üet Land van lleusdcn en Altena, de Langstraat en de Kommelerwaard. Successierecht. De Stei n te Bloed Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2053. Woensdag 15 Juni FEUILLETON. ÏOIO. UWD VAN ALT^ VOOR Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7 7, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Een vrij uitgebreid verglag is ver schenen van het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer, nopens het wets ontwerp, houdende nadere regeling van de rechten van successie en van over gang bij overlijden. Verscheidene leden verklaarden tegen de voorgestelde wijziging der successie belasting in de eerste plaats bezwaar te hebben, omdat het voor het aller minst vast stond, dat op hetoogenblik aan duurzame versterking der inkomsten behoefte bestaat. Men wees in verband met die meening er o.a. op, dat de minister zelf in de Eerste Kamer ver klaarde, waarschijnlijk een te kort op den gewonen dienst zal kunnen ver meden worden, voorts dat de crisis die gedurende eenige jaren de opbrengst der middelen zoo zwaar heeft gedrukt, voorbij is, al mogen in de laatste weken abnormale toestanden op de geldmarkt hier te lande hebben geheerscht. Al vorens kan worden beoordeeld of on danks de regelmatige en niet onbelang rijke stijging in de opbrengst der be lastingen, welke voor de laatste toe komst met grond schijnt te mogen ver wacht, duurzame versterking der mid delen onontbeerlijk is, dient de loop van zaken, althans voor dit dienstjaar te worden afgewacht. Zulks te eer, wijl men nog in het onzekere verkeert omtrent den invloed dien de in den laatsten tijd gevoteerde nieuwe midde len, althans de verhooging van den drankaccijns, op de totaalopbrengst der belastingen zullen hebben. Voorts ver klaarden eenige leden dat zij voor be strijding van de kosten der sociale ver zekering de opbrengst eener verhoogde successiebelasting niet wenschten te bestemmen. Van verschillende zijden werden ver der principieele bedenkingen tegen ver hooging van het successierecht in het midden gebracht. Verscheidene leden verklaarden zeer te betreuren de zwenking van den minister naar de belasting-politiek der linkerzijde. Immers het aanhangig voor stel, het beginsel van progressie ook in rechte lijn invoerende, verhoogt voor vele verkrijgingen in de rechte lijn de belasting wel degelijk, zelfs vrij veel. Daarmede gaat de minister in de rich ting der vrijzinnig democratische partij. THEO VON BLANKENSEE. I. (1 Het was een ijskoude Februarinacht, en het vroor hard. Er bevond zich niemand op straat, want er heerschte een dikke mist, zooals men slechts zelden in Londen heeft. De lucht had dat doffe, wat men het best kan vergelijken met het glimmen der sneeuw, terwijl een benauwde, vochtige atmosfeer den nachtelijken wandelaar haast den adem benamuit de in den mist gehulde lantaarns vielen grauwe lichtstrepen op de trottoirs, maar de gasvlammen konden door de vale schemering moeilijk doordringen. Hier en daar zag men enkele schaduwen als wan delende silhouetten in den nacht met haast verdwijnen. In de verte dreunden dof en zwaar de slagen der klokken van Onze Lieve Vrouwe kerk, die in den mist verloren gaande, verkondigden dat het drie uur in den morgen was. In het café Stephanie brandden nog een paar gaspitten. De geeuwende kellners waren reeds bezig de stoelen op de marmeren tafels te zetten, weldra ging er weer een gaspit uit, en het werd schemerdonker in dezelfde zaal, waar enkele uren te voren nog zooveel drukte geheerscht had. De „Jan" met zijn „volle maan" en zijn mooien langen haard, dien menigeen hem benijdde, ging naar het tafeltje naast het eerste raam in de Theresiastraat, waar de twee laatste gasten nog in een druk gesprek waren, en Verscheidene andere leden bestreden deze beschouwingen. Verschillende leden betreurden het, dat het westontwerp naast de verbete ringen, die het in de regeling der suc cessiebelasting beoogt te brengen, er niet toe strekt nog andere gebreken en leemten in die regeling weg te ne men en nieuwe beginselen daarin in te voeren. Zoo zouden o. a. verschei dene leden gaarne hebben gezien, dat bij dit wetsontwerp het successierecht werd uitgebreid tot hetgeen verkregen wordt door het overlijden van een inge zetene des rijks, a! komt die verkrijging niet uit den boedel van den overledene. Zij hadden hierbij bovenal het oog op uit keeringen ingevolge levensverzeke- ringscontracten. Voorts werd de wenschelykheid be toogd te volgen het stelsel van beta ling van het successierecht in een;ge jaarlijksche of halfjaar! ijksche termijnen. Ook werd betreurd, dat in onze suc cessiebelasting niet is opgenomen het beginsel, dat het te betalen percentage ook afnankelijk is van den leeftijd van den verkrijger. Verscheidene leden oordeelden voor verkrijgingen van lijfrenten, vruchtge bruik, blooten eigendom en eigendom, met periodieke uitkeeringen belast, een andere regeling van de wijze van be taling der belasting zeer noodzakelijk, n.l. een in termynen. Eenige leden oordeelden voorts, dat bij deze gelegenheid een andere rege ling betreffende de gerechtelyke waar deering van bij legaat of erfenis verkre gen onroerende zaken behoorde te wor den ingevoerd. Verschillende leden drongen aan op het wegnemen van misbfuiken, die bij de schatting van roerende goederen uit nalatenschappen voortkomen. Thans wordt die schatting overgelaten aan de erfgenamen zelf. Bedoelde leden vroegen of het geen aanbeveling zou verdienen in elk kanton een of meer deskundige schatters aan te stellen wier tusschen- komst bij de schatting van roerende goederen verplicht zou worden gesteld. Wat betreft de verkrijging van lijf rente, vruchtgebruik, blooten eigendom en eigendom met periodieke uitkeerin gen belast, werd voorts nog de wensch geuit, dat verbetering zou worden ge bracht in de geheel verouderde bepalin gen omtrent de waardeberekening van dergelijke verkrijgingen. Men meende dat bet aanbeveling zou verdienen de zoodoende niet er op gelet hadden, dat het personeel bezig was alles voor de sluiting in orde te brengen. Hij behoefde niets te zeggen; de twee begrepen zijn bedoeling en betaalden, hij hielp hun daarna hun jassen aandoen en liet hen onder de beleefdste buigingen de deur uit. Toen klonk het door de groote zaal met een zware stem: sluiten. De twee nachtbrakers zetten op straat gekomen hun kragen op en gingen lang zaam door de Theresiastraat naar de Barer- straat. De een was een groote, zwaar ge bouwde man met een groote, bruine snor, de andere was blond en had ook een blonden baard. „Ik ben bijna thuis," zeide de eerste, „maar ik wil gaarne nog een eindje met je medegaan, daar wij nog lang niet uitge praat zijn." „Neen, neen Simon, dank je vriendelijk" hernam de andere. „Wij hebben dezen nacht nu genoeg over dit onderwerp ge sproken; ik ben moe en verlang naar bed." „Nou, jij misschien! maar ik ben nog zoo frisch als een hoentje!" antwoordde Simon Mandl, een jonge man van ongeveer dertig jaren, die, daar hij zeer vermogend was, zich voor alles interesseerde, doch er maar niet toe komen kon een bepaald beroep te kiezen, waaraan hij zich geheel en al met zijn niet te miskennen capaciteiten kon wijden. Zijn vriend Richard von Foster was sur numerair bij het bureau van politie en was als zoodanig met zijn vriend in een levendig gesprek geraakt, zooals duidelijk bleek uit zijn antwoord: „En al praatten wij nu nog zoo lang, mijne meening zou daardoor niet veranderd worden. Men kan geen misdaad bewijzen, als de besliste factoren van verdenking niet aanwezig zijn." lijfrenten te belasten naar de contante waarde geschiedt volgens regelen, bij algemeenen maatregel van bestuur vast te stellen. Verschillende andere wenschen wer den nog geuit o.a. dat nu het succes sierecht wordt verhoogd, het belasting tarief voor schenkingen onder de leven den in evenredigheid zou worden ver hoogd. Eenige leden vestigden er de aandacht op, dat naarmate de belasting hooger is, het gevaar, dat meineeden worden afgelegd, grooter is te achten. In hunne oogen was dit een argument om bij verdere opvoering der belastingen niet langer een eed te vorderen. Gevraagd werden eenige gegevens omtrent: de buitenlandsche met name de Engelsche, Duitsche, Fransche en Belgische regeling o.a. van de percen tages, de totaalopbrengst en de opbrengst per hoofd van bevolking. Bij de artikelen gaf o.a. het nieuwe tarief, waarnaar de belasting zal worden geheven behalve tot de principieele op merkingen betreffende het stelsel van progressie, nog tot verschillende beschou wingen aanleiding. Bultenlaiui. Dezer dagen werd ontdekt, dat een jonge Brusselaar, Buissel, zich ten na- deele van een bank, waarbij hij slechts een maand werkzaam was, aan opzien bare oplichting had schuldig gemaakt. Buisset was naar New-York gevlucht, waar speurders hein in een hotel ont dekt hebben. Op het oogenblik, dat zij hem daar gevangen wilden nemen, haal de Buisset, zich verloren ziende, een revolver te voorschijn en schoot zioh dood. Het bedrag, waarvoor hij de bank te Brussel heeft opgelicht, door diefstal van stukken, die hij later te gelde maakte, beloopt één millioen, tweemaal honderdduizend frank. In zijn koffers is meer dan een half millioen terug gevonden. Buisset was drie-en-twintig jaar oud. De Engelsche avondbladen beoor- deelen over het geheel de benoeming van Sir Charles Hardinge tot onder koning van Britsch-Indië even gunstig. De ochtendbladen en de radicale pers zijn gereserveerd r in hun oordeel. De Star zegt, dat de benoeming van Hardinge een verbazende en drieste proefneming is; Hardinge is immers op politiek gebied een onbekende groot heid. Het blad hoopt, dat Hardinge het in Britsch-Indië beter zal maken dan Cromer in Egypte en Milner in Zuid- Afrika, maar de eenige waarborg hier voor bestaat daarin, dat een liberale regeering Hardinge heeft aangesteld. Nog onbekende daders hebben in vischvijvers te Parshagen, in de Rijn provincie, den geheelen voorraad forel len met vergif doodgemaakt. Er drijven ongeveer 10 centenaars doode visch op het water. Van verschillende kanten wordt ge meld, dat Hofrichter zijn vroegere be kentenis herroepen heeft. De krijgsraad veroordeelde hem, gelijk men weet, tot den strop. Doch dat vonnis wachtte nog op bevestiging van het militaire hooggerechtshof. De Wiener Allgemeine Zeitung zegt nu, dat de krijgsraad Hofrichter, Da diens herroeping, tot 20 jaren zware kerkerstraf heeft veroordeeld en dat het militaire hooggerechtshof dat vonnis reeds heeft bevestigd. De Daily Mail verneemt uit Saloniki: De beweging van de Turken tegen de Grieken wast gestadig en wordt sterk gevoed door de Jongturken. Op groote schaal worden in stad en land vrijwilli gers aangeworven. De Turksche politie maakt lijsten van de Grieksche bewoners, wier verbanning men verlangt. „Maar ik durf beweren, dat allereerst het gevoel of, zooals ge wilt het instinct, de stem van het bloed, den vermoedelijken dader kan aanwijzen, en eerst dan de ver denkingen kunnen toenemen. Ja, ik ga zelfs zoo ver en beweer, dat bijv. de familie van het slachtoffer, den moordenaar kan uit vinden, hoewel er volstrekt geen verdenking op dezen rust." Simon Mandl sprak erg opgewondenhet was een van zijn eigenaardigheden, dat hij een zaak, door hem te berde gebracht, met de taaiste volharding verdedigde; het was steeds zijn bedoeling te overtuigen. In de oogen van zijn vriend ging hij in zijn beweringen veel te ver, gelijk deze dan ook in zijn antwoord terdege deed uitkomen. „Dat zou toch al te lichtzinnig zijn, om op grond van zulke vage vermoedens, die door iederen persoonlijken invloed als haat of vijandschap tegen een derde gekoesterd kunnen 1 houden." tap kunnen worden, iemand voor schuldig te Mandl bleef staan, greep zijn vriend bij den bovensten knoop van zijn jas, en zeide hem daar bij vasthoudend: „Maar ik be weer, dat het even lichtzinnig is op grond van vermoedens, die evenzeer indien niet meer op dwalingen kunnen berusten, een schuldig uit te spreken." Von Forster gaf hierop glimlachend ten antwoord „Beste Simon, dit alles is nu toch nog geen reden, om ons aan den dikken mist bloot te stellen en zich een tikje van de influenza op den hals te halen. Laat ons doorloopen, je kunt toch ook al wandelende je meening ten beste geven!" De vriend lette eerst in het geheel niet op deze woorden. Daar nu Forster hem voortduwde, liet Mandl hem los en liep weer naast hem voort, in dezelfde opge wondenheid verder gesticuleerende Uit Milaan komt het bericht van een raadselachtigen moord. Eergisteren wa ren eenige personen op het meer van Como met een net aan het visschen. In het midden van het meer haalden zij tot hun groote ontsteltenis een koffer op, bij het bovenkomen waarvan het water zich rood kleurde. De koffer be vatte het lijk eener vijf-en-dertigjarige met eenige pakjes Engelsche brieven. Het lijk was gekleed en in een bloedig stuk linnen gewikkeld. Het had ver scheidene wonden aan het hoofd, die echter niet doodelijk kunnen geweest zijn, doch slechts een verdoovende wer king kunnen gehad hebben. Een voor- loopig onderzoek heeft vastgesteld dat het slachtoffer bedwelmd is geweest, maar levend in den koffer is gesloten. De vrouw heeft den dood gevonden door verstikking. De misdaad moet een viertal dagen geleden gebeurd zijn. De politie zoekt ijverig naar den begeleider der vrouw, die zich voor een Amerikaan uitgaf en zich Porter noemde. Deze man en de vermoorde vrouw waren sinds eenige weken in de buurt van het meer van Como. Nadat ze wegens een nachte lijken twist uit een hotel in Como gezet waren, hadden ze een villa in Moltrasio betrokken, waar zij zeer teruggetrokken „Dit instinct van het bloed heeft beslist hetzelfde recht, als het helaas bij de recht bank maar al te vaak toegepaste bewijs, dat de aanwijzing oplevert. Het komt er bovendien op aan, juist op grond van zulk een laat ik zeggen verdenking van het instinct naar andere bewijsgronden te zoeken en zoo tot een beslist resultaat te komen „Je zei daareven reeds „stem van het bloed". Wat bedoel je daar eigenlijk mede? Dat is een van je vele uitdrukkingen, die je zelf uitgevonden hebt." „Da's toch nog al duidelijk!" riep Simon Mandl verwonderd uit. „Dat is de stem, die door het bloed tot ons spreekt. Onwille keurig, maar met des te meer beslistheid. Bijv.: Hoe vaak gaat men niet in gedachten peinzend zijn weg, men kijkt naar rechts noch naar links. Eensklaps krijgt men een schok: de een of andere bekende groette. Men kent dikwerf zelfs den naam en men heeft toch niemand gezien. Men kijkt op en ziet juist den persoon, die zoo onver wachts ons voor den geest kwam, groetende voorbijgaan. Dat heeft toch wel eens ieder een gehad." „Dat ontken ik niet. Ik kan alleen maar niet begrijpen, hoe je dit feit op rechterlijk terrein toepassen wüt?" „Wat?" Simon Mandl zweeg in gedachten ver diept, als zocht hij naar een overtuigend voorbeeld. Von Forster ging ook zwijgend naast hem verder. Zij hadden de Barerstraat reeds ingeslagen, toen hij tot zijn peinzenden vriend zeide: „Je stuit hier op moeilijkheden. Je hebt toch misschien meer beweerd dan je kunt bewijzen." „Volstrekt niet!" gaf zijn vriend onmid dellijk daarop ten antwoord. leefden. Alle omstandigheden wijzen er op dat het paar niet getrouwd was. Later berichten melden, dat de ver moorde de actrice Mary Chatterton-Castle uit New York is. De politie brengt den moord in ver band met den nog onopgehelderdendood der Amerikaansche Stella Reid, wier lijk eenige weken geleden aan het strand van Napels aanspoelde. De brieven, die bij beide slachtoffers gevonden werden, zouden hetzelfde handschrift hebben. De Rus Ipsolatof in Moltrezie, die met het paar verkeerd had, is in hech tenis genomen. Vrijdagnacht is te Koostantinopel Achmet Sahim, de hoofdredacteur der Sedai Millet, vermoord. Dicht bij de Stamboelbrug werd er van achteren een welgemikt revolverschot op hem gelost. Denkelijk is 't hier een geval van een politieken moord. De Sedai Millet is een Grieksch-gezind orgaan der oppositie. Nog pas bevatte de cou rant een uiterst vriendelijk artikel over den bij de jong-Turken gehaten oud grootvizier Kiamil-pasja. Achmet Sahim was reeds herhaaldelijk bedreigd met wraak maatregelen als hij zijn aanvallen op het comité van eenheid en vooruit gang niet staakte, maar hij stoorde zich er niet aan. De thans gepleegde moord herinnert aan dien op den hoofdredacteur der Serbesti op den befaamden 13 April van liet vorige jaar, toen de reactie trjdelijk zegevierde. Blijkens nadere berichten heeft Ach met Sahim een brief achtergelaten, waarin hij melding maakt van de tot hem gerichte bedreigingen. De politie verlangde van de familie de afgifte van het lijk. Daar deze ge weigerd werd, nam de politie het met geweld. Op Keizerlijk bevel is het lijk gebracht naar de moskee van Sultan Mohammed. Een en ander geschiedde ter voorkoming van ongeregeldheden zooals zich indertijd bij de begrafenis van den hoofdredacteur der Serbesti voordeden. De Sedai Millet heeft opgehouden te verschijnen. In het Ahrdal zijn groote overstroo mingen, ten gevolge van wolkbreuken. De dienst op den spoorweg door het Ahrdal is gestaakt. Tusschen Neuenahr en Remagen is het één groot meer. De spoordijken aan den bovenloop van de Ahr zijn weggeslagen, de telegraaf en de telefoon vernield. De oogst heeft groote schade geleden, ook aan huizen en vee is het verlies groot. Er zijn troepen te hulp gezonden. „Ik voor mij zie de feiten klaar en dui delijk voor mij, maar ik kan je ze nog niet zoo overtuigend en nauwkeurig voorstellen, dat er niets meer tegen ingebracht kan worden. En dit moet toch alleen de be doeling zijn!" Von Forster trok onverschillig zijn schou ders op en hernam op een slaperigen toon „Eigenlijk moest je maar van dat bewijs afzien. Wat mij betreft, ik zou je beschou wingen nooit in praktijk durven brengen. Zelfs de geslependste rechter zal op zulke vermoedens geen overtuigende bewijsvoe ringen bouwen." „Natuurlijk!" gai Mandl hierop scherp ten antwoord. „De oude bekende geschie denis! Niemand heeft het gedaan! En nu mag van zelf niemand er mede beginnen. Wat kunnen jullie allemaal, die je rechter noemt, nog slecht een oordeel vellen over schuldig of onschuldig. Let er maar eens op, hoe jullie overdrijft. Ik beweer, dat jullie meer ten onrechte veroordeelt, dan je ooit kunt verantwoorden." „Waarde Simon!" viel Forster hem lachend in de rede, „je bekende uitdrukking: „ik beweer," heb ik nu al zoo vaak gehoord, maar daarmede wordt niet het minste be wezen. Niet beweren, neen bewijzen! Daar zit het 'm." „Maar dat is onmogelijk! Dan moet er toch een geval aanwezig zijn, dat een be wijsvoering mogelijk maakt. Misschien kom ik nog wel eens in deze omstandigheid, dan zal ik meer spreken!" „Ik hoop ook op later!" gaf Forster ten bescheid. „Voor vandaag is het nu wel genoeg, dunkt mij „Vooreerst jal" zei Mandl evenzoo. DOOR (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1