom was Cilie altijd ziek, altijd aan haar kamer gebonden, en steeds bereid om klagelijk te weenen? Hij haatte de tranen. Waarom zich ook maar een uur van 't leven te laten ver gallen? 't Is zoo kort en zooveel stormen beroeren hetl De baron dacht aan de gezelschapsjuffer eigenlijk sinds dien verschrikkelijken nacht voor 't eerst. Hij lachte. Die arme, kleine Adèle, een goed schepseltje, een beetje sen timenteel naar 't scheen. Of ze hem lief had En Hans Adam streek zijn mooien gol- venden baard. Zoo iets is voor een grapje, meer niet Toen verdonkerde zich zijn helder voor hoofd. Hij dacht aan de mooie, oudduit- doeken gewikkeld worden. De wanden van de kamer en de bodem dienen iederen dag wat afgenomen te worden, mag geen stof worden gemaakt en geen uitslaan van dekens of lakens, daar alle afschilferingen dan in de kamer lucht komen. Het is van groot gewicht dat er zonlicht in de kamer kan komen en dat er voldoende ventilatie plaats heeft. Het oude systeem van alles dicht en zoo warm mogelyk, moet vergeten worden. (Natuurlijk geen tocht!) Dan de zorgvuldige reiniging van den zieke. Hoeveel wordt hier nog gezondigd Bijna algemeen verspreid is nog het idéé, dat een zieke geen schoone klee- ren raag hebben. Waarom toch niet? Een zieke heeft nog zooveel meer be hoefte aan reinheid en frischheid dan een gezonde. Door het aantrekken van schoone kleeren, desnoods verwarmd, zijn er nog nooit menschen gestorven, wel door onreinheid. Ook zijn er nog sommigen, die meenen, dat de patient niet gewasschen mag worden. Om niet te spreken van het onsmakelijke, wil len wij alieen maar aanstippen de slechte functie, die een vervuilde huid kan uitoefenen, de huid, door wiens goede functie de zieke zoo uiterst gunstig kan worden geïnfluenceerd. Dat men voorzichtig zij en in den tijd van ziek zijn een verstandig gebruik maakt van water, overdrijving is evenals in an dere dingen schadelijk. Ook de mond en neus worden veelal vergeten en juist hier schuilt zoo'n ernstig gevaar voor infectie en voor heftiger verloop der ziekte, daar hier al spoedig ontbin ding en gisting van spijskasten plaats heeft en zoodoende maag en ingewan den zeer ongunstigen invloed daarvan ondervinden. Ten slotte wil ik nog opmerken, dat zij, die in het gewone dagelijksche leven onrein zijn, die den noodigen weerstand mi-sen, dus zwakkelingen, slecht doorvoede menschen, de meeste kans hebben, om besmet te worden. Hieruit volgt direct, wat men te doen heeft, om zich zoo goed mogelijk te wapenen tegen besmetting. Er over uit weiden, zou ons te ver voeren, en het zij dus den lezer overgelaten zijn ge dachten hierover te laten gaan, of ken nis hieromtrent te vergaren. sche vrouw van het laatste feest. De uit- noodiging tot de bruiloft van den bank directeur en zijn Miets had ze geweigerd; 't was ook onmogelijk geweest bij haar zelf toegang te krijgen. Mevrouw ontvangt heden nietTienmaal had hem het snib bige kamermeisje datantwoord overgebracht, totdat hij besloten had geen verdere pogin gen meer te doen. En nu kon niets hem den goeden luim teruggeven. Hij kwam geheel ontstemd thuis en ging dadelijk naar zijn kamer, waar hij zich op de sopha wierp en de 'oogen sloot. Alles mis! Alles één groote dwaling! Als nu een engel met het vlammende zwaard was verschenen om het aanbreken van den jongsten dag te verkondigen, als een aardbeving al wat leefde had verschrikt, hij zou er niets om gegeven hebben. Hij was juist in een stemming om zich aan zoo iets trotsch te onderwerpen. Maar alleen de herfstwind vernielde bui ten de bloemen van asters en dahlia's en de regen sloeg kletterend tegen de ruiten anders gebeurde er niets bijzonders, aller minst iets, dat opschudding maakte. Eerst tegen den avond hoorde de baron dat een rijtuig over het grindpad reed, maar in plaats van voor het portaal bij den weste lijken ingang stil hield. „Wat kan dat zijn?" Hans Adam stond op en ging naar 't raam om naar buiten te zien. Een niet te onderdrukken, half gesmoorde uitroep kwam over zijn lippen. De ponnie-equiage van den gerechtsbode Een oogenblik scheen het toch dat de gansche kamer met razende snelheid in 't ronde draaide. Als Lissauer eens de som van zestigduizend daalders opvorderde Wat dan? Instinctmatig wierp de baron zich weer op de sopha. De lakei kwam reeds de trap op; 't was niet noodig hem de knagende angst van dit oogenblik te verraden. Ruitenland. Uit Konstantinopel wordt gemeld, dat Abdoel Hamid slechts voorloopig in Saloniki is ondergebracht. Hij gaat naar Monastir, daar hij in Saloniki te veel gelegenheid heeft om te ont snappen. Aan Niazi bei zal de bijzondere op dracht ten deel vallen den onttroonden Sultan Monastir te bewaken. De Turquie maakt op grond van op gaven van den staf de volgende ver- lieslijst openbaar: Macedonische leger, 97 dooden en 160 gewonden de mui ters 297 dooden en 585 gewonden. De Osmanische Lloyd meldt, dat de krijgsraad aan den minister van politie opdracht heeft gegeven Boerhan Eddin (den lievingszoon des Sultans, die bij den staatsgreep betrokken moet geweest zijn) in hechtenis te nemen. De Turksche pers bevestigt nu het bericht van de vreemde corresponden ten, dat Abdoel Hamid te Saloniki voor den krijgsraad gedaagd zal worden, om zich wegens gepleegde en beoogde mis drijven te verantwoorden. Hij blijft voorhands te Saloniki. De voorloopige uitslag van het on derzoek laat nauwelijks twijfel, of de intocht van de Salonikers heeft, een week geleden, Konstantinopel voor een slachting behoed, die door de reactio naire bent in Jildis en misschien ook door Abdoel Hamid zelf voorbereid was. Er is weer een Koerden-nest met dynamiet en wapens, waarvan de her komst niet twijfelachtig was, uitgehaald. Het plan is, om alles wat het onderzoek aan den dag brengt, wereldkundig te maken. Van een officier van den staf van Abdoel Hamid heeft de correspondent van de Matin vernomen, dat de gewe zen Sultan zijn laatste misdaad bedre ven heeft op den ochtend, dat de Jong- Turken Konstantinopel binnenrukten. Abdoel Hamid liet, in de overtuiging dat men hem ter dood zou brengen, een schoon Circassisch meisje, dat de twee laatste jaren zijne gunstelinge was geweest, zweren, dat zij na zijn dood nimmer zou hertrouwen. Het meisje legde op den Koran den eed af, maar razend van jaloerschheid en wanhoop haalde de Sultan niettemin een revolver te voorschijn en schoot haar met eigen hand dood. Na een interpellatie over de moor den te Adana, heeft de Turksche Ka mer de mededeelingen van den onder- Zijn hoofd klopte en bonsde, zijn handen beefdenhij moest zich krachtig inspannen en schijnbaar bedaard in zijn courant zien. „Nu, Fischer, wat is er?" „Een Heer wenscht den baron te spreken." „Heeft hij zijn naam genoemd?" „Zijn naam?" herhaalde de lakei, „neen Mijnheer!" „Goed, breng hem hierheen, Fischer." Twee minuten later stond de man met de jobstijding voor hem. In zijn hand had hij een papier, dat hij den bevenden aristo craat aanreikte. Dood en leven hingen af, van wat nu volgen zou. Hans Adam had nauwelijks de kracht om het papier open te vouwen. „Een wissel?" stamelde hij geheel in de war. „Ja, Mijnheer! Betaalbaar op zicht. Mijn heer de handelsraad Lissauer laat hem u aanbieden." „Lissauer? En hoe hoog? ik ge loof „Zesduizend daalders, Mijnheer." Een last als van een rots viel den baron van het hart. Zes duizend daaldersDus een bagatel! Die zouden niet moeilijk te krijgen zijn. Hij gaf het papier opgevouwen den ge rechtsbode terug. „Ja, mjjn waarde, in huis heb ik zooveel geld niet." De bode haalde de schouders op. „Ik betreur het levendig Mijnheer, maar in dit geval [wordt geen uitstel toegestaan. De wissel wordt morgen geprotesteerd." „Morgen al?" „Helaas, ja baron." „Goed! ik ben vóór den middag bij u." De gerechtsbode nam afscheid en Hans Adam was weer alleen. Aan dezen wissel had hij in maanden niet gedacht; ja, hij had hem geheel vergeten. Hoe kwam Lis sauer in 't bezit van dit papier, dat voor een half jaar aan den paardenkooper voor een elegant vierspan was gegeven? Die secretaris van binnenlandsche zaken goedgekeurd, waarbij beloofd werd bin nenkort een qommissie van onderzoek naar Adana te zenden ten einde de slachtoffers en den krijgsraad te helpen om de schuldigen te straffen. Verscheidene afgevaardigden, met name de Armeniërs vielen de regee ring aan en eischten den vorigen wali in staat van beschuldiging te stellen. De onder-secretaris van binnenland sche zaken verdedigde de regeering en las telegrammen van overheidsperso nen voor, waarin de troebelen aan de Armenische revolutionairen worden toe geschreven en de Armeniërs overal als de aanvallers worden voorgesteld. De Armeniër Johral, daarin gesteund door eenige Jongturken, hield staande dat de troebelen aangestookt zijn door de overheid en den moordenaar Ab doel Hamid. Berichten uit Adana stellen bet aan tal vermoorde Armeniërs op tien dui zend vast. Gansche dorpen zijn uitge storven. Er heerscht schrik en ontstel tenis. De Italiaansche kruiser Piemonte heeft eenige honderden Armenische vluchtelingen aan boord genomen. Uit Sofia wordt aan het „Berl. Ta- geblatt" bericht, dat, volgens daar uit Konstantinopel ontvangen bericht, prins Burhan Eddin, tegen wien, zooals be kend is, door den krijgsraad te Kon stantinopel een bevel tot gevangenne ming is uitgevaardigd, thans bezig is in Klein-Azië een leger van reactio naire troepen bijeen te brengen. Het kruispunt der Anatolische spoorlijnen zou reeds in hunne handen zijn en te Angora, Aleppo en Bagdad zouden Mu- zelmansche geestelijken de groene ba nier hebben ontplooid en den heiligen oorlog prediken tegen de Jong-Turken. Een aantal Jong-Turksche officieren dienende bij de vier Aziatische leger korpsen, moeten gevangen genomen zijn en men verwacht, dat Burhan Eddin te Mekka tot Sultan zal worden uitgeroepen. Het onderzoek, door den krijgsraad op touw gezet tegen vele vroegere pa leisbeambten, geestelijken en soldaten, moet zeer bezwarende feiten voor Abdoel Hamid aan 't licht gebracht hebben. Men overweegt thans de kwestie van de inbeslagneming van het grootste deel van het vermogen van Abdoel Hamid, dat ten nadeele van den Staat is verworven. Hier en daar duiken geruchten op, dat de troonswisseling, die heeft plaats ellendige kerel! jarenlang had hij van hem al het noodige gekocht en hem ruim be taald, en nu bij de eerste gelegenheid ging hij hem in dank daarvoor verraden en zonder bedenken aan dien beul van een Lissauer verkoopen. Hans Adam mompelde een vloek, die niet erg christelijk, en even min deftig klonk. Lissauer trok de strop hoe langer hoe dichter toe, zonder twijfel met bedoeling en met een vast plan. Hoewel de baron dat geheel begreep, was de ontdekking toch erg onpleizierig! De handelsraad wilde niet in eens ruw toeslaan, maar hem langzaam in de engte drijven, altijd met de hoop op 't midden der baan een anderen weg te kunnen inslaan. Ruth begreep misschien het gevaar waarin de baron verkeerde en liet den ongewensch- ten vrijer begaan. Tijd gewonnen, veel ge wonnen. En de baron lachte alweer, hij strekte zich gemakkelijker uit op de sopha, en stak een sigaar op. „Zou men dan niet meer zesduizend daaldeis bijeen kunnen brengen! Ba, een kleinigheid." Eigenlijk maar vijfduizend, want het zesde lag nog in de kast, het laatste van de twaalf, die Erich hem zoo onverwacht had gebracht. Hans Adam schudde het hoofd. Waar was al dat geld gebleven? Zeker, bruiloft en begrafenis, de barn steengroeve en de zorg voor de overstroom den had groote sommen verslondendaar bij kwamen nog de stoommachines en de tractementen der opzichters en Maar waarom zich daarmee het hoofd te breken? Daarmee kwam geen cent in de zak. Er is op aarde niets onvruchtbaardere dan een nutteloos berouw. In 't ergste geval had toch de bezitter van Moldt nog krediet genoeg om bij een geldschieter geld los te krijgen, al was 't dan ook tegen twintig procent. Op kleinig heden kon men bij zulke zaken niet zien. wivrwttKi i n .llJuU wf Olil^/mflP ROMAN VAN (Slot). (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1