el Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. SO25 Woensdag 22 Februari.
Onze bevolking.
FEUILLETON.
DE BOETELING.
r^.H- - -- T
5 Mg»**
t? i
Uu3 VAN ALT£^
VOOH
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1911.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/* c*- Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Ziedaar een onderwerp, uiteraard al
tijd belangrijk, maar dat door den loop
der gebeurtenissen van de laatste jaren,
in belangrijkheid nog veel gewonnen
heeft.
Dit blijkt telkens. Het bleek ook
weer uit de voordracht, die de heer
J. C. Ramaer, hoofdingenieur-directeur
van den waterstaat te 's-Gravenhage
en voorzitter der afdeeling Nederland
van het Aardrijkskundig Genootschap,
voor een paar dagen in die afdeeling
hield over de sterfte in Ne Ierland, in
verband met gezondheidsleer en water
staat.
Dat de waterstaat op den gezond
heidstoestand en het sterftecijfer zulk
een gewichtigen invloed heeft, was tot
dusver minder bekend.
De sterfte bij ons, vergeleken vooral
met de toestanden van omstreeks 1850,
is zeer gunstig. Alleen Engeland en
Noorwegen wijzen een nog iets beter
cijfer aan; maar in de allerlaatste jaren
was bij ons de verbetering buitenge
woon groot, zoodat wij, als de ver
mindering in sterfte doorgaat, wat zeer
waarschynlijk mag worden genoemd,
in dit opzicht spoedig de meest ge
zegende natie zullen zijn.
Het allermerkwaardigste is intus-
schen, dat de meest gunstige toestanden
voorkomen in de provinciën Noord- en
Zuid-Holland en Zeeland.
De spreker bracht alle hulde aan de
gezondheids-, woning- en andere wetten,
aan het geneeskundig staatstoezicht, de
vroegere geneeskundige raden en de
tegenwoordige gezondheidsradenmaar
aan hun arbeid is toch slechts een
klein deel van de vermindering toe te
schrijven, ook omdat alle gemeentebe
sturen niet even krachtig medewerken.
Ware de bedoelde invloed méér af
doende, dan zou men daarvan in de
landprovinciën ook meer moeten be
speuren, maar daar zijn gedeelten waar
't er met de sterfte nog heel treurig
uitziet.
Het is de verbetering van den water-
staatstoestand, die in Holland en Zee
land zulke gunstige gevolgen heeft
gehad. Waarom is dat niet het geval
in de heistreken, met name in de
Meierysche heide'? Omdat men naar
alle waarschijnlijkheid de tuberculose,
even als de malaria en vele andere in
fectieziekten in onze heidestreken mag
toeschrijven aan de vele, juist in deze
8)
Nolier zat achter de tafel, de beide armen
er op en het bovenlijf voorover, alsof hij
juist een zeer ernstig gesprek gehad had
met de tegenover hem zittende vrouw
Steiner. De voorbijgegane vijftien jaren
hadden hem weinig veranderd. Misschien
was zijn schedel nog wat kaler geworden,
maar zijn gelaat was nog even vleezig en
leelijk als vroeger en er lag nog hetzelfde
zoetvrome lachje op. Het linker oog was
ten gevolge van het voortdurend toeknijpen
wat kleiner geworden, zoodat hij den indruk
maakte van iemand, die loensch ziet.
Het was een gedwongen vriendelijke lach,
waarmede hij den binnentredende aankeek
en over de tafel heen de hand toestak. Er
lag zekere vertrouwelijke minzaamheid in
zijn manier van doen.
„Daar, kijk, Lori! Ik heb je nog niet
gezien, nadat je terug bentl Goed gezond
gebleven?"
Langzaam trok hij de hand terug. Lori
had hem nog niet aangekeken, veel minder
zijn hand aangenomen. Zijn gelaat had op
dit oogenblik een dreigend sombere uit
drukking, het scheen bijna oud. Zijn stem
beefde een weinig toen hij aan zijn moeder
vroeg
„Wat beduidt dit bezoek, moeder?"
Vrouw Steiner ontstelde van deze vraag
en vouwde de handen in kinderlijken angst.
Zij wist niet hoe zij beide mannen tevreden
zou stellen. Eindelijk kwam er met groote
moeite uit:
streken bestaande venen, plassen zonder
afwatering, die des zomers gedeeltelijk
opdrogen, als wanneer de vorming van
zekere bacillen vrij spel heeft. Anders
zou het zijn wanneer gezorgd werd
voor het aftappen van die venen, door
het verbinden daarvan met nabijgelegen
rivieren of beken, door afwaterings
kanalen.
Het spreekt van zelf dat eene be
schouwing van den loop van het sterf
tecijfer en de verrassende uitkomsten
op dit gebied der laatste jaren, tot
allerlei vragen aanleiding geeft. In
de eerste plaats wel dezehoe ver kan
déze vermindering doorgaan; wat zal
het einde zijn? Er zijn deskundigen
die beweren, dat er eens een tijd zal
komen, waarin, plaats hebbende onge
vallen buiten beschouwing gelaten, de
menschen uitsluitend op hoogen ouder
dom door volkomen natuurlijke oor
zaken zullen sterven. Het spreekt van
zelf dat wij nog lang zoo ver niet zijn
maar even zeker is het dat de buiten
gewoon sterke vermindering der sterfte
toch invloed moet hebben, en dan ligt
het voor de hand om aan te nemen
dat de gemiddelde levensduur zeer sterk
moet toenemen, m. a. w. het aantal
oudjes langzamerhand veel grooter moet
worden. Op zich zelf is dit natuurlijk
geen bezwaar. Een gezonde ouderdom,
die lang in staat stelt tot arbeiden, is
zeker geen ramp en onze zorg voor de
oudjes, die hoe langer hoe meer nood
zakelijk zal worden, breidt zich reeds
uit en zal zich nog meer uitbreiden.
Toch zal zeker de kracht der natie
verzwakken, wanneer niet een voldoend
aantal jonge, gezonde en krachtige
menschen daartegenover staat.
Het vraagstuk der bevolking is een
van de moeilijkste en staat in nauw
verband met dat der welvaart. Ar
moede is het gebrek aan ruilvermo-
gen. Wanneer er armoede heerscht,
dan bestaat er een wanverhouding
tusschen het aantal menschen en hunne
gezamenlijke voortbrengende krachten.
Neemt de bevolking toe, dan moet ook
de voortbrenging toenemen, moeten de
middelen van bestaan, de bronnen van
inkomst zich uitbreiden en dat het
aantal geboorten zou veroorzaken dat
die uitbreiding wordt tegengehouden,
door de vermindering der bevolking
bevorderd, wordt niet alleen niet door
de feiten bewezen, maar zelfs tegen
gesproken.
Het is altijd de groote fout geweest
van hen die zich met het vraagstuk
„Mijnheer Nolierdoet ons de groote
eer aannu, ik vertel het je later wel
eens, Loribegrijp je later of
Zij bleef steken en keek in haar verlegen
heid nu eens den boer, dan weder haar zoon
aan. Nolier hielp haar er uit, door zich tot
Lori te wenden
„Ga toch zitten, dan zullen wij eens
samen praten. Je kunt het nu dadelijk al
vernemen waarom ik vandaag hier gekomen
benl Kom, ga zitten 1"
„Voor hetgeen ik met u te praten heb,
sta ik hier goed genoeg 1" was Lori's ant
woord, dat op scherpen toon gegeven werd.
„Lori," waarschuwde zijn moeder.
Nolier stond op, kwam op hem toe en
legde de hand vertrouwelijk op zijn schouder.
„Wees niet dwaas, Lori. Wat heb je toch?
Ben je nog altijd boos op me om die ge
schiedenis met het geld? Och, dat heb ik
je al lang vergeven."
Lori stampte ongeduldig op den grond;
met gebalde vuisten en van toorn gloeiende
oogen stond hij daar midden in het vertrek.
„Je hebt mij niets te vergeven! Ik ben
je niets schuldig en heb volstrekt niets
gedaan, waarvoor ik vergeving noodigheb.
Versta je dat? Of moet ik het je op een
andere manier aan het verstand brengen
Lori had een dreigende houding aange
nomen, waarvoor de boer een pas achter
uitging. Er lag een katachtig vriendelijke
uitdrukking op zijn gelaat, terwijl hij sprak
als een goede oude vriend.
„Waarom zouden wij ruzie maken? Waar
om toch? Laat ik je liever vertellen wat ik
zoo even met je moeder besproken heb. Ik
kwam je moeder een voorstel doen."
Tegen zoo'n gladde tong kon Lori niet op.
Stom van verbazing luisterde hij naar het
geen de ander te vertellen had. Toen deze
zich voorover boog, zoodat zijn adem hem
der bevolking bezighielden, dat zij hun
kracht zochten in middelen om tot
mindere snelle aanwas der bevolking
te geraken, meenende dat er dan bron
nen van bestaan genoeg zouden zijn,
in plaats van heil te zoeken in de
middelen tot verhooging der voortbren
gende kracht, in welk geval het abso
luut onnoodig is om voor toeneming
der bevolking bevreesd te zijn.
Wanneer men bedenkt dat de ver
mindering van het sterftecijfer nood
wendig ten gevolge moet hebben dat
voortdurend toeneemt het aantal van
hen, die tot de voortbrengende kracht
in de maatschappij weinig of niets meer
kunnen bijdragen, dan ligt in den aard
der zaak dat die voortbrengende krach
ten op andere wijze moeten worden
aangevuld.
Wanneer in den toestand, waarin
wij op dit oogenblik verkeeren, het
cijfer der geboorten sterk moest dalen,
dan zou dat voor de productieve kracht
zeer schadelijk wezen en waarschijnlijk
na verloop van tijd een sterken econo-
mischen achteruitgang ten gevolge heb
ben, en daarvoor moet men trachten
zooveel mogelijk te waken.
Ook met het vraagstuk der bevol
king hield de heer Ramaer zich in zijn
voordracht bezig, maar dit deel ervan
kon ons veel minder bevredigen.
Door hot vertoonen van daarop be
trekking hebbende kaarteD, bewees de
spreker dat, in vroeger tijd, de geboor
ten vrijwel gelijken tred hielden met
de sterf tenalleen waar een streek zeer
bloeiend was, waren de geboorten be
langrijk grooter. Het aantal geboorten
moet toen in de bedoelde streken dus
zeer groot zijn geweest, in aanmerking
genomen het hooge sterftecijfer van
destijds.
Sedert een twintigtal jaren is in deze
verhouding verandering gekomen, al
thans in sommige gedeelten van ons
land, door een opzettelijk tegengaan
van de aangroeiing der bevolking.
Spreker schrijft dit verschijnsel toe
aan den geest des tijds, die zich op dit
punt openbaart, speciaal aan de vrij
denkerij.
Dit laatste vooral komt ons niet zon
der bedenking voor. Hoe wetenschap
pelijk spreker overigens in zijn betoog
wa9, die opmerking omtrent de vrij
denkerij was toch zeker niet weten
schappelijk.
Naar onze meening werken verschil
lende oorzaken te zamen, maar zullen
die oorzaken weer verdwijnen, waar
hinderde, duwde hij hem een eind van
zich af.
„Je moet weten, dat ik in den tijd, toen
jij weg waart, wat meer bekend ben ge
worden met je familie. Ik ben dikwijls naar
boven gekomen en Onze Lieve Heer heeft
't mij nu eenmaal gegeven ik heb nu
en dan wel iets voor hen kunnen doen.
En wat ik deed, deed ik met liefde, en
niet alleen omdat 't in den Bijbel staat,
dat men goed moet doen, maar ik zag ook,
dat zij 't verdienden. Je zuster Felici is een
braaf meisje en daarom heb ik het plan
gemaakt verder voor haar te zorgen. Nu
heb ik met je moeder besproken, hoe dat
zou kunnen en wat zij er van zeggen zou
als.... Nu, jij zult er ook wel niet tegen
zijn, jongen.... je kunt er alleen maar
voordeel van hebben en zij zal het goed
bij mij hebben en je .je moeder ook
dusik wil met Felici trouwen."
Lori brak in een schaterlach uit.
„Wat zegt u daarvan, moeier?" vroeg hij
norsch. „U moet hem zelf antwoorden."
Vrouw Steiner stond met moeite uit haar
stoel op en sleepte zich letterlijk naar haar
zoon toe. Zijn toon had haar niet bevallen.
Smeekend hing zij aan zijn arm.
„Bedenk toch eens, Lori, wat een groot
geluk het zou zijn voor het kind."
Aangezien hij halsstarrig bleef zwijgen,
wendde zij zich gejaagd tot Nolier.
„Ga nu heen; wij wij zullen u wel
antwoord zenden en nog wel bedankt
voor de
Het knarsen van de huisdeur belette haar
voort te gaan en onmiddellijk daarna kwam
Felici binnen. Met een lichten blos op de
wangen keek zij, ietwat ontsteld, naar het
drietal. Hoe 't kwam wist zij niet, maar zij
begreep terstond wat er aan de hand was.
Daar greep Lori haar bij den arm en
meerdere bronnen van welvaart geo
pend worden, de productieve kracht
der natie wordt verhoogd.
Dat de toestanden op dit gebied
tegenwoordig niet zoo bijzonder roos
kleurig zijn, dat aan den anderen kant
bronnen van bestaan geopend zijn voor
wie ze vroeger niet bestonden (hier
denken wij inzonderheid aan de vrouw)
zal wel invloed hebben op het sluiten
van huwelijk, en op het onberaden
sluiten van huwelijken en de noodlot
tige gevolgen ervan, hebben reeds vele
tientallen van jaren staathuishoudkun
digen gewezen, die alles behalve vrij
denkers waren.
In dit opzicht maken wij ons dan
ook niet al te ongerust. Bij een sterker
aanwas der bevolking, die waarlijk nog
niet zoo heel gering is, zou voor het
tegenwoordige de wanverhouding tus
schen bevolking en productiemiddelen,
waarvan het bestaan niet te loochenen
is, nog maar worden vergroot. Mogen
wij er in slagen, onze economische
toestanden mettertijd duurzaam te ver
beteren, dan zal de toeneming der be
volking waarschijnlijk niet uitblijven
en dan ook zonder zorg kunnen worden
tegemoet gezien.
Buitenland. 1
Het spoorwegongeluk bij Courtville
heeft een dertiende slachtoffer geëischt.
Een der gekwetsten, mevrouw Dugué,
is aan haar wonden gestorven.
De technische spoorwegcommissie is
volgens de Matin tot de overtuiging
geraakt, dat het spoorwegongeluk ver
oorzaakt is door den slechten toestand
van de lijn. De schuld zou in dat geval
het spoorwegbestuur treffen, dat niet
heeft zorg gedragen, dat in orde is
gemaakt, hetgeen reeds in 1909 nood
zakelijk was bevonden. Men verwacht,
dat eenige schuldigen gestraft zullen
woiden.
De directeur en onderdirecteur van
het westelijk spoorwegnet zijn reeds
van hun functie ontheven en door an
deren vervangen.
Een der eerste maatregelen van den
nieuwen directeur zal zijn het aantal
treinen, dat dagelijks op de lijnen der
westelij ke staatsspoorwegmaatschappij
loopt, te verminderen; ook zullen de
allersnelste treinen hun snelheid moeten
verminderen. Het is inderdaad onge
hoord, dat er treinen loopen met een
vaart van 90 K.M. in het uur op spoor
wegen, die daarop niet aangelegd zijn.
Door den storm die Vrijdag en Zater-
trok haar tamelijk ruw vlak voorden boer.
„Hier, Felici, kijk dezen eens aan, wil je dien
tot man?"
Het meisje kromp ineen alsof zij gestoken
was.
„Hem? Voor geen g<sld!"
Maar nu stoof Lori op; hij scheen hoe
langer hoe grooter te worden. Vlijmscherp
klonken zijn woorden door 't kleine vertrek.
„En al had zij „ja" gezegd, Noller's
Toni versta je me al had zij „ja"
gezegd, dan zou ik haar met mijn.eigen
handen gewurgd hebben vóór jij haar ge
kregen hadt! En nu, de deur uit en kom
hier niet meer binnen, want als ik je
hier nog eens vind
Zijn vuist trilde een oogenblik voor Nol
ler's gelaat, ter vervanging van de woorden,
die hij niet uitsprak.
Nolier nam zijn hoed; hij was bleek ge
worden, maai in kalmte was hij den jongeren
man de baas.
„Al goed, al goed," zei hij, zijci woede
inhoudende, „al goed, Steiner's Lori; ik zal
het onthouden."
Met deze woorden schoof hij de de ur uit.
Vrouw Steiner begon te snikken, alsof
haar kind gestorven was.
„Maar, Lori, hoe heb je dat nu kunnen
doen? Dat zal ons ongeluk aanbrengen!
Zoo'n rijke man en zoo goedhartig Drie
weken geleden heeft hij nog een nieuw
altaar aan de kerk gegeven. Met den pastoor
gaat hij om als met zijns gelijke. En nu
heb je hem boos gemaakt en aal hij ons
benadeelen waar hij kan."
„Houd op, moeder!" zei Lori hard. „U
bent ziek en hebt veel moeten lijden, uw
leven lang als dat niet zoo was, zou ik
u die woorden niet vergeven."
Vrouw Steiner ging weer aittten en nam
schreiend haar arbeid op; terwijl broer en
dag te Weenen gewoed heeft, moeten
meer dan honderd personen ernstig
gewond zijn. Vele rijtuigen werden
omgeworpen, waardoor het verkeer her
haaldelijk belemmerd werd.
De machinisten der Schotsche kolen
mijnen hebben in een te Glasgow ge
houden groote vergadering besloten de
mijn-eigenaars Woensdag mee te deelen,
dat zij onmiddellijk zullen staken, we
gens de weigering van de eigenaars om
hun eischen in te willigen. Men zegt,
dat de mijnwerkersbond de machinisten
hierbij steunt, zoodat wel een algemeene
staking van de Schotsche mijnwerkers,
die 95000 man omvatten zou, het gevolg
kan wezen.
In het Duitsche huis van afgevaar
digden is bij de bespreking van de
afdeeling volksgezondheid van de be
grooting van binnenlandsche zaken, de
pest ter sprake gekomen. Geheimraad
Kirchner verklaarde: Het optreden van
de pest in Mantsjoerije heeft in de
geheele wereld groote ontsteltenis ver
oorzaakt. De pest komt zeer veel voor,
niet alleen in Azië, maar ook in Ame
rika en Egypte en zelfs in Europa zijn
in den laatsten tijd gevallen voorge
komen. In de laatste weken zijn te
Londen 3 gevallen van pest voorge
komen, die door ratten op schepen
waren veroorzaakt.
Wij zijn overtuigd, dat er geen ge
vaar bestaat, dat de ziekte naar Duitsch-
land overgebracht zal worden. In alle
havens van de Noord- en de Oostzee
zijn quarantainestations ingericht. De
rijkswet voor besmettelijke ziekten geeft
de beschikking over voldoende bestrij
dingsmiddelen. Wij kunnen de schepen,
die uit besmette streken komen, zeer
zorgvuldig observoeren en onderzoeken.
En evenals de bestrijding van de cholera
gelukt is, zal de bestrijding van de pest
slagen.
Zondag zijn weer eenige aardschokken
voorgekomen, waarover reeds de vol
gende berichten iukwamen
Uit Rome: Door een aardschok zijn
hedenochtend scheuren ontstaan in de
muren van verscheidene huizen te Ce-
sena. Ook zijn schokken gevoeld te
Faenza, Venetië, Siena, Florence, Spez-
zia, Ravenna en Rimini, maar in die
plaatsen is geen schade aangericht.
Te Teodorana is een huis ingestort,
waardoor 5 menschen gewond werden.
De muren van verscheidene andere
huizen zijn gescheurd.
Uit ForliHedenochtend te 8.25
heeft zich een hevige aardschok voor
gedaan. Tal van huizen zijn licht be
schadigd. Verscheidene schoorsteenen
zijn ingestort. Twee menschen zijn licht
gewond.
Uit Monastir: Een lievige aardschok
zuster voor het venster gingen staan dat
op het dal uitkeek.
Hoog boven het zwarte woud, dat de
groene weilanden afsloot, schitterde de
gletscher van den Winterstock in den glans
der zon. Uit het venster kon men de licht
en de schaduwplekken op het gescheurde,
reusachtige ijsveld onderscheiden.
„Kijk eens, hoe prachtig!" zei Lori. „Ner
gens op de wereld zou ik liever wonen dan
hier en zou het dan niet jammer zijn zich
zijn genoegen te laten bederven door rijk
te willen zijn, is 'tniet?"
Het meisje knikte zwijgend en keek met
groote, peinzende oogen naar het glinsteren
de ijs.
„Én kijk eens, meisje," ging Lori met
zeldzame bespraaktheid voort, terwijl hij
den arm om haar middel sloeg, „wij zijn
arme lui en moeten ons daarom ook een
bescheiden geluk uitzoeken; liever een be
scheiden toekomst dan eene, die ons niet
past en die wij ons niet zelf veroy.eren. Ik
houd niet van geluk, dat ons zoo maar jn
den schoot valt, want dat duurt niet lang!
Bedenk dat, Lici, wanneer je aan een man
gaat denken, zul je? - Of heb je
misschien al een liefste, zeg?"
Hij boog haar hoofd achterover ;en keek
haar bijna anstig in de oogen.
Zij maakte zich los en antwoordde gejaagd
„Neen, Lori, waar denk je aap! Ik kom
immers nergens. Waar zou ik er een kunnen
leeren kennen?"
Toen sloop zij de deur uit. Maar Lori
had den zucht gehoord, hoeveel moeite zij
ook gedaan had om hem in te houden.
Naar het Duitsch.
(Wordt vervolgd).