Bel Laad van Heusden en Alleiia, de Langstraat en de Bontmelerwaard.
He toning Ér straat.
INKWARTIERING!
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3004. Zaterdag ÏO December
FEIILLETON.
UNO VAM ALTEH/"
VOOE
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1910.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Weet ge wel, waarde lezer, wien
men met den titel van koning der
straat", heeft begiftigd? Vrij zeker zal
het u wel bekend zijn dat, wanneer
gesproken wordt over den koniug der
straat, daarmede bedoeld wordt de
straatjeugd. En terecht! De straatjeugd
verdient dien titel ten volle. Overal
waar zij zich vertoont laat zij haar
aanwezigheid gevoelen door het zwaaien
van den scepter der bandeloosheid en
der teugelloosheid. Onbeperkt in haar
macht, onbeperkt, althans naar 't schijnt,
is zij in het uitvoeren van haar wil.
En daar staat ieder anders-denkende,
7
ieder anders-willende, meestal machte
loos tegenover. Laat ons de straat eens
opgaan om ons van de waarheid dezer
woorden te overtuigen.
't Is winter en met een zacht sneeuw
tapijt is de aarde bedekt. In druk ge
sprek over den prachtigen aanblik, dien
de pas gevallen sneeuw aan ons ge
zicht oplevert, wandelen we langzaam
voorwaarts. We zijn genaderd tot een
plein, waar vele jongens bijeen zijn en
zich vermaken met het werpen vau
sneeuwballen. Onverwachts suist een
bal uw hoofd voorbij, nog een en nog
een, tot dat eindelijk een wèlgemikten
uw hoed in de sneeuw doet vallen. Ge
bukt u om uw hoofddeksel weer op te
zetten en onder luid gejoel en ge
schreeuw zijt ge het mikpunt geworden
van verscheidene bengels. Gelukkig ziet
ge echter kans onder het nazenden van
een menigte sneeuwballen een café te
bereiken, van waaruit ge het spel
der jongens verder kunt gadeslaan.
Een ander slachtoffer wordt uitgekozen
en hem valt hetzelfde lot ten deel als
u zelf daareven, met dit verschil dat
blj zich op de bengels zoekt te wreken
door een der grootste belhamels achterna
te zettea. Het gelukt hem dien in
handen te krijgen en hem een paar
flinke oorvijgen toe te dienen. Straat-
loopers, die het geheele geval hebben
zien afspelen, schieten toe en kiezen
de zijde der jeugd, uw lotgenoot ont
halende op ruwe woorden, wat hem
ten slotte doet besluiten zich maar uit
de voeten te maken. Een paar agenten
zijn ondertus8chen komen opdagen om
de orde weer te herstellen. Straks her
haalt zich misschien 't zelfde nog eens
weer met een ander voorbijganger. De
rechten der jeugd schijnen ver te gaan.
Het publiek werkt haar bp het vol-
W.
18)
Krosky bleef staan en staarde hen na,
zoolang hij de blauwe voile der jongevrouw
onderscheiden kon, toen beet hij zich op
de lippen en staarde weder nau,r den win
kel. Daar lag het medaljon, dat hem aan
leiding had gegeven een blik te slaan in
een gelukkig, tevreden hart. Hij zou zoo
gaarne geweten hebben, wie die menschen
waren.
„Een benijdenswaardig man 1" filosofeerde
Krosky, toen hij aan het lieve gezichtje
dacht en aan de manier, waarop zij haar
onwillekeurig, maar begrijpelijk verlangen
naar iets, wat boven de financiëele draag
kracht van haar echtgenoot ging, wilde
goedmaken.
Toen dacht hij aan Treben, met welk
een gelukkig gezicht deze afscheid van hem
had genomen.
Langzaam ging hij verder; een onaange
naam gevoel van verlatenheid kwam in
hem op.
Als de feestdagen maar eerst voorbij
waren I" zuchtte hij. „Eerst gevoel ik altijd
een zekere katterigheidlater, met het kar
naval, wordt het weer beter, dan komt men
van den eenen roes in den anderen en blijft
het nadenken uit".
Brommend bereikte hij zijn woning, ter
wijl hij alle vergenoegde gezichten norsch
aanzag. Hij wierp den knecht zijn uniform-
voeren van allerlei kwaad in de hand.
De jeugd is de koning der straat.
Nog een ander geval. Een dorps
veldwachter begeeft zich naar de ouders
van een jongen, die bij het uithalen
van kattekwaad steeds Pietje de Voorste
is. Overal waar iets gedaan wordt dat
niet mag, daar is Kees nummer één.
Nu weer waren ze met hun allen aan
't steenen werpen geweest en ook Kees
had zich duchtig geweerd, 't Ongeluk
wilde echter dat juist een steen van
Kees bij den bakker door de winkelruit
vloog, die natuurlijk in duizend scher
ven op den grond viel. De bakker sprak
hierover den veldwachter aan, wilde
er maar geen „werk" van maken, doch
zou gaarne zien dat hij de veld
wachter de ouders van Kees eens
over het geval onderhield, om zoo
mogelijk nog eenige schadevergoeding
voor de gebroken ruit te krijgen. Maar
jawel, bp de ouders van Kees was de
veldwachter aan het verkeerde kantoor.
De moeder meende dat ook een andere
jongen de ruit wel zou kunnen hebben
stuk gegooid en aan het betalen van
eenige schadevergoeding dacht zij dan
ook in het minst niet. Uit de toon van
zijn moeder tegen den veldwachter maakt
Kees op dat zijn moeder hem niet kwaad
gezind was en een volgende maal doet
Kees weer mee, want thuis vindt hij
toch steun van bestraffen is geen sprake.
Zoo gaat het veelal. Ia plaats dat
het publiek, de ouders, hun best doen
de kinderen zoo mogelijk terug te
houden van kwaaddoen, werken ze
hen in de hand, doen ze alles om de
jeugd te helpen de orde te verstoren.
En de politie, zoo vraagt men, kan
die daar dan niets tegen doen? Och,
wel iets, maar waar ze de medewer
king mist van het publiek en de ouders,
waar ze dezen telkens tegen zich in 't
veld ziet, daar is zoo weinig te doen.
Laatst spraken we hierover ook nog
met een politieman. Oak deze wist te
vertellen hoe weinig hulp de politie
had te verwachten van het publiek,
waar het betrof de opvoeding der jeugd
want de taak van opvoeden der jeugd
heeft een dorps-veld wachter bijna. De
ouders trekken zich meestal niets aan
van wat hun kinderen op straat uit
voeren, tenminste niet als het een klacht
over vernieling betreft. Die eenvoudige
politie man gaf ons als zijn meening
te kennen dat door de ouders wel wat
meer op hun kinderen op straat zou
worden toegezien als bij verordening
was bepaald dat alle schade, door kin-
jas toe en ging bij den haard in een schom
melstoel zitten. Een groote Bernhardiner
hond stond op van het. tapijt, dat voorde
kanapee lag, en naderde kwispelstaartend
zijn meester. Maar deze had vandaag geen
vriendelijk woord voor het trouwe dier over.
Aan den muur boven het schrijfbureau
hing een fotografie in gebeeldhouwd zwarte
lijst, vanwaar een aantal meest jeugdige
gezichten, op den toeschouwer nederzagen.
„Zij stierven den heldendood voor koning
en vaderland", stond op den passe-partout.
Het waren de gevallen kameraden van
het regiment, die hun bloed hadden ver
goten in den oorlog tegen de Franschen.
In de breede lijst van den spiegel staken
cotillon afspraken in massa's en de marme
ren coupe op de console lag vol briefjes
en kaarten. De schilderijen aan den wand
waren geheel overeenkomstig den smaak
van een jong, levenslustig officier, maar
zouden in een damesboudoir absoluut niet
te gebruiken zijn. Boven de speeltafel echter
hing in een kleine, zwarte lijst een portret,
dat wel in staat was den beschouwer te
boeien; het was het gelaat eener vrouw
van ruim dertigjarigen leeftijd, met een
sprekende uitdrukking van zeldzame lief
talligheid de donkere oogen schenen liefde
vol te rusten op den jongeman, die zoo
peinzend in dei^rooden gloed van het vuur
staarde.
Het was Krosky's moeder, wier nagedach
tenis hij met warme liefde vereerde. Zijn
moedei gold bij hem als de kroon aller
vrouwen, en zoo lichtzinnig als hij anders
over het vrouwelijk geslacht gewoon was
te oordeelen, des te verhevener was de
plaats, die deze eenige innam in zijn hart.
Ook nu dacht hij aan haar. Hij herinnerde
zich hoe hij, als wilde knaap van het cadet-
tencorps met verlof naar huis komende,
deren bij het uitvoeren van kattekwaad
aangebracht, door de ouders zou moeten
worden vergoed. Z.i. zouden thuis zeer
zeker dan vrij wat meer bestraffingen
plaats hebben dan nu het geval is. En
wij vroegen ons?elven toen af of die
dorps-veld wachter geen gelijk had.
Waarheid is 't dal én ouders èn
publiek te onverschillig zijn voor de be
langen der jeugd en de belangen van
andere menschen. De politie kan veel
voorkomen, maar dan moet zij de mede
werking hebben van allen, die steun
kunnen verleenen. Anders zal de jeugd
den titel van „koning der straat" nog
lang kunnen voeren. Allen moeten hun
hulp verleenen om dien koning van zijn
troon te storten.
Sftuli<»n(Si&nd.
In een der laatste zittingen van den
Franschen ministerraad moet besloten
zijn tot heffing eener belasting vaD
katten.
Te Orleans heeft zekere Bicheron,
de 27-jarige zoon van een vroegeren
directeur der dokken, den opvolger zijns
vaders op diens kantoor doodgeschoten.
De jonge man die vroeger in een
krankzinnigengesticht verpleegd is ge
weest, heeft blijkbaar uit jaloezie ge
handeld. In de verwarring heeft hij
zich uit de voeten weten te maken.
De overstroomingsberichten uit Frank
rijk luiden zeer onrustbarend. In de
departementen Saöne-et-Loire, Hérault
en Gard is de toestand allerbedenke-
lijkst. I)e Rhone stijgt aanhoudend. De
Waterstaat voorziet een peil van 7 M.,
dat is de hoogste stand, dien de rivier
sedert 1856 heeft bereikt.
De Allier en bijrivieren hebben de
omstreken van Vichy onder water gezet.
Alleen de Loire daalt. Te Nantes
rijden de trams weer.
Volgens een bericht uit Parijs ver
oorzaakte de overstrooming van de
Ardèche groote schade. Op sommige
punten staat het water tot aan de daken
der hutten.
Het Fransche staatsblad bevat een
decreet van den minister van marine,
waarin deze een wedstrijd uitschrijft van
reddingstoestellen voor onderzeeërs, die
de bemanningen in geval van een ramp
in staat stellen de oppervlakte te be
reiken. Iemand, die onbekend wenscht
te blijven, heeft 100.000 frcs. uitgeloofd
voor het beste toestel.
Particuliere berichten uit Wladiwo-
stok melden dat de pest in Mantsjoerije
snel om zich heen grijpt.
zoo jubelend aan haar hals gehangen en
telkens weder de zachte roode lippen ge
kust had en haar oogen, vooral die oogen
met dien zielvollen, innigen blik!
Een gevoel van heimwee overviel hem,
en toch kon hij niet meer tot haar gaan.
Zij was nu bijna reeds twee jaar dood.
Hij streek zich met zijn hand over het
gelaat en zuchtte.
„Wat ben ik toch een kniesoor geworden
sedert nu ja, sinds den laatsten herfst!"
bekende hij zich eindelijk aarzelend. „Niets
smaakt mij meer, wijn noch spel en
de vrouwtjes nog minder. En ook al be
proefde ik mij in een maalstroom van genot
te werpen, de oude lust is er niet meer;
ik zie altijd weer die twee blauwe oogen
voor mij daar, in het bosch, in de stralen
der avondzon.
De jonge man stond haastig op en trad
naar zijn schrijfbureau. Hij trok een kleine
lade open met zulk een drift, dat een der
foto's kletterend naar beneden viel. Hij lette
er niet op, dat het portret van een kleine
actrice op den grond laghaastig greep hij
in de lade en haalde een brieventasch te
voorschijn, trad naar het venster, want de
plotseling ingevallen schemering begon zich
reeds door het vertrek te verspreiden, opende
de tasch, nam er een geel geworden roos
uit en drukte die aan zijn lippen, terwijl
hij met volle teugen den geur der verdroogde
bloem inademde.
Toen sloot hij de oogen en zag nu dui
delijk het bekoorlijke wezen'voor zich, met
de reine, zachte oogen, dat eenmaal met
deze bloem getooid was.
„Als zij ook eens naast mij stond, zooals
die jongevrouw naast haar man voor den
juwelierswinkel, zoo eenvoudig, zoo echt
vrouwelijk, zou ik dan niet de gelukkigste
der menschen zijn t En wat ben. ik nu
In Tsitsikar heerscht een paniek.
Gansche nomadenstammen worden door
de ziekte weggemaaid.
Ook in de buurt van Irkoetsk is de
pest opgetreden.
Sevilla, in het zuidwesten van Spanje
en omstreken zijn geheel overstroomd.
Alle arbeid staat stil.
In het gerechtsgebouw te Athene
heeft een afdeelingschef van het minis
terie van onderwijs, die beschuldigd
werd van het verstrekken van valsche
diploma's, den rechter van instructie
tijdens het verhoor met een revolver
schot in de keel verwond en daarna
zelfmoord gepleegd.
In New York is de winter gekomen.
Dinsdag heeft de metropool haar eersten
sneeuwstorm van dit najaar gehad. Het
verkeer, ook in de haven, raakte er
door in de war.
Woensdag heeft het hof te Berlijn,
waarvoor het geding tegen de oproerige
Moabiters gevoerd wordt, besloten weer
vijf beklaagden uit de voorloopige hech
tenis te ontslaan.
De behandeling van de zaak duurt
nog steeds voort. Aan het begin van
de terechtzitting van Woensdag legde
de procureur-generaal de volgende ver
klaring af: „Ik ben zoo vrij geweest,
den president van politie van alle ge
tuigenissen, welke voor de politie be
zwarend waren, mededeeling te doen,
om hem gelegenheid te geven, ze nader
te onderzoeken. Hij heeft zich nu de
niet geringe moeite getroost, de beamb
ten in kwestie te laten hooren. Op grond
van dit verhoor, houdt de president van
politie staande, dat de getuigen verkeerd
moeten hebben waargenomen en zich
vergist moeten hebben. De beambten
weten niets van mishandelingen, hebben
niets van dien aard gedaan en niets
gezien. Ik overhandig het hof de stuk
ken in kwestie, en stel voor, een aantal
luitenants van de politie, die bij de
zaak betrokken zijn, te dagvaarden."
De verdediging verzocht daarop, om
ook de getuigen, die bezwarende ver
klaringen hebben geddan, opnieuw te
hooren.
Het hof behield zich voor, dienaan
gaande nadere beslissing te nemen.
De Grieksche officieren zijn weer on
tevreden. Het orgaan van den vroegeren
officiersbond, de Chrones, verzekert, dat
de zaken een geheel anderen loop nemen,
dan de officieren bedoelden toen zij zich
van het gezag meester maakten. Het kan
gemakkelijk opnieuw tot een revolutie
komen, schrijft de Chronos, en deze zou
dan van grooteren omvang zijn dan de
vorige. De bewindvoerders zijn reeds
Ik leid het lichtzinnige leven van een mensch,
die zich door zijn vermogen geen enkel
genot behoeft te ontzeggen en het bevredigt
mij niet meer Heeft het mij ooit be
vredigd Ik dacht van wel, maar sinds het
oogenblik, waarop zij mij aanzag met dien
blik, dien ik slechts eens bij mijn moe
der gezien heb, zoo rein, zoo onschuldig,
zoo vol vertrouwen, walgt mij het leven.
Ik dacht eerst, dat het een gril, een luim
was, die spoedig vergeten zou worden
Maar neen, ik gevoel mij ellendig, diep
ellendig. En wat moet ik beginnen
„Hoe gelukkig zal Treben morgen zijn,"
redeneerde hij verder, „als hij zijn klein
zwartkopje kust."
Toornig stampte hij met den voet; toen
keerde hij zich om en zag door het raam
naar buiten.
Het was donker geworden. Het sneeuwen
bad opgehouden en de straatlantaarns waren
aangestoken.
In het huis aan de overzijde woonde een
getrouwde kameraad, kapitein Von Willige.
De eene kamer was verlicht en Krosky zag
het jonge vrouwtje bij de tafel zitten, naast
haar 't klein vijf-jarig zoontje. Beider hoof
den waren over een boek gebogende moeder
wees langzaam verder met den vinger en
sprak vriendelijk met het kind, dan lachte
zij en kuste het op den mond. Haar man
zat tegenover hentoen sprong het knaapje
op hem toe en sloeg de armen om den
hals van zijn vader.
Krosky koerde zich haastig om en begon
het vertrek op en neer te wandelen, langer
dan een half uur. Toen sehelde hij en riep
den binnentredenden oppasser Melchior toe
„Mijn mantel, vlug!"
„Ik houd het hier alleen niet meer uit,"
mompelde hij, terwijl hij pet en handschoe
nen nam en het huis verliet
vergeten, tegen welke wantoestanden
de vorige revolutie gericht was.
Dinsdag werd uit Lissabon gemeld:
De staking op de Minho-Douro-spoor-
wegen is gisteren geëindigd. Tal van
eischen der stakers zijn ingewilligd. Van
de spoorlijnen zijn de troepen terug
geroepen. De stakers hebben echter
slechts voorloopig het werk opgevat en
behouden zich het recht van een nieuwe
staking voor, terwijl zij eischen, dat de
wegens sabotage gevangen genomen
werklieden in vrijheid gesteld zullen
worden.
De gasfabriek te Oporte wordt nu
door brandweermannen en marine-sol
daten bediend, zoodat de stad, hoewel
op gebrekkige wijze, nu toch gasver
lichting heeft.
Thans dreigt echter de algemeene
spoorwegstaking uit te breken. Gisteren
heeft hier een vergadering plaats gehad
van 2000 afgevaardigden, die eischen
opstelden ter verbetering van het lot
van het spoorwegpersoneel, welke voor
waarden aan een commissie van arbeid
en scheidsgerecht zullen worden over
gelegd. Men zal dus eerst pogen de
eischen door een minnelijke schikking
ingewilligd te krijgen. De hoofdeisch
zal een arbeidsdag van acht uur zijn.
En werkelijk, de tegenwoordige toestand
is onhoudbaar, heel wat werkvol heeft
vaak 16 uur achtereen dienst. Breekt
deze staking uit, dan is tot deze
weer opgeheven wordt Lissabon alleen
over zee te bereiken en van alle ver
binding met Spanje en verder Europa
(over land) verstoken.
Ook aan andere zijden dreigt een
groote staking. De chemische fabrieken
te Lissabon en Barreiro, zullen, wordt
niet aan de eischen van het werkvolk
toegegeven, Woensdag a s. stilstaan.
Het personeel wilde namelijk een
vereeniging vormen, en daarom werJen
de leiders ontslagen. De eiseh was tot
Zaterdag 1.1.: weder indienstnemen van
drie der ontslagen arbeiders en erken
ning van het recht om zich te vereeni
gen. Wijl deze eischen gisteren niet
ingewilligd waren, zijn er nieuwe gesteld,
volgens welke nu alle ontslagenen weer
aangenomen moeten worden vóór Woens
dag. Is er dan nog niet toegegev en
dan breekt onmiddellijk de staking uit,
en worden tevens de 8-urige arbeidsdag
en hoogere loonen op den koop toe
geëischt. Op zichzelf zou deze staking
minder beteekenen, als niet de arbeiders
van kurkfabrieken en bouwmaterialen,
als metselaars en timmerlieden, en de
havenarbeiders met de op- en afladers
aan de stations zich solidair verklaard
hadden en gelijk met het werkvolk
aan de chemische fabrieken het werk
willen neerleggen. Dan staat alle goe
derenverkeer in de haven en op de
XVII.
Op de straat gekomen stond Krosky een
oogenblik stil; toen ging hij haastig verder
en trad na verloop van een kwartier een
groot, helder verlicht gebouw binnen, steeg
de breede trappen op en bevond zich even
later in* de elegante zalen der officiers-
societeit.
Er was vandaag niet veel bezoek; het
was zeer goed te bemerken, dat voor de
meeste kameraden het verlof al begonnen
was; het was overmorgen immers reeds
Kerstavond
Krosky vond slechts enkele tafeltjes be
zet. Hij nam aan een dezer plaats, nadat
hij de drie kameraden, die daar reeds zaten,
de hand gedrukt had.
Een bediende bracht hem de spijskaart,
die hij achteloos doorlas. „Altijd hetzelfde.
Ik zou, zonder gevaar van te stikken, niets
naar binnen kunnen krijgen" mompelde
hij bij zichzelf„Ik zal niet eten, breng
mij een pot Münchener!"
„Wel, Krosky!" zei de kleine Trebnitz,
„zou jij je bier niet liever laten stann en
een glas champagne met mij drinken?"
Krosky keek op en bemerkte nu eerst,
dat de heeren de spitse kelken voor zich
hadden staan, waarin het goudgele nat zoo
verleidelijk parelde. Hij nam dankbaar het
glas aan, dat Trebnitz hem met een ver
genoegd gelaat overreikte, en zeide, terwijl
hij het schuim opslurpte:
„Wordt hier een weddenschap betaald
„Maar waar denk je aan?" gaf Trebnitz
ten antwoord, terwijl hij de andere glazen
opnieuw vulde. „Ik vier mijn verloving."
A
DOOR
(Wordt vervolgd).