et Land van Heusden en Ailena, de Langstraat en de Bommelerwaard. GOIJD. Een iirin Meisje. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2913W oensdag 20 Januari FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 191Q Adrertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Dat is een heel mooi metaal en 't is bijzonder gemakkelijk te begrijpen, dat de menschen het gaarne in hun bezit hebben; want, behalve dat het mooi is, heeft het groote waarde en is het zonder veel moeite in ander bezit om te zetten. Vandaar dat de wereld zoo ijverig naar goud graaft, zoowel in letterlijken als in overdrachtelijken zin. Ergens in Spanje zoo luidt het verhaal, zit een man gevangen, die 't goud bij tonnen bezitmaar bij on geluk is het geborgen in koffers die ergens aan een station staan. Die man wil zijn knecht' sturen om de koffers te halen, en wanneer u hem een paar duizend gulden of zoo iets zenden wilt om dat zaakje op te knappen, dan wil hij u met genoegen een ton of wat afstaan. Als de zaak op die manier wordt voorgesteld, loopt misschien niemand er meer inmaar er bestaan honderde manieren om te speculeeren op de licht- geloovigheid van het publiek en het geachte publiek heeft in dit opzicht bijzonder veel overeenkomst met de mug, die wel een poosje om het kaars licht heenfladdert, maar er ten slotte toch invliegt; want het goud anders gezegd, het kaarslicht is o zoo mooi en o zoo verblindend. Per slot van rekening bestaat er overigens verbazend veel overeenkomst tusschen Spaansche en andere schat gravers aan den eenen kant en het publiek aan de andere zijde. Beide par tijen vinden het bijzonder gemakkelijk om rijk te worden zonder veel arbeid. Het onderscheid bestaat hierin, dat de schatgravers niets te verliezen hebben en het publiek wel. In zeker opzicht is het goud altijd de vloek der wereld geweest. De vol ken van Centraal- en Zuid-Amerika leefden gelukkig en tevreden, toen de Spaansche schatgravers in hun land palen vielen, zich meester maakten van het gezag, de bevolking mishandelden en uitmoordden, alles om goud machtig te worden. Er bleef echter nog vrij wat over in de nieuwe wereld. Later kwam het Californische goud voor den dag en toen stroomden de menschen er heen. Dat is de opkomst van het Yerre Westen geweest, maar tot welken prijs? Hoe weinigen bereikten hun doel, hoe velen werden niet arm in plaats WILHELMINA HEIMBURG. (2 „Mijn neef trouwt in de volgende maand genadige vrouw." „Welnu, laat hem trouwen," gaf zij5 ten antwoord. „Mocht hij den begeerden zoon inderdaad erlangen, dan is het nest en de erfenis voor hem, dat weten wij allen reeds lang." „En het kind!" riep hij, plotseling voor het eerst in wilde smart losbarstend, ter wijl hij zijn uniform driftig losscheurde. „Was ik het niet, zoo leefde Liie nog; was ik het niet, dan had er een zoon in de wieg gelegenWie beval mij ook, de hand naar het geluk uit te strekken?" „Hegebach" zeide mevrouw Van Rate- now op verwijtenden toon. „Een arm meisje," mompelde hij met groote bitterheid, „wat dat heden ten dage in onzen stand beteekent, dat weet gij even goed als ik." „Jawel, dat weet ikMaar zij zal er zich wel doorslaan, evenals zooveel andere arme meisjes; zij moet leeren werken, ze heeft twee lieve, gezonde handjes en twee heldere oogjes. Maar hoe moet bet kind eigenlijk heeten?" eindigde zij bedaard. „Naar hare moeder, Elizabeth?" De ritmeester knikte en wendde zich weder naar het venster. van rijk, hoe veleu vonden niet een ellendigen dood, en, wanneer het ge lukte veel goud machtig te worden, hoe kwam men dan ten slotte uit? De een werd beroof 1, soms vermoordeen ander verviel tot het dobbelspel en werd arm en ellendig, nog veel meer anderen werden dronkaards. Het gaat er mee als met de loterij, dit woord hier in 't algemeen gebruikt, als benaming van al wat dobbelen, wedden en speculeeren is, met andere woorden pogen om gemakkelijker en spoediger dan door geregelden en f lin ken arbeid wat geld te krijgan. Menig een moest ondervinden dat het begeerde goud hem geen geluk aanbracht. Het werd al vrij spoedig, bij gebreke van behoorlijke kennis van de waarde ervan, op onverstandige wijze zoek gemaakt. Men wil 't er dan eens van nemen; men wil zich eens goed inspannen het werk kan dus wel wat minder, en zóó gaat het door, tot er van den schat niet veel meer over is dan misschien wat tamelijk waardelooze en noodelooze prullen. Dan komt het hinkende paard achteraandan moet men weer hard aan den arbeidde arbeid valt dan echter zwaar en men mag nog dank baar wezen, als men de geschiktheid er toe niet grootendeels verloren heeft. Door arbeid rijk worden is allesbe halve gemakkelijk en men mag veilig aannemen dat het onder de uitzonde ringen behoort. En daarom gaat men dan op de eene of andere manier schat graver worden men waagt er zijn toe komst aan, soms zijn gezinmaar men is vast overtuigd dat men niet falen kan. Speculeeren, dat wil zeggen het op moderne manier naar schatten graven, is zeer populair in onzen tijd. Wij hebben wel eens hooren beweren, dat de voornaamste karaktertrek van den speculant ijdelheid is en wij willen het gaarne aannemen Sommigen laten het aan 't blinde geluk over, zooals de menschen die een aandeeltje in de Staatsloterij nemen, en in dien vorm is T ten minste vrij onschuldig. Maar de meesten doen 't op een manier, waarbij zoogenaamde berekeningen, ze kere gauwigheden of handigheden in 't spel komen, 't Gaat er soms mee als met het roulette-spel. De eene of andere oud-croupier, die 't immers weten kan, biedt u voor zooveel een onfeilbaar middel aan om 't te winnen. Zijn berekeningen komen altijd uit en wanneer 't u mocht gaan als zeker iemand, die in zijn koets naar 't bad „Vaarwel Hegenbach wilt ge het wurm tenminste niet nog eenmaal zien?" Hij drukte het voorhoofd tegen de ruiten en maakte driftig met de hand een afwe rend gebaar. „Nu, dan wensch ik, dat dit kind nog eenmaal een zegen Gods voor u mag worden, Hegebach dat gij den Heer op uw knieën zult danken voor den troost, dien hij in uw ouderdom gevonden heeft. Moge dat uw vergelding zijn!" Zij ging, terwij 1 een kleur van ontroering haar gelaat bedekte, naai de kamer der overledene. „Neem het kind, vrouw Siethman, wij rijden terstond weg!" En gevolgd door de oude vrouw, die het zorgvuldig in een doek gewikkelde kindje droeg, steeg zij in het rijtuig. De rit was van geen langen duur; de straat uit, voorbij het oude raadhuis dat in zijn muren nog de sporen van den dertigjarigen oorlog droeg in den vorm van eenige kanonkogels verder nog door een paar korte en nauwe straten en een zeer oude poort; dan langs den stadswal, waar boven de toppen van bloeiende vruchtboomen uitstaken, een statige linden-allée door en regelrecht op een gastvrij geopend hek aan, dat den voorgevel zichtbaar deed worden van een massief gebouw met een kolossaal spits dak, bemost en grauw van ouderdom. En over dit groot baksteenen huis, waarvan de muren lagen als 't ware in den schoot van knoestige linde- en elzeboomen, lag juist op het oogenblik, dat het rijtuig het voorplein opreed, een gouden zonneschijn, een groet als 't ware aan het moederlooze wicht bij zijn komst in dit huis, dat uit mededoogen- en barmhartigheid het opnam. Toen het rijtuig stil hield voor de deftige ging en op zijn voeten terugkeerde, dan ligt 't niet aan uw zegsman. Maar met al die duurbetaalde aan wijzingen van oud croupiers en met alle mogelijke berekeningen en handigheden, komt 't gewoonlijk toch verkeerd uit, affhans meestal, om de zeer eenvoudige reden dat, wanneer één wint, er toch minstens een stuk of wat wezen moeten, die dat minstens samen betalen en dus verliezen Weet ge wat een mensch wel noo- dig heeft? Een gouden hart. Maar dat is in Californië, Klondyke of Austra lië niet te vinden. Goud in den zak is niet noodig, ten minste niet om geluk kig te wezen. Daarvoor is alleen noo dig: eenvoud van zeden en leefwijze, liefde tot den arbeid, een stalen wil om zijn plicht te volbrengen, en ten slotte ten goede dosis tevredenheid. Dat alles, met het hart van goud er bij, maakt ook rijk, schatrijk zelfs, maar dan weer in heel anderen zin. En dat alles, zei een onzer vrienden eens, mag nu een beetje nuchter klin ken in dezen tijd van schatgraverij waar is het toch. Ja, waar is heten dat mag nu vreemd schijnenach er is zooveel vreemds in de wereld; b.v. dat een mensch zoo onnoozel kan wezen. Men zegt dat iemand zijn buurman, op wien hij 't gemunt had, eens een kool wou stoven. Hij ging naar hem toe en zei„jongen, ik hoor dat hier een rijke heer voorbij moet komen in een rijtuig vol met zakken geld. Ga voor je deur staan, want als hij er gens voorbij komt en niemand ziet, dan rijdt hij door." De buurman ging voor zijn deur staan, weken en maanden lang, en toen zijn lichtgeloovigheid minder groot was geworden, ging hij weer in huis, maar zijn werk was intusschen verwaarloosd en, honger lijdende, zette hij zich ver drietig neer aan den arbeid, die niet meer vlotten wilde. Dat is nu maar een sprookje en niemand onzer is liehtgeloovig genoeg om er eenige waarde aan te hechten. Best zoo maar liehtgeloovig ge noeg om naar goud te graven, dat zijn we dan toch wel IBtüIeitland, De politierechter in de Bowstreet te Londen heeft besloten tot uitlevering van den Zweedschen scheikundige dr. deur sprong een jongmensch in reiscostuum de treden der stoep ai, rukte het rijtuig portier open en kuste de uitstappende dame de beide handen. „Moeder, had ik dat kunnen denken", zeide hij, „maar in dit costuum kon ik toch onmogelijk naar de begrafenis Doch wat is dat viel hij zichzelf in de rede, en wees op de vrouw, die met het kind in den arm, nu eveneens was uitgestapt. Lizes kindje, Moritz. In 's hemelsnaam, ge zult het laten vallen. Maar het jongmensch met het eerlijke, knappe gezicht had het bundeltje reeds van de oude vrouw overgenomen en droeg het in huis, gevold door de beide vrouwen. „Wel, wel!" riep hij, in de gezellig in gerichte huiskamer het kleine kindergezichtj e beschouwend, „wat ziet dat kleine ding|er mollig uit, mama mijn arme, goede Lize. En hij keerde zich om, ten einde niet te laten zien, dat zijn oogen vochtig geworden waren. „Dat is nu het einde ervan, moeder," ver volgde hij„had gij Lize niet overreed, toen die ijsbeer van een ritmeester aanzoek om haar hand deed. dan hadden wij haar niet verloren." „Je bent een monster, Moritzantwoordde mevrouw Van Ratenow en nam hem het kind uit de armen. „Schaam u! Op wie moest het meisje dan wachten Tranen heeft die groote jongen in de oogen Ik kan het niet verduren, Moritz, dat, klagen met „als" en „maar" achteraf; Lize heeft haar bestemming als vrouw vervuld; laat haar rusten in vrede". „En blijft haar kind bij ons?" „Natuurlijk, Moritz," antwoordde zijn moeder, „waar moest het anders heen?" „Dat is weder zoo goed van u, zoo goed als slechts gij alleen het kunt, moeder," Ekenberg, beschuldigd in Zwitserland bommen over de post te hebben ver zonden. Dr. Ekenberg kan van dat von nis nog in hooger beroep gaan. Op een particulier avondfeest is prins George van Servië weer op onhebbelijke manier opgetreden. Ditmaal tegen den heer Christits, den Servischen consul- generaal te Boedapest. De prins wilde hebben dat genoemde ambtenaar de zaal zou verlaten, maar de consul wei gerde. Christits heeft bij den minister-pre sident Pasits zijn beklag gedaan over het optreden van den prins. Ook de ministerraad heeft zich vreer met dit geval bezig gehouden. Tusschen prins George en Christits (die vroeger Hofsecretaris is geweest) bestaat een oude vijandschap. Het was wegens aanhoudende onaangenaamhe den met prins George, dat Christits indertijd den dienst aan het Hof verliet. In een later bericht lezen we, dat in een langdurigen ministerraad onder voorzitterschap des Konings besloten is dat prins George zal geplaatst worden bij het tiende infanterie-regiment in een kleine provinciestad. De beschikking van den minister van oorlog, waarbij wordt bepaald dat prins George troependienst zal verrichten bij het 10e regiment infanterie te Gornji- Milanovac, is den prins toegezonden. Men vreest, dat de kwestie tot ver wikkelingen aanleiding zal geven. De pogingen van den prins om van den Koning gedaan te krijgen, dat de order van den minister van oorlog ge wijzigd wordt, zijn zonder gevolg ge bleven. De Vossische Ztg. verneemt uit Bel grado, dat er sprake van is, prins George van Servië, den vroegeren kroonprins, al zijne rechten als lid van het konink lijke huis te ontnemen, indien hij zijn leven niet betert. Over de overstroomingen te Parijs en het overige Frankrijk worden de volgende uitvoerige bijzonderheden ge meld De Seine wast op onrustbarende ma nier. Men vreest dat dit ernstige gevol- ven zal hebben. Allerlei wrakgoed drijft op de woelige wateren. De werken aan den Metropolitain Noird-Zuid, boulevard St. Germain te Parijs, zijn overstroomd. Er zijn aan stonds maatregelen genomen, want ern stige ongelukken kunnen gebeuren, zoo men er niet in slaagt het water tegen te houden. De rue de l'Université is afgesloten en op den boulevaird St. Germain is het verkeer van trams en rijtuigen gestaakt. Het water stroomt in de galerijen, die ware rivieren ge worden zijn. Overal dreigen instortin gen. Men vreest dat heel de galerij, zeide hij en sloeg zijn arm om haren hals. „Laat die dwaasheid, Moritz, je weet, ik houd niet van die sentimentaliteit," ant woordde zij bedaard. „Den aanleg daartoe hebt ge van uw vader overgeërfd. Maar nu willen wij voor de kleine zorgen. Wat dunkt u, Moritz, als ik tante Lotte eens met de opvoeding belastte?" „Wat? riep hij verwonderd en toch vroo- lijk uit. „Daar moet ik bij zijn! geef mij het schepseltje, ik draag het naar boven dat moet ik zien!" Tante Lotte, een nicht van mevrouw Van Ratenow was pleegzuster en stiftsdame te Z.maar zij woonde, met uitzondering van de voorgeschreven verplichte acht weken, die zij jaarlijks te Z. moest doorbrengen, wilde zij haar plaats niet verliezen, voort durend op het kasteel. „Zij was een stil, niet al te ontwikkeld wezen, teer, bleek, eenigszins poëtisch, en geheel het tegenovergestelde van mevrouw Van Ratenow, hoewel beiden vanaf haar prilste jeugd te zamen waren opgevoed. Tante Lotte dweepte met alles, zij leefde en bewoog zich .slechts in hoogere sferen, ver verbeven boven het nietige aardsche stof. Zij las alles, wat zij in handen kreeg, en hoe roerender en hartbrekender de ge schiedenis was, des te mooier vond zij haar. Maar desniettegenstaande hadden beide nichten altijd in de beste verstandhouding met elkander geleefd. Toen de praktische nicht huwde met den heer Van Ratenow, was Lotte bij de eenzaam achtergebleven ouders blijven wonen en na hun overlijden vond zij op het kasteel een paar vriendelijke vertrekken op de bovenverdieping van het ruime huis, waarin het zoo oudvrijsterachtig netjes was, dat men bijna bang was op den glad geboenden vloei te loopen. Achter die afgewerkt is van aan de Madeleine tot aan den boulevard Montparnasse, door het water der rivier zal overstroomd worden. Pompen dient tot niets. Ten gevolge van het klimmen van het water is de fabriek die den stroom levert voor de „Tramways de l'Est Pa- risien" door het water overstroomd. De dienst van deze trammaatschappij staat volkomen stil. De werkplaatsen van den Metropo litain zijn ook onder water gezet, zoodat al de werklieden hun werk moesten verlaten. Door het wassen der Seine is de spoorwegdienst tusschen den Quai d'Or- say en het station Austerlitz geschorst. Al de treinen moeten van het station Austerlitz vertrekken. De kolen- en houtkelders van het ministerie van bui- tenlandsche zaken zijn ondergeloopen. Op het eiland St. Denis zijn een tien tal huizen overstroomd. De bewoners moesten vluchten. Later wordt nog gemeld, dat de Métro- lijn Noord-Zuid geheel overstroomd is. Men poogde dammen te maken, maar dit was vruchteloos. Er staan nu meer dan 40,000 kubieke meters water in de galerij Noord-Zuid. In het paleis van justitie zijn de binnenplaatsen en de kelders van «1© handels-rechtbank overstroomd. De ver warmingstoestellen van het paleis staan onder water. Op sommige plaatsen heeft men geen electrisch licht. Men moet zijn toevlucht nemen tot gas. Uit Lyon wordt gemeld, dat de Rhone sterk gezwollen is en allerlei wrakgoed meevoert. Sedert Vrijdagmorgen zijn zes drijvende wasscherijen weggerukt. Op een dezer bevond zich nog een jongen en die is verdronken. Overal is veel schade aangericht. Veel menschen moesten uit hunne overstroomde huizen gered worden. Te Pierre Benite zijn verschillende huizen langs de rivier weggespoeld. Uit het departement Dyon, uit Ste- Menehoud, Epernay, Tonnerre Bar Sur Seine, Auxerre, Caen, Chalons Sur Mar- ne, enz. komen berichten van geweldige overstroomingen en overgroote schade aan vee en eigendommen. Te Laroy, gemeente Chateau Landon zijn er kelders ingestort door de over stroomingen. Daarop stortten ook de huizen in, verscheidene personen mee-, sleepend. Vijf lijken zijn gevonden. Tien gekwetsten werden naar het gast huis gebracht. Er zijn troepen van Fon- tainebleau vertrokken om hulp te ver leen en. De overheid heeft op verschillende plaatsen schuilplaatsen voor de over stroomden doen inrichten. Ook de berichten over de overstroo mingen in Duitschland worden steeds sneeuwwitte gordijnen op do vensterbank zat een spinnende kat, de-koperen kachel deuren glommen als goud, in een hoek stond een spinnewiel met prachtige strikken ver sierd en een glazenkastje was volgepropt met allerlei rariteiten en antiquiteiten, waaron der het voornaamste was een chinees van Meiszner porcelein, die uren lang met het hoofd kon knikken. Dit poppetje, verzeker de tante die er naar luisterde, had een ver bazend hooge waarde. Tante Lotte zat bij het raam een psalm te lezenzij was in de rouw, want zij had de jonggestorvene mevrouw Hegebach op recht lief gehad. In deze zelfde kamer was het immers geweest, dat nauwelijks een jaar geleden het meisje weenend en beangst haar hand in die van den veel ouderen bruidegom had gelegd, die zij bij een bezoek op het kasteel had leeren kennen. Zij hadden een partijtje met elkander gewhist en hij was brommerig geworden, toen zij een bok maak te. Acht dagen later verscheen hij in groot tenue op het kasteelzijn sabel rinkelde op de trappen. Hij kwam aanzoek doen om de hand van Elizabeth. Twee uren had hij onder vreezen en beven in het Salon ge zeten, totdat mevrouw Van Ratenow gezegd had „Wacht, Hegebach, ik zal de kleine meid eens rede doen verstaan." En toen was zij naar boven gegaan, naar tante Lotte's kamer, waar de kleine schreiend, aan al hare leden bevend op het balkon zat, en tante tever geefs het zenuwachtige meisje trachtte tot bedaren te brengen door middel van eau de cologne en Hoffman's-druppels. Het arm# meisje had dit huwelijksaanzoek dan ook ge troffen als een bliksemstraal bij helderen hemel. (Wordt vervolgd). Naar het Duitsch VAN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1