Hel Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Hominelerwaard. Een arm Meisje De Nationale Teitooistellii voor Hm®. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2922Zaterdag 20 Februari. FFXILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1910. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Van postzegels bijv. worden soms wanstaltige voorstellingen gevormd,doch het postzegel wei k van Felix Wijlick uit Brussel vindt zeer veel bijval en wordt door vorsten gekocht en vorste lijk betaald. Scherven-mozaïek wordt een enkele maal op bloempotten of klompjes toe gepast men kent dit werk als een bonten, kleurenrijken, spoedig vervelen den arbeid. Doch de heer Semler uit Rijperkerk vormt van die scherven fraai gepolijste tafelbladen en vuur schermen, waarin wapens en allegori sche voorstellingen de middenversiering vormen, een arbeid, die voor het zoo beroemde marmermozaïk uit Italië niet behoeft onder te doen. En vergeten wij niet de voorbeelden van been-snijwerk, die in étagère-voor werpjes, als duiventillen, Zwitsersche huisjes, klompjes, stoeltjes, tafeltjes, enz. te koop worden geboden en meeren- deels van den bekenden beensnijder Van der Gronden uit Oosterbeek af komstig zijn, of de stoommachine, mei uurwerk gedreven en uit been gesne den door den heer H. Scholtens van Koog aan de Zaan. Zij allen zijn beoefenaars van Huis vlijt en trachten hun werk, waaraan zij zich, buiten hun dagelijkschen ar beid, wijden, zoo goed en zoo nauw keurig mogelijk te maken. Ge kent toch de fabel van het viool tje? Zoo niet, dan zullen wij ze u mededeelen. Een hovenier loopt door zijn tuin en beschouwt nauwkeurig boomen en planten. Deze beginnen te klagen, de een al erger dan de ander. Daar is de trotscbe eik, hij klaagt waar ben ik nuttig voor, ik breng geen •enkele bloem voort. Iets verder staat •de roos in vollen bloei. Zij klaagtik kan evengoed sterven, ik draag toch geen vruchten. Elders de wijnstok, be laden met trossen, hij klaagtwat voor goed doe ik in de wereld, ik verspreid niet eens schaduw. De tuinman gaat verder en staat stil bij het nederig viooltje; wat zal hij bier voor klaagtoon vernemen! Waar de eik en de roos en de wijnstok kla gen, wat zal het viooltje dan welWat is het viooltje, vergeleken bij eik en :roos en wijnstok! Maar dat kleine ding isteekt heel tevreden het frissche kopje omhoog en ziet den hovenier vergenoegd aan. En deze vraagt verwonderd: wat maakt je zoo vroolijk, de andere kijken allen zoo treurig? En het eenvoudige antwoord wasgij hebt mij hier ge plantik dacht dat ge mij hiernoodig hadt, daarom doe ik mijn best om een goed viooltje te zijn. Zie, als alle eenvoudige menschen eens probeerden frisch uit de oogen te kijken en hun best deden in den kring, waarin ze nu eenmaal zijn geplant en even gaarne deden wat hun krachten niet te boven gaat, hoe zou dit de ach ting, die men voor zichzelf behoort te hebben, bevorderen! Klein van zich- zelven denken is zeer zeker beter dan het overschatten van eigen beteekenis, maar het kan leiden tot een valsche bescheidenheid, waardoor men nooit tot stand kan brengen wat men met zijn vermogens toch wel zou kunnen. Een eenvoudig tuinman maakte in zijn vrijen tijd een bureaustoel en een schrijftafel, beiden zeldzaam mooi be werkt en gepolitoerd, en een miniatuur- stoomdraaimolen. Het draaiorgel, dat door de stoommachine in beweging werd gebracht, was het eenige voorwerp dat geheel gereed was gekocht, al het ove rige, tot zelfs de stoommachine, was door den knutselaar zelf vervaardigd. En terecht trok het vernuftig me chauisme, vervaardigd door J. Elzinga van Suameer, de aandacht onzer geëer biedigde Koningin en die van haar doorluchtigen gemaal bij hun bezoek aan Leeuwarden, hit mechanisme, „Sa- lomo's rechtspraak" voorstellende. Toch kan dit kunstwerk, dat ook reeds el ders werd geëxposeerd, als een product van Huisvlijt beschouwd worden. En was het Planetarium te Franeker, dat thans nog steeds de aandacht trekt van vreemdeling en landgenoot, en dat tot heden nog door niemand is nagemaakt kunnen worden, ook niet het werk van een Huisvlijtbeoefenaar En welk een genie moet niet in dien jongen man uit Schermerhorn schuilen, die, zonder ooit een stoommachine in werkelijkheid te hebben gezien, een model-machine samenstelde, wier zuiver heid van afwerking door een vakman zou worden benijd Die jonge man werkt nog op het land en haait tegenwoordig het kroos uit de slooten, doch zou men niet meenen, dat de expositie van zijne machine op de a.s. Nationale Tentoonstelling er toe zou kunnen leiden, dat hij „ontdekt" werd als de drager van eene geheel WILHELMINA HEIMBURG. 11) Den volgenden morgen regeDde het ver- sehrikkelijk; .het ruischte van de daken en kletterde tegen de ruiten, het klokte en murmelde in de gooten en de halfontbla- derde boomen bewogen zich onder den kouden herfstwind kreunend heen en weer. Deze koude, kille stemming der natuur, scheen zich ook aan de menschen te hebben meegedeeld; in het geheele huis stonden alleen tante Lotte en Eize met blijdschap in het hart op. „Tante, nu zult ge het eens goed hebben," had zij gezegd, toen de oude dame haar kamer binnentrad; en inderdaad vond deze al haar kleine morgen bezigheden reeds ver richt. Elze had de stof afgenomen, de bloemen begoten en nu zat zij reeds weder in haar eenvoudig japonnetje voor het venster en keek naar het regenachtige landschap daar buiten. „Ik houd zooveel van dit weder," zeide zij onder het ontbijt, „het is dan zoo ge- noegelijk binnenshuis, maar toch vind ik 't vandaag onpleizierig, dat het regent, want ik moet naar papa, tante Lotte; het schijnt mij toe alsof mijn geweten er mij een ver wijt van maakt, dat ik gisteravond hier zoo was, terwijl ik nog niet bij hem geweest was." Nauwelijks had zij dit gezegd, of er werd aan de deur geklopt en trad Moritz hinnen. Hij droeg een dikke dufFelsche jas en groote laarzen. „Ach Moritz, gij hebt uw hoofdpijnge zicht," riep tante Lotte. Hij knikte bevesti gend en reikte tante Lotte de hand. „Zelfs ondragelijk vandaag," antwoordde hij. „Ik kom Elze vragen of zij mede naar de stad wil rijden; ik moet op het raad huis zijn." Zij was aanstonds bereid en ging heen om hoed en mantel te halen. „Zij is toch een lief en prachtig kind geworden, tante," zei hij, toen zij het vertrek verlaten had. De oude dame knikte levendig toestem mend." „Maar hoe gaat het beneden bij u, Moritz I" „Wel, zoo, zoo; Frieda is verdrietig; zij heeft een doodstijding ontvangeneen broer van haar vader is overleden. Zij heeft hem wel nooit gekend, zegt zij, maar de familie treurt, zooals het behoort. De oude heer was ongehuwd en heeft zijn geheele vermo gen mijn schoonvader nagelaten. Frieda wil mede naar de stad om eenige bood schappen te doen." „Zoo, zoo," zeide tante, „en haar tooneel- stuk „Daarmede is het nu goddank uit," zeide hij lachend, ondanks zijn hoofdpijn. „Nu, nu, Elze, gij schijnt heetgebakerd, Frieda is nog lang niet gereed," wendde hij zich tot het reeds gekleed binnentre dende meisje, „maar intusschen kunt gij mama wel goedenmorgen gaan zeggen." Mevrouw van Ratenow zat bij het venster en zocht een hoogen berg kousen uit, die zij één voor één over de hand trok, terwijl zij ze door haar bril nauwkeurig nakeek. „Het is zeer lief en ook goed van u, Elze," andere levensbestemming, als die, welke hij thans schynt te hebben? Zulke „ontdekkingen" zijn reeds meer gedaan en ze hebben geleid tot verras sende resultaten. Een koperwerker, die in zijn vrijen tijd sierlijke modellen van rijtuigjes, scheepjes e.a. vervaardigde, zag zich bij een goudsmid eene betrek king aangeboden, waaraan een salaris verbonden was, driemaal zoo groot, als dat, waarvoor hij werkzaam geweest was; een bekwame houtsnijdster werd aan een meubelfabriek verbonden, waar zij thans tot de uitnemendste krachten behoort. Wie zegt ons, dat zich onder onze Nederlandsche jongens ook verborgen talenten bevinden? Huisvlijt wordt druk door hen beoefend, ze knutselen reeds veel en vervaardigen tal van uitnemende voorwerpen. En wat volwassenen kunnen pres toeren, een blik in de catalogi van de wel op 60 verschillende plaatsen gehou den locale of provinciale Huisvljjt-ten- toonstellingen doet ons reeds vaag een voorstelling vormen van de groote ver scheidenheid van voorwerpen, die jaar lijks door een groot aantal mannen en vrouwen vervaardigd wordt, deels uit zucht om de ledigheid van zich te weren, deels uit zucht om uit te beelden, wat er leeft in hunne fantasie. Hun zij deelneming aan de Nationale Tentoonstelling aanbevolenDaar kan men het werk ook van anderen zien, daar kan men vergelijken, daar leert men 't terrein, waarop men zich be weegt, verkennen, daar krijgt men ge legenheid eigen fouten en tekortkomin gen op te merken, daar kan men aan schouwen, wat een mensch met geringe hulpmiddelen kan vervaardigen. Zend de voorwerpen, die ge vervaardigd of reeds vroeger vervaardigd hebt, in, wend u daartoe tot den Heer E. W. KL1JBERG PERNOT, Industrieel, Waalwijk, en alle inlichtingen, die ge wenscht, zul len u verstrekt worden. Om de kosten behoeft men 't niet te laten, die zijn nihil of bijna nihil. Komt, laat de plaats uwer inwoning op de Tentoonstelling een goed figuur makenveel is reeds toegezegd, maar nog moer, nog veel meer moet daaraan worden toegevoegd. Wilt dan de Huisvlijt bevorderen, door haar zelf te beoefenen, door de Huisvlijt-voorwerpen aan anderen tot leering en tot voorbeeld te doen strekken, door den lust er voor bij uw huisge- nooten op te wekken en moge het zijn daardoor uw huiselijk leven te veraangenamen. IStaitenland. Te Oldenburg heeft een jonge werk man 's nachts met een groote bijl zijn vader, zijne moeder en zijn oudsten broer vermoord. Volgens zijn zeggen, hebben twee kameraads hem bij zijn misdrijf geholpen. Het schijnt om diefstal te doen zijn geweest, want denzelfden dag had hij ook een tante van hem be stolen. Naar de Times d.d. 22 dezer uit Calcutta verneemt, is de Dalai Lama met verscheiden Tibetaansche notabelen uit Tibet de Britsch-Indische grens o /ergevlucht. Dit is een gevolg van het binnen trekken in Tibet door Chineesche troe pen, die de kloosters plunderen. Volgens een later bericht zijn er in Calcutta twee Tibetaansche afgezanten aangekomen, die mededeelden, dat de Chineezen kloosters plunderden en tal van Lama's (Boeddhistische geestelijken) in Oostelijk Tibet hebben vermoord. De afgezanten trachtten den Onder koning ertoe te bewegen, dat de Britsch- Indische regeering zou tusschen beiden komen. Ook hebben zij zich telegrafisch ge wend tot den Keizer van China, :maar op dat telegram was geen antwoord ontvangen. Te Patton, een klein mijnwerkers- stadje in Pennsylvanië, is dezer dagen weer een rake kinematograaframp ge beurd. Eigenlijk is het niet billijk hier te spreken van een „kinematograaf ramp, want de aanleiding tot het ge beurde was niet gelegen in een brand door de kinematograaf zelf ontstaan maar er werd „brand" geroepen en toen stoof het auditorium, uit een 500 per sonen, o. w. vele kinderen, bestaande, naar de uitgangen. Daarbij brak de vloer, en de meeste vluchtenden vielen in een kelder. Inmiddels waren in de paniek een paar kachels omgetrapt en was er werkelijk brand ontstaan. De brandweer kwam er aan te pas en nu werd het gebouw bespoten, waarbij de menschen in den kelder bijna verdron ken. Daar het dien dag fel-koud was, moest het lijden der slachtoffers wel vreeselijk zijn. Zonderling genoeg is bij deze ramp niemand omgekomen; wel zijn er een aantal doodelijk gekwetsten. Men zal zich herinneren, dat eenigen tijd geledeü te Goppenstein en Brig een geheim genootschap ontdekt is, waar van men vermoedde dat het tot de Maffia in betrekking stond. Tal van Italianen, die in de zaak betrokken waren, verlieten het land, nadat andere van hun landgenooten in hechtenis ge nomen waren. Het gerechtelijke onder zoek is nu afgeloopen en heeft aan het licht gebracht, dat er werkelijk een ge heime vereeniging bestond. De leden, uitsluitend Italianen, lieten zich door hun landslieden sommen gelds betalen, tot 40 frs. toe, onder bedreiging dat zij hun anders het gezicht zouden ker ven. Een vrouw, die niet wilde opdok ken, had werkelijk met een scheermes een jaap over het gezicht gekregen. Acht van de in hechtenis genomen Italianen zijn over de Zwitsersche grens gebracht, een negende zal binnenkort terecht staan. zeide zij in den loop van het gesprek, zachter dan zij gewoon was te spreken, „maar denk er aan, kind, oude heeren hebben zoo hun eigenaardighedengij moet niet denken, dat uw vader u niet liefheeft, als hij goedvindt dat gij bij ons blijft. Het schijnt u, en anderen misschien ook wel, hard en ruw toe, maar gij moet de reden in zijn zwaar beproefd leven zoeken, in de totaal vreugdelooze afzondering, waarin hij steeds verkeerde; misschien stemt de tijd hem eenigszins vriendelijker." Wie had in deze woorden de zoo scherp oordeelende vrouw weder herkend, die nu alle moeite deed om het gedrag van den vader in het gunstigste licht te plaatsen tegenover zijn kind. „Groet uw vader van mij," rie zij haar nog achterna, toen het jonge meisje reeds bij de deur stond. Frieda was blijkbaar in een allerslechts humeur; zij lag achterover in het rijtuig, dicht in haar pelsmantel gehuld en sprak geen woord. Eindelijk opende zij een sier lijk geldtaschje en schudde den inhoud uit in haar fijn batisten zakdoek. „Het is nog niet genoeg, Moritz," zeide zij toen, terwijl zij met de geldstukken speelde; „de rekening bij Diewendt moet gij zelf afdoenik laat het vandaag opschrij ven." Zonder iets te zeggen haalde hij zijn portefeuille te voorschijn en reikte haar een paar bankbiljetten toe. Zij nam het papier aan en borg het met het andere geld in haar taschje. „Moritz, mag ik die kleine étagère voor mijn salon koopen?" vroeg zij en keek hem smeekend aan met haar donkere oogen. Hij wendde verdrietig het hoofd naar haar toe, maar de knorrige trek verdween als met een too verslag van zijn gezicht, toen hij in het wonderschoone gelaat zijner vrouw zag, dat zoo verleidelijk lachend van onder het sierlijke zwarte bontmutsje hem aankeek. „Wat hecht gij toch aan zulke lorren zeide hij. „Maar mijnentwege, evenwel, wij zullen haast verkooping moeten houden, zooveel van die dingen hebt gij al! Zeg eens, wat kost dat ding?', O, het is zoo erg nietmisschien een honderd mark, Moritz." Hij zweeg en Elze wist evenmin iets te zeggen tot het rijtuig voor de woning van den majoor stilhield en het meisje uit stapte. Weder liep zij door de morsige gang de scbeeve trappen op; aarzelend stond zij voor de deur van baar vaders kamer en trad toen eerst de kleine keuken binnen. De oude vrouw Siethman had juist een paar wijnglazen op een presenteerblad ge- j zet, en haar bevende handen deden nu alle mogelijke moeite om een flesch rijnwijn te ontkurken. „Geef maar hier, Dore," zeide het meisje lachend, „ik bezit meer kracht." „Heer in den hemel," riep het oude mensch verheugd uit „Elsje, freule Elze En wat zijt gij groot geworden! Ik heb 't al gezegd en daar hebt gij het nu! Tien jaren lang hebben wij geen gasten gehad en nu komen zij zoo eensklaps voor den dag uit alle hoeken en gaten." Elze zette de ontkurkte flesch op het presenteerblad. „Dore, met wie spreekt papa daar bin nen? Ik zou hem niet gaarne storen." „Raad eens!" riep de oude vrouw glim lachend en deed een schoon boezelaar voor. „Nu, nieuwsgierig zijt gij ook al, Elze, dat zie ik aan uw gezicht, zoo nieuwsgierig als uw moeder was," zij kwam dicht bij Te Toulon hebben onbekend geble ven personen den schildwacht voor het kruithuis bij een der forten met revol vers aangevallen. De wacht kwam in het geweer en dreef de aanvallers op de vlucht. Het bleek dat zij een deur van het kruithuis opengebroken hadden. Het eerste Boeddhistenklooster in Europa. Het Italiaansche tijdschrift Coenobium, dat te Lugano verschijnt, deelt mede, dat de Boeddhistische mon nik Rhikkoe van plan is het eerste Boeddhistenklooster in Europa te stich ten. Het klooster zal komen te staan op een lief plekj6 in het bosch bij Paz in het gebergte van Novaggio. Acht monniken zijn reeds bestemd om het klooster te betrekken, onder wie een Hollander. De Boeddhisten schijnen er op te rekenen spoedig meer aanhangers te zullen vinden. De isaar is niet langer een geVangènè schrift de Petersburgsche correspon dent van de Daily Mail bijna eiken dag zien zijn onderdanen hem nu zon der geleide door de straten rijden, en de gebruikelijke voorzorgen voor zijn veiligheid blijven achterwege. Dezer dagen wandelde hij op de Newakade, vroolijk pratende met een officier. La ter is hij uit winkelen gegaan zonder dat men hem herkende. In een kinematograaftent te Madels- heim in de Palts zijn Maandag een paar films in brand geraakt, wat de zaal in opschudding bracht. In het gedrang zijn vele kinderen in zwijm gevallen en gekwetst, sommigen liepen gevaar te stikken. Volgens een telegram uit Konstanti- nopel is daar prins Abdoer Rachim, zoon van Abdoel Hamid, en drie doch ters van dezen aangekomen, in gezel- het meisje staan en fluisterde nu, „het is de Bennewitzer! Ik herkende hem vol strekt niet meer. Maar daar komt op eens een deftig in het zwart gekleed heer en vraagt naar zijn neef, mijnheer de majoor. Had ik hem eerst bij u papa aangediend, dan zou hij hem zeker niet onvangen heb ben; maar, verbouwereerd als ik was, deed ik dadelijk de kamerdeur open en flap, daar zaten zij bij elkander. Laten zij elkaar nu maar bijten; ik denk uw schade zal het wel niet zijn,N want, niet waar, gij weet 't immers, die twee leefden tot nu toe met elkaar als hond en kat, wegens de erfenis! En nu maar wilt gij zelf den wijn niet binnen brengen, Elze?" „Heeft papa wijn verlangd?" vroeg het meisje. „Ei wat! aan zoo iets denkt hij volstrekt niet," antwoordde vrouw Siethman schou derophalend, „maar mij dunkt, als uw papa op die wijze familiebezoek krijgt, dan dient men toch ook te toonen, dat men weet hoe het behoort." Op dit oogenblik klonk de stem van den majoor zoo luid en toornig tot in de keu ken door, dat vrouw Siethman, die het meisje het blad wilde overgeven, dit ver schrikt weder nederzette. „O, Heer, Elze, wat is hij weer booël stamelde zij, en inderdaad bereikten nu uit roepen, blijk gevend van den hoogsten toorn het oor van het bevende meisje. In het volgend oogenblik was zij reeds de gang doorgesneld, had een deur geopend, en stond nu doodsbleek, maar zonder een spoor van verlegenheid in gelaat of houding, op den drempel van het vertrek. (Slot.) Naar het Duitsch VAN (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1