el Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Bevelen en Gehoorzamen. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No, 3O31, W oensdag 13 Haart, FEUILLETON. DE BOETELING. land VAN ALTENii- 1911. VOOE Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijsverhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van-16 regels 50 ct. Elke regel meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Van een zeer bekenden en in zijn vaderland zeer beroemden hervormer op zedelijk en staatskundig gebied wordt het volgende verhaald, dat ons dadelijk het hier bovenstaande zal toelichten. Het land, waar hij geboren werd en woonde, was in vele vorstendommen verdeeld en in menig rijkje riep men zijne hulp in om goede wetten te maken, orde te brengen in den Staat en in de rechtspleging. Zoo vervulde hij eens in een dier rijkjes de betrekking van rechter. Op zekeren dag komt voor zijn rech terstoel een vader met zijn zoon. Op de vraag, welke reden hem hier heen brengt, antwoordt de vader: Hoog wijze rechter, gij weet hoe hoog onder ons altijd gesteld wordt de gehoorzaam heid van het kind aan zijn vader; niet ten onrechte wordt dat een der grond zuilen van het huiselijk- en staatsleven genoemd. Mijn zoon evenwel weigert voortdurend mij die gehoorzaamheid te betoonen. Meermalen heb ik daarover mijne ontevredenheid betuigt, maar het helpt niets. Weet gij ook een middel om hem daartoe te brengen Na een oogenblik bedenken, roept de rechter een der bedienden en beveelt hem den ongehoorzamen zoon vijftig stokslagen te geven. Nadat de strafoefening is volbracht, begint de vader den rechter zijn dank te betuigen en durft de verwachting uitspreken, dat deze straf den jongen in het vervolg wel altijd eene aanspo ring zal zijn om aan het bevel van zijn vader te gehoorzamen. Daarna wil hij zich verwijderen. Maar de rechter beveelt hem te blijven en gelast den bediende thans den vader vijftig stok slagen toe te dienen. Deze hoort na tuurlijk vreemd op, onderwerpt zich maar half willig aan de rechtspraak om daarna de redenen te vernemen. „Uw zoon deed zijn plicht niet door u gehoorzaamheid te weigeren. Vandaar de straf, hem toegediend. Maar het is de plicht van den vader zoo te leven, zoo te bevelen, dat van ongehoorzaam heid geen sprake kan zijn. Van daar de straf, aan u voltrokken. Ga tot hem en zij het u beiden tot een les!" 't Is vele eeuwen geleden dat het verhaalde is geschied in een land, zeer ver van het onze gelegen, maar het 14) Dat kort-en-bondige in den toon van den jongen man bracht het snel vloeiende bloed van Berghofer in hevige beroering. Nu strekte hij zich ook uit, maar hij hield zich toch in. „Goed, als Sepp schrijven wil, zul je je zin hebben, maar ik houd hem de hand niet vast." Lori's gramstorigheid nam toe. Hij kwam vlak voor den ouden boer staan en zei „Berghofer, je moet mij dat geschreven stuk bezorgen, anders vertrouw ik die twee niet. Ik heb op de heele wereld over niemand te waken dan over Felici en haar eer, maar die bewaak ik streng 1 En als Jozef meent met haar zijn spel nog langer te kunnen drijven, dan Hij had willen dreigen, maar plotseling kwam Tilde's beeld hem voor den geest en nu had hij zijn laatste woord gesproken. Maar Berghofer had hem niettemin be grepen. Al zijn toorn brak los, „Je behoeft niet zoo groot te doen als eer-hoeder, jijHet spreekt van zelf, dat Jozef niets meer met je zuster te doen zal willen hebben, als ik het hem verbiedHet zal hem wel niet zoo heel moeilijk vallen haar te laten loopen! In vollen ernst zal hij er wel nooit over gedacht hebben een meisje als Felici Steiner tot vrouw te nemen!" Het netelige woord was er uit. Lori stond een oogenblik met wijdgeopende oogen. „Dat is het antwoord, dat ik voorzien had, feit z^lf, dat namelijk kinderen onge hoorzaam zijn aan de ouders, doet zich ten huidige dage nog veel voor. Gij kunt er verzekerd van zijn, dat daar door de goede toon in menig huisgezin bedorven wordt, dat menig ouderpaar daaronder zich diep ongelukkig gevoelt. Den rechter, die stokslagen uitdeelt, hebben wij niet. Dat kon ook de jeugd niet tot rede brengen. Van waar, vragen wij, die ongehoor zaamheid bij vele kinderen? Iemand, die met ons onlangs daar over sprak, zei dat het „de geest des tijds" was. Ja, de tijdgeest heeft heel wat op zijn rekening. Toen zij verder wilde uitweiden en van plan was te gaan spreken over den „goeden, ouden tijd", heb ik haar met het zoo even medegedeelde verhaal den mond ge snoerd. Kinderen, die aan de bevelen der ouders niet gehoorzamen, zijn er ten alle tijde geweest. Zij waren er, zij zijn er, meestal omdat de ouders den tact missen zich te doen gehoorzamen. Geestelijke macht over de jeugd uit te oefenen zoo, dat zij, zonder hare zelfstandigheid te dooden of niet tot ontwikkeling te doen komen, gaarne doet wat de ou Iers bevelen, eischt van die ouders een heller hoofd en een liefhebbend hart; hooger liefde dan die alleen in staat is kinderen te vertroe telen en te bederven. Die eigenschappen ontbraken zoo vaak en vandaar meer verdriet dan genot voor hen, die toch het groote voorrecht hebben kinderen te bezitten. Paedagogi8che bekwaamheid, niet uit wat boekenwijsheid bestaande, maar de resultante van veel levenswijsheid en hooge liefde, ontbreekt zoo vaak. Dat ontbreekt dien onderwijzer en onderwijzeres ook, met wien of' wie de kinderen een loopje nemen, in wier klasse de „orde" ontbreekt. Hoeveel onaangenaams brengt het hun, dat die orde niet te handhaven is! Daardoor wordt niet alleen het met vrucht onderwijzen onmogelijk, maar het brengt ook zooveel ergernis bij hen. Aan wien de schuld In opvoedkunde hebben zij examen gedaan, maar al die kennis, ook al is die niet geheel onveischillig, geeft den goeden toon nog niet. Stokslagen helpen noch in huis, noch op school. Alles hangt af van een groote dosis levenswijsheid, tact en krachtige liefde. Berghofer. Je bent al even kleinzielig als alle anderen 1 Voor mij is echter de hoofdzaak, dat er een einde komt aan die geschiedenis!" Bij het uitspreken van deze laatste woor den was er innige minachting op het gelaat van den jongen man te lezen. Hij greep nu zijn versleten vilten hoed en verliet de kamer. De boer lachte toen hij alleen was, maar het was een bittere lach. Hij was boos op zich zelf, omdat hij zich had laten verleiden onrechtvaardig te zijn. Toen Lori de gang doorliep, hoorde hij een zachte stem zijn naam uitspreken. Hij schrikte en struikelde bijna, maar hij keek niet om. Met het hoofd hoog opgericht verliet hij den Berghof. Onmiddellijk daarna stond Tilde aan de deur en keek hem met groote, vochtige oogen na, terwijl hij door de nog eenzame straat verdween. IX. In de wanden van het kamertje, waar vrouw Steiner al dagen lang lag te sterven, knaagde het doodkloppertje. Het getik in het wormstekige hout was al van den vroegen morgen af aan den gang. De zieke lag er naar te luisteren alsof het een uurwerk gold, dat afliep. Uren waren er zoo voorbijgegaan; het was donker geworden tusschen de vier dicht opeenstaande wanden, en toen weer zoo licht alsof het dag was. Een vaal schijnsel speelde er op den vloer. Het bleeke gezicht aan den nachtelij ken hemel bespiedde het nog bleekere op het kussen van de stervens sponde. Vrouw Steiner lag daar met een tevreden uitdrukking op haar gelaat. Het leven was zoo gierig voor haar geweest in het ver schaffen van vreugde, dat de dood zeker Gehoorzamen en bevelen! Om tedoen gehoorzamen zgn zedelijke talenten noodig, die men alleen door strenge zelfopoffering verkrijgen kan. Dat geldt voor eiken kring. Zoowel voor de meesteres, die hare dienstbode, als voor den patroon, die zijn arbeider, met wie zij moeten samen werken, te bevelen heeft. Allereerst is het noodig, dat èn vrouw èn patroon volkomen verstand hebben van den arbeid, dien zij laten verrich ten. Een huisvrouw, die zelf van de verschillende bezigheden volstrekt geen begrip beeft, allerminst ze zelf zou kunnen verrichten, loopt groot gevaar dat men om hare bevelen lacht, wijl ze toch niet kunnen uitgevoerd worden, zooals zij het zegt. Als een patroon alleen geld heeft om een zaak te drijven, maar niet de kundigheid tot allen arbeid, die in zijn dienst moet worden verricht, dan lijdt het geen twijfel, dat de arbei ders met zijn bevelen een weinig den spot drijven. Maar dat is niet alles. Robert Owen, die in de 18de en 19ie eeuw in Engeland leefde en een groote katoenspinnerij in Schotland dreef, zei eens, dat men wel deed 'om groote zorg te wijden aan het smeren en de goede behandeling der machines, opdat zij veel arbeid zouden kunnen verrichten, dat het dus voor den fabri kant noodig was technisch op de hoogte te zijn van zijn bedrijf; maar dat men ook in zijn dienst had, de fijnste van alle krachtvoortbrengende machines, welke nog veel zorgvuldiger behande ling noodig halden, waartoe menschen- kennis en liefde alleen brengen konden. De kunst van besturen bestaat in het nauwkeurig weten hoe men met men- schelijke zielen moet omgaan. De toon van het bevelen moet de fijnste en betrouwbaarste drijfveeren bij den ar beider in beweging brengen. Een Grieksch wijsgeer noemde het een koninklijke kunst de menscben tot een gewillige rangorde en verbond saam te weven. Men dient zich te kunnen indenken in den gedachtengang van hen die te gehoorzamen hebben. Och, de menschen willen wel gehoorzamen, maar zij moeten gevoelen, dat het een hoog staand menech is die de bevelen geeft men gehoorzaamt gaarne als men zich bewust is een zedelijke macht tegen over en boven zich te hebben. Zij, d ie dienen, willen wel opzien, maar het moet een mensch wezen, die èn naar hoofd èn naar hart zoo is, dat men op de juistheid zijner bevelen en op de vriendelijke bedoeling er van bouwen kan. Dat sluit niet uit kracht in het uit vaardigen der beveleB. Kracht en goed heid uit menschenkennis, uit eerbied voor den mensch geboren, zijn geen anti-poden. 1 Dat er velen zijndoor wie zoo'n hoogte niet is bereikt, zal wel duidelijk wezen voor een ieder, die ziet hoe be velen uit te deelen soms aan zulke on bekwame handen, zulke weinig goed gevormde harten wordt opgedragen. Daarom dan ook zooveel wrok, haat, tegenzin. Daarom wordt ook zooveel arbeidslu8t gedoofd, verzet gekweekt, botsing in het leven geroepen. Niet de mensch, die niet gehoorzaamt aan een dwaas of van heerschzucht alleen getuigend bevel, is de schuldige, maar wel hij, die, zonder kennis van dingen en menschen, bevelen geeft. Kinderen en menschen willen wel j gehoorzamen, indien maar bij hen de overtuiging leeft, dat het gehoorzamen hun eigen waarde verheft. Wie bevelen uitdeelt, moet „supé rieur" zijn. Dat is de weg om orde te hebben in huis en maatschappij. Ktüitenland. niet kariger zou zijn. Kwam hij maar gauw Het was een poos stil geweest, maar nu begon het geknaag weer. De zieke vrouw had het eigenaardige gevoel, dat haar hart slag gelijken tred hield met het getik. Zij begon aan het groote oogenblik te denken, alsof dit al heel nabij was. Daar klonken zware voetstappen in de woonkamer en in het volgende oogenblik trad Lori het ziekenkamertje binnen. Zij keek hem dankbaar aan, maar plotse ling sprongen haar tranen in de oogen. „Wat zie je er uit, Lori" sprak zij zacht. „Net als anders," antwoordde hij bits. En nu nam hij bij het bed plaats. Het sterven was vrouw Steiner op eenmaal ver bitterd. Het gelaat van haar zoon had er haar aan herinnerd, dat hij al weken lang gebukt ging onder een heimelijk verdriet. „Het is wel hard, Lori, dat ik je, zoo ongelukkig als je je voelt, alleen moet laten," fluisterde zij. Deze woorden maakten hem ongeduldig. „Heb toch geen zorg over mij, moeder," zei hij wrevelig, maar bedwong zich spoedig en voegde er toen op bijna liefde vollen tooo bij „En praat nu niet altijd over sterven. De dokter heeft vaD morgen nog gezegd, dat u heel goed weer beter kunt worden." „De dokter jawel maar luister luister hoe hij zich aankondigt: Die weet het beter!" De zieke had met haar bleeke, magere hand de ruwe van haar zoon omvat. En nu richtte zij zich plotseling van haar kus sen op en leunde met haar bovenlijf tegen zijn schouder, zoodat haar wang de zijne aanraakte. „Neen jong het zal niet lang meer duren," fluisterde zy met heesche De Indépendance Beige houdt haar beweringen over een samenzwering in den Congo staande en geeft hierover nadere bi zonderheden. Het blad heeft uit drie verschillende bronnen inlich tingen ontvangen. Het complot is op 27 Januari ont dekt, door een vertrouwelijke mededee- ling van een neger aan een oud-kapi tein van de gendarmerie. De gouverneur- generaal heeft met spoed een onderzoek ingesteld. De procureur-generaal heeft zich naar het dorp Samuel begeven. Huiszoekingen hebben geweren, revol vers en ontplofbare stoffen voor den dag gebracht. De samenzweerders waren overeengekomen, om bij het krieken van den morgen van een vastgestelden dag de ambtenaren te vermoorden en de huizen van den procureur-generaal en den staatsinspecteur in de lucht to laten springen. Bij naspeuringen in het dorp Kallamu op 10 Februari vond men een hoeveelheid ontplofbare stoffen, waarmede men geheel Boma in de lucht zou kunnen laten springen. De minister van koloniën heeft aan een journalist medegedeeld, dat hij met het oog op de ontroering, die de berich ten over een samenzwering in den Congo hebben gewekt, aan den gouverneur stem. En toen, als moest zij eerst even nadenken, ging zij kalm voort „Ik heb je nog van alles te vertellen." „Spreek, moeder, ik luister." „Wanneer ik er niet meer ben, Lori, moet je hier niet blijven. Je gaat daar boven je ongeluk te gemoet en kunt het elders beter hebben." „En Felici dan?" vroeg hij. Er kwam een blijde trek over het gelaat van de zieke. „Voor Felici is gezorgd! Die trouwt!" „Met wien?" Stom van verbazing keek Lori zijn moeder aan. „Hofer'8 Jozef heeft haar zijn woord ge- gegeven." Zijn gelaatstrekken verstijfden en er was iets aanstellerigs in den toon waarop hij vroeg „Bent u ook met blindheid geslagen, moeder? Die twee komen nimmer tot elkaar." „Waarom niet?" „Omdat hetgeen uit ons houten huisje komt voor den Berghof te min is." „Maar hij moet haar trouwen 1" Met koorstachtige opgewondenheid streed de stervende voor haar plan. De woorden van den jongen man klonken na deze verklaring eenigszins zonderling. „Ja, hij moet als hij en de oude maar wilden." Vrouw Steiner bracht met groote inspan ning haar mond aan zijn oor. Haar oogen blonken fel en haar polsen klopten als hamers. Ontzettende angst had zich van haai meester gemaakt. „En ik zeg je: hij moet! Wat zou er anders worden van het meisje en haar „Wat!?" Hij had haar niet laten uitpraten, want generaal om nauwkeurige bizonderheden heeft gevraagd. Een Australiër, Robert Mc. Muilen, heeft een nieuwen eendekker uitgevon den, met welk toestel hij voornemens is mede te dingen naar den luchtscheep- vaart-prijs, uitgeloofd door de regeering van het Australische Gemeenebest. De uitvinder beweert opgelost te hebben het probleem, dat tot nog toe der lucht scheepvaart zooveel moeilijkheden heeft bezorgd, n.l. dat der automatische sta biliteit. Volgens Mr. Hammond, een Engelschen luchtvaarder, zal deze uit vinding de luchtscheepvaart revolutio- neeren en een vlucht door de lucht even gemakkelijk maken als het rijden in een automobiel. De naam der machine is Boomerang. Zij wordt geheel in Australië vervaardigd, met uitzondering van den uit Frankrijk ingevoerden motor. Te Berlijn heeft een moeder haar drie kinderen vermoord en zich daarna bij de politie aangegeven. Zij vreesde dat haar man, die aan den drank is en opgepakt was, naar zij dacht omdat hij haar en de kinderen had mishandeld, ontsnapt was en weer thuis zou komen en zich zou wreken. Later bleek, dat de man was opgepakt omdat hij had deelgenomen aan ongeregeldheden en nog veilig en wel in handen der politie was. Blijkens een telegram uit El Paso heerschen in het Noorden van Mexico paniek-achtige toestanden. De opstan delingen vernielen in de staten Chi huahua en Sonora spoorweg- en tele graaflijnen; en ook belegeren zij ver scheiden steden. Duizenden hulpelooze vrouwen en kinderen hebben gebrek aan voedrel. Volgens telegrammen uit Mexico(stad) hebben j.l. Zaterdag bij San Bartomito de marechaussees een opstandelingen macht van 120 man in de pan gehakt en er 50 gedood. De toestanden in den staat Chihua hua zijn bedroevend; in vele takken van nijverheid heerscht stilstand. Volgens een telegram, ontvangen uit Douglas, in Arizona, is Zondag bij Aguprieta, in Mexico, een gevecht ge leverd. Een opstandelingenmacht van 500 man kwam te voorschijn uit een ravijn en werd onmiddellijk aangevallen door 300 man regeeringstroepen, die zich ten slotte moesten terugtrekken, maar van wie verwacht werd dat zij later den aanval zouden hervatten. De Times verneemt uit Washington, dat de toestand in Mexico duister blijft. Niemand weet wat er eigenlijk voorvalt, maar algemeen gelooft men, dat het er ernstig toegaat. hij begreep wat zij zeggen wilde. Er kwam een angstverwekkende uitdrukking opzijn gelaat. Zijn adem stokte telkens. Hij zonk voor het bed op de knieën. „Dat kan niet waar zijn, moeder 1 U ijlt! Toe, zeg dat het niet waar isl" „Zeker is het waar en jij moet het meisje bijstaan, opdat haar recht worde gedaan." De huilerige stem van zijn moeder bracht hem geheel buiten zich zeiven. Toen hij opstond, wankelde hij als een dronken man en waggelde naar de deur. Met luide stem riep hij in de gang den naam zijner zuster en, tegen het houten trapje geleund, wachtte hij haar komst af. Zijne moeder riep hem. Hij was doof voor haar stem. Het duurde niet lang of Felici kwam met een boos gezicht beneden. Zijn schel geroep had haar uit haar slaap gewekt. Hij stiet de deur van de woonkamer open en beduidde haar dat zij binnen zou gaan. Een blik in zijn dwalende oogen deed haar zwijgend gehoorzamen. Toen zij tegenover elkander in de woon kamer stonden, waarin eveneens het bleeke maanlicht viel, werd Lori zangzamerhand kalmer. Heel zacht begon hij: „Moeder heeft mij iets van je verteld, Lici Jozef is 't waar dat je trouwen moet?" Zijn vraag klonk zonderling, maar zij begreep wat hij bedoelde. Een vuurroode blos kleurde haar wangen, maar op vasten toon, in onvoorwaardelijk vertrouwen ant woordde zij „Hij moet en hij zal!" Naar hel Duitsch. Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1