el Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Sommelerwaard. Een arm JIei*je. Be Nationale Tentoonstelling: voor Huisvlijt Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2921Woensdag 23 Februari. FEUILLETON. 191Q. UhiO VAN ALTE^* VOOB Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Toen een achttal jaren geleden de beweging voor Huisvlijt zich hier te lande begon te ontplooien, zal wellicht niemand gedacht hebben, dat deze beweging een zoodanige vlucht zou nemen, dat zij zoo spoedig reeds de aandacht zou trekken van plaatse lijke autoriteiten en regeeringspersonen. Dank zij de machtige propaganda van vele Volksbondafdeelingen in ons land, dank zij mede de aandacht, die de geestelijkheid, vooral in het Zuiden, aan de ontwikkeling van Huisvlijt schenkt, is de bekendheid met hetgeen „Huisvlijt" wil, meer en meer toege nomen, doorgedrongen tot in alle hoe ken van ons vaderland en straks zal die bekendheid zich uiten in tal van kunstvolle, merkwaardige voorwerpen bijeengebracht op de Nationale Ten toonstelling voor Huisvlijt, uitgaande van den Volksbond, van 15 Juli tot 15 September in den Haag, of om juister uit te drukken, in Scheveningen. Alles is daar welkom, mits de inge zonden voorwerpen een eigen karakter dragen, d.w.z. mits daarin een ontwerp, een denkbeeld, een gedachte schuile. Huisvlijt-beoefenaars, hetzij mannen of vrouwen, jongens of meisjes, moeten onderscheid maken tusschen gedachte- loozen arbeid, waartoe o.a. figuurzaag- werk gerekend moet worden en arbeid, waarbij de mensch zichzelf ontwikkelt, die vergt een ernstig overdenken, een zoeken, een raadplegen, een arbeid, die ten slotte de grootste zelfvoldoening schenkt. „Ik ken niks", zei een jongen, toen hem gevraagd werd, iets voor de Ten toonstelling te maken, onverschillig wat dan ook. „Zeg dat niet, jongen", werd hem geantwoord, „je weet nog niet wat je kunt". En diezelfde jongen was het, die met behulp van de kromme takken, welke bakkers gebruiken bij het aanmaken hunner oven, en van een oude, buiten gebruik gestelde waschtobbe zijner moe der, met de hulp van die bijna waar- delooze grondstoffen dus, wat zwarte lak en kurkschors, een bloemenmand maakte die een sieraad van de Tentoonstelling vormde. Eenige jaren terug was op de Zaan- damsche Tentoonstelling voor Huisvlijt een eigengemaakte phonograaf te zien, samengesteld uit een veer van een afge- WILHELMINA HEIMBURG. 10) „Ja, het zou wel veel gezelliger zijn, wanneer wij alleen waren maar, kom mama, doe het ïnaartante Lotte en Elze, maakt u gereed voor het diner; moeder en tante kunnen immers na het dessert onmiddellijk heengaan, als zij dat tenminste verkiezen; moeder wordt er zelfs om ver zocht." Hoofdschuddend stond mevrouw Van Ratenow op. „Mijn oude, altijd in den huise- lijken kring gevierden verjaardagWaar is hij geblevenEnfin, Moritz, kom mij maar halen, wanneer het zoover is." „Tante Lotte," begon Elze, nadat zij een weinig toilet gemaakt en juist een roze- roode strik op haar eenvoudige, zwart cache- mieren japon vasthechtte, die zoo goed stond bij haar fijne teint en het aschblonde haar, „het is hier zoo vreemd geworden; tante Ratenow was ontstemd, en Moritz ook al" „Ja, maar ik weet ook niet, waarom," was het ontwijkend antwoord. „Zijt gij ge reed? Het wordt hoog tijd." Elze was gereed en zij gingen te zamen door de gang, de trap af naar beneden. „Ach, Elze, mijn zakdoek!" riep tante Lotte, juist toen zij de huiskamer van Mo ritz en zijn echtgenoote zouden binnentre- dankten wekker, een dekseltje van een poetspomadedoosje, een stukje mika, een plank en een stuk blik. Met bijgekochte rollen wist de jeugdige knutselaar zijne huisgenooten te vergasten op muziek, die een dure phonograaf niet zou kunnen verbeteren. En op de Amsterdameche Handvlijt Tentoonstelling was in het afgeloopen jaar een automobiel te zien, waarvan blik, houten wieltjes en het uurwerk van een ouden wekker het grondmate- riaal vormden en een locomotief, waar toe een inlegbus en verscheidene Yer- kade's blikken trommels gebezigd waren. Dergelijke voorwerpen en zoo zijn er nog vele worden hoog gewaar deerd door hen, die zich met de organi satie van de Nationale Tentoonstelling voor Huisvlijt hebben belast. Die voorwerpen toonen, dat er meer in onze jongens zit, dan men opper vlakkig zou denken, dat een ieder meer kan dan hij meent, als de lust maar wordt gaande gemaakt. En ze toonen, dat een ieder rijker is dan hij meent, dat ook oogenschijnlijk waardelooze grondstoffen gebruikt kun nen worden, om voorwerpen te vervaar digen, die terecht weder aandacht trekken. Wat toch kan men al niet van siga renkistenhout makenDoosjes, kistjes, spaarpotten, naaidoosjes, inktstellen, schenkblaadjeg, portretlijstjes, poppen- meubelen, molens, werktafeltjes, ja, zelfs de Sint Pieterskerk te Rome is van sigarenkistenhout nagemaakt. Nu is sigarenkistenhout wel niet een artikel, om practische voorwerpen van te maken, doch uit de omgeving na gebootste modellen, vernist en hier en daar beschilderd, voldoen als versiering goed. Welkom, hartelijk welkom zijn alzoo h\ die voorwerpen, welke van waarde looze grondstoffen zijn vervaardigd, doch groote waarde wordt tevens gehecht aan die inzendingen, waarbij van kost baarder grondstof gebruik is gemaakt. En daarbij denken we dan onwille keurig aan die vele en velerlei besneden of beschilderde voorwerpen, die de woonkamer tot sieraad strekken, in elk geval een nog open hoekje thuis vullen. Geduld en tijd zijn er voor noodig geweest, met eenvoudige hulp middelen is wellicht een kunstwerk ontstaan. En wat geen kunstwerk is, dat heeft den mensch toch doen den ken, dat heeft hem doen streven naar een doel, dat heeft hem kracht bijgezet om dit doel te bereiken. den. Zij was gewoon altijd iets te vergeten. „Ga maar vast naar binnen, tante, ik zal hem wel halen," riep het meisje. Na eenige minuten kwam zij reeds weder de trap af, toen zij aarzelend staan bleef; niet ver van haar, bemerkte zij een officier, die juist zijn glimmende lokken geschuierd en zijn uniformjas dichtgeknoopt had; toen nam hij een vioolkast van den grond op, en maakte aanstalten om door de deur te gaan, die naar de voorzaal leidde. Op dit oogenblik keek hij op, en de beide jonge lieden zagen elkander aan. Het ging als gewoonlijk, wanneer een heer eene dame ontmoet; hij maakte eene diepe buiging, waarbij zijn sporen tegen elkaar rinkelden, opende de deur en liet het jonge meisje voorgaan. De zaal was slechts flauw ver licht, maar Elze kon toch onder het haas tig passeeren de kostbare stoffeering bewon deren, die het groote, vroeger zoo somber uitziende vertrek eerst kort had gekregen. Uit Frieda's salon kwam een zee van licht en weerklonk druk spreken en lachen. Toen het jonge meisje in de deuropening verscheen, verstomde het gesprek een oogen blik; de voorstelling volgde, en daar was Elze opeens midden in de geurige, bedwel mende atmosfeer van het salon van eene dame der groote wereld. Spoedig vluchtte zij naar tante Lotte, achter wier fauteuil een ledige stoel haar een plaats aanbood, en van hier uit beschouwde zij met ver wonderde kinderoogen het nooit geziene, bonte schouwspel. Het was een gegons, gepraat, gelach en geplaagmen sprak over de nieuwtjes van den dag uit het stadje, van bevorderingen onder de officieren en ook over een beetje van de chronique schandaleusetusschenbeide hoorde men esn krachtig woord van tante Ratenow. Huisvlijt is niet altijd knutselwerk of prutswerk, zooals sommigen wel eens beweren, Huisvlijt kan kunstwerk zijn. En vergeten we niet, dat onze uitvinders en kunstenaars in hun jeugd ook knutselaars zijn geweest, dat men door vallen en opstaan voorwaarts gaat, dat de kunstvaardigheid van een men- schenhand verre die van een machine overtreft. Anderen noemen Huisvlijt„ongeregle- raenteerde slöjd" Zeker, we geven gaarne toe, dat slöjd als opvoedingsmiddel, Huisvlpt krachtig bevorderen kan, en de handvaardigheid van den mensch op onmiskenbare wijze verhoogt. Doch vernuft, vindingrijkheid laat zich niet reglementeeren; de scheppende kracht is reeds jong in den mensch aanwezig en zoekt zich een uitweg door naboot sing in de eerste plaats van dat gene, wat in de naaste omgeving ge vonden wordt. Zien we toch niet in Zaandijk het verschijnsel, dat de jongens met de aller-primitiefste hulpmiddelen scheepjes gaan maken sommigen uit een af gedragen klomp, anderen uit boom schors waarmede ze in de Sluissloot wedstrijden gaan houden En het zijn niet altijd de kostbaarste vaartuigjes, die het in zeilvlugheid van de anderen winnen. Een opm oog voor al wat ons om ringt, doet reeds veel. Kunstig nage maakte molens, forten, bruggen, sche pen, gebouwen treft men aan in het bezit van vele familiën, sommige in miniatuur, andere in grootere uitvoering, doch bijna zonder uitzondering alle zorgvuldig de zich in de plaatselijke omgeving bevindende voorwerpen na bootsend Ook dit soort van voorwerpen vraagt de Nationale Tentoonstelling voor Huis vlijt. Yan Ylissingen, den Helder, Hel- levoetsluis kunnen we scheepsmodellen, misschien zelfs zeer mooi getuigde exem plaren tegemoet zien, doch ook van andere plaatsen wordt verwacht, dat de beoefenaars van Huisvlpt ook dht zullen inzenden wat hunne omgeving het meest typeert. Wat ge schept is voor U, voor uwe familie kostbaar, doch laat hetgeen ge schept ook kunst werk zijn. (Slot volgt.) De Berlijnsche correspondent van de Kölnische Zeitung maakt uit de be richten, dat eenige Grieksche prinsen Overal schitterden de uniformen en tevens vele, hoewel eenvoudige damestoiletten en plotseling klonk hetBernardi zal spelen. De officier, die Elze op de trap ontmoet had, nam zijn viool uit de kast en sprak onderwijl druk met Frieda; kort daarop zat zij, de fijne kanten manchetten omhoog schuivende, voor den vleugel en sloeg een paar akkoorden aanonmiddellijk heerschte er een doodsche stilte in het groote vertrek. „Bernardi speelt. Elze, geeft achtfluister de tante Lotte het meisje toe. „Dat jonge mensch speelt heerlijk!" En inderdaad, toen hij eindelijk den strijkstok liet zinken, was het Elze alsof zij uit een schoonen droom ontwaakte. Luide toejuichingen weerklonken en het luidst van allen applauseerde tante Ratenow. „Lieve Bernardi," riep zij, „ik begrijp niets van die moderne muziek; mijnheer uw vader heeft mij op diezelfde viool reeds tot tranen toe geroerd, als hij „Adalaïde" van Beethoven speelde, maar de zoon moet ik den eerepalm toekennen." En zij reikte den jongen man hartelijk de hand, die hij met een buiging aannam. Weder fluisterde hij met Frieda en in het volgende oogenblik zette hij, met een nieuwe buiging voor de oude dame, zijn strijkstok aan en weerklonk Beethoven's „Adelaide" door het vertrek. „Duidelijk schittert op ieder purperen blaadje Adelaide, Adelaide!" fluisterde tante Lotte met glinsterende oogen. „O, hoe jammer, dat het reeds uit ial „O, beste luitenant Bernardi, hoe schoonhoorde Elze haar zeggen, en toen zij opkeek, stond de jonge officier voor tante Lotte. Maar zijn blikken vlogen over tante's wit kanten mutsje naar Elze; het waren donkere, bijna zwaarmoedige oogen, die aan het regelmatig op weg naar Griekenland zijn (prins Nikolaas is o.a. Vrijdag uit Petersburg I te Weenen aangekomen en naar Athene doorgereisd) op, dat de koning tot het .inzicht is gekomen, dat zijn politiek van toegeven gefaald heeft en de tijd nu gekomen is om met ferme hand in te grijpen. Te Weenen heeft prins Nikolaas het bericht bevestigd, dat koning George alle prinsen van den huize naar Athene heeft geroepen. Hij erkende, dat de toestand in Griekenland zeer ernstig was geworden. Naar de Vossische Zeitung verneemt is de oorzaak van de crisis, dat het verzet tegen de bijeenroeping van de nationale vergadering toeneemt en een aantal bladen er heftig tegen tekeer gaan. De jurist en staatsman Hoeslin zegt in de Skrip, dat het militaire verbond in Griekenland er op uit is den Koning en den Kroonprins te verjagen, om vervolgens de kroon aan te bieden aan een jongen onervaren prins (den zoon van den Kroonprins?), ten einde feite lijk zelf de lakens te kunnen uitdeelen. In verband met de ontbieding van kroonprins Konstantijn en prins Niko laas naar Athene loopen reeds geruch ten over een op handen zijnde dynastieke crisis. In een bericht uit Athene aan een Duitsch blad wordt echter gezegd, dat de komst der prinsen slechts in verband staat met den slechten gezond heidstoestand der Koningin, die hare kinderen bij zich wil hebben. Siberische bladen melden over een tragische gebeurtenis in het stadje Bo daibo het volgende. Een moeder, die wegens dringende bezigheden van huis moest, liet haar zuigeling achter onder een hoede van een knaap. „Als het kind schreeuwt, dan snijdt je het maar de tong af", zeide de moeder in onge paste scherts. De knaap nam de woor den echter ernstig op en deed het. Bij hare thuiskomst vond de moeder haar kind met afgesneden tong. Op het zien daarvan ontstak de vrouw dermate in woede, dat zij den jongen, wien zij het kind had toevertrouwd, met zijn hoofd tegen den muur wierp. De jongen is aan de gevolgen overleden. Onlangs werd te Kopenhagen een kan- toorlooper op een voorbalcon van een tram van een aanmerkelijke geldsom bestolen. Men had de zakkenrollers spoedig te pakken. Een hunner gaf zich uit voor een Amerikaan met name Po- lack. Later is gebleken, dat hij Neder lander is. Vrijdag is hij uit de hechtenis ontsnapt en de straat opgerend, maar een uitgestoken been van een politie agent was~ hem ten val. Hij sprong op en wachtte zijn vervolgers in boksers- gelaat met den fleren, zwarten knevel iets eigenaardigs gaven. Zijn vrienden beweerden, dat hij Zigeunerbloed in de aderen had en daarom kon hij ook zoo goed met den strijkstok omgaan. „Doet de freule ook aan muziek?" vroeg hij, zoo eenvoudig mogelijk en trok zijn stoel tusschen dien van Elze en tante Lotte. „Ik zing een beetje," antwoordde zij, en daarmede was het ijs gebroken. Tante Lotte voegde nu en dan een woord in hun gesprek echter had zij van muziek al heel weinig verstand en destemeer was zij verbaasd, wat die kleine Elze al niet geleerd had, zij sprak over grondtonen, over Chopin, over Wagner. Neen, maarAan tafel zat zij naast den luitenant; zij wist niet hoe spoedig de uren omvlogen. Zij merkte niet op, dat Moritz dikwijls lachte en evenmin dat tante Ratenow haar nu en dan een strengen blik toewierp. „Die menschen toch van den tegenwoor- digen tijd," zeide de oude dame bij zich- zelve, „men kan ze zoo uit de luiers aan tafel zetten en dan weten zij toch al over al over mee te praten." Nu stond zij open gaf daarmede het teeken dat de tafel ge ëindigd was. Toen Elze haar de hand kuste en „weibekome 't u" wenschte, hield zij het iohge meisje bij den arm vast en zeide „Gij brengt mij wel even naar de over zijde, kind." En zonder Frieda's terugkomst af te wachten, die in het zijvertrek bezig was, nam zij afscheid, gelijk zij het noemde op Fransche wijze; dat wil zeggen, zij ver liet ongemerkt door Moritz kamer het ge zelschap. „Zie zoo, Elze," zeide zij, in haar gezel lige kamer gekomen, „dat is wed9r afge daan. Goede hemel, wat kunnen die jonge dames tegenwoordig babbelenDe tong is u houding af. Hij was echter spoedig over mand. Naar uit Tandzjer geseind werd, heeft Frankrijk, dat thans genoeg heeft van Moelai Hafid's voortdurend uitstellen en getreuzel, hem een ultimatum ge zonden, waarin hem acht-en-veeitig uur tijds worden toegestaan om de door El Mokri uit zijn naam met Frankrijk getroffen overeenkomst te ratificeeren. Frankrijks consul te Fes, de heer Gail- lard, zal het ultimatum, waarmede een bode Zaterdag van Tandzjer vertrokken is, aan den sultan ter hand stellen. In geval het antwoord van Moelai Hafid niet bevredigend is, zullen na het ver strijken van den in het ultimatum aan gegeven termijn, de Europeanen Fes verlaten. Parijs is weer opgeschrikt door een moord. Zondagochtend hebben agenten in de droge gracht van de vestingwer ken aan de boulevard Bessieres het lijk gevonden van den oud-apotheker Oail- lard, directeur van een levensverzeke ringmaatschappij. De kleeren van den vermoorde bleken doorsnuffeld, de zak ken waren nog binnenstebuiten gekeerd. Niets van waarde werd dan ook nog op den doode gevonden, om wiens hals een zeer sterk dun touw gebonden was. De heer Caillard stond zeer gunstig bekend zijn buitengewone lichaamskracht was vermaard. In de locomotievenfabriek van Maat- thai te Munchen is een arbeider bij het smeren van een vliegwiel gevallen en zoo ongelukkig op een lichtstandaard neergekomen, dat hij letterlijk opge- spietst werd. De spits drong hem in het lijf en brak daarna af, zoodat de man nog eens viel. Hij stond nog op, maar zakte daarna bewusteloos ineen. Men heeft het stuk metaal, dat een lengte van 18 c.M. had, door middel van een operatie uit zijn lichaam moe ten verwijderen. Een jonge vrouw te Lubeck is, na dat zij met haren man van een bal te rug was gekeerd, in haar baljapon met haar kind van drie maanden op den arm in het Elbe-Trave-kanaal gespron gen. Beiden verdronken. Inboorlingen van de Algerijnsch-Ma- rokkaansche grens, die ter markt in Port Say waren gekomen, vertellen, dat een Duitsche maatschappij zich dezer dagen heeft meester gemaakt van de baai Moesai Oeled op de kust westelijk van de Drievorkenkaap. Het verluidt, dat er het volledige materieel voor on derdak, exploitatie en verdediging ten behoeve van den aanleg van een spoor weg ontscheept is. De Spaarische over- frouwens ook niet in den mond vast ge groeid! Hebt gij u nog al geamuseerd?" „O, tante!" riep het jonge meisje, hevig blozend. „Het eenige genietbare was wel Bernardi's spel," merkte mevrouw Yan Ratenow op, zonder Elze's blozen te bespeuren. „Schel om de juffrouw, Elze, zij kan mij frisch water brengen, en dan kunt gij wel gaan, ga slapen, kind, morgen vroeg zullen wij eens samen praten." „Klze, waar blijft gij riep buiten Frie da's stem. „Nu dan, mijnentwege!" mompelde de oude dame. En toen Frieda een oogenblik later in de kamer stond, wenkte zij Elze haastig om heen te gaan. „Ik geloof wezenlijk," zeide de jonge vrouw, „dat mama u als een klein kind naar bed wilde sturen. Kom gauw, gij moet nog even uwe rol lezen; la^er dansen wij." Middernacht was reeds lang voorbij, toen Elze de trappen naar haar kamer opging. Zij keek nog eens over de leuning naar beneden in het voorportaal, waar het ge zelschap zich in mantels en jassen hulde voor den weg naar huis. Luitenant Ber nardi stond midden in de groep en groette naar boven. „Goeden nacht!" riep zij, als een kind zoo verblijd. Toen zat zij nog geruimen tijd aan tante Lotte's bed en vertelde haar van de Kostschool, van Zuster Beate en van alle mogelijke dingen; zelfs over de gestor ven Mies spraken zij. Het was immers ook onverschillig of zij nog lang of kort spraken, want slapen, kon zij heden toch niet. Naar het Duitsch VAN (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1