et Laad vaa lleusdea en Aileaa, de Laogstraat eu de Bonnaelerwaard.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3030, Zaterdag 11 Haart
1911
FEUILLETON.
DE BOETELING.
EMIGRATIE.
lamd "VAN alten^
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Wat de laatste jaren wel bijzonder
de aandacht trekt en moet trekken,
dat is het groote aantal emigranten,
dat van uit ons land en andere landen
naar elders vertrekt, voor een groot
deel naar Amerika. De oorzaak van
deze emigratie is bij velen het zoeken
oédr, de hoop óp een betere toekomst,
dan zij in hun eigen land meenden te
zullen vinden. Er zijn pr, die in hunne
verwachting niet bedrogen zijn uitge
komen. Er zij q gevallen genoeg, dat
arme menscheu van hier in Amerika
welgesteld, sommigen zelfs schatrijk zijn
geworden. Zulke gevallen deden bij
zeer vele auderen het denkbeeld ont
waken ook derwaarts te vertrekken,
om in die verre streken ook geld en
rijkdom te bemachtigen.
Amerika is volgens veler meening
„het land van belofte". Wanneer men
het in zijn eigen land niet langer kan
uithouden, wanneer daar de eene slag
na den andere de ongelukkige heeft
getroffen, dan staat er, volgens velen
dezer, nog één weg voor hen opende
weg naar Amerika. Moordenaars, dieven
en nog meer anderen van verdacht al
looi trekken naar Amerika, vèr ver
wijderd van degenen, die hun verleden
kennen, om dan daar, in dat verre land,
een nieuw leven te beginnen ofhet
oude voort te zetten. Ook zijn er, wiens
zaken in hun eigen land achteruit
gingen en dan daar in Amerika opnieuw
trachten te beginnen; ook zijn er, die
zich in hun eigen land ongelukkig ge
voelden waarvoor vele redenen kun
nen zijn om in Amerika, waar
alles haast anders is, te trachten zulks
te vergeten.
Naast de velen, die er met eon goeden
wil heen gaan, om vooruit te komen,
niet bang zijn de handen uit de mouwen
te moeten steken, naast dezen gaan er
ook velen heen, die zich zeiven voor
werken te goed achten, die meeuen dat
zulks in Amerika niet behoeft gedaan
te worden, die meenen dat 't daar een
tweede Luilekkerland is, waar de varkens
met 't mes in den rug rondloopen en
de gebraden duiven hun in den mond
vliegen. Maar zoo is 't niet. Zij, die
hier bang ziju voor het werk, behoe
ven waarlijk ook niet naar Amerika
te reizen. Zij zullen d&hr evenmin sla
gen rijk te worden zonder arbeid te
verrichten. Dit zal nergens gaan, denken
13)
Het kamertje van zijne moedervermoe
delijk sliep de zieke 1 Lori voelde toorn in
zich opkomen. Als die twee het gewaagd
haddeh, in weerwil van het wakend oog
dat hij op hen hield, bij elkaar te komen
Voorzichtig naderde hij den boschrand,
maar nog voor hij dien bereikt had, kwam
Felici tusschen de hoornen te voorschijn.
Tegelijkertijd hoorde hij voetstappen ran
iemand, die zich verwijderde. Even stond
hij besluiteloos: zou hij die voetstappen
volgen, of eerst met zijn zuster afrekenen?
Hij bleef en in het volgende oogenblik stond
Felici naast hem. Zij had hem niet gezien
voor zij vlak bij hem was. Met een gil
deinsde zij achteruit.
Hij lachte spottend. „Zeker een wandeling
gemaakt?", vroeg hij.
Zwijgend ging hij met haar de hut binnen.
Met angst in haar oogen, bevend, bleef
Felici midden in de kamer staan, terwijl
hij met zooveel geweld op een stoel plaats
nam, dat het oude meubel kraakte. Lang
keek hij haar aan. Heur haar was verward,
op haar bleeke wangen brandden roode
vlekken en zij had groote zwarte kringen
onder de oogen.
„Hoe dikwijls is hij al hier geweest?"
vroeg Lori plotseling.
Het meisje kromp ineen van angst.
„Dat weet ik niet," stamelde zij in haar
verlegenheid.
Lori stond ophij sprak niet luid, maar
elk woord had een grimmigen klank.
„Dit is de laatste keer geweestheb
we, naar welk oord op den aardbol
men zich ook mag begeven.
Uit ons land ook, uit ons kleine
Nederland, trekken jaarlijks vele dui
zenden naar 't verre westen. Wij willen
ons zeiven niet te hoog schatten, maar
zouden we onwaarheid verkondigen als
we schrijven dat van die duizenden
verreweg het grootste deel tot doel heeft
door werken, door hard werken mis
schien wel, trachten vooruit te komen
We gelooven het niet. Ook hier, in
ons eigen land, zullen ze altijd hun
best wel hebben gedaan, maar da&r,
daar in Amerika, waar goede arbeids
krachten beter worden betaald dan hier
in ons land, daar zien ze meer kans,
door niet beter hun best te doen dan
hier, in hun onderhoud te voorzien,
zelfs om bovendien nog een aardig
sommetje achteruit te leggen. Zulke
emigranten zullen zeer zeker wel slagen
in hunne pogingen, want onomstoot
baar vast staat het dat de weg wordt
gevonden als de wil, de goede wil
daartoe bestaat. Zulke emigranten ook
heeft Amerika noodig, zoo noodig als
het de andere, die wij eerder in dit
artikel beschreven, kan missen.
Maar wat kan dit nu voor ons land
tot gevolg hebben, we bedoelen dat
zoovele goe le arbeidskrachten ons gaan
verlaten, om in den vreemde productief
werkzaam te zijn Van uit Spanje trek
ken ook vele werkkrachten naar Ameri
ka, omdat de toestand daar beter is
dan in hun eigen land. In Spanje doet
men nu zooveel mogelijk om de emi
gratie ?an dat land naar den vreemde
te beperken. Den arbeiders wordt werk
verschaft, omdat gebrek hieraan de
grootste drijfveer was van de emigra
tie. Nu worden in Spanje werken uit
gevoerd, groote werkenlandontgin-
ningen enz., welke in het belang zijn
van het land en waardoor tevens aan
den arbeiders werk, dus brood, wordt
verstrekt. Nu weten we wel dat Spanje
en ons land in dit opzicht moeilijk op
één lijn geplaatst kunnen worden, maar
toch: zou er ook in ons land nog niet
veel gedaan kunnen worden voor den
gaarne werkenden man? Liggen ook
in ons land nog niet groote uitgestrekt
heden velds braak, die door een goede,
kundige bewerking herschapen zouden
kunnen worden in vruchtbare bouw
en weilanden? Is er ook nog niet al
tijd dat Zuiderzee-vraagstuk Ook wan
neer dit plan eens ten uitvoer werd
gebracht, zou aan vele handen werk
je dat verstaan? Ik zal er een eind aan
maken, nu je zelf je verstand niet wilt
gebruiken."
Deze woorden brachten meer leven in haar.
„Wat wil je doen, Lori?" vroeg zij met
flikkerende oogen.
„Ik zal den ouden Berghofer vertellen,
dat hij de gangen van zijn netten zoon beter
moet nagaan en verzoeken van diens be
zoeken verschoond te blijven."
„Doe dat niet, Loril Dat dat niet!
Hij zal zelf met zijn vader spreken, zoodra
de gelegenheid gunstig is. En hij meent
het goed met me, dat verzeker ik je.
Maar jij zoudt alles bederven!"
Er lag een waarschuwing in haar woorden,
maar hij belette haar verder te spreken. Hij
stond op, zoodat haar handen, die zij op
zijn knieën gelegd had, hulpeloos tegen den
grond sloegen.
„Als de gelegenheid gunstig iso,jou,
gekkin, jou, onnoozel schaapje zoudt
lang kunnen wachten vóór hij de gelegenheid
gunstig vindt! Maar zelfs al kon hij den
moed vinden om den oude alles te beken
nen meen je dat hij moed genoeg heeft
om het één dag tegen zijn vader vol te
houder)Neen, dan ken ik hem beter; ik
heb het vroeg genoeg ondervonden hoe ver
zijn moed gaat...."
Het meisje stond uit haar knielende
houding op en met ineengestrengelde vin
gers liep zij haar broeder na, die naar de
deur ging.
„Lori
Hij keerde zich om. Er was geen enkele
zachte trek te bespeuren in zijn bleek, be
zorgd gelaat.
„Laat dat gebedel! Al trachten ze ons in
het dorp ook alle eergevoel te betwisten, wij
zullen toch zorgen, dat zij niet zeggen
kunnen: Berghofer heeft zijn zoon verboden
om te gaan met het meisje van de Steiners!
worden gegeven. Nu gaan vele goede
arbeidskrachten naar elders. Nedeiland
is dicht bevolkt en zou misschien nog
genoeg handen kunnen leveren om die
werken uit te voeren, maar een feit is
het dat we langzamerhand vele goede
werkkrachten gaan verliezen, die nuttig
werkzaam zouden kunnen zijn in ons
eigen land en nu andere landen daar
mede verrijken. Tot schade van ons
eigen Nederland misschien, neen, zeer
zeker
Htiiteiiland.
Een Fransch officier, bijna onbekend
als aviateur, luitenant Bagne, heeft een
prachtige vlucht volbracht, welke van
groote heldhaftigheid blijk geeft.
Zonder iemand te waarschuwen ver
trok hij van Nizza en weldra bevond
hij zich boven de zee, in de richting
van Corsica vliegend. Hij zag slechts
water en lucht. Er waren geen rook
pluimen van stoombooten, welke hem
den weg konden aangeven of die bij
eventueels ongelukken hem hulp zou
den bieden.
Uren gingen voorbij, zonder dat men
te Nizza iets van hem hoorde. Het
publiek, dat hem had zien vertrekken,
dacht met schrik aan den ongelukkigen
Cecil Grace, die ook over zee ging en
van wien men niets meer terugvond,
dan dagen later een paar brillenglazen.
Intusschen vloog luitenant Bagne
voort op zijn „Blériof'-monoplan met
200 liter benzine-voorraad.
Vier uren lang snorde zijn machine
boven de zee. Eindelijk zag hij een
zwarte streep land. De vlieger, die van
plan was naar Ajaccio te vliegen, dacht
dat dit stuk land het eiland Corsica
was! Doch hij had zich vergist
Het was niet Corsica. Hij had te veel
Oostelijk gevlogen en daalde op een
klein eilandje op de Italiaansche kust,
dicht bij Livorno. Als een vermoeide
vogel streek de monoplan op het eiland
Gorgona, na meer dan 200 K.M. afge
legd te hebben, neer!
Niemand verwachtte daar den vlieger.
Een stoomboot wilde juist zee kiezen,
toen in de verte een zwarte stip in de
lucht zichtbaar werd, welke spoedig
een aeroplan bleek te zijn. Al de men-
schen snelden naar het strand, waar
zij den dapperen Franschen officier
geestdriftig toejuichten.
Luitenant Bagne komt door deze
prachtige vlucht ongetwijfeld een plaats
toe op de lijst der groote „vlieghelden",
waarop de namen staan van Blêriot en
Chavez, die over het Kanaal en de Alpen
vlogen.
Deze vlucht slaat alle records van
vluchten over zee. Bagne heeft ongeveer
4 maal den tocht over het Kanaal af
gelegd.
Het aantal slachtoffers van den brand
in het Russische bioskoop-theater te
Bologoje wordt thans opgegeven als
183. Van vele lijken zijn slechts brok
stukken gevonden. Verscheidene men-
schen, die al hun verwanten verloren
hebben, zijn waanzinnig geworden."
i Tot de slachtoffers behooren o. a. een
spoorweg-ingenieur en diens vrouw, die
met acht kinderen om het leren zijn
gekomen.
Over wat er nu eigenlijk in Marokko
aan de hand is, komen niet veel in
lichtingen los. Uit Tandzjer werd gis
teren aan de Temps geseind, dat de
weg TandzjerFez onveilig is en voor
karavanen gevaarlijk. Twee koeriers,
die deze week van Tandzjer vertrokken
zijn, de een van de Fransche, de ander
van de Duitschepost, ziju uitgeplunderd.
De Times krijgt, over Tandzjer, uit
Fes allertreurigste berichten. In den
omtrek neemt de anarchie toe. De stad
zelf heeft schier geon levensmiddelen.
De prijzen zijn verdubbeld. De wegen
zijn onveilig. Berbers hebben ongestraft
een paleis van den sultan in de buurt
geplunderd.
Te Parijs is van verschillende zijden
bericht ontvangen, dat Mangin, de
commandant van de Fransche militaire
missie te Fez in den strijd tegen de
opstandelingen gevallen zou zijn. De
bladen die het bericht opnemen, hech
ten er evenwel niet veel geloof aan.
Zij wijzen op het feit, dat Fez tot voor
kort geheel van de buitenwereld was
afgesloten en dat de opstandelingen
alle boodschappers hebben opgevangen
en beroofd. Een Reutertelegram meldt,
dat de regeeringstroepen een overwin
ning hebben behaald.
Wij zelf verlangen dat die omgang zal op
houden I"
Zijn hand lag bij deze woorden al op den
deurknop en hij ging, zonder om te kijken,
naar buiten Felici's droevig gezichtje
had hem misschien nog eens mogen waar
schuwen voor hetgeen hij ging doen.
Het meisje stond tegen de latafel geleund,
waarop het kruisbeeld stond. Elke trek van
haar gelaat verried nameloozen angst. Zij
wilde hem nog naroepen, maar de stem
weigerde haar den dienst. Voor het crucifix
zonk zij met gevouwen handen neer, alsof
haar een zware last neerdrukte. Na eenigen
tijd viel haar blonde hoofd achterover en
zakte het jonge ding bewusteloos op den
grond.
Uit het zijkamertje riep de zieke moeder
tevergeefs de namen harer kinderen Geen
van beiden gaf antwoord. De jonge man
dwaalde onrustig door het donkere bosch
en het meisje lag daar alsof zij gestorven
was.
De pit van de lamp glom en rookte en
ging uit. Duisternis lag over al de ellende in
het huisje van de Steiners.
Nauwelijks was den volgenden morgen
de zon opgegaan, of Lori stond reeds voor
Berghofer's woning. Hij had een paar uren
van den nacht in een hooischuur doorge
bracht en zag er verwaarloosd uit. Bij de
bron, niet ver van Berghofer's woning,
hoorde hij spotachtig gegiggel. Daar stonden
twee dienstmeisjes bij elkaar.
„De boeteling," zei de eene tegen de an
dere. Hij bleef staan en keek naar de plek
waar zij stonden. Toen zwegen ze. Rood
van verlegenheid droegen zij de gevulde
wateremmers naar huis en zeiden den doods-
bleeken man met een schuwen blik goeden
morgen.
De boeteling had begrepen. Een spot
achtige trek lag er om zijn harden mond,
Te Alexandrija, in het gouvernement
Ljublin, hebben vier roovers, die na een
rooftocht over de Weichsel vluchtten,
een aantal veehandelaars overvallen,
een hunner gedood en de anderen ver
wond en geplunderd. Door de politie
achtervolgd, werden zij alle vier, terwijl
zij over de Weichsel terug trachtten te
zwemmen, doodgeschoten.
Uit Washington en New York komt
bericht, dat de Amerikaansche regeering
besloten heeft, 20,000 man troepen naar
Texas te zenden en een smaldeel van
vier oorlogsschepen, waarop 1500 mari
niers, naar Galveston.
Niemand gelooft er aan de ambtelijke
toen hij de trap opging naar het woon
vertrek.
Daar klopte hij aan. Er werd daar binnen
met servies gerammeld en toen hij harder
klopte, liet een luid „Ja" van Berghofer
hem binnengaan.
Hij vond den oude met Tilde alleen. Het
meisje kreeg een kleur als vuur, toen zij
hem herkende, maar zij bleef zwijgend de
melkschalen afwasschen, die voor het ontbijt
gediend hadden. Het „goeden morgen" van
het drietal klonk op hetzelfde oogenblik.
Toen vroeg de boer, die den vroegen be
zoeker met verbaasde blikken had aange
keken
„Bij je daar al weer?"
Dat klonk niet vriendelijk, maar Lori
sloeg daar geen acht op.
„Al weer," gaf hij onverschiilig ten ant
woord. Daarna keerde hij zich ns»ar Tilde.
„Als uw dochter zou willen heengaan,
dan heb ik een klacht in te brengen."
Zij ijskoude toon deed Tilde onaangenaam
aan. Met samengeknepen lippen verliet zij
de kamer.
Nu keek Lori naar Berghofer, die zijn
blik vei van vriendelijk beantwoordde. Al
deed hij zich graag als een groot man voor
wanneer zijn macht in gevaar kwam,
dan kwamen de menschelijke zwakheden
voor den dag. En gisterenavond had hij
vernomen, dat de volgende voorzitter van
den raad niet op den Berghof zou wonen.
Lori had dus een zeer ongunstig tijdstip
gekozen.
„Je komt dus klagen?" zei de boer, ter
wijl hij de witte wenkbrauwen optrok.
„Ja", antwoordde de andere en keek nie.t
minder gramstorig dan Hofer zelf.
„Over wien?"
„Over uw zoon."
„Wat!?"
Lori legde de hand op de leuning van
verklaring, dat die aanzienlijke strijd
macht alleen bestemd is voor winter-
oefeningen in Texas. Daareutegeu vindt
de verklaring ingang, dat de regeering
der Unie zorgwekkende berichten uit
Mexico heeft ontvangen, naar luid waar
van president Diaz stervende en de
opstand in het Noorden bedenkelijk
toeneemt. De dood van Diaz, zoo heet
het verder, zou een bloedigen burger
krijg en anarchie na zich slepen. Daar
onder zouden ook de vreemdelingen
lijden, vooral Amerikanen, die in Mexico
gehaat zijn. Zij zijn daar talrijk en hebben
er enorme geldelijke belangen. Die heb
ben er ook Engelschen en Duitschers.
De Morning Post verneemt uit
Washington, dat Bryce, de Engelsche
gezant, dezer dagen de aandacht der
Amerikaansche regeering er op heeft
gevestigd, dat de opstandelingen in
Mexico bezittingen van Engelschen on
derdanen hadden vernield. Hij vroeg,
welke maatregelen de Amerikaansche
regeering dacht te nemen ter bescher
ming van lijf en goed van vreemdelingen
in Mexico. Mocht zij daarin niet afdoende
voorzien, dan zou de Engelsche regee
ring genoopt zijn zelf te handelen.
Hierin zoekt men de verklaring van
de plotselinge bedrijvigheid der Ame
rikanen in Texas. De correspondent
van de Morning Post seint er bij, dat
Amerikaansche officieren van oordeel
zijn, dat de Amerikaansche troepen
Mexico binnenrukken en de hoofdstad
bezetten moeten. Dan eerst zou de orde
verzekerd zijn. Maar 20.000 man achtten
zij daartoe onvoldoende.
Van een hooggeplaatst persoon ui't
de Amerikaansche regeering vernam de
correspondent, dat het inderdaad in de
bedoeling ligt, zoo noodig, de troepen
over de grens te zenden. Zij zouden
dan noch voor noch tegen Diaz partij
trekken, maar alleen waken voor leven
en bezit der vreemdelingen.
De opstand neemt dagelijks toe, ver
neemt de Kölnische Zeitung, uit de
Mexicaansche hoofdstad. Ook de Zuide
lijke staten worden onrustig. De regee
ring is niet bij machte de orde te her
stellen. Voor de vreemdelingen bestaat
gevaar, omdat op verschillende plaatsen
rooverbenden worden gevormd. De han
del heeft veel te lijden.
Op een fabrieksspoorweg in het Siler-
tal,in Hongarije, raakte een met boomen
geladen spoorwagen los bij den Kirchen-
bodenberg, vloog met groote snelheid
voort, geraakte bij een scherpe bocht
uit de rails en stortte toen naar beneden,
waardoor twintig arbeiders, die op de
plaats waar de wagen neerkwam, aau
het werk waren, onder het gevaarte
bedolven werden. Zeventien hunner
een stoel en begon te vertellen met ge
dempte stem
„Jozef houdt er een liefje op na Dit zou
mij niet aangaan, indien dat meisje mijn
zuster niet was, die er niet op gesteld is
in 't dorp bepraat te worden. Dat uw zoon
met mijn zuster zou trouwen kan ik
niet verwachten; u zoudt daar waarschijn
lijk wel het een en ander tegen hebben.
Maar hij heeft het haar beloofd en zooals
de meisjes nu eenmaal zijn zij gelooft
duizendmaal eerder hem dan mij. Daarom
ben ik hier gekomen om u te verzoeken,
dat u uw zoon nu reeds zult zeggen, wat
u hem zeggen zoudt, wanneer hij u over
een huwelijk kwam spreken, en een einde
aan de zaak te maken!"
De oude kon zijn verbazing moeilijk
verbergen. „Een ander zou de zaak hebben
laten voortgaan en alles op haren en snaren
gezet hebben om het huwelijk tot stand te
brengen," mompelde hij in zijn witten
baard. Daarna liet hij zijn hand zwaar op
de tafel neerkomen en stond op.
„Ik ben je dank verschuldigd, wijl je
mij dit verteld hebt! Natuurlijk .zooals
je zelf zegt: van trouwen is geen kwestie.
Ik zal dus zorgen, dat Jozef het meisje met
rust laat. Daar kun je zeker van zijnl"
Lori strekte zich zoo uit, dat hij grooter
scheen dan Berghofer en hernam, zijn stem
zonderling in bedwang houdende:
„Maar zeg dan aan uw zoon dat hij het
meisje eerlijk haar woord moet teruggeven
zwart op wit. Ik wil het op papier zien
staan en er zeker'van zijn, dat hij het op
den een of anderen dag niet weer met
haar aanbindt!"
„Je maakt er veel omslag bij," zei de
oude ietwat spottend.
„Ik verlang het zoo en het moet."
Naar het Duitsch.
Wordt vervolgd).