Onze Knstwileiini. INKWARTIERING! Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No300G* Zaterdag 17 December FEUILLETON. 191Ü. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Nieuwe Abonné's op dit blad ontvangen de nog deze maand verschijnende nummers, alsmede met Nieuwjaar een practische Maandkalender GRATIS. In ons vorig no. hebben wij gemeld, dat door de regeering de toegezegde nota betreffende de kustverdediging aan de Tweede Kamer is rondgedeeld. De N. R. Ct. ontleeud hieraan het volgende Op den voorgrond wordt gesteld, dat de inrichting en het vermogen van ons verdedigingsstelsel volledige waarborgen moet opleveren voor een krachtige en besliste handhaving onzer onzijdigheid bij een oorlog tusschen andere rijken. Niet alleen moet elke schending van onze land- en zeegrenzen kunnep wor den gestuit, maar tevens moet met kracht kunnen worden tegengegaan, dat door oorlogvoerenden in het Neder- landsche watergebied of in onze terri toriale wateren handelingen worden bedreven, welke strijdig zijn met de internationale verdragen en rechtsbe ginselen. Ons weerstelsel zal eerbiedi ging onzer onzijdigheid meer volledig waarborgen, naarmate wij beter en krachtiger op het keeren van elke in breuk daarop zijn toegerust. Slechts door met alle macht en middelen, die ons ten dienste staan, de onrechtmatige aanranding van onze onzijdigheid te bestrijden, zullen wij onze roeping ver vullen en eerbied en belangstelling af dwingen. Vooral wanneer een der strij dende partijen ons gebied als door- tochtsland voor èen deel zijner legers mocht gebruiken, moeten wij alle po gingen in het werk stellen, een derge- lijken aanval te keeren. Zekerder waar borgen yoor het uitblijven van een inval van de zeezijde is gelegen iu een krachtige verdediging onzer havens en zeegaten tegen een belangrijke macht. Naar het gevoelen der regeering moet bij het beramen van de middelen ter verdediging naar de zeezijde, zoowel de handhaving der neutraliteit als de afweer tegen een rechtstreekschen aanval, in het oog worden gehouden. Bij het nemen van maatregelen, zoowel tot handha ving onzer onzijdigheid als ter verde diging onzer onafhankelijkheid, voimt de verdedigbaarheid onzer kust een belangrijk onderdeel van regeeringszorg, zoodat bij de verdediging des lands moet worden gewaakt tegen een moge- W. MEIUBIJltO, 19) Haastig deed de majoor een paar gewel- digde trekken aan zijn lange pijp en blies den blauwen rook in groote wolken om zich heen, zoodat de freule een licht kuchje niet kon onderdrukken. Hij scheen daar echter geen acht op te slaan. Hij behoorde nu eenmaal niet tot de „galante" heeren. „Wat zijn dat voor verplichtingen?" vroeg zij eindelijk. „Ja, ziet u, het is Ik kan immers wel openhartig tot u spreken, freule Kon- stanze? U bent, zooals mijn broeder altijd zegt, een resolute vrouw, die niet alleen het hart, maar ook het hoofd op de rechte plaats heeft en ten slotte ook beter weet, hoe met een jong meisje te spreken, dan 'n oud soldaat als ik Ik wilde u vragen mij een raad te geven, want ik zie geen uit komst Het ronde, vriendelijke gezicht tegenover hem knikte bemoedigend. Zij gevoelde zich dan ook bizonder gevleid; ja, het was zoo, in zaken van vertrouwen sprak zij graag een hartelijk woordje mee. Nu begon de bezorgde vader zijn hart uit te storten. Hij vertelde, dat Brennenberg het meisje zoo liefhad, dat zij zoo eigenzinnig was om een haar aangeboden geluk te versmaden, een groot geluk. En dat alleen, omdat het dwaze kind in de verbeelding was, dat zij Brennenberg niet lief kon hebben. lijk doordringen van den vijand van de zeezijde. De nota wijst vervolgens de havens en de zeegaten, die toegang geven tot die havens, aan als de aangenomen aanvalspunten van een kust. Zij her innert, dat de Wester-Schelde niet de minst belangrijke laatste toegang is, daar dit zeegat leidt naar de reede en "Ie havens van Vlissingen en tot den verderen loop der Schelde, onder bij voeging dat de grootste oorlogsschepen bij Vlissingen eene bij ongunstige winden veilige reede vinden, en Vlis singen een goede haven en een uit stekende werf bezit, waardoor het bezit van dit zeegat van eene op onze kusten opereerende vloot van veel gewicht is. In den toestand van gewapende neutra liteit geldt voor al de zeegaten en havens dat wij hebben te zorgen voor de stipte opvolging der neutraliteitsbepalingen en elke hiermede strijdige handeling behooren te beletten. De regeering wijst er op dat vooral Den Helder, Vlissingen en Rotterdam voor een vreemden vloot een gunstige maritieme basis kunnen vormen. Als uitgangspunt voor operation te land biedt Hoek van Holland (Rotter dam) het meeste voordeel aan. Geraakt Nederland rechtstreeks met een andere staat in oorlog dan moet de taak der kustverdediging in hoofdzaak dezelfde opdrachten hebben als bij bescherming der neutraliteit. Die taak wordtin bijzon derheden omschreven ten betooge van de noodzakelijkheid van de afsluiting onzer zeegaten en de versterking onzer havens, zoowel met het oog op de hand having onzer neutraliteit als tot afweer van een aanval van de zeezijde bij een oorlog tegen Nederland. Tot de middelen om met goed geyolg de kustverdediging te voeren, behooren lo. de levende strijdkrachten te land 2o. de vloot; 3o. de kustversterkingen, met den aankleve van dien. De Nota treedt in een nadere ont wikkeling van deze middelen, ten einde te doen blijkeu hoezeer het in het al gemeen voor den verdediger eener kust noodig is: a. om zijne hoofdmacht niet te vroeg in beweging te brengen (d. w. z. niet vóórdat het werkelijke voornemen van de tegenpartij is onderkend); b. om toch al dadelijk middelen ter plaatse te hebben om aan de tegenpartij oponthoud te bezorgen. In aansluiting hiermede schetst de nota de zware taak die de daarvoor bestemde troepen zullen hebben te ver vullen, vooral bij een kust als de onze, die tal van bezwaren met zich brengt. Onze actieve scheepsmacht zal moeten „Neen maar ik bid u, freule Konstanze! Dien kapitalen kerel niet liefhebben! Een kerel van goud, en zoo verliefd als een vaandrig! Zij heeft hem altijd op barsche wijze afgewezen, totdat hij haar op't laatst smeekte zich tot Kerstmis over de zaak te bedenken. Maar bons, daar wordt zij ziek en dat wel zóó ernstig, dat er van overleggen geen sprake kan zijn Kerstmis staat voor de deur! Dien avond komt Brennen berg van een uitstapje naar den omtrek terug. Hij had zich daar opgehouden omdat, zooals hij zeide, het hem hier te zwaai viel ons huis te mijden Welk een antwoord moet ik hem nu geven?" „Hm, majoor", antwoordde tante Stanze, dat is tamelijk eenvoudig, zou ik denken Ik zou hem hartelijk de hand te drukken en zeggen„mijn beste Von Brennenberg „Kameraad!" verbeterde de majoor. „Zoo noem ik hem altijd, omdat wij bij hetzelfde regiment gediend hebben." „Nu dan: „beste kameraad, 'tspijt me zeer, je niets met zekerheid omtrent de be wuste zaak te kunnen mededeelen, want mijn dochter is zeer ziek geworden, doode- lijk ziek, en nu nog ternauwernood op weg naar herstel Wat ik je raden mag, zie uit naar een ander. Er zijn nog lieve meisjes genoeg in de wereld, en zoo'n „kapitale kerel" als jij zal het niet moeilijk vallen een vrouw te vinden. Ik meen mijn Klaartje goed te kennen en ben overtuigd, dat zij je toch nooit neemt." Tante Stanze was onder deze redevoering opgestaan, had den eenen arm in de zijde gezet en zag den uiterst verbaasden majoor met een triomfantelijk lachje aan, terwijl zij hem tevens vriendelijk toeknikte, alsof zij zeggen wilde: „Ja, ja,'t is mij volkomen ernst." „Maar maar stamelde de oude heer, „dat is u toch slechte scherts, nietwaar? bestaan uit pantserschepen, torpedoboo ten, pantserbooten en onderzeebooten. Rekening houdende met hetgeen reeds is aangebouwd uit de marinebegrootin- gen voor de jaren 1909 en 1910, en met de mijnleggers en de onderzeeboot III, die zullen worden aangebouwd uit die voor 1911, komen nog in aanmer kiDg voor aanbouw uit het fonds: 8 zeegaande torpedobooten, 14 pantser booten, 2 onderzeebooteD, terwijl wij ders ook ten laste van dat fonds komen de bedragen noodig voor het inrichten van twee depotschepen voor onderzee booten en voor aanschaffing van de ncodige verspermijnen en van de daar voor benoodigde magazijnen. Betreffende het uit het fonds aan te bouwen of aan te schaffen materieel moge, wat de pantserbooten betreft, nog het navolgende dienen Daargelaten dat men ook nog in de andere gevallen deze schepen met vrucht zal kunnen benutten, werden ze in de formatie onzer vloot onmisbaar geacht lo. om de eigen torpedovloot beter tot haar recht te kunnen laten komen, door het geven van steun bij het uit breken uit de zeegaten en bij het terug- keeren na een uitval 2o. voor bewaking en beveiliging in de vaarwaters; 3o. om mede te werken aan het tegen gaan van betonningswerkzaamheden door den vijand 4o. voor het beveiligen van de eigen scheepsmacht tegen aanvallen van vij andelijke torpedobooten; 5o. voor het observeeren van de uit- vals- en toegangswegen en om te voor komen dat daarin door den vijand ver sperringen worden gelegd 6o om het doordringen van lichte vijandelijke vaartuigen te bemoeilijken in vaarwaters, waar zulks niet door kust versterkingen wordt belet; 7o. tot steun van de landmacht bij het tegengaan van rivierovergangen door vijandelijke troepen; 8o. voor bewaking en verdediging van versperringen in de gevallen, waarin zulks ten gevolge van de ligging, den afstand of het slechte zicht niet door versterkingen aan den wal kan plaats hebben. De hierboven vermelde punten wer den een voor een nader toegelicht. Daarna is toegevoegd een beschrijving der pantserboot, een oorlogsvaartuig dat geheel berekend wordt geacht voor onze zeegaten. In de nota is verder nog medegedeeld dat voor onze kustverdediging is afge zien van het gebruik van kusthouwit- sers en wordt vermeend, dat op afdoende wijze in de verdediging kan worden voorzien door: Hoe kan ik zoo iets zeggen teggen Bren nenberg, nadat ik volkomen met zijn aan zoek instemde! Ik heb altijd gedacht, dat u 'n verstandige vrouw waart „Die gedachte kunt u ook behouden, maar, ziet u majoor, in zulke kiesche zaken kunnen de mannen niet oordeelen. Ik ben weliswaar slechts 'n ode- vrij ster, maar toch ook eenmaal jong geweest en ik weet, dat een vrouw niet buigt voor den invloed van buiten, vooral niet als zij liefheeft of een afkeer gevoelt. Ik ken Klaartje beter dan u en weet, dat zij meteen man, die haar is opgedrongen, al stak hij ook over de ooren in het goud, diep ongelukkig zou worden. Ik ben vast overtuigd, dat zij alleen ten gevolge van hevige gemoedsaandoening ziek is geworden. Ik heb afgeluisterd wat zij in haar koortsen ijlde en al die fantasieën draaiden om één zaak: den haar aange- danen dwang. Ik verbied u, in 't belang van de arme zieke, met haar verder over de zaak te spreken, als u het zwakke kind althans niet weder wilt doen instorten. En dan zou het wel eens niet zoo goed kunnen afloopen!" „Maar zij is dóürvan toch niet ziek ge worden!" riep de oude heer ongeloovig uit. „Zeker, majoor!" „Onzin, tante Stanze! Ik had u waarlijk voor verstandiger gehouden Zij heeft kou gevat, het onvoorzichtige kind, omdat zij des avonds in den diksten mist ging wandelen. Ziek worden, omdat Jzij een man zou krijgen 1" „Dien zij niet hebben wil, omdat zij hem niet kan uitstaan!" viel tante hem in de rede. „Zij zou niet de eerste zijn, die aan zoo iets ten gronde ging. 't Is zoo, niet alleen ik beweer het, maar ook de dokter vroeg mij, of het arme kind soms hevige gemoedsaandoeningen gehad had. Ik kon het hem natuurlijk niet beslist verzekeren, a. lange kanonnen van zwaar kaliber; b. idem van middelbaar kaliber; c. lichte kanonnen d. mitrailleurs. Is reeds in het bovenvermelde aan gegeven de wijze waarop een gedeelte onze kustverdediging behoort te zijn ingericht, verder worden nog de ver beteringen aangewezen die in deze zijn te treffen. Als de voornaamste daarvan werden aangegeven: Voorziening in de bewapening der kustversterkingen aan de Texelsche zee gaten. Het bouwen van een tweede fort bij de haven van IJmuiden, met opstel ling van het geschut in koepels. Het fort aan den Hoek van Holland wordt voldoende geacht, zoodat alleen aan den Nieuwen Waterweg nog een klein eenvoudig verdedigingswerk te maken zal zijn. Een krachtig werk voorwaarts van Hellevoetsluis n.l. een koepelfort is beslist noodig. De kustversterkingen bij Neuzen en bij Ellewoutsdijk zijn vol strekt onvoldoende, zelfs bij betere be wapening, om onze onzijdigheid ook op het benedendeel der Wester-Schelde en in de haven van Vlissingen te hand haven. De neutraliteit der Westerschelde te handhaven en de haven te Vlissingen te verdedigen acht de regeering drin gend noodzakelijk, in aanmerking nemende dat onze zeemacht alleen daar toe niet in staat is en ook de levende strijdkrachten te land alleen in de afsluiting van het vaarwater en de ver dediging der havens niet kunnen voor zien. De aanleg van een krachtig be wapend, zelfstandig, stormvrij pantser fort bij Vlissingen is daarom onvermij delijk, niet alleen ter verzekering onzer onzijdigheid, maar tevens om alle verdere agressieve ondernemingen tegeD de Zeeuwsche eilanden onwaarschijnlijk te maken. De regeering is van meening dat de aanleg van een fort bij Vlissingen geen nieuwen toestand zal scheppen ten aanzien onzer internationale ver plichtingen en bevoegdheden, daar het hier slechts geldt de vervanging van bestaande niet meer aan de tegenwoor dige eischen voldoende versterkingen, die dan ook zullen worden opgeheven, zoodra het fort bij Vlissingen gereed zal zijn. De tegenwoordige versterkingen der stelling van Willemstad voldoen aan billijk te stellen eischen, zoodat alleen opheffing der kustbatterij van Willemstad zal zijn te overwegen. Verder doet de regeering eenige mede- deelingen omtrent de ingrijpende ver anderingen ten aanzien van de tegen woordige bewapeningen der bestaande daar ik alleen iets uit haar ijlen kon ver nemen, maar nu is mij alles helder. Wie weet, hoe lastig 't haar is gemaakt door u en dien man!" „Maar ik wilde toch haar geluk!" ver dedigde do oude heer zich schuchter. „Daarvan ben ik overtuigd, majoor", stemde tante toe, „maar u zult nu ook haar geluk willen en haar niet meer kwellen." „Maar, mijn God, wat moet Brennenberg wel denken?" vroeg de oude heer. „Ik heb hem toch veel hoop gegeven." „Nou, met hèm zal ik wel sprekenriep tante Stanze met nadruk uit. „Hij zal toch ook wel een hart in zijn boezem hebben „Klara is nog jong en kan nog recht geluk kig worden, al krijgt ze ook geen landgoed." „Och wat, vrouwengeleuterTegenwoordig zijn de mannen niet zoo dik gezaaid. Het blijft onverantwoordelijk, als ik toegeef!" bromde de oude. Die teleurstelling was hem niet euvel te duiden; zoo langzamerhand zag hij zijn trotsche luchtkasteelen geheel verdwijnen. „Ik had mij al zoo verheugdmopperde hij verder. „Zoo'n geluk te versmaden! Maar doe er eens wat tegen, als een paar vrouwen tegen je samenspannen!" Hij stond haastig op uit zijn leunstoel en smeet zijn kalotje op de tafel. Tante Stanze zag in, dat het geraden was, den brullenden leeuw nog niet meer te tergen. Zij zeide, zoo onbevangen mogelijk, dat zij nu naar haar patiënt moest en verdween uit de kamer, het den ouden heer overlatende, zich met den toestand ver trouwd te maken en zich in het onver mijdelijke te schikken. versterkingen, die noodig geoordeeld worden. De regeering hoopt in de nota te hebben aangetoond, dat de toestand onzer kustversterkingen dringend verbe tering eischt, daar veel te wenschen overlaat. Ten slotte volgt nog eene beschouwing over de kosten van de verbeteringen, aan de verschillende verdedigingsmid delen aan de zeezijde aan te brengen. Onder herinnering dat in het wets ontwerp betreffende het kustverdedi gingsfonds voor de uitvoering der werken f 38,370,000 noodig wordt geacht, een bedrag alzoo dat blijft beneden het maximum van 40 millioen, wordt mede gedeeld dat dit totaal-bedrag is gesplitst in f 25,080,000 voor de kustversterkin gen en f 13,290,000 voor het drijvend materieel. Ten aanzien van de wijze waarop de Regeering zich voorstelt de f 25,080,000 te verwerken, volgen hier de bedragen, noodig geacht voor elke positie afzon derlijk. Van dit bedrag zal worden besteed: In elk geval echter mag aan boven staande raming geen volstrekt bindend karakter worden toegekend. De nota is onderteekend door den minister van marine en den minister van oorlog. 0£b» Ste*» Bat* «1. Te Berlijn is weer een geheimzinnige moord gepleegd. Acht dagen geleden hoorden de buren van de oude rijke rentenierster Margarete Hoffmann, in de Bülowstrasse, in hare woning moord roepen. Zij haalden een politie-agent, die zich met hen naar hare deur begaf. De deur werd op een kier geopend en een vrouwestem. men dacht niet anders dan dat het de stem van de juffrouw zelve was, deelde hun mede, dat er in haar huis niets gaande was en dat zij hun hulp niet noodig had. Een week lang vertoonde de juffrouw zich niet, toen brak men hare deur open en vond men haar vermoord op bed liggen. Zij bleek al acht dagen dood te zijn. Waar- XIX. Klara was juist ontwaakt. Zij stak haar verpleegster de kleine vermagerde hand toe, waarbij haar blauwe oogen tevreden schit terden. Tante boog zich naar het bleeke meisje en drukte haar een hartelijken kus op het blanke voorhoofd. „Goed geslapen, lieveling?" vroeg zij, terwijl ze zacht het kussen onder het hoofd terecht schudde. „Ja, lieve tante. U zit hier op mijn kamertje natuurlijk op heete kolen, daar u wel weet op Klein Hermsdorf niet gemist te kunnen worden." „In 't minst niet, lieve Klara," antwoordde tante, zich vol ijver bezig houdende met het gereedmaken van versche trambozen- limonade. „In den laatsten tijd heeft Hedwig mij zoozeer van den troon gedrongen, dat ik haar gerust ook het laatste restje van mijn heerschappij kan overdragen. Ik heb zoojuist een brief van haar ontvangen met duizend complimenten voor je. Zij is zeer bedroefd ons beiden met Kerstmis te moeten missen. Daarbij verheugt zij zich echter van ganscher harte, dat je genezing zulke flinke vorderingen maakt. Zij schijnt over moediger te zijn dan ooit, heeft louter onzin en dwaze verrassingen voor haar David bedacht, en één daarvan bestaat d&lrin, dat zij hem niets van mijn afwezigheid en jouw ziekte heeft geschreven, omdat zij hem, zoodra hij komt en mij natuurlijk missen zal, met alle teekenen van ontsteltenis wil vertellen, dat de dikke Hübner, onze oude rentmeester, mij heeft ontvoerd. Verbeeld je! Zoo'n onzin kan alleen in Hedwig's dwaze hoofdje opkomen Die oude, doodonschuldige Hübner! i UïiD VAN ALTEN^ VOOR DOOR „Ik zeg 't hem in elk geval niet," zuchtte de majoor, terwijl hij zijn uitgedoofde pijp aan den muur hing en een treurig gezicht zette. „Och, och, dat fraaie landgoed' die schitterende vooruitzichten I" De versterkingen aan de Texelsche zeegaten f 9,025,000 Idem aan de haven van IJmuiden - 5,227,000 Idem aan den Hoek van Holland - 146,000 Idem aan de Goereesclie zeegaten - 3,985,000 Idem aan het Hollandsch Diep en Volkerak - 1,296,000 Idem aan de Westerschelde- 5,242,000 De versperringen- 159,000 f25,080,000 Voor vestingbouw, waaronder pantser koepels, electrisohe installation, zoek lichten, afstandmeting, grondaankoop enzf 15,247,020 Geschut- 4,209,700 Munitie- 5,464,280 Versperringen- 159,000 f 25,080,000 (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1910 | | pagina 1