Hel Land van Heusden en Alteoa, de Langstraat en de Bommelerwaard.
KOKUGW.
De Geldduivel.
Uitgever: L. J* VEERMAN, Heusden.
No. 2842. Zaterdag 22 Mei.
FEUILLETON.
19Ü9.
UNO VAN ALTEN/*
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG..
Abonnementsprijs: per 3 maanden f l.OO,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
avond ingewacht.
„Met al uw zorgen verkrijgt ge geen
druiven van den doornstruik, maar zon
der zorgen zelfs niet van den wijnstok".
Er zijn van die landstreken, waar
de grond zóó welig en vruchtbaar is,
dat er alles groeit en bloeit zonder de
minste inspanning; waar bodem en
lucht samenwerken om alles te doen
gedijen, en waar de mensch tijd noch
moeite behoeft ten koste te leggen aan
het bewerken of bemesten, amper heeft
te zaaien om te oogsten de heerlijkste
gewassen. Er zijn van die „Dorado's"
waar de natuur, in al hare kracht, als
van zelve, alles doet ontkiemen en
rijpen, en waar de menschenhand lut
tel heeft in te grijpen en toch rijke
vruchten gaart.
Gemakkelijk is daar de veld-arbeid,
zoo er al van veld-arbeid kan sprake
zijn. Toch wordt ook daar, wil de
mensch er leven op den duur, van
hem vereischt eenige zorg en moeite.
Indien hij niets doet, of alles verwaar
loost, zal ten slotte zelfs de vruchtbaar
ste grond verwilderen, de overvloei
alias verstikken, de schoonste gewassen
onbruikbaar worden.
Daar zijn ook landstreken, waar de
grond dor en onvruchtbaar, zelfs niet
het geringste grasscheutje voorbreugt
waar, eindeloos ver de bodem slechts
een eenvormige zandvlakte vertoont,
waar boom noch struik te vinden is
en waar geen menschelijke kracht, vol
hardende arbeid, noch de grootste inspan
ning er ooit in zal slagen den grond
vruchtbaar te maken, daarop iets te
teelen of te doen gedijen. Alle zorg en
moeite, tijd en geduld zou vergeefs
verspild zijn, om iets te ontwoekeren
aan dien bodem, iets te doen groeien
in de dorre zandwoestein waar zelfs
geen veldmuis kan leven.
Er zijn ook nog landstreeken, die
noch een Dorado, noch een woestijn
vormen, en waar de grond wel kaal
en dor, doch niet geheel ontvruchtbaar
is. Hier vergt de bodem, om iets voort
te brengen, van den mensch al zijne
kracht, al zijn vernuft, al zijn werkzaam
heid, al zijn geduld en lijdzaamheid!
Maar daardoor dan ook lean hij zege
vieren en er in slagen op dien bodem
S. IVëRIiHöFFER.
(22.
Ruth kreeg een electrischen schok. „U hebt
mijn zwager gezien, Mevrouw Bürklin? Is
dat werkelijk zoo?"
„Wel zeker 1 Maar waarom hecht ge daar
zooveel waarde aan, Mejuffrouw Aszmann
Er zijn toch hoop ik op Moldt geen familie
scènes voorgevallen?"
Ruth voud die vraag in elk geval on
gepast en ze beantwoordde die dan ook zoo.
„Hoe komt u op zoo'n zonderlinge gedachte,
Mevrouw Bürklin?"
„Omdat u met zoo'n groote blijdschap
hoorde, dat de baronnog leeft. Vreesde
u een ongeluk, „Mejuffrouw Aszmann?"
Ruth sloeg op 't spottend lachend ge
zicht der dame een rustigen, helderen blik.
„Ik ben bang u op te houden, Mevrouw
Bürklin, adieu 1"
„En toch zou u gaarne ie*s naders ver
nemen aangaande mijn ontmoeting van den
baron, niet waar?"
„Volstrekt niet, Mevrouw Bürklin."
„Werkelijk niet? Nu, misschen is ook de
gansche vertelling een fabel. Ik ben in 't
geheel niet in de hoofdstad geweest."
En luid lachend wendde zij haar paard.
„Adieu, juffrouw Aszmann. Ik beveel me
bijzonder in uw aandenken.
Het rijtuig reed verder en Ruth droogde
haar oogen. Een bijzonder onaangename
ontmoeting.
Of deze wonderlijk optredende dame in
derdaad Hans Adam ontmoet had?
Maar hoe dan ook, Ruth dacht er geen
oogenblik aan, dat hij vrijwillig den dood
had gezocht.
eenig gewas te telen. Met noesten vlyt
en aanhoudenden arbeid vermag hij het
dit land om te werken tot althans
eenigzins vruchtbare lauddouwen en zijn
zorgen blijven op den duur niet onbe-
looud.
Ook in de groote menschenmaat-
schappij vinden wij, bij andere dingen
deze drie verscheidenheden. Er zyn
zaken, die, daar gesteld, als van zelve
loopen, en waarbij de belanghebbende
weinig zorg en moeite heeft om't kar
retje in gang te houden, dat als op een
straatweg loopt. Eenig toezicht, luttel
arbeid en de zaken marcheeren, en leve
ren ruime winst op. Toch is een klein
duwtje, een weinig inspanning nu en
dan, noodig om den wagen in 't rechte
spoor te houdenbij gemis aan alle
leiding, bij algeheele verwaarloozing.
zou de boel op den duur fout loopen.
Er zijn ook zaken, die van den be
langhebbende vorderen: dl zijne krachts
inspanning, dl zijn werkzaamheid en
vernuft, om ze in 't gereede te houden
die dag aan dag vereischen zijne ge-
heele opmerkzaamheid, zijne nauwlet-
tendste zorg en inspanningwaarbij 't
hem slechts ten koste van dag- en
nachtrust gelukt, den boel in 't reine
te houden en alles niet geheel te doen
mislukken.
Ook zijn er zaken gelijk aan een
dorre zandwoestijn, waaraan alle kracht
en inspanning nutteloos bpsteed isdie
de kiem der ontbinding reeds in de
geboorte met zich dragen, en die ondanks
alle zorg en moeite, kracht en inspan
ning, alle kunst- en vliegwerk, voor den
belanghebbende zelfs geen schrale win
sten kunnen afwerpenwaaraan alle
arbeid en vernuft, alle geduld, nutteloos
wordt ten koste gelegd, die niet zijn
te handhaven en ten slotte reddeloos in
elkaar zinken.
Den zin der spreuk, hierboven gesteld,
en in deze regelen toegelicht, achten
wij deze:
Bij alles, wat wij doen en ondernemen
wordt onze aanhoudende z<yg en aan
dacht vereischt. Mair bij het doen en
ondernemen van 't een of andere be-
kenke men wèl, wkt men doe of onder
neme. Alle zorg en moeite en inspanning
kunnen niet doen gelukken wat uit-
teraard daarvoor niet vatbaar is. Men
breekt geen ijzer met handen en men
leest geen vijgen van distelen. Doch
omgekeerdwanneer men, bij het doen
of ondernemen van een of ander, aan
vankelijk gelukkig is en succes heeft,
wanneer de zaken „gaan" en alles naar
wensch marcheert, dan verslappe men
niet in zorgen werkzaamheid, wil men
dat 't goed zal blijven gaan. Zelfs waar
men zonder zorg of moeite iets heeft
verworven of bezit, daar blijve men er
zorg voor dragen en verwaarlooze het
niet.
I De grootste zorgzaamheid kan niet
behoeden, wat reddeloos verloren is]
maar ook het schoonste en beste bezit
kan door zorgeloosheid reddeloos ver
loren gaan.
I Huilen larnl.
I Aan een Reuter-telegram van den
I7en uit Teheran aan de Engelsche
bladen is het onderstaande ontleend,
dat schijnt te wijzen op een toenemende
strooming in den lande tegen de aan
wezigheid in Perzië van buitenlandsche
(Russische) troepen.
De commissie van leiders der natio
nalisten te Teheran een commissie
die indertijd bioogde, de tegenstanders
van den Sjah in de provincies te stijven
in hun verzet tegen den vorst heeft
j machtiging gekregen tot het vrijelijk
gebruik maken van do telegraaf. De
commissie is nu met de politieke club
te Tabris in overleg getreden, eii ook
met den Sipadar (den gouverneur van
Resjt). Deze laatste, die nog steeds met
zijn troepen in Kaswin staat, heeft de
eischen der nationalisten geformuleerd.
De voornaamste eischen zijn vier in
getal n.l.
1. de ontruiming van het Perzisch
grondgebied door de buitenlandsche
troepen
2. de publicatie van een handvest
door den Sjah, waarin duidelijk moet
uitkomen dat de vorst de grondwet der
158 artikelen opnieuw van kracht heeft
verklaard
3. de afdanking van de ongeregelde
troepen, welke krijgslieden de voor
naamste steun zijn van de reactionairen
4. de verwijdering uit de hofomgeving
van de voornaamste reactionairen.
Te Belgrado beweert men, dat in 't
najaar aan de groote Skoepsjtina het
voorstel zal worden gedaan, het besluit
waarbij prins Alexander van Servië tot
kroonprins werd uitgeroepen inplaats
van prins George te herzien. Dat zou
niet geschieden om dezen weer tot
kroonprins te benoemen, maar in het
belang van de grondwet, aangezien toen
prins George indertijd van zijn rechten
op den troon afstand deed, zoowel de
koning als de Skoepsjtina ongrond
wettig te werk zijn gegaan.
In New York is weer een Italiaan
vermoord door vermoedelijk een
lid der beruchte Zwarte Hand-organi
satie. Het slachtoffer was een vriend
van Petrosino, den onlangs in Palermo
vermoorden speurder der New Yorksche
politie.
I Uit hoe allergevaarlijkste sujetten deze
j organisatie van de Zwarte Hand bestaat,
moge blijken uit het volgende bericht
uit Rome:
Pietro Piccolo, een vau de beruchtste
leden van de Zwart Hand-organisatie,
is, na een jacht op hem van verschei
dene jaren in twee werelddeelen, ein
delijk te Foggia gepakt. Na in zijn
vaderland een drievoudigen moord te
hebben gepleegd, vluchtte hij naar de
Vereenigde Staten, en werd te New
York een der ijverigste organisatoren
van de Zwarte Hand. Zoo zelfs, dat de
politieman Petrosino zijn aandacht op
hem liet vallen. Piccolo nam de wijk
naar Italië, en Petrosino speurde hem
daar na, zooals gebleken is uit de aan-
teekeningen van dezen vermoorden po
litieman. Piccolo maakte van zijn te
rugkeer in het vaderland gebruik om
zyn vrouw en schoonvader om te bren
gen. Dat geschiedde een maand of wat
geleden; maar nu is hij dan toch ge
knipt. Men weet, dat de leden der
1 „Zwarte Hand" in de groote steden van
de Vereenigde Staten er hun werk van
maken, door afdreiging geld te krijgen
van Italiaansche immigranten.
een groot deel van het Westen en Noor
den van Zweden een geweldige sneeuw
storm geblazen. In geen dertig jaar,
zegt men te Stockholm, heeft men zoo'n
koude Mei gehad. Men schrijft het barre
weer ten deele toe aan de massa drijfijs
in de Bothnische Golf.
In de kolonie Nieuw-Zeeland maakt
de post nog geregeld gebruik van post
duiven en wel tusschen Auckland en
het eiland Great Barrier, dat een 95
K.M. ver weg ligt en moeilijk te be
reiken is. De afstand is het korst in
63 minuten afgelegd.
Zweden verkeert in gevaar een groote
staking en uitsluiting te beleven. Er
is strijd in allerlei bedrijven, bij het
bouwvak, in de kleermakerij, in het
bakkersbedrijf, aan staats en particuliere
spoorwegen. De patroonsvereenigingen
schijnen goed op den strijd voorbereid,
en binnen enkele dagen zijn zij bereid,
als het werkvolk niet toegeeft, om 50,000
arbeiders gedcan te geven. De eerste
botsing is reeds geschied in het bouw
bedrijf, waarin de patroons een alge
meen arbeidscontract willen doorzetten
dat voor het werkvolk minder voordeelig
is dan dat nu op vele plaatsen geldt.
Maandag en Dinsdag heeft er over
„Hij scheen goed geluimd," had Mevrouw
Bürklin gezegd, goed geluimd, terwijl Ce-
cilie zich doodelijk beangstigde.
't Was het jonge meisje, als zag ze Erich's
geringschattend schouderophalen, als hoorde
ze nogmaals: „Misschien is Hans Adam op
een pleizierreisje."
Had Erich geen geluk?
En Ruth zuchtte diep; thuis gekomen
wachtte zij een poos, vóór ze, rustiger ge
worden, naar de kamer haier zuster ging.
Geen tijding, Cilie?"
Een hoofdschudden was haar antwoord.
„Blijf bij me Ruthl Wat zei Wolfram je?"
„Hij zal zelf naar de stad rijden, Cilie.
Je moet volstrekt niet bevreesd zijn."
De jonge vrouw sloot haar oogen't werd
in de kamer zoo stil, dat men duidelijk
het gonzen van een enkele late vlieg kon
hooren.
Op den avond van dienzelfden dag reed
Hans Adam uit de hoofdstad naar huis.
Hij had een coupé voor zich alleen geno
men dat was zoo zijn bijzondere lief
hebberij, en thans lag hij met gesloten
oogen in de kussens en rekende.
Zooveel voor dit, en zooveel voor dat
maar hoe dan ook, de vijfhonderd daalders
van thuis meegenomen, waren weg, dat
stond vast, wat hielp 't dan te vragen waar
aan? De daalders hadden vleugels, dat wist
niemand beter dan hij. Maar er was be
halve dat zooveel ellendigs, dat het wel op
zelfmoord gelijken zou als je daar 't hoofd
mee brak
Eu de baron sloot de oogen, hij sliep
vast, tot hij uitstappen moest en nu alleen
stond in de donkere straten der kleine
stad. Hij zag rond op het plein voor het
station. „Geen equipage 1"
Zijn handkoffer liet hij bij den portier
en Hans Adam ging met haastige stappen
langs de straten. Nu zuchtte hijde sigaar
vloog op de straat en de jaskraag werd hoog
opgetrokken.
Een koude, onaangename nacht I
Nu kwamen de laatste, eenzaam staande
huizen, en iets verder het allerlaatste, een
eenvoudig gebouwtje tegen den bergrug,
met vier ramen, een groen grasveld en be-
schaduwd door oude boomen. Verwelkte
bladeren ritselden onder de voeten, achter
't hek stonden georginen en stokrozep. met
hun laatste bonte bloemen.
Hans Adam strekte de hand uit, maar
na een seconde liet hij haar weer zakken.
Zou hij werkelijk aankloppen? Binnen
blafte een hond. 't Was Tiberius, de Ul-
merdog, die hij zelf had weggegeven. Het
dier herkende hem; hij zou door zijn blaf
fen en springen geheel het huis wakker
maken.
„Koest, liber, koest 1"
Boos ging een raam open.
„Is daar iemand uit Moldt?"
„Zeker, Willibald I doe open I"
„Hans AdamJ Hans ben jij het?"
„Natuurlijk 1 vind je dat zoo vreemd?"
„Ik kom dadelijk!"
Het raam werd gesloten en eenige mi
nuten later opende de bankdirecteur de deur.
In de hand had hij een lamp en zijne
oogen glansden van vreugde.
„Goddank, Hans, dat je terug bent
Wees welkom 1"
De baron schudde 't hoofd, ,,'t Is of ik
een reis om de wereld heb gemaakt," zei
hij„wist je dan dat ik op reis was?"
Willibald vertelde zijn gast, terwijl hij
hem naar de huiskamer bracht, al het
gebeurde, en haalde uit een kast een flesch
met glazen. „Hoe heb je je vrouw veront
rust" zei hij je kon toch wel een telegram
gezonden hebben
De baron zonk zwaar in het kanapee-
kussen. Wat was dat kleine kamertje huise
lijk l Zoo netjes! zoo in alle kleinigheden
het geluk van de bewoners vertellendHans
Adam vroeg zich op dit oogenblik, of 't
niet beter was zich een kogel door den
kop te jagen, dan het woord, dat hij in
den mond had, uit te Bpreken.
Nu eerst zag de bankdirecteur het on
rustige gezicht van zijn gast. „Ben je ziek,
Hans?" vroeg hij vol deelneming. „Zal ik
Mies wakker maken, dan kan ze wat warms
voor je klaar maken
„Neen, om Godswil niet! Ik ben ook
niet ziek, Willibald, maar in zorg over
1 dien ver wensch ten wissel. We hebben er
immers over gesproken? Ja, ik had mijn
vrouw graag een telegram gestuurd, als er
maar wat goeds te berichten was geweest."
Het gezicht van den bankdirecteur werd
van oogenblik tot oogenblik bleeker. „Heb
je niets kunnen vinden, Hans?"
Een hoofdschudden was het antwoord;
„niets Willibald, heelemaal niets! dan een
enkele hoop!"
In de trekken van den bankdirecteur
kwam iets kouds, iets vreemds; hij en de
baron zagen elkaar stijf in de oogen, niet
vijandig, maar als twee menschen, die een
strijd om dood en leven met elkaar moeten
uitvechten.
„Een enkele hoop heb je?" vroeg met
bevende stem de bankdirecteur, „welke is
die eene Hans
„Die op jou vriendentrouw, Willibald,
op je rustige, nuchtere beschouwing van
de dingen."
En werkelijk scheen hij rustig, de man
met het bleeke gezicht, zeldzaam rustig.
„Je denkt aan de gesloten kelderruimten,
Hansaan de gelden, waarvan ik den sleutel
heb, niet waar?
In 't gezicht van den baron kwam eens
klaps nieuw leven, nieuwe kleur. „Dus je
hebt je met dat hulpmiddel reeds vertrouwd
gemaakt, Willibald Je ziet het in, dat
de zaak voor jou geen gevaar, geen schade
kan brengen?"
De andere schudde 't hoofd. „Dat niet,
Hans! neen, dat niet; maar als zich een
groote zware vraag voor ons opdoet, dan
dwalen de gedachten doelloos zoekend en
vragend om, dan kloppen ze, alsof ze rond
tasten aan de deur, en zoo kwam het dat
ik in gedachten voor jou een dief werd."
Hans Adam lachte. „Laat ons de zaak
zonder opwinding bespreken, Willibald!
Naar Reuter uit Konstantinopel seint,
maken de bladen daar bekend, dat er
op Jildiz Kiosk, volgens de boedelbe
schrijvers, 10,000 geweren van 't nieuw
ste maaksel en een groote hoeveelheid
munitie zijn gevonden. En nog altijd
vindt men weer wapens.
In het Engelsche Lagerhuis heeft
Woensdag de unionist Ashley den mi
nister van marine gevraagd, of hij wel
wist, dat vele Duitsche koopvaardij
schepen met kanonnen zijn bewapend,
en de kapiteins hun uniformen, ma
rinewimpels en bevelen voor tijd van
oorlog bij de hand houden, en wat de
minister dacht te doen om de Engel
sche handelsvloot c. q. te beschermen
tegen die vijanden. De minister wei
gerde te antwoorden.
Schriftelijk heeft de liberaal Sir J.
Barlow den minister van oorlog ge
vraagd, wat hij er van wist, dat er in
Engeland 66,000 geoefende Duitsche
soldaten zijn en er in een kelder, mid
den in Londen, 50,000 Mauser-geweren
en 71/, millioen patronen voor hen
klaar liggen. De vraag was blijkbaar
gedaan om van het malle gerucht een
afdoende tegenspraak te verkrijgen.
De minister beschreef dan ook als bui
tensporig zot de voorstelling, dat die
wapenen en patronen klaar lagen voor
Duitsche reserve-soldaten, die ongetwij
feld in aanmerkelijken getale in Enge
land wonen.
Opnieuw wordt gemeld dat de ont
troonde sultan Abdul Hamid zich heeft
bereid verklaard het vermogen, dat hij
aan buitenlandsche banken in bewaring
heeft gegeven, aan den Staat af te staan.
De Turksche regeering moet reeds met
de besturen dier banken in onderhan
delingen zijn getreden over de uitbe
taling.
Er zijn daar gelden, die wekenlang onaan
geroerd blijven? Dames, vreemden en aller
lei menschen gebruiken die afdeelingen om
hun eigendom te beschermen voor brand
en dieven."
„Ja."
De baron strekte de hand uit. Nu, dan
is toch de zaak zonder eenige risico," zei
hij volkomen overtuigd. „Ik heb het geld
voor korten tijd noodig; in die afdeelingen
ligt het doelloos; 'tis dan toch heel een
voudig, dat je me die som voor eenige
dagen leent? Alle eigenaars zullen toch
niet tegelijk hun geld opvragen, dat moet
je me toestemmen."
Willibald knikte. „Waarschijnlijk niet!"
antwoordde hij „maar 't zou toch kunnen
„Zeker, maar wat kan er al niet gebeuren
Wat is niet in 't leven mogelijk Misschien
stort het huis inmisschien komt er een
aardbeving; als je zoo denkt, houden de
gevaren niet op."
De bankdirecteur schudde nauwelijks
merkbaar 't hoofd. „Wie niets ongeoorloofd
gedaan heeft," zei hij, „kan alle gebeurte
nissen rustig afwachten."
„Juist! maar dat is een onbereikbaar
standpunt. Hoe wil je een uitzondering
maken op het algemeene lot? Hoe wil je,
als alle menschen je den weg versperren,
den eenigeu rechten weg volgen
En toen de bankdirecteur zweeg, voegde
hy er biddend bij: „Willibald, verlos me
uit die onverdraaglijke positie, leen me
zesduizend daalders voor korten tijd. Vordert
deze of gene zijn geld op, betaal hem dan
uit een andere afdeeling, dat is toch zoo
eenvoudig
Dat schijnt zoo, Hans! Van waar ver
wacht je geld te ontvangen
„Och van alle zijden; voornamelijk uit
Frankfort. Hier is het telegram van heden,
1AAA I"
ROMAN VAN
lvvS
Wordt vervolgd.)