el Land van Hensden en Alleoa, de Langstraat en de Bommelerwaard. Genot zoeken. INKWARTIERING! lütgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 2987. Woensdag 12 October. FEUILLETON. Verandering Spoorwegtarieven. Omwenteling in Portugal. UHd VAN alten/. VOOR Dit blad yerschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1910. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 7 V* c^- Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag* middag 12 uur ingewacht. fl'n Menscb moet van het leven ge nieten", zoo hooren we vaak zeggen en inderdaad er zullen maar weinig menrchen zijn die niet naar genot haken. Een andere zaak is, waarin zoekt en vindt men genot. Ge kunt u soms niet begrijpen, dat iemand genot vindt in iets, dat gij ver werpt en dat menigeen een afschuw heeft van wat u bekoort. Zeker is, dat het genot vaak gezocht wordt, waar het ellendige menschont- eerende dingen zijn, die als genietingen beschouwd worden. Dat is natuurlijk „schijngenot", want dat zij waarlijk daarvan genieten zouden, kunnen we bezwaarlijk gelooven. Maar wij mogen de vraag wel eens stellenwat waarlijk genot is. Zou het de voldoening zijn van eDen lust, van elke neiging die soms opwelt? Neen, genot is, wat de edelste aan doeningen bij den mensch opwekt en kan nooit iets zijn waaraan bij later liever niet terug zou denken. Natuurlijk staat het eene genot hooger dan het andere, zonder dat daarom het lagere of het mindere af te keuren is. Schaatsenrijden b.v. is voor liefheb bers een genot, maar een uur door brengen in leerzaam gezelschap of het lezen van een goed boek is het voor anderen evenzeer. Nu zal niemand ontkennen dat het laatste als genot hoogt.'i staat en voor het leven meer vrucht zal afwerpen, zonder daarom het genot der ijskras- sers af te keuren. Genot moet niet worden gezocht op een tijd die voor andere, betere dingen moet worden besteed en behoort te worden gesmaakt op een wijze dat men er zich niet over behoeft te schamen, maar er steeds met genoegen aan denken kan. Daarom is het goed dat men het begrip van genot bij het algemeen ver- edele. Tegelijk met het peil van be schaving en ontwikkeling zal ook de aard der genietingen stijgen. Ge behoeft niet aan de menschen te vragen of het genot dat gij zocht, ge oorloofd is, want wat de een heel goed vindt, zal de ander afkeuren. Er is een andere recht» r die hier over beslist, en zijn uitspraak bedriegt W. ilEIllBUKG. 2) Dadelijk nadat het eene meisje wenkte, boog een ander blond meisjeskopje zich om den hoek van de deur en ziet met een uitdrukking van schalksche uitgelatenheid naar de slaapster. Nu sluipt de jongedame, die zich reeds in de kamer bevond, naar de kanapee en posteert zich achter tante Stanze, die argeloos voortsluimerde en op dit oogenblik zelfs sterk snorkte. Een onderdrukt lachen der meisjes loonde deze poging. „Neen, Hedwig, niet doen!" riep de blonde bij de deur, „niet om den neus kittelen, dat is afschuwelijk!" Niettemin nam Hedwig een van haar lange bruine vlechten in de hand en streek behoedzaam met het uiteinde over tante Stanze's gezicht. Tante bewoog zich even, knipte met de oogen en sliep rustig verder. Weer kwam de bruine vlecht. Maar ditmaal greep de slaapster zoo driftig met de hand naar haar neus, dat zij bijna de vlecht gegrepen had. Zij wreef de aangeraakte plek van haar reukorgaan met den vinger en mompelde: „Ajakkes, die nare vliegen!" Voor de derde maal raakten de haren van het jonge meisje tantes aangezicht, ditmaal op de lippen. Nu ging de oude vrijster rechtop zitten. u nooit, we bedoelenuw eigea ge weten. Wie het oordeel van dien vriend niet vertrouwt of niet volgt, loopt groot gevaar op den klip van laag en ont- eerend, althans slecht gekozen genot, te verzeilen. Men moet ten aanzien van zijn ge nietingen soms nog veel nauwer toe zien, dan bij handelingen in het gewone leven. Deze laatste verdringen elkander en het goede en kwade wisselt zich daarin af, zonder dikwijls merkbaar spoor achter te latenmaar wie zich aan laakbare genietingen gewent, kan zich daaruit ten slotte niet gemakkelijk meer los maken en de gevolgen daarvan kunnen den allertreurigsten invloed op het geheele leven uitoefenen. Men vergete niet, dat de mensch een hoogere roeping heeft, dan naar de in williging zijner soms verkeerde of dwaze lusten te jagenhoe beter de levens opvatting is, hoe reiner ook het genot zal zijn, waarnaar men streeft. Wij houden het er voor, dat ieder in zijn kring, naar zijn aard, op zijne wijze genieten kan, ook al is het leven hem niet in alles een bron van vreugd. Maar zeker zullen zij het best en het meest genieten die geleerd hebben hu i genot daar te zoeken, waar geen wal ging, geen onvoldaanheid, geen zelf verwijt te wachten is en waarvan de heiinDeiing evenveel vrele geeft als liet oogenblik van genieten. Omtrent de nieuwe spoorwegtarieven, welke op 1 Jan. 1911 in werking zul len treden, kunnen we het volgende mededeelen De retourkaarten zullen worden afge schaft en enkele reiskaarten worden ingevoerd voor alle afstanden tegen 3,25 cents voor de eerste, 2,45 cents voor de tweede en 1,625 cents voorde derde klasse per kilometer, met een minimum afstand van 6 kilometer. Zoo noodig zal het publiek gelegen heid worden gegeven zich tevens van een plaatsbewijs voor de terugreis te voorzien, die alsdan op denzelfden dag moet worden afgelegd. Kilometerboekjes van 1000 en 500 K.M. zullen worden ingevoerd tegen 3 cent voor de eerste, 2,25 cents voor de tweede en 1,5 cent voor de derde klasse per kilometer. Deze kilometerboekjes zullen kunnen gebruikt worden voor het maken van reizen naar alle stations der Neder- „Wat drommel I" riep zij verdrietig uit. „Watbeteeker.t dat toch? Wat voer je uit?" Met een onnoozel gezichtje antwoorde de kleine plaaggeest: „Wij willen u even wakker maken Maar vóór ik het doen kon liep er een vlieg over uw neus, en Tante Stanze scheen door dit antwoord volkomen tevreden gesteld. Nog eenigszins slaperig zag zij de beide meisjes aan. „Nu, wat wilt jelui dan vroeg tante. „Wat wij willen?" zei de kleine brunette. „Wel tante, u moet opstaan! De luitenant kan immers ieder oogenblik hier zijn." „Mijn hemel, ja, de luitenant!" riep tante Stanze heel ontsteld uit. „Dien was ik bijna vergeten I" Zij stond met zenuwachtige gejaagdheid op en zette voor den spiegel haar muts terecht. „Ik kan jelui niet zeggen, kinderen, hoe het mij in verwarring brengt, een luitenant ingekwartierd te krijgen gedurende afwezig heid van den heer des huizes." Op dit oogenblik trad Hedwig's broeder, Otto, de kamer binnen. Hij was een negentienjarig jongeling, met een prettig, frisch gezicht en had juist de laatste woorden gehoord. „Dat kan ook benauwd genoeg voor u worden, tante Stanzel!" merkte bij op. Het vriendelijke gezicht van tante was opeens donkerrood geworden. „Heb ik 't je niet honderdmaal gezegd, Otto", sprak zg, „dat ik het niet hebben wil, zoo lomp op de stoelen en kanapee's neer te vallen? Lieve Hemel, komt er dan nooit 'n einde aan de vacantie! Houdt die bron van ergenis dan nooit op? „Maak u maar niet boos, tante'tje," suste Hedwig. „Over acht dagen zit hij weer op school en als hij d&n weer komt, ie papa landsche Spoorwegmaatschappen. Bovendien zullen nog Kilometer- boekjes verkrijgbaar worden gesteld voor 2 reizen elk van 200 K.M., tegen dezelfde eenheidsprijzen. Dit in verband met de bepaling dat bij reizen met kilometerboekjes hoogstens 200 K.M. zullen behoeven te worden betaald. Eveneens zullen abonnementskaarten geldig voor de op Nederlandsch grond gebied gelegen lijnen der Nederlandsche Spoorwegmaatschappijen worden inge voerd tegen de navolgende prijzen. Ie klasse 2e klasse 3e klasse 1 maand t 50,f 38,f 25, 2 maanden 90,68,45, 3 maanden 130,98,65, 4 maanden 170,128,— 85, 5 maanden 210,158,105, 6 maanden 250,188,125, 7 maanden 290,218,145, 8 maanden 330,248,165,' 9 maanden 370,278,185, 10 maanden 410,308,205, 11 maanden 450,338,225, 12 maanden 480,360,240, De abonnementskaarten H.S.M. (Groep II) komen te vervallen, terwijl de prij zen der abonnementskaarten (groep I) vanaf dien datum zullen bedragen: le klasse 2e klasse 3e klasse 1 maand f 41,— f 29,— f 20,50 2 maanden 79,56,39,50 3 maanden 117,82,58,50 4 maanden 155,109,77,50 5 maanden 193,135,96,50 6 maanden 230,161,115, 7 maanden 268,188,134, 8 maanden 306,214,153, 9 maanden 344,241.172, 10 maanden 382,267,191, 11 maanden 420,294,210, 12 maanden 458,320,229,— De gewone trajectabonnementen voor volwassenen en jongelieden beneden den leeftijd van 19 jaren, tegen de thans bij de H S.M. voor maandretourkaarten geldende prijzen van 6 cents voor de eerste, 4,5 cents voor de 2e en 3 cents voor de 3e klasse per kilometer met een minimum van 6 kilometers, zullen tegen de thans bestaande voorwaarden blijven worden uitgegeven, zoodat deze in het algemeen geen verandering on dergaan. Ook in de prijzen waaronder week abonnementen voor'werklieden worden uitgegeven, zal geen verandering wor den gebracht. Voor gezelschappen van minstens 20 te zamen reizende personen zullen voor de 3 klassen biljetten voor reizen heen en terug met een redactie van 25 pCt. op tweemaal den normalen enkele-reis- prijs verkrijgbaar worden gesteld. Voor gezelschappen van minstens 10 te zamen reizende personen zullen bovendien voor de 3e klasse gezelschapsbiljetten voor enkele reis tegen 1.25 cents per kilo meter worden uitgegeven voor afstanden van minstens 25 kilometer. Het tegenwoordig van kracht zijnde met scherpe patronen kunnen hund- haven. Maar al spoedig heeft zich de, door het rondslenteren onstane, demo systeem van retourkaarten voor buurt- j ralisatie van de troep doen gevoelen, verkeer zal behouden blijven, dochlzoo^a^ ^ier nog wel rampen te ver worden uitgestrekt tot de le klasse. De prijzen van deze ééndaagsche retour- wachten zijn. Een soldateska maakt zich nooit meester van de macht, Bon kaarten zullen onverschillig het lijn- ^er tenslotte belooning te vragen in gedeelte in het algemeen worden be '^®n vorm van buit en slachtoffers. Hier rekend tegen 5 cents voor de eerste, de priesters tot slachtoffers uitver- 8,75 cents voor de tweede en 2,5 centskoren. Zij kregen Vrijdag bevel hun voor de derde klasse per kilometer. In het algemeen kost dus een retour buurtverkeer ongeveer l3/4 maal den prijs van een enkele reis. iliilteitiand. Alvorens het land te verlaten, heeft koning Manuel een eigenhandig schrij- kloosters op het signaal van drie kanou- scboten te verlaten. Toen de monniken en nonnen on 8 u. 's avonds, nadat dit signaal gegeven was, in hun klooster» bleven, begon eerst in de straten e- jacht op de geestelijken. De gegrepen geestelijken zijn onder mishandelingen en scheldwoorden naar het arsenaal gesleurd. Tegelijkertijd is het gepeupel bijeengekomen bij een Jezuitenschool, die op een heuvel voor de stad gelegen is. Niet de Jezuiten, ven tot den eersten minister gericht, waarin hij zegt, dat hij, waar hij door zooals de republikeinsche pers beweert, de omstandigheden gedwongen was te vertrekken, aan zijn volk wilde ver klaren, dat hij zich niets te verwijten bad, altijd als goed Portugees gehandeld had, altijd zijn plicht had gedaan en altijd Portugees zou blij ven. Hij hoopte van geheeler harte, dat het land zich rechtvaardig tegenover hem zou be toenen en zijn gevoelens zou begrijpen. Zijn vertrek beteekent geenszins, dat hij afstand wil doen. De nieuwe regeering verstaat de kunst door middel van de censuur Daar buiten een indruk te wekken, die met de waar heid niet onbelangrijk in strijd is. Zij heeft eenige berichtgevers b.v. van de Matin en de Köluische Zeitung het voorrecht verleend, haar lof te tele- grapheeren, en zorgt, dat anderen niets anders kunnen, dan berichten oversei nen, die nooit onguustig voor den nieuwen stand van zaken luiden. Een correspondent van de Lokal Anzeiger is dezen dwang echter ontkomen door zijn telegram eerst naarVigo,opSpaanscb grondgebied, te laten brengen en het vandaar verder te laten telegrapheeren. Wij geven dit hoogst belangrijke tele gram, waaruit blijkt, dat de toestand te Lissabon nog lang niet zoo ideaal is, als men ons wel wil laten gelooven, hier bijna overkort weer: Te Lissabon is een militair bewind ingevoerd, dat uitgeoefend wordt door soldaten met en zonder strepen op de mouw, maar niet door de weinig te voorschijn komende en hoogstzelden door de soldaten gesalueerde officiereu, die voor zoover zij ontbreken overigens uit den troep worden aangevuld. Tot dusver heeft het onder zulke omstan digheden machtelooze ministerie met de soldateska kunnen samenwerken en deze heeft Vrijdagavond rust en orde thuis. En die zal hem wel mores leeren!" „Bekommer u liever om de meisjes dan om mij, tante Stanze," zei jongeheer Otto droogjes „U hebt uw beide oogen voor ze noodig. Ik tenminste kon zooeven de mijnen niet gelooven. Ik stond letterlijk verblufd". De meisjes zagen hem in een en al ver bazing aan. „Hoezoo? Waarom?" vroeg tante driftig. „Wel", antwoordde Otto, „zooeven wan delde ik goedsmoeds in m'n eentje door het park, toen onverwachts mijn charmante nicht en mijn teerbeminde zuster op het grasjterk verschenen. Zonder twijfel had de laatste, boven aan het venster van de logeer kamer, den luitenant in de gaten gekregen. En de officier „Nu, en de officier?" herhaalde tante vragend, toen Otto sarrend juist hij het interressantste deel van zijn verhaal even ophield. „De officier hanteerde, vermoedelijk om het onbekende land te verkennen, ijverig zijn verrekijker. Natuurlijk was mijn zusje van oordeel, dat een landschap zonder levende stoffaadje de moeite van te bekijken niet waard is. Daarom deed zij alle mogelijke moeite om de blikken van den jongen officier met zijn roode strepen door allerlei, der schoone sekse aangeboren kunstgrepen en handigheidjes, tot zich te trekken. Daar onder komen voor: iets luider spreken, de parasol open en dicht slaan, met noncha lante bevalligheid over een grasperk hup- peleu, bloemen plukken enzoovoorts." Hedwig's lief gelaat werd met een gloeiend blosje overtogen. „Foei, wat jok je 1" riep zij uit. „Ik heb den luitenant volstrekt niet gezien." „Ik ook niet 1" meende haar nichtje Klara te moeten verzekeren. „Va* jou heb ik ook niets gezegd I" zeide Otto tot Klaartje. „Ik weet ook, dat jij Hij richtte zich in zijn volle lengte op van de canapee en vervolgde op plagenden toon: „Nietwaar, Klaartje, jij neemt geen bizon- dere notitie van den geüniformeerden en gegalonneerden Adonis Nu meende tante dat het tijd werd tus- 8chenbeiden te komen. „Je bent mal, jongenviel zij hem in de rede. „Wat kan het jou schelen of Klaartje al dan niet naar den luitenant kijkt? Jou zal zij wel het minst daarmee hinderen. Kom mij hier niet met raadgevingen aan, als je mij niet in ernst boos wilt maken. Jouw zedepreeken zijn totaal overbodig; de meisjes weten zelf heel goed wat ze past of niet. Ze zijn geen kinderen meer." „Waartoe zulke harde woorden, aange beden tante'tje? Zij passen in de verste verte niet bij uw rozelippen! En dat nog wel tegen mij, uw getrouwsten vereerder! Heb ik niet altijd een zwak gehad voor mijn kleine, dikke tante, die zulke smakelijke pannekoeken kan bakken?" Terwijl de guit dit complimentje afstak was hij opgestaan om „zijn aangebeden, kleine, dikke tante" hartelijk te omhelzen. Toen vervolgde hij „Ik wil uw plezier ook volstrekt niet bederven. Voor mijn part handelt u en en Hedwig geheel naar eigen goedvinden. Het is mij totaal oaverschillig, of ze doode- lijk op dien adellijken snoeshaan verliefd wordt, of niet. Maar Klaartje is onze gast en ik zal Nu werd het tante toch ül te bar! Zij kronkelde zich met een verdrietig gebaar uit de haar nog altijd omstrengelende armen en vermaande den spotvogel op ernstigen loon: „Wil je nu wel eens dea mond houden maar het gepeupel begou den strijd door een hagelregen van steenen naar de ramen te smijten. En eerst toen het gepeupel de poorten begon te rameiën, boden de Jezuiten tegenstand. Daarna werd stormgeloopen, een pater werd gedood en twee hunner vielen den aan vallers gewond in handen. Het gepeupel had intusschen de toe geschoten soldaten opgehitst en spoedig knetterde het geweervuur, waarvau d-- gevolgen duidelijk te zien zijn. De Jezuiten namen hun andere wonden mee, toen zij in den onderaard- schen gang vluchtten, die hun kloosters met twee, buiten de stad gelegen, even eens belegerde, kloosters verbindt. De monniken houden zich in dezen onder- aardschen gang verborgen en de sol daten, met het gepeupel samen, trachten ze door rook te doen stikken. De monniken, die men te pakken kon krijgen, ziju, voor een deel niet dan zeer onvoldoende gekleed, als gevangenen naar het arsenaal gebracht De weenende nonnen zijn op wagens geladen, het plunderend gepeupel en de plunderende soldaten drongen echter de kloosters binnen. Men ziet er vernielde gebeden boeken, waaraan het janhagel zijn woede heeft gekoeld. De muren zijn met revo lutionaire opschriften bezoedeld en van alle versierselen beroofd. De regeering verzekert aan deze moordpartij geen schuld te hebben en b kent daardoor, dat zij de macht over de troepen verloren heelt Sommige ministers beweren zelfs, dat de Jezuiten begonnen zijn met bommen te gooien. Maar er zijn nergens bommen gevonden en getuigen van verschillende uati ma- liteiten beweren, dat het gepeupel den strijd begonnen is. Men tracht op het oogenblik de soldaten van verdere moordpartijen af te houden. Die domme praatjes over verliefd worden verbied ik je! Heb je verstaan? Geen mensch heeft er nog aan gedacht. En ik zou je zeer dankbaar zijn, als je mij zoudt willen los laten, want de luitenant kan ieder oogenblik komen." Otto drukte de te vergeefs weerstand biedende tante een stevigen kus op de wel gevulde wangen. „Natuurlijk, altijd, de luitenant! Ik doe beter het veld te ruimen Maar", ging hij voort, terwijl hij zich in kluchtige ver legenheid achter de ooren krabde, „mijn oüeheer begrijp ik niet. Hoe kan hij zoo lichtzinnig zijn, dat vrouwvolk alleen te laten, en nog wel in den manoeuvre-tijd!" „Zoo'n lastig pot etenmompelde tante Stanze. Toen zette zij de muts terecht, die door de onstuimige liefkozingen tot over haar linkeroor was geschoven, waarbij haar blik ken den jongen man volgden zoo vol trots en liefde, dat die moeilijk met haar spijtige woorden overeen waren te brengen. Otto ging hoofdschuddend door de kamer, terwijl hij met de karwats tegen de laarzen klapte. Bij de deur gekomen stond hij stil en zag nog eens om naar zijn nicht, die zich voorover bukte om het kleine hondje van haar breiwerk te verjagen. Het beestje knorde en beet naar de kleine hand, die moeite deed het zachte kleeuje onder hem weg te trekken. „Kom, Dina," vleide het meisje, nu lief! Geef hier, mijn hondje!" Maar Diana knorde nog harder ut U nu werkelijk in de fijne vingertje». z.K«t Klara het uitschreeuwde van de pijn. 'H DOOR (Wordi vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1