el Land van Heusden en Aileoa. de Langstraat en de Bommeierwaard. Een arm Meisje Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2930. Zaterdag 10 April1910 FEUILLETON. VAN ALTEN' VOOR siH Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Een onzer organen noemde onlangs het „zoeken van kleine fouteB" een zeer vervelende menschelijke hebbelijk heid. 't Staat vast dat wij, ons gan- sche leven door, ons dagelijks schuldig maken aan dingen die volstrekt niet als „kwaad" kunnen worden gebrand merkt, maar die toch beter achterwege waren gebleven, omdat zij een ander hinderen, of om jat zij gerekend worden niet tot de goede manieren te behoo- ren. Zeker kunnen wij veel doen om dat te voorkomen en sommigen onzer hebben 't daarin tot eene benijdens waardige hoogte gebracht. Evenwel wordt ook hieria de volmaaktheid door niemand onzer bereikt; maar juist om dat het woord „niemand" hier volko men op zijn plaats is, behoorde ook niemand zich die kleine tekortkomin gen aan te trekken, veel minder ande ren daarvan telkens een verwijt te ma ken en nog minder te „zoeken" of men ook iets ontdekken kan. Dat „zoeken" is een oneindige bron van moeilijkheden en verdriet, en bo vendien is het onverstandig, onbillijk en liefdeloos. Menig huiselijk geluk wordt er door verstoord. Het is in de hoogste mate onver standig, als het ware den eisch te stellen, dat een ander volmaakt zij. Echtgenoo- ten b.v., menschen welke tot de meest innige levensgemeenschap verbonden zijn en dagelijks met elkander omgaan, moeten noodzakelijk nu en dan kleine tekortkomingen en gebreken in elkander ontdekken, en juist omdat dit weder- keerig is, is het zoo onbillyk om er elkander een verwijt van te maken of zich het humeur er door te laten be derven. Ja zelfs een ongeluk vergeeft men elkaar niet. Het breken van een klein voorwerp, het mislukken van een toebereide spijs of drank, het wat later thuiskomen dan waarop gerekend was, het ontbreken van een knoopje aan een kleedingstuk, wordt als een zonde aangerekend en verstoort den huiselij- lijken vrede. Soms gaat het zóó ver, dat men het belachelijk zou kunnen noemen, indien het niet zoo diep treu rig ware en zoo geheel en al in strijd met de plichten die echtgenooten tegen over elkander hebben. Menschen, die niet licht tot een we zenlijk kwaad zullen vervallen, zien er niets in om telkens opmerkingen, aanmerkingen of verwijten te doen nooren, en zóó wordt „zoeken" een WILHELMINA HEIMBURG. 25) Weken waren voorbijgegaan; het zou lente wordenEr woei een vochtige, zoele wind en regen en zonneschijn wisselden elkander af. Overal gingen de knoppen van struiken en boomen open, in den tuin van het kasteel bloeiden op het grasperk de viooltjes in menigte en op het kerkhof, op het graf dat Elze behoorde, bloeiden de blauwe crocussen. Zij had juist een krans om het kruis gewonden, dat den naam der overledene droeg, want het was beden de sterfdag harer moeder en tevens haar eigen geboortedag. Een geruime poos zat zij op den steenen rand van het graf en hare handen schoven onwillekeurig de bladeren van den krans, terwijl haar oogen over kruizen en zerken heen in de ledige ruimte staarden. Haar leven was in den laatsten tijd een voortdurenden strijd geweest met zich zelf, met al de anderen, zij had niemand meer, die zij vertrouwen kon. Allen hadden tegen haar partij gekozen, zelfs Moritz. Zij voelde het, Moritz had iets tegen haar, hij ontweek haar zichtbaar en Frieda was tusschenbeide zoo erg onhartelijk. „Zij heeft nooit verdriet gehad in haar leven," zeide tante Ratenow, Frieda be doelend, „zij is een bedorven kind en dezul- gewoonte, maar een zeer leelijke ge woonte, een bron van ongenoegen en twist en menigmaal een oorzaak van onherstelbare verwijdering, waar vroe ger liefde woonde. Waken voor een onvoorzichtig woord of gebaar, strijden tegen die leelijke gewoonte, indien men zich deze reeds eigen heeft gemaakt, is dringend noodzakelijk en ook hoogst plichtmatig. Wij hebben nu het oog op echtge nooten, omdat deze het meest gevaar lnopen om tegenover elkander aan zulk een verkeerde gewoonte toe te geven maar de opmerking geldt natuurlijk in 't algemeen. Het geldt b.v. ook in sterke mate voor ouders en opvoeders, tegenover de kinderen die aan hunne zorgen zijn toevertrouwd, 't Is natuur lijk niet tegen te spreken dat het kind zijn natuur nog weinig in bedwang kan houden en zich daarom telkens schuldig maakr aan kleine overtredin gen van de wetten der orde en der welvoegelijkheid. Langzamerhand, door allerlei verstandige maatregelen en vooral door veel liefde, moet daarin schier ongemerkt verandering gebracht worden. Maar wanneer een kiud nooit goed kan doen, altijd met verwijten overladen en steeds tot in de minste bijzonderheden nagegaan wordt, dan zal het doel veel minder gemakkelijk bereikt worden en bovendien loopt men gevaar het karakter van het kind te veranderen en te bederven. Wanneer men een kind, dat een deur open laat staan, wat hard de kamer in stormt, met een scheurtje thuis komt of vuile handen heeft en honderd van die dingen, daarover vau den ochtend tot den avond hard valt, dan werkt dat in den regel verkeerdmaar wanneer men het nu en dan eens opzettelijk, ernstig en toch liefdevol de waarheid zegt en vooral in alles goed voorgaat, dan heeft men heel veel kans om zijn doel te bereiken. Een kind dat voortdurend aan alle mogelijke aanmerkingen bloot staat, ge voelt dat het onbillijk behandeld wordt de persoon die altijd aanmerkingen maakt daalt in zijn kinderlijke achting het wordt bang om iets te doen, schuch ter en in zich zelf gekeerdhet verliest zijn openhartigheid, de schoonste eigen schap van het kind, en de moeder zelfs verliest op den langen duur het vertrou wen en ten slotte de liefde van haar lieveling. Het spre kt wel van zelf, dat kin deren nu en dan moeten worden berispt en zelfs gestraft; bet spreekt van zelf dat hunne verkeerde neigingen moeten worden verbeterd en dat zij op de fouten die zij allen hebben, moeten worden gewezenmaar dat alles heeft niets te maken met vitzucht en het opzettelijk opzoeken van gebreken. Als wij berispen dan moot dat alleen dan geschieden, wanneer het werkelijk noodig schijnt, op een kalrnen toon en op liefderijke wijze. Dat zoeken en dat vitten op kleine fouten, doet nimmer goed en wanneer wij anders meenen, dan mis leiden wy ons zelf. We zouden den aangenamen en zui veren dampkring van ons huiselijk leven bederven, indien wij iedere fout en ieder gebrek maar steeds in het volle licht plaatsten. Het is te vreezen, dat onze eigene tekortkomingen daardoor ook des te eerder in het licht zouden treden. Wij moeteu niet altijd laken, maar veeleer, zonder te vleien, nu en dan eens prijzen wat te prijzen valt. Wij zien altijd gebreken. Waarom zien wij geen deugden en goede eigenschappen die er ook wel degelyk zijn. Dat is niet alleen noodig als het verbeteren van foutenmaar het staat ook vast dat, wanneer wij toonen lief te hebben, wij ook op wederliefde hebben te hopen en dat wij daardoor het beste wapen in handen hebben om te veranderen wat veranderd moet worden. Het is een stellige waarheid, dat men met, lof, die volstrekt niet behoeft te ontaarden in vleierij of onwaarheid, dikwijls vrij wat meer bereikt dan met blaam: en indien wij in de noodzake lijkheid verkeeren om iemand te berispen laat het ons dan niet aan tact ontbre ken en laten wij b.v. nimmer dienst boden of kinderen berispen in bijzijn van vreemden. Daardoor wekken wy slechts trots en stijfhoofdigheid op, ter wijl een zacht verwijt onder vier oogen vaak verwonderen doet. Toonen wij bij alles en tegenover allen, dat wij ons zelf in de macht heb ben en dat slechts liefde de drijfveer onzer handelingen is, dan zal alle3 wèl gaan. ken mag men hun nukken niet zoo hoog aanrekenen." Tante Lotte was onverwacht naar haar stift vertrokken. Op zekeren dag was zij uit de kamer van tante Ratenow met be- schreide oogen boven gekomen en had haar koffer gepakt. Haar gestrenge nicht had het namelijk dit jaar beter geoordeeld, dat Lotte in den zomer thuis bleef en haar gezegd thans reeds de voorgeschreven acht weken in het klooster te gaan doorbrengen. Ja, en wat tante Ratenow zeide dat moest gebeuren. IX. Frieda had bezoek van haar zuster Lili, een kleine brunette, niet zoo mooi als de jonge mevrouw, maar zij kon zoo hartelijk lachen en verstond nog beter dan Frieda de kunst om het geheele huis in rep en roer te brengen. Mevrouw Van Ratenow vond het gelukkig, dat zij met Annie Cramm vriendschap had gesloten; die twee vulden elkander aan. Tijdens het theeuur bevond Lili zich altijd bij mevrouw Van Ratenowzij hield zoo veel van oude dames en heerennooit zou zij op een jongen man verliefd kunnen worden. De mannen van ongeveer vijftig jarigen leeftijd bevielen haar het best en hoe interessant voor een jonge vrouw, om een ouden man te hebben 1 Het was allergrappigst, wanneer zij zoo iets vertelde, zelfs mevrouw Van Ratenow moest tegen wil en dank lachen. „Maar hij moet veel geld hebben, niet waar Lili?" „Natuurlijk, lieve tante, óf veel geld óf hij moet tenminste excellentie zijn, minister of generaal of zco iets." En de Bennewitzer kwam tegenwoordig IBuiteniaiid. Het Neue Wiener Tageblatt meldt, dat de boeren in het Zuiden van Oos tenrijk zoo bang zijn voor de nadering van Halley's staartster, dat de minister van onderwijs maatregelen heeft moeten nemen, om te verhinderen, dat zij tegen hun eigen belangen handelen en het slachtoffer van oplichters worden. De onderwijzers en priesters zijn uit- zoo dikwijls en tante Ratenow was meer dan ooit met hem ingenomen. En Frieda had altijd een vriendelijk lachje voor hem en Lili sloeg haar oogleden met de lange wimpers wel eens langzaam en zwaar op, als zij met hem sprak. Het geleek wel een wedren, wanneer zijn elegante equipage het voorplein opreed. Tante Rate now ging hem deftig tot aan den gang tegemoet. Frieda stond reeds mei Lili op de trap, en mijnheer Van Hegebach was waarlijk verlegen, of hij het liefelijk boudoir der jonge vrouw, dan wel de deftige kamer van tante Ratenow zou binnen gaan maar of hij zijn schreden rechts of links richtte, het geheele gezelschap volgde hem. Elze stond schijnbaar buiten dezen kring; toch wist zij zeker, dat zij steeds meer en meer naar het middelpunt gedreven werd. Altijd en altijd opnieuw trachtte zij ieder handbreed van het haar met geweld afge dwongen terrein te herwinnen; onbewust hingen hare oogen, alsof zij om medelijden smeekte, aan het gelaat harer tante; altijd en altijd opnieuw trok zich haar jeugdig hart terug voor den blik van twee donkere vrouwenoogen, maar altijd verloor zij de eene handbreed gronds na den ander. Dezen morgen had er een prachtig bou quet op de tafel gestaan in de kamer van tante Ratenow; een visitekaartje noemde den schenker; ook was er een brief van tante Lotte, die goede oude tante Lotte. Moritz had Elze de hand gedrukt en haar op haar verjaardag een fraai lederen schrijf map cadeau gegeven en de kinderen hadden haar juichend omhelsd. Lili en Frieda waren ook verschenen, en temidden van al die opgewondenheid om haar, voelde Elze zich zoo gedrukt. Van het kerkhof komend, had genoodigd, het domme volk in te lich ten aangaande de ongevaarlijkheid van den staart. Vele lieden in Oostenrijk, vooral on der het volk, gelooven, dat de wereld vergaan zal en verkoopen have en goed, om geld te maken, waarvan zij in den korten tijd, die hun naar hunne meening nog rest, zooveel mogelijk willen ge nieten. Donderdag werd uit Londen gemeld Het derde besluit om den duur van een parlement tot vijf jaar te beperken, is met 334 tegen 236 stemmen door het Lagerhuis aangenomen. Bij hel einde der vergadering van het Lagerhuis heeft Asquith heden, onder oorverdoovende toejuichingen der ministerieelen, medegedeeld, dat als het Hoogerhuis de politiek der vetobesluiten niet aanvaardt, de regee ring onmiddellijk met de kroon overleg zal plegen voor wat betreft de stappen die gedaan moeten worden ten einde te verzekeren dat die politiek wet wordt. Maar als de regeering zich niet in een positie vindt om dit te verzekeren, zal zij öf aftreden óf het parlement ont binden. Asquith zeide verder: In geen geval zullen wij ontbinding aanbevelen, dan onder zulke voorwaarden, dat daardoor zal verzekerd zijn, dat in het nieuwe parlement het oordeel des volks, als uitgesproken bij de verkiezing, in een wet zal worden belichaamd. Balfour zeide, dat in Asquith's me- dedeeling de onderhandelingen tusschen de regeering en de nationalisten hun hoogtepunt vinden en de betaalde prijs is de waardigheid van zijn ambt. Het Huis is verdaagd. Asquith's toespraak heeft iu het over volle Lagerhuis een groote beroering gewekt. Er blijkt uit, dat als het Hoo gerhuis de vetobesluiteD verwerpt, het geen het zoo goed als zeker zal doen, Asquith de waarborgen van den Koning zal vragen, en indien die waarborgen niet worden verleend zal Asquith af treden of het parlement ontbinden, maar hij zal alleen tot ontbinding over gaan als de Koning belooft de waar borgen te zullen verleenen, voor het geval de liberalen bij de verkiezing de overwinning behalen. Woensdagochtend is de spiksplinter nieuwe watertoren te Oschatz bij Leipzig ingevallen. Er is niets dan een puin hoop van over. Gelukkig waren er geen menschen in of omtrent. Het eerste bedrijf van de omwente ling in Griekenland is. zoo meldt de Atheensche correspondent van de Vos- sische Ztg., met de ontbinding van het militaire verbond geëindigd, het tweede bedrijf wordt nu voorbereid. De strijd zij een bezoek aan haar vader gebracht. De oude heer had beide ramen geopend, de courant lag voor hem op de tafel, zijn pijp was uitgegaan en op de tafel stond een half geledigd wijnglas. „Papa, zijt gij niet wel?" vroeg Elze. „O, jawel, kind! Alleen dat hoesten maar het is nu reeds veel beter. Gij kunt de vensters wel weder sluiten. Ik kan geen aandoening meer verdragen en de dag van hedenHij reikte haar de hand en hield een oogenblik haar fijn, smal handjein de zijne. „Trek de gordijnen ook dicht, de zon schijnt zoo fel, Elze; en dan misschien schenkt het u eenige vreugde dat kistje daar stond altijd bij uwe moeder op haar werktafeltje; daarin lagen ai de kleine jurk jes en mutsjes, die zij voor u naaide. Ik heb het altijd bewaard, Elze, neem het mede. Ziet gij, het was zoo aardig, als zij er voor zat; er was toch één lichtpunt in mijn leven. Op een dag als deze ziet ge, herin nert men zich dat alles weer. Eens was zij uitgegaan, tegen Kerstmis en toen zij later aan haar naaiwerk zat, zag zij mij met haar blauwe oogen zoo lachend aan en zeide: „Hegebach, ik heb bij den zadelmaker het prachtig hobbelpaard gezien."Ja, Elze, wanneer ik u een hobbelpaard had mogen koopen, dan was alles geheel anders geweest." Het meisje boog het hoofd, altijd int oude lied! „En dan, kind", hij schoof haar het mahoniehouten kistje met het zilveren plaatje en de naamletters harer overleden moeder er op toe, „dan ik heb mijn vervolging tegen den Bennewitzer ingesteld, teruggetrokken." „Papa 1" Dit woord klonk als een uitroep van schrik. van allen tegen allen is nu opnieuw begonnen. Onder het officierencorps staan de radikale elementen tegenover de reactionaire, onder de politici streven de nieuw opkomende groepen naar de vernietiging van de oude personen-par tijen, de uiterste pers richt zich tot het volk, van hetwelk zij de redding van den staat verwacht, en de gema tigde pers zoekt heil bij den koning, die zich volgens haar aan het hoofd van de hervormingsbeweging moet stellen. De leden van het ontbonden officie- renverbond beklagen zich, dat het ver bond schipbreuk geleden heeft, omdat liet volk werkeloos is gebleven, en het volk beschuldigt van zijn kant het ver bond, dat het den steen aan het rollen gebracht, maar het werk niet voltooid heeft. Dezelfde verschillen van meening bestaan tusschen de politici en de pers, die elkander verwijten, het volk op dwaalwegen gebracht te hebben. De regeering tracht de vrijheid van drukpers te onderdrukken. In Athene en in de provincie neemt de strooming om de Nationale Vergadering in een Constituante te veranderen, toe. Onder zulke omstandigheden kunnen zich licht onverwachte gebeurtenissen voordoen. Volgens een bericht van de Akro- polis, hebben reactionaire officieren zich aaneengesloten, om de uitvoering van alle door de laatste kamer aangenomen hervormingswetten, zoo noodig met ge weld, te verhinderen. Het ministerie van oorlog, dat daar den wind van heeft gekregen, heeft dadelijk voorzorgs maatregelen genomen. Bij de aankomst van het stoomschip Philadelphia te Cherbourg is een van de reizigers, Francesco di Feo, een New- yorksch bankier, ijlings naar den com missaris van politie geloopen, om zijne bescherming in te roepen. De bankier, die te Vulturara Soprine, in Italië, ge boren is, verhaalde hem, dat hij eenige dagen voor zijn vertrek naar Europa een brief van een lid van de Zwarte Hand had ontvangen, met de mededee- ling, dat zijne dagen geteld waren. Hij nam daarop aan boord van de Phila delphia de vlucht naar Europa. Maar ook aan boord van dat schip volgden twee mannen hem onophou le lijk en bespieden al zijne bewegingen. De laatste dagen had hij zich daarom in zijn hut opgesloten. Aan den com missaris te Cherbourg liet hij den door hem ontvangen brief zien. De politie stelt nu een on ierzoek in. Uit New-York wordt bericht: Met de nieuwste locomotief, die nu voorden Athison and Santa Fé spoorweg gebouwd is, hebben de Amerikaaneche ingenieurs een meesterstuk voltooid, „Ja, kind, moest ik niet? Gij hebt mij dikwijls genoeg gezegd, dat ik niet in mijn recht was." „Ja, papa, vergeef mij Zij zeide dit bijna wanhopig. „En nu wil hij zich met mij verzoenen, Elze; het zou een verrassing voor u zijn, kind; zij willen mij heden met het rijtuig laten halen; wij zullen gezamenlijk op het kasteel dineeren, maar ik weet nog niet, of ik wel gaan zal, Elzeik kan geen aan doeningen meer verdragen, en ziet gij, het valt mij volstrekt niet zoo licht; ik weet wel, dat ik het doen moet om uwentwil, maar „Papa, om Godswil, niet om mij 1" smeekte het meisje, terwijl zij doodsbleek werd. „Wie heeft u dat gezegd?" „Tante Ratenow, kind, en zy heeft gelijk, ja, zij heeft gelijk!" Elze sprong van den stoel op. Zij trachtte te spreken. „Wees niet boos, Elze, dat ik het ver raden heb ik ben toch ook weder zoo blijde er om. Ziet gij, kind, het is een vreeselijk gevoel voor een v ider, wanneer hij zijn kind in de wereld achter moet laten zonder eenig vermogen." „Lieve, lieve papa!" riep zij en haar bleek gelaat boog zich tot hem over, „ik ken geen vrees, zeker niet, gij leeft nog, zult nog lang leven en ik mag bij u blijven? Met die bede kwam ik tot u, papa" „Maak mij niet zoo van streek, Elze! Dat alles heeft mij zoo ontroerd en vrouw Sieth- man is zoo brommerig en maakt zooveel lawaai, ik Hij stiet plotseling een ge kreun uit en greep naar zijn borst. Naar het Duitsch VA N (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1