Hel Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Het BBismagstiit
De Stem van liet Bloei
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 2960Zaterdag 9 Juli
FEUILLETON.
1910.
4:
"X'-iL
xfrïJ-
t -
-f
1 - J
- t&M
lm
LAND VAN ALT^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote lefters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Door een recent arrest van den Hoo-
gen Raad zal zonder twijfel eerlang
een eind worden gemaakt aan een toe
stand, die jarenlang tot ergernis is
geweest van velen. Bij de behandeling
van straf- en civiele zaken door den
rechter wordt van de getuigen volgens
art. 161 Wetboek van Strafvordering
op de wijze hunner godsdienstige ge
zindheid een eed gevergd, waarvan
alleen zijn vrijgesteld de Doopsgezinden,
die op grond van hun leer het afleggen
van een eed ongeoorloofd achten, en
daarom kunnen volstaan met de belofte
te zullen zeggen „de waarheid en niets
dan de waarheid".
Die niet behooren tot eenig kerkge
nootschap, en in het algemeen zij die
gemoedsbezwaren aanvoeren, worden tot
nu toe, wanneer zij den eed weigeren,
op grond van art. 192 Wetboek van
Strafrecht vervolgd.
Dat dit tegen de rechtsovertuiging
van ons volks streed, behoeft geen be
toog voor hem die zich herinnert hoe
talloos veel protesten daartegen zijn
geuit. En inderdaad, het is zeer vreemd
en zelfs absurd, een atheïst zijn ver
klaring onder eede te doen bevestigen
onder aanroeping van Gods naam. En
stuitend is het een religieus tnensch te
dwingen den naam zijns Heeren te
gebruiken in zoo luttele zaakjes als
soms voor den rechter komen, het tap
pen van sterken drank, het overtreden
van politieverordeningen, 't ontduiken
van hondenbelasting e. d. Laatst wei
gerde een heilssoldaat in zoo'n zaakje
den eed af te leggen omdat hij Gods
naam niet ijdel wilde gebruiken. Hij
is toen eenigen tijd gegijzeld en heeft
daarna onder protest den eed afgelegd.
Die misstand kan niet langer worden
bestendigd.
De Hooge Raad heeft nu bekrachtigd
een arrest, waarbij een eedsweigeraar,
als overtuigd atheïst, niet behoorende
tot eenig kerkgenootschap, door het
Gerechtshof te Amsterdam van rechts
vervolging was ontslagen. In hoogste
instantie is daai mede uitgemaakt dat in
dit geval de eedsweigering geen straf
baar feit uitmaakte.
De Hooge Raad ging bij deze be
slissing uit van art. 62 der grondwet
van 1814, voorschrijvende dat de leden
der Staten-Generaal bij het aanvaarden
hunner functies ieder op de wijze zijner
godsdienstige gezindheid" zouden afleg
gen den volgenden eed: „Ik zweer
THEO VON BLANKENSEE.
8)
Malchus floot tusschen de tanden.
„Er schijnt dus toch iets aanwezig te zijn.
Kun je ook zeggen, hoe die onbekende er
uitzag?"
„Neen, mijnheer, dat kan ik niet!" gaf
Loder ten antwoord. „Ik weet alleen maar,
dat het een groote kerel was. Ik heb er
ook niet verder over nagedacht."
„Ik hoop zeer, dat wij dezen onbekende
te pakken mogen krijgen. Je gelooft toch ook
dat hij den moord bedreven heeft, is 't niet?"
„Dat kan ik niet zeggen."
„Nou, da's toch nog al duidelijk. Je hebt
hem er uit zien komen. Toen jij aan het
huis kwam stond de deur open, en op de
trap lag een mes, dat jij hebt medegeno
men. Dat mes zat nog vol met bloed."
Loder Thomas kreeg bij het hooren dezer
woorden een aschgrauwe kleur, en in zijn
ontroering vant oogenblik riep hij haastig uit:
„Dat is toch niet mogelijk?"
„Zeker! Waarom zou dat niet mogelijk
zijn?" vroeg Malchus.
„Omdat, omdat ik niets gezien heb
stamelde Loder. „Ik heb niets gezien!"
„Dat is wel mogelijk! Het zal tamelijk
donker geweest zijn, en zoo zul je wel niets
gezien hebben. Nu twijfel je zeker ook niet
meer, of de onbekende, dien je tegen 12 uur
gezien hebt, is de moordenaar geweest."
(belove) enz zoo waarljjk helpe
mij God almachtig".
Onder gezindheid" kan hier niet
anders worden verstaan dan gezindte
of kerkgenootschap (en niet: indivu-
dueele opvatting) gelijk overtuigend
blijkt uit andere artikelen der Grondwet
waarin over toelagen aan „gezindheden"
wordt gehandeld.
En als historisch vaststaande mag
worden aangenomen dat de invoeging
der woorden „naar de wijze zijner
godsdienstige gezindheid" en „(belove)"
welke in het ontwerp van Van Hogen-
dorp nog niet voorkomen, geschiedde
om tegemoet te komen aan de bezwaren
der Doopsgezinden, die alleen niet met
name zijn genoemd omdat men de vrij
heid, hun toegestaan, niet wilde ont
houden aan mogelijke andere kerkge
nootschappen, wier leer op dit punt
met die der Doopsgezinden overeen
kwam.
Nu vordert hetzelfde Grondwetsar
tikel dat de eed of belofte zal worden
afgelegd „in overeenstemming met de
bij verschillende Kerkgenootschappen
op dit punt geldende voorschriften of
bestaande gebruiken", en de Hooge
Raai heeft volkomen logisch dezen
maatstaf ook gebruikt bij de beoor
deeling van art. 161, Wetboek van
Strafvordering.
Ieder getuige heeft zich diensvolgens
te richten naar de regelen of gebruiken
bij zijn kerkgenootschap bestaande. En
daar in de zaak, waarom het hier ging,
de bchlaagde tot geenerlei kerkgenoot
schap behoorde, kon hij niet worden
veroordeeld op de dagvaarding, wijl
niet vaststond dat de wijze van eeds
aflegging, daarin omschreven, voor hem
verplichtend was.
leggen, voor hen toch rept de wet
daarvan niet.
Zoo is dan door deze uitspraak de
onbruikbaarheid der tegenwoordige wet
op 't scherpst aangetoond en de Re
geering overweegt, naar uit een ant
woord op een vraag van den heer
Roessingh in de Tweede Kamer is ge
bleken, wat haar te doen staat. Zij zal
stellig moeten komen met een wets
wijziging.
De maatschappelijke ontwikkeling en
het rechtsgevoel vau ons volk verlangen
dat deze wijziging de beteekenis hebbe
van eerbiediging van ieders individueele
ov( i tuiging.
Van allen die niet tot een kerkge-
j nootschap behooren 't welk bepaalde
I gebruiken of vormen voorschrijft, worde
alleen gevorderd de beloftede waar
heid en niets dan de waarheid te zul
len zeggen.
Persoonlijk zouden wij er voor zijn,
steeds eed of belofte facultatief te stellen,
op dat werkelijk religieuze menschen
niet kunnen worden gedwongen over
allerlei kleine zaakjes Gods naam aan
te roepen.
Dat de wetgever zoover zal gaan,
geloven we nochtans niethij zal er
zich wel toe bepalen om behalve de
Doopsgezinden ook hen, die niet tot
een kerkgenootschap behooren, van den
eed vrij te stellen. Doch ook daarmede
zullen reeds duizenden Nederlanders
gebaat zijn.
Door dit arrest zijn een niet gering
aantal Nederlaniers immers allen
die niet tot een Kerkgenootschap be
hooren in staat, zich te onttrekken
aan de verplichting om in rechte ge
tuigenis der waarheid af te leggen. En
van hen die dit niet doen en tóch den
eed afleggen, is het twijfelachtig ge
worden of zij als getuigen kunnen
worden toegelaten, en evenzeer of zij
bij onware verklaring kunnen worden
vervolgd wegens meineed.
Immers de eed, door hen afgelegd,
is niet een eed „naar de wijze hunner
godsdienstige gezindheid", omdat zij tot
geen gezindheid kerkgenootschap)
behooren. Feitelijk kunnen dus al dezen
geen eed in den wettelijken zin meer
zweren, en evenmin een belofte af-
„Dan zal hij het wel zijn, mijnheer."
„Dat geloof ik ook. Nu interesseert mij
alleen nog maar, hoe jij zoo in de Richard
Wagnerstraat gekomen bent."
„Ik was eerst van plan om in een in
aanbouw zijnd huis daar in de buurt te
gaan slapen. Maar toen die deur openstond,
ben ik naar binnen gegaan, omdat het daar
toch altijd warmer is."
„Ik geloof, dat wij nu klaar met elkaar
zijn."
„Mag ik nu weer op vrije voeten?" vroeg
Loder Thomas." „Ik ben heelemaal on
schuldig. Ik heb hem toch niet vermoord
Ik heb immers geslapen, en den man heele
maal niets willen doen."
„Dat kan best wezen, Loderantwoordde
de commissaris hierop. „Maar je moet nog
wat geduld hebben. Eerst moet ik weten,
of alies waar is wat je mij daar vertelt,
en dan wordt je niet langer vastgehouden.
Maar eerder gaat het niet. Je weet zelf dat
je op de lijst der verdachten staat. Je hebt
al zooveel uitgehaald. Verblijf en werk heb
je ook nooit."
„Ja, dat moet ik toestemmen, mijnheer 1"
antwoordde Loder Thomas. „Maar ik heb
nog nooit gelogen en altijd de waarheid
gezegd. Doch van dien moord laat ik mij
nooit beschuldigen, ik heb hem heusch niet
gedaan."
„Dat zullen wij wel nader zienvoegde
de commissaris hem toe. „Ik ga dadelijk
heen en zal 't nauwkeurig onderzoeken.
Wanneer alles wat je mij verteld hebt, waar
is, dan wordt je losgelaten. In ieder geval
spreken wij elkaar van avond weer, en dan
kun je zeggen, wat je op je hart hebt."
Op een gegeven teeken leidde de agent
daarop den gevangene weder weg.
ISuiteteSand.
De troebelen in de Vereenigde Staten,
die een gevolg waren van den boks
wedstrijd te San Reno, blijken ernstiger
geweest te zijn dan aanvankelijk gemeld
werd. Zelfs te Washington, waar 7000
negers geruimen tijd den omtrek van
het Witte Huis terroriseerden, heeft
het gespannen. In het geheel zijn er
twintig negers gedood, verder honder
den gekwetst en een vijfduizend in de
gevangenis opgeborgen, om dezen te
beschermen tegen blanken, die hen
zouden willen lynchen. Op vele plaatsen
hebben de autoriteiten verboden, dat
er kinematograafvertooningen van den
bokswedstrijd te Reno zouden worden
vertoond, omdat zij vreezen dat daar
door de toch reeds gevaarlijke toestand
nog zou worden verergerd.
Opstootjes hebben plaats gehad in
feitelijk iedere stad van de Vereenigde
Staten, en in tal van plaatsen was de
politie niet bij machte de opgewonden
menigte in bedwang te houden. In de
stad New York zijn in .vele wijken
troebelen voorgevallen: één neger is
vermoord en een ander werd door een
bende blanken aan een lantaarnpaal
opgeknoopt, maar nog bijtijds afgesne
den door de politie.
In elke stad moest de politie den
geheelen nacht in toaw blijven; en
tal van malen moest de reserve worden
opgeroepen om oploopen te verspreiden.
Negers werden uit trams gesleept en
geranseld. Sommigen werden bewuste
loos op straat gevonden; bijgebracht,
wisten zij enkel te vertellen, dat zij
waren aangevallen en geslagen. Er
waren ook verscheiden gevallen van
blanken, die in de negerwijken van de
stad zijn mishandeld.
Te Houston (Texas) juichte een neger
over de zege van Johnston. Een blanke,
wien dat niet beviel, sneed den neger
met een scheermes den hals af. Dat is,
waarlijk, een afdoend middel tegen hin
derlijk gejuich.
Al heel schandalig is, wat te Nor
folk, in Virginië, plaatsgreep. Daar
hebben 300 mariniers, die verwoed
waren over de bulletins betreffende het
gevecht te Reno, een klopjacht op ne
gers gehouden, van wie er verschei
den en half dood werden geslagen.
Sterke gewapende patrouilles moesten
door de plaatselijke marineautoriteiten
worden uitgezonden, om de 300 woes
telingen naar de kazerne terug te
brengen.
In vele plaatsen werden ook de wo
ningen der negers in brand gestoken.
Daarentegen moet de stad Kewston,
in West Virginië, in handen der negers
zijn, tegenover wie de politie machte
loos is.
De bokserij te Reno, maar vooral de
schandelijke tooneelen, die daardoor
zijn uitgelokt, moeten in de Vereenigde
Staten algemeene verontwaardiging
hebben gewekt. Vele bladen in de Ver
eenigde Staten dringen dan ook aan
op wettelijke verbodsbepalingen tegen
het boksen.
De Parijsche „Liberté" wil weten dat
het stakings-comité der spoorwegbe
ambten het bevel tot algemeene staking
in den nacht van 9 op 10 Juli zal uit
vaardigen.
De Fransche regeering heeft alle
maatregelen genomen om in geval
eener spoorwegstaking alle spoorweg
beambten en arbeiders, tezamen 180,000
man, terstond onder de wapenen te
roepen. Bedoelde personen worden in
gewone gevallen nooit voor militaire
oefeningen opgeroepen.
Te Weenen is een groot spionnage-
proces begonnen. De voornaamste be
schuldigde is zekere Colpi, een voor
malig bediende der coöperatieve bank
te Trente, die bekend heeft deze in
stelling voor 300.000 kroonen te hebben
bestolen en een gebeim agent van
Italië te zijn. Tot zijne bende van elf
Malchus was in gedachten verdiept blij ven
staan.
Onder op het gevangenisplein kon men
het klotsen der klompen hooren van ge
vangenen, het gerammel met sleutels en
het op en neer gaan der zagen. De ge
vangenen moesten hout klein maken.
Maar niet lang daarna, of de commissaris
vermande zich en mompelde op halfluiden
toon:
„Dat was een onschuldig verhoor! Nog
een paar uren, en ik hoop dat dan Loder
Thomas zich zoo vastpraat, dat hij verlo
ren is!"
Malchus stak het mes van Loder Thomas
bij zich, stak nog een memgte stukken in
den zak, nam zijn hoed en stok en verliet
de kamer, na eerst de deur afgesloten te
hebben.
IV.
Toen Richard v. Forster uit zijn diepen
slaap ontwaakte, was het reeds klaarlicht
dag. Hij vloog van schrik overeind en keek
vol verbazing rond in de voor hem onge
wone omgeving, waarin hij zich bevond.
Eerst langzaam begreep hij wat er gebeurd
was, en dat hij op den divan geslapen had
in dezelfde kamer, waarin men zijn vader
vermoord had.
Hij verwonderde zich op dit oogenblik,
dat hij er kalm had kunnen slapen, en
niet door benauwde droomen was opge
schrikt.
Hij liet zijn oogen gaan over den vloer,
en ziet daar ontdekte hij een bloedvlek op
het kostbare, uit de hand geweven kleed;
zij was erg klein, en bijna niet te zien,
maar toch was het bloed. Bloed van zijn
vader. Hij kon geen oog v&n die plaats
afwenden. Het was eigenaardig, dat zulk
een onbeduidende vlek, misschien maar
een droppel bloed, hem voortdurend aan
zijn vader zou kunnen herinneren. Zoo vaak
hij in het vervolg deze plaats zou zien, zou
hij aan zijn vader en aan diens smartelijken
dood moeten denken, Hoe weinigen zouden
er nog wel aan zijn vader denken? Hij
had bijna geen familie meer! Hij zelf de zoon
en dan nog een andere Robert Steirlein
Andermaal was hij al denkende op dien
naam gekomen, dien hij niet wilde uit
spreken. Hij wilde niet meer aan dezen
naam herinnerd worden, die voortdurend
dat vreeselijk vermoeden bij hem wakker
riep. Hij wilde hem het liefst maar vergeten,
hij kon hem immers toch niet aanklagen!
Hij ging, om zijn gedachten een andere
richting te geven, naar het schrijfbureau,
dat in de kamer stond, ten einde de cor
respondentie van zijn vader na te gaan.
Maar hij vond niets dan zakenbrieven,
I recommandaties enz.niets, dat van eenig
belang kon zijn.
Daar viel zijn oog echter toevallig op de
papiermand, waarin hij een couvert ont-
dekte, dat gesloten was en nog heel kort
geleden geschreven, klaarblijkelijk als zonder
i waarde weggesmeten. Zonder er iets bepaald
bij te denken, nam Richard von Forster
het op, om het adres te lezen. Maar hij
wierp onmiddellijk het stuk papier weg.
Moest hem dan alles tegenloopen?
Op de enveloppe stond, geschreven door
de hem zoo goed bekende hand van zijn
vader, de naam
Het was zijn naamhij sprak hem echter
niet uit.
En de woorden van zijn vriend kwamen
hem voor den geest:
leden behooren zijne moeder, een Ita-
liaansche geestelijke en verscheidene
Italiaansche irridentisten.
Bij het afsteken van vuurwerk op
den gedenkdag der Onafhankelijkheid
van de Vereen. Staten, zijn in het
gansche land 28 personen gedood en
1758 gewond.
Volgens een telegram uit Rome zal
een afgevaardigde in de Kamer de
ministers van justitie en financiën ter
verantwoording roepen over de uitgave
van 85,000 lire voor inktkokers voor
het nieuwe paleis van justitie.
Naar de Standard uit Sjanghai ver
neemt, is er in Lai-tsjoe in de provincie
Sjantoeng tengevolge van hongersnood
een oproer uitgebroken. De bevolking
vernielde de staatsrijstschuren. Het op
roer richt zich verder tegen de koop
lui, die de rijst tegen zeer hoogen prijs
verkoopen. De onderkoning zendt sol
daten.
De Courrier d'Haipong van 9 Juni,
pas in Frankrijk ontvangen, meldt, dat
er in Indo-China veel cholera blijft
heerschen. Te Pakhoff b.v. sterven er
een 60 per dag aan. De Chineezen
weigeren eenige voorzorg er tegen te
nemen.
Te St. Quentin heeft een 17-jarige
apache met name Detraux, de terecht
stelling van Liabeuf willen wreken, en
daartoe een agent met een mes een
steek toegebracht. Ik ben niet bang
voor de guillotine had Detraux even
te voren gezegd. De agent heeft kans
beter te worden, al is de steek leelijk
aangekomen. Detraux komt uit een
ontaard geslacht. Een oudere broer, 20
jaar oud en nu in het leger dienende,
had onder zijn kornuiten den bijnaam
van Doodzaaier. Hij is al eens tot zes
maanden gevangenisstraf veroordeeld,
omdat hij een eerzaam bnrger, die te
gelijk met hem uit een schouwburg
kwam, een mes in den rug had ge
stoken.
Te Parijs is er ook een wreker van
Liabeuf opgestaan, oud 19 jaar. Onder
den kreet: Leve Liabeuf! schoot hij
uit een revolver op een tuf, die in de
rue de Rennes voorbijreed. Den agent,
die hem in hechtenis wilde nemen,
was het ook kwalijk vergaan, als hij
den onverlaat niet nog bijtijds het
wapen had kunnen ontwringen.
In 1903 werd in Frankrijk, op zijn
kasteel te Noiron-sur-Bèze de 82-jarige
markies de Corgeat vermoord. De dader
bleef onbekend. Maar nu heeft een
zekere Convers, die in een strafkolonie
van Fransch Guyana 15 jaar uitzit,
hem wegens een poging tot moord op
gelegd, bekend, dat bij de moordenaar
van den markies is. Hij wordt nu naar
„De stem van bet bloed heeft meer
beteekenis, dan alle bewijzen op feiten
steunende, waar het gerecht mede werkt!'
Maar wat was er met deze enveloppe ge
beurd
Het schrift was nog versch, hoogstens
een dag oud. Wat zou er in het couvert
gezeten hebben?
Waarom was het weer geopend en de
inhoud er uitgenomen?
Wat had er in gezeten?
Richard zocht overal, of hij niets vinden
kon, waar hij het een of ander uit kon
besluiten. Maar tevergeefs.
Daar alleen de naam op het couvert stond,
niet eens het huisnummer, moest men daar
uit opmaken, dat het bestemd was om be
waard en persoonlijk overhandigd te worden.
Daar er niets meer te vinden was, had men
het zeker ook terhand gesteld. En Robert
Steinlein dat was de eerste gedachte,
toen hij gisterennacht den onbekende gezien
had, Robert Steinlein had zeker zelf het
voor hem bestemde afgehaald.
Maar zijn vader werd vermoord, en hij
zag hem, Robert, het huis uitgaan.
Zijn gedachten werden hoe langer hoe
meer verward, zoodat hij geen juiste con
clusies meer trekken kon.
Hij raapte snel al zijn moed bijeen en
maakte haastig toilet. Ofschoon hij tot den
middag had geslapen, zoo zag hij er toch,
toen hij in den spiegel keek, erg ontsteld
en afgetobd uit, alsof hij den ganschen
nacht niet had geslapen.
Hij moest dadelijk de straat op, om kalm
te worden, en zich de zaken duidelijk te
kunnen voorstellen.
-L V LH y.
1
t -
- K
- y
DOOR
Wordt vervolgd.)