iel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. De Geldduivel. Over postzegels en nog wat. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. TVo. 2855 Woensdag 7 Juli. 1909. FEUILLETON. LAND VAN VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.00, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7Vj ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag avond ingewacht. Wij allen hebben in onzen tijd wel eens aan het verzamelen van postzegels gedaan. Maar in later jaren, als de zaken ons in beslag nemen, gaat bij de meesten de lust er af, en alleen degenen die er héél veel voor gevoelen gaan er mee door, en leggen waarlijk serieuse verzamelingen aan, die kapitalen waard kannen worden. Van zulke collecties is thans te Amsterdam een internationale Post zegeltentoonstelling gehouden. Honderd duizenden van die kleine gekleurde papiertjes bedekten er de tatels, en al verschilden de verzamelingen onderling ook in waarde, geen was er of ze werd üit zeer goede soorten samengesteld. Oppervlakkig lijkt er voor den leek weinig te zien, altijd hetzelfde ver moeit maar wie niet te lang en grondig door een alleszins bevoegd man wordt ingelicht, en lust en opgewekt heid heeft om de dingen wat dieper te bezien dan alleen den buitenkant, die eindigt met bewondering voor de haast wetenschappelijke wijze waarop ieder zegel wordt beoordeeld en inge deeld, niet slechts naar land van her komst, de waarde of de periode van verschijning, maar ook naar tandingen, papiersoorten, plaatgebreken, drukver- scheiden heden enz., of naar de onder scheiden stempeling, staat er verbaasd over. Men kent n.l. stempels van hoofd-, hulp- en bijkantoren, epoorstempels, hulpstempels, proefstempels, gelegen heidsstempels, administratie-stempels enz. Het volledigst en uit den aard der zaak voor ons het belangwekkendst zijn de collecties-Nederland, die een histo risch overzicht geven over het gansche vaderlandsche postwezen. Reeds in het jaar 1500 werden de brieven door een soort post, de zooge naamde bodenpost, van de eene plaats naar de andere gebrachtdoch deze boden hadden voor gewoonte aangeno men de ontvangers van de brieven meestal een te hoog loon te laten be talen, en indien daartegen bezwaar ge maakt werd, bedreigden zij de geadres seerden met vernietiging der correspon dentie. S. WëRISHÖFFFR. (36. „Mevrouw, zelfs van de lippen eener dame verdraagt een man 't slechts moeilijk zich te laten bespotten." „Heb ik dat gedaan?" vroeg ze met ge- kunstelden ernst. „Maar lieve hemel, Baron, mooie praatjes zijn zoo goedkoop en teedere verklaringen zoo veelvoudig als de sneeuw vlokken in den winterals men zoo iets ernstig wou opnemen Hij was heel bleek geworden. „Mevrouw, zei hij met onzekere stem, ik geloof, dat onze wegen heden voor altijd uiteen loopen. Ik bood u den inhoud van een geheel leven, een innige, diepe lietde aanu behandelt dat als een nesterij misschien noemt ge mij in uw hart on beschaamd en indringenddat scheidt ons. Minder dan een geheele, alles beheerschende wederliefde kan ik van u niet aannemen, en naar de wijze, waarop ge daar spraalct, moet ik begrijpen, dat me niet de minste hoop blijft het vurig begeerde doel te be reiken." Die toon imponeerde haar toch; de strijd lustige houding, waarin ze hem was tegemoet getreden, verdween. „Hoe ernstig neemt u dat op, Baron 1 Hoe vreeslij k ernstig I En moet ik u heden antwoorden „Dat bid ik u." Ze keerde zich om en drukte haar zak doek tegen de bevende lippen. „Vaar da.n wel, Baronvoor altijd. Ik kan niet anders." „En dat is uw laatste woord, Mevrouw Ik hoop, dat ge nooit zult ondervinden Af en toe hadden zij ook geen lust om de brieven, die hun toevertrouwd waren, persoonlijk te bezorgen, en zon den hunne kinderen er mede uit, of hielden uit concurrentienijd kloppartijen met hunne collega's, beroofden elkander, of verdonkeremaanden de brieven. Deze nomadische toestand van het postwezen wekte meer en meer de er gernis der handelslieden, dat het noodig was aan dezen wantoestand een einde te maken. In 1572 werd een Staten- post ingericht, en de bodenpost lang zamerhand afgeschaft. De Vroedschap van Amsterdam wilde in den beginne van den Statenpost niets weten. Zij had n.l. kort te voren met eenige andere van de voornaamste ste den van hlolland een Postsocieteit op gericht, en genoot daar ruime voordee- len van. Met kracht bleef zij zich daar om tegen de centralisatie van de brief bezorging verzetten, tot een soort van opstandje haar eindelijk, na een jaar van deliberatie, dwong zich bij het be sluit der Staten neer te leggen. Ook de schippers, die de boden in het bezorgen der brieven groote con currentie hadden aangedaan en meer dere zekerheid voor het brievenvervoer hadden gegeven, gevoelden zich door de tusschenkomst van den Staat in hun bedrijf benadeeld, en eischten schade vergoeding. Tot een bedrag van 6 mil- lioen werd hun dat, volgens de verha len, uitgekeerd. Van afstempeling der brieven was bij de oprichting van de Statenpost nog geen sprake en eerst in 1775 werd een voorschrift gegeven, dat de brieven in de plaats van afzending met den naam der stad voorzien moesten wor den, zoodat uit dien tijd de eerste post stempels dateeren. In Amsterdam werden reeds sedert 1750 de brieven, die over zee werden aangebracht, aan het Paalhuisje aan den Buitenkant, ter plaatse waar nog voor eenige jaren het „Zeerechtgebouw" stond, door den paalknecht. voorzien van het wapenstempel der stad en de waarde van 3 stuivers een soort van fiscaal recht dus. Aangestipt zij ook het aandeel dat de paardenposterij in Nederland had. In 1810 werd eindelijk een wet uit gevaardigd, waarbij het postwezen voor goed geregeld werd. Zij was, gelijk wat het is, op een ander hart de gansche hoop van zijn leven te zetten en te verliezen." De jonge vrouw hief plotseling wild en hartstochtelijk beide armen ten hemel. Weet ge dan, of ik zoo iets niet ondervind? weet ge of niet alle furiën der hel me be stormen AdieuAdieu 1 En kom nooit terug Ze ging zonder om te zien de kamer uit en als hij haar wilde volgen deed ze de deur op 'tslot. „Anna, Anna!" Geen antwoord, hij mocht bidden en vleien, zooveel hij wilde. „Anna, slechts één oogenblik nog, één minuut Maar alles bleef stom, alsof daar binnen een doode was, niet een schoone, kermende vrouw, die haar hoofd in 't kussen drukte, om door geen kreet te verraden, welke kwalen haar ziel verscheurden. Hans Adam moest heengaan, zonder meer bereikt te hebben, 't Was hem als een kwellende droom, als een berg die hem op de borst drukte en hem belette adem te halen, voorbijalles voorbij „De toon waarop Anna tot hem gesproken had, de toon vol jammer en wee, kon niet bedriegen. Er was geen hoop te verwachten, alles was voorbij. Dit besef deed hem zeer." En nu zou hij na dit alles nog den han- delsraad bezoeken? nog schacheren en met woorden spelen? Een vreeselijke tegenzin vervulde hem, een tegenzin in 't leven, en al de ellendige kleingeestigheden, in 't licht van dezen smartlijken dag. Heden zou hij zeker bij den sluwen, uitgeslapen woekeraar niets uitrichten. Maar toen greep hem een andere gedachte aan. 't Was om Willibaldhij moest toch het laatste uiterste middel beproeven om den ongelukkige te redden. En zoo ging hij dan naar het met smaak- looze overlading pralende paleis van den beurskoning. Hij had het geluk den heer meer wat uit den Franschen tijd tot ons kwam, practisch ingericht, zoodat verschillende harer voorschriften dan ook thans nog van kracht zijn. Nederland was destijds in departe menten verdeeld, en de brieven uit die dagen droegen, boven den plaatsnaam van afzending, het nummer van het departement. Allerlei verfranschte na men komen op de brieven van die dagen voor: La Hay, La Brielle, Le Helder, (ironingue, Bois le Due, enz. Brieven die naar Parijs verzonden werden, ontvingen aan de grenzen een rayonstempel, om hun herkomst te bewijzen. In 1817 werd de dagelijksche post verzending naar alle deelen des Rijks, waar Koninklijke postkantoren beston den, ingevoerd, en het volgend jaar stelde de Regeering ook de verzending van en op de Koloniën vast. In 1850 werden de standplaatsen der 120 bestaande postkantoren vastgesteld en verscheen de eerste officieele lijst der postkantoren in Nederland. Ook werd de berekening van het briefport toen geregeld naar den afstand, en werden naast de bestaande paarden- posterij de twee spoorwegen aangewe zen als middel tot vervoer van corres pondentie, door tusschenkomst van con ducteurs der postadministratie. Dit alles was een uitvloeisel van de op 12 April 1850 vastgestelde nieuwe post wet, die ook de invoering van de postzegels gelasste, en zoo zijn we dus teruggekeerd tot ons uitgangspunt. Yan al deze tijdperken waren soorten op de tentoonstelling aanwezig, en zoo reisde men dus in gedachten terug naar den tijd onzer vaderen, toen on der het met zwierige krullen geschre ven adres niets anders te lezen stond dan„Loont de Bode" of iets dergelijks. Iliiiteieiand. Te Valence (Frankrijk) is het proces aan den gang tegen een boeventrio, dat de vreeselijkste moorden heeft kun nen plegen. David, Liottard en Ber- ruyer hebben negen moorden bedre ven. Een vierde, Brenier, staat als he ler terecht. Een viifde, die ook ver- scheidene moorden op zijn geweten moet hebben, is ontsnapt. Diefstallen bedreven zij. Om ver borgen geld te vinden, pasten zij op handelsraad thuis te treffen en zeer ge neigd om zijn gast te ontvangen. Hij werd in een prachtig vertrek gelaten, er kwamen wijnflesschen met geslepen Venetiaansche glazen, de heer Handelsraad voelde zich zeer vereerd den aristocratischen bezoeker in zijn huis te zien en sprak voorloopig over alles, behalve over 't verschuldigde geld. Een beter geneesmiddel voor het ver stoorde evenwicht van den baron had hij niet kunnen aanwenden. Hij dronk den vurigen wijn uit het zuiden en met ieder glas verbeterde zijn stemming, 't Gold nu den vos in zijn eigen hol te bestoken. „Ik heb zesduizend daalders noodig en dadelijk!" dat was het wat hij na een uur op lichten onverschilligen toon zei. Lissauer haalde de schouders op. „U dwaalt, mijn waarde Baron; ik ben het die van u schuldvoldoening wacht." Hans Adam knikte. „Die ook volgen zal, mijnheer de handelsraad. Daaraan twij- felt ge toch geen oogenblik?" „Hm, ik weet nog niet." „Nadat u het gerucht van de erfenis mijner schoonzuster toch zeker ter oore is gekomen?" „Ja, Uwer schoonzuster. Ik weet, ik weet. Maar over die som kan u toch niet beschikken, Baron." „Zeker! riep Hans Adam, zeker! Mejuf frouw Aszmann geeft, zoodra ze mondig geworden is, de geheele som mij in handen." Lissauer lachte. „Dat is geen borgstelling, Baron." „Waarom niet? Wantrouwt u misschien de stellig gegeven belofte mijner schoon zuster „Volstrekt niet; maar 't is de belofte van een jong meisje. Het volgende uur kan verandering brengen." Hans Adam schudde 't hoofd. „Daarte gen is niet veel intebrengen, zei hijmen kent dat beminnelijke geslacht; iets van een vlinder heeft elk „Ziet u wel." meisje. de ongelukkigen, bij wie zij inbraken, het middel der oude barbaarsche rechts pleging toe: zij roosterden hunne voe ten, om hen tot spreken te dwingen. David heeft al tweemaal zelfmoord trachten te plegen en beproefd zijn be waker in de gevangenis dood te slaan. Liottard heeft een oude vrouw ver moord, bij wie bleek dat er niets viel te stelen, en een zeventigjarig man ge dood, die 50 centimes bezat. Bij een molenaar te Saint-Lattier hebben David en Lamarque de ontsnapte in Mei 1907 een buit van 3400 francs ge vonden. Om zich te wreken op Liottard, die nu een gepleegden moord bekende en Berryer als zijn medeplichtige noemde, onf hulde de laatste een dubbelen moord, door Liottard gepleegd, van welken de acte van beschuldiging niet eens sprak. De geheime politie heeft ontdekt, dat er onder de Indiërs te Londen een nihilistische vereeniging bestond, onder den naam van Zonen van Siwa. Men gelooft, dat Dhingra, de moordenaar van Sir William Curzon Wyllie, door die vereeniging aangewezen was, om den moord te plegen. De politie heeft een lijst van al de namen van de Zonen van Siwa in han den. Op de Jungfernheide vond een gen darm Zondagavond drie jongens van 8 tot 10 jaar bewusteloos te midden van dolle-kervelstruiken liggen, waar van zij blijkbaar hadden gegeten. De kinderen zijn naar het Kichow-zieken- huis gebracht, waar een hunner kort daarna bezweek. De toestand van de twee anderen is zeer gevaarlijk. De viering van den 4den Juli Onafhankelijkheidsdag in de Ver- eenigde Staten had, blijkens de Zon dagavond te New York ontvangen be richten, al aan 43 menschen, die on voorzichtig met vuurwerk omgingen, het leven gekost. Bovendien zijn hon derden gekwetst, waarvan velen voor hun leven blind of verminkt zullen zijn. De meeste slachtoffers waren weer kinderen. Zaterdag werd uit Hörde (Duitsch- land) gemeld Het zekerheidsventiel van de hoog- ovengas bevattende huisleiding der Hörder fabriek werkte gisterenavond niet zooals het moest en liet gas uit- stroomen, dat in de huizen drong. Een aantal personen werden bewusteloos „Versta mij niet verkeerd, mijnheer de handelsraad. Mejuffrouw Aszmann heeft mij de onbeperkte beschikking over haar vermogen beloofd, en aan dit besluit zal de toekomst niets veranderen. Waarop ik zinspeelde, betrof iets geheel anders!" „Dat ook uw schoonzuster betreft?" De baron zag hoe zijn tegenstander de ooren spitste. Nu kwam hij eerst recht op streek. „Ge weet de laatste onpleizierige gebeur tenissen, Mijnheer! Ge weet hoe vreeslijk mijn arme kleine Ruth beleedigd is?" Lissauer zag stijf voor zich uit. „De aan klacht is toch achter gebleven," zei hij als in zich zelf. Die is achtergebleven. Mijn schoonzuster is ichter door den op haar gerichten aan val zoo smartelijk getroffen, dat ze meent in mijn huis niet langer te kunnen blijven. Ze is buiten zich zeilhet anders zoo schuchtere, stille meisje wringt de handen, alsof alles verloren is ze sprak me van een besluit, besluit dat ik grappig zou noemen, als de zaak niet zoo vreeselijk ernstig was." „Mag ik vragen, Mijnheer de Baron?" „Waarom niet? Mejuffrouw Aszmann wil in een diaconessenhuis gaan." „Onmogelijk! riep Lissauer. Ondenkbaar dat zou zijn zich alle genot te ontzeggen, op den leeftijd van negentien jaar, het recht op 't leven vrijwillig op te geven." De baron trok de schouders op. „Dat heb ik haar reeds gezegd, maar te vergeefs. Ze schijnt alle kracht verloren te hebben. Ze wil weg van Moldt; dat is alles wat ze wenscht." De handelsraad stond op en liep in groote opwinding heen en weer. „Baron, zei hij eindelijk, staat u me toe, Mejuffrouw Asz mann in uw huis te ontmoeten?" „Met genoegen", lachte Hans Adam. „Ga maar dadelijk mee, Mijnheer." De andere schudde het hoofd. „Nog niet, antwoordde hij, men moet nooit iets over haasten." en onmiddellijk naar het hospitaal der fabriek en de twee ziekenhuizen in Hörde gebracht. De geneesheeren hopen allen in het leven te zullen behouden. Over dit ongeluk worden nog de volgende bijzonderheden gemeld: Tot nogtoe zijn er nog geen dooden onder de slachtoffers. De vergiftige dampen van de hoog ovens der Königswerke te Hörde wor den door een enkele, honderden meters lange buis opgevangen en weggevoerd. Bij het schoonmaken van die buis is er een ventiel niet goed gesloten en zoo zijn de gassen opgestegen naar de straat. De menschen, die boven de ge vaarlijke plek liepen, vielen bewuste loos neer. Anderen, die hun te hulp snelden, trof hetzelfde lot. In de huizen had het vergiftige gas dezelfde uitwer king. Een heele familie, die aan tafel zat, viel voor dood neer. Toen het ongeluk ontdekt werd, sloot men onmiddellijk de buis af. De brand weer en de politie verleenden hulp, en onder leiding van dokters werden de bedwelmden met alle voertuigen, die maar beschikbaar waren, in de frissche lucht gebracht. Er zijn in het geheel ongeveer 100 slachtoffers, van wie er 40 zwaar vergiftigden in de ziekenhui zen verpleegd worden. Vele anderen worden thuis verzorgd. Bij het ongeluk in het Alexandra-dok te Newport zijn, naar schatting, vijf entwintig werklui omgekomen. Er lagen Zaterdagavond nog 20 man onder den wrakhoop bedolven. Wie er het leven afgebracht had, moet in het water, dat sedert binnengestroomd is, verdronken zijn. Het dok, waar het ongeluk gebeurde, is het grootste der wereld. Het is 1000 voet lang en 100 voet breed, terwijl er een gracht van 50 voet diepte ge graven was voor de fundeering. Volgens een bericht uit Kaapstad loopt te Boelawajo het gerucht, dat generaal Botha, op verzoek van do Zuid-afrikaansche Nationale Conventie, aan de Britsch-Zuidafrikaansche Com pagnie (de Gecharterde) zal voorstellen, dat Rhodesië door het vereenigde Zuid- Afrika overgenomen zal worden. De Bulawayo Chronicle gelooft, dat het gerucht waarheid bevat en noemt een bedrag van 20 millioen pond ster ling als den prijs. Met betrekking tot het bovenstaande heeft een commissaris van de Britsch- Zuidafrikaansche Compagnie tot een verslaggever van de Daily Mail de vol- En om zijn lippen beefde een zenuw achtige trilling. „Het komt er voor mij op aan om op het rechte oogenblik het rechte woord te spreken", zei hij. „Wat een geluk dat die dwaze aanklacht is ach tergebleven!" Hans Adam stond op. „Ik mag u dus binnenkort verwachten, Mijnheer de han delsraad? Goed; maar hoe is 't met de zesduizend daalders, waarvan ik u sprak? 't Zou me aangenaam zijn 't geld morgen aan de bank te kunnen halen." Lissauer schudde het hoofd; om zijn lippen speelde een sluw, zelfs duivelsch lachje. „Dat heeft nog de tijd, Baron; dat hoeft toch niet met extra post? We zien elkaar wel weder." „Dat hoop ik. Maar de betaling, die morgen geschieden moet, kan niet uitge steld worden. Ik kan u zeggen dat daar van meer afhangt dan u denkt. Misschien wel dood of leven." De geldman liet zijn vingers kraken. „Dan gaan in dit geval onze belangen evenwijdig, Baron. Bepalen wij, dat ik morgenmiddag Mejuffrouw Aszmann mijn opwachtig mag maken, en dat van den uitslag van dat gesprek de vraag der zesduizend daalders afhangt. Vindt u dat goed?" De baron schudde het hoofd „Neen!" verklaarde hij. „Neen!" ik moet dat geld morgen hebben. „Dat spijt mij." Hans Adam nam zijn hoed. „Mijnheer de handelsraad, ik heb die som maar voor een paar dagen noodig; u zult ze in 't begin der volgende week terug hebben. Ik wil ook eiken interest, die u verlangt, geven; maar geef me dat geld." „Zorgt u maar dat morgen mijn gesprek met Mejuffrouw Aszmann gunstig afloopt en u heeft het geld." Hans Adam ging naar de deur. „Adieu zei hij bijna stikkend. „Ik beveel me in uw gunst, Baron!" ROMAN VAN (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1909 | | pagina 1