my
el Land van Heiisden en Allena, de Langstraat en de Bomnteierwaard.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3O44-Zaterdag 20 April,
Driftige menschen.
FEUILLETON.
DE GOEDHARTIGE.
1911.
■^T h,
VOOB
VAN ALTENi
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
„Och, hij is zoo driftig, 't Minste
wekt zijn drift. Een zijdelingsche blik,
die iemand op hem werpt; een glim
lachje, dat hij bespeurt op het gelaat
van een zijner huisgenooten, over een
woord of daad door hem verrichteen
woord, niet kwaad bedoeld, maar een
weinig ongelukkig gekozen; het niet
vinden van zijn linnengoed op de juist
daarvoor bestemde plaats; kortom,
de kleinste kleinigheden prikkelen hem
en doen hem opstuiven.
Zoo is het altijd geweest, ik kende
hem reeds toen hij nog op de school
banken zat.
Mijnheer vliegop" noemden hem
zijn makkers. In liet ouderlijk huis kon
hij in die jaren al stampvoeten als iets
niet ging zooals hij wilde dat het gaan
zou. Zijn ouders stonden dikwijls ver
legen bij het losbreken van zoo'n bui.
Hu hij grooter is geworden, werd het
er niet beter op. O, ge moet het zien
als zoo'n bui opkomt. Aanstonds flik
keren de oogen, rimpels komen op het
voorhoofd, nu eens wordt hij zoo bleek
als een doek, dan weer stijgt het bloed
hem naar het gelaat en een woorden
stroom vloeit hem van de lippen, die
veel zonderlings u hooren doet. Wat
een woordenrijkdom! Waar haalt hij
ze vandaan? Uit een pakhuis, waar
hij gewoonlijk geen voet zet, uit een
woordenboek, dat anders noch door
hem, noch door zijne omgeving gebe
zigd wordt.
Hij is in een oogenblik een heel
ander mensch geworden en ge kent
den man niet meer, die een half uur
geleden zoo prettig met u sprak, zoo
geestig was in zijn onderhoud, u boeide
door de helderheid van zijn geest.
In zoo'n driftbui heeft hij niet alleen
wel eens heel dwaze dingen gezegd,
maar ook heel dwaze daden bedreven,
Het was of alle gevoel van verant
woordelijkheid in eens verdween.
De buien van een driftig mensch
zijn als die korte hagelbuien in de
lente.
Gij zijt uitgegaan zonder parapluie.
De zon scheen zoo helder, de lucht was
zoo blauw, de barometer stond zoo goed.
Plotseling, daar in een hoek, waar
de wind van daan komt, een wolkje
als eens mans hand en voor dat ge er
aan denkt om te schuilen, een hagel
bui; korrels wonden u het gelaat en
rollen over den bodem. Binnen een
8)
De pastoor was warm geworden en wachtte
nu het antwoord af.
Dit bleef echter nog uit. Metter stond daar
met gefronst voorhoofd. Eindelijk zei hij
Wat hebt u tegen dat meisje? Weet u
„Haar zuster
„Van haar zelve, vraag ikbromde Metter.
„Wie dagelijks met de zonde verkeert,
blijft zelf niet rein," zei de pastoor. „Sepha
is met Trini in de stad geweest."
„Ja, op het laatst, even voor zij hier terug
gekomen zijn."
„En Trini men vertelt niet veel goeds
van de wijze waarop zij teruggekomen is."
„Maar de andere heeft iemand van
de andere ook slechte dingen verteld?"
Metter begon woedend te worden.
„Ik weet het niet maar weet jij
dan of zij braaf gebleven is?"
Ook de stem van den pastoor werd luider.
„Ja, zoo waar God leeft," zei Metter, ter
wijl hij beide handen tegen de borst drukte.
Dat „ja" kwam uit zijn hart. „Dat weet
ik, Hoogwaarde, en ik zal het tegen u allen
opnemen om haar te verdedigen."
De geestelijke deed een pas achteruit en
tegelijkertijd onsnapte hem een zucht.
„Je bent niet meer te helpen, Marti. Je
rent in je ongeluk! Je denkt er dus aan
later dat meisje tot vrouw te nemen?"
paar minuten is de wolk verdwenen
de zon heeft haar plaats weer inge
nomen, de vriendelijke blauwe lucht
aan te zien is een genot.
Maar de bui heeft toch uw kleed
nat gemaakt en u een oogenblik een
zeer onaangenaam gevoel bezorgd.
Zoo is het met de buien van een
driftig mensch ook. Plotseling komen
ze op, plotseling verdwijnen ze, maar
laten iets onaangenaams achter.
De driftbuien duren kort. Het is als
met een los papier, dat in brand ge
stoken wordt. De vlam gaat hoog op,
maar het papier is spoedig verteerd en
de vlam is gebluscht.
Na de driftbui weer de blauwe lucht,
een mensch, wiens oogopslag zoo vrien
delijk, wiens woord zoo teeder kan zijn.
Driftige menschen zijn meestal goed
hartig, welwillend, soms te zacht voor
hunne omgeving; menschen, die men
zoo nu en dan om zijn vinger winden
kan, die geen vlieg kwaad zouden kun
nen doen.
Maar met dat al zijn die driftige
personen toch wel wat lastig voor hun
kring. Men weet nooit wanneer zoo'n
bui zal losbarsten. Er moet voor hen,
opdat de drift niet gewekt zal worden,
zoo veel uit den weg worden genomen.
De omgang met hen baart veel zorg.
Ja, lastig zijn ze. Och, wat heeft
men al met hen doorleefdHeerlijke
uren en dagen, maar ook oogenblikken,
dat hun drift als een sombere wolk
over de geheele omgeving zwaar hing,
een kwartier, een half uur vol duis
ternis.
het bloed en wie mij niet
zooals ik ben, die moest
Als de bui is weggedreven voelen
ze zeiven wel dat ze verkeerd hebben
gesproken of gehandeld. De driftige
mensch is binnen korten tijd geneigd
te herroepen zijn woord, te wijzigen
zijn daad.
Och, ze hebben er soms zoo'n leed van.
Een hand wordt gereikt, een zoen
wordt geboden, een geschenk wordt
medegebracht nu moet ieder, meenen
ze, doen alsof er niets is geschied.
Eens bleef een vrouw tegen haren
man, die erg driftig was geworden
omdat zij een vriendelijk woord sprak
tot een zijner vrienden en toen in die
driftbui een heel leelijk woord haar had
toegevoegd, een weinig op hem ver
stoord, ook toen hij zijn spijt betuigde
door heel lief te doen en toen werd
hij weder driftig.
„Men moest dat zoo hoog niet op
nemen ik ben nu eenmaal zoohet
Er scheen een gedachte in den schout op
te komen.
„Dat weet ik niet," zei hij meer tot zich
zelf dan tot den pastoor. „Misschien wil zij
mij niet meer hebben en misschien
is de rechte weg
Hij richtte zich plotseling in zijn volle
lengte op. Er blonk iets in zijn oogen, alsof
hij een gewichtig besluit genomen had.
„Welke weg de juiste is, zal ik weten
wanneer de tijd daar is, en dan zal ik dien
inslaan!"
De pastoor had geen oog van hem afge
wend. Zijn hart voelde van dit oogenblik
af, groote sympathie voor den „Goedhartige".
„En hoe staat het nu met hetgeen ik u
verzocht heb te doen?" vroeg Metter, nadat
beiden eenige oogenblikken gezwegen had
den.
„Ik zal voor het meisje zorgen," ant
woordde de pastoor.
„U zult er geen berouw van hebben en
misschien vraagt u haar nog eens vergiffenis
voor hetgeen u zoo even van haar gezegd
hebt!"
Metter verliet na deze woorden de pastorie.
VH.
De Imbodeners hadden stof tot praten.
En nog wel in den wicter! In den winter,
wanneer er niets te werken was, de boeren
achter d.e kachel als babbelachtige vrouwen
zaten te kletsen en hunne vrouwen, op
nieuwtjes belust, dagelijks een paar malen
bij de deur van den buurman stonden
als 't niet te hard vroor. De meisjes Fenner
waren over de tong gekomen daarvoor
had Trini gezorgdDie bracht den jeugdigen
knapen het hoofd zoo op hol, dat zij haar
als hondjes naliepen, ofschoon niemand
hunner het eerlijk meende. De ouderen
menging,
neen, al die drift is zwak
heid, gebrek aan zelfbeheersching, den
mensch onwaardig.
Wie zichzelven beheerscbt is sterker
dan die een stad inneemt. Zoo zei de
Joodsche spreukendichter.
Driftige menschen, ge zijt zoo ge
formeerd, het ligt niet aan uw bloed
en zijne menging, maar gij hebt u zeiven
zoo gemaakt. Toegevende aan luimen,
wordt ge nu door deze beheerscht.
Ouders, als onder uwe kinderen er
een is, dat zoo door drift dreigt be
heerscht te worden, o, neemt dan tijdig
maatregelen daartegen uit liefde voor
uw kind. Doet uw best te zorgen dat
die drift niet kan komen. Vele zijn de
middelen wijsheid zij u toegebeden
Driftige menschen, beheerscht u zei
ven bedenkt eens wat een dwaastooneel
ge in het leven roept, hoe sommigen
vol medelijden het hoofd schudden en
anderen u uitvloeken
Men heeft vele middelen voor u uit
gedacht, b.v. tot twintig tellen of de
knoopen van uw kleeren, of het abc
van achteren naar voren opzeggen,
het is alles wel, maar maakt ernst met
zelfbeheersching; gij zijt te goed en te
groot om door de drift zoo klein te
worden en te spreken of te doen woorden
en dingen, waarover gij u later hebt
te schamen.
ergerden zich daaraan. Er bleef geen stuk
aan Trini heel en zoo zei men
de andere zal wel niet beter zijn! Toen de
winter ten einde liep, daagde er nog meer
stof tot gebabbel op. Oogen en monden
werden wijd opengesperd. Een oude weduwe
trok bij de meisjes in en die wees aan
alle lastige bezoekers de deur. Maar dit was
niet alles wat de Imbodeners wisten. Die
weduwe was daar door den schout in huis
gebracht en de schout zou aan Sepha
zijn woord willen gestand doen, dat hij
haar jaren geleden gegeven had Metter
wilde Sepha Fenner tot zijn vrouw maken
Het geheele dorp was verontwaardigd
in het geheim natuurlijk en het gepraat
over het voornemen van den „Goedhartige",
die langzamerhand een soort dorpsheilige
geworden was, wilde maar niet tot bedaren
komen.
De lente kwam, ijs en sneeuw smolten
in de bergen en het scheen alsof in den
Föhn de stralenkrans wegsmolt, die den
schout in de oogen van het geheele dal
tot nu toe omgeven had
Op de vleugelen van den stormwind was
de lente het land binnengetrokken. Een
gloeiend blauwe hemel, stroomen van licht,
lawinengedonder en overstroomende beken
alles onverwachts.
De warme Föhn streek over den Rot-
gletscher. Milliarden droppels en droppeltjes
fonkelden op de met sneeuw bevrachte
hellingen, op de weiden, in de straten, aan
de daken van huizen en hutten. Droppel
na droppel viel neer. Het glinsterende witte
dek verdween met ongekende snelheid. Het
water kwam in stroomen van de bergen
afzakken, zoodat de dalbewoners de angst
om het hart sloeg. Met angstverwekkende
snelheid zwol de Wildbach. Het water wrong
zit my in
nemen wil,
maar 1
Dwaze personen, die driftige lieden
Ze weten zeiven niet hoe bespottelijk
ze zich aanstellen, want op zoo'n oogen - J
blik is het gezonde denken op den loop,
fijne neigingen der ziel zijn verdwenen,
het is een en al dwaasheid, indien geen
misdaad.
Het beroep op het bloed en zijne
menging, een beroep, dat vele driftige
menschen ter hunner verontschuldiging
gebruiken, ook al weten ze van hun
organisme zoowat niemendal, is van
weinig waarde. Dat „ik ben nu eenmaal
zoo", is het kussen der gemakzucht,
der traagheid.
Alle deugd, die men in kalme oogen
blikken toont, alle geestdrift voor het
reine en goede, waardoor men zich
'onderscheidt van vele saaie, trage en
lakse menschen, alle teederbeid en liefde
welke gewoonlijk jegens de huisge
nooten, vrienden, armen en ongelukkigen
getoond worden, wettigen het nu en
dan zoo driftig zijn niet.
Het is niet het gevolg van bloeds-
Buitenland.
Onlangs de geschiedenis is al een
paar dagen oud zoo schrijft de N.
R. Ct., is te Livermore, in Kentuckie,
een neger gelyncht. Nadere bijzonder
heden, die over deze zaak gemeld
worden, doen zien, dat men hier met
een ongelooflijk stuitende moordpartij
heeft te doen gehad. De neger in quaestie
had een jeugdigen blanke neergeschoten
en bevond zich in hechtenis. Een ver
woede menigte begaf zich naar het huis
van bewaring en eischte den neger op
en de politie verstopte toen den man
in den schouwburg. Maar dat werd
ruchtbaar; 50 vastberaden kerels dron
gen den schouwburg binnen en maakten
zich van den neger meester. Als een
loopend vuur ging weldra de mare door
het stadje, dat Potter, (zoo heette de
ongelukkige) in den schouwburg zou
worden terechtgesteld, d. w. z. gelyncht.
Onmiddellijk stroomde de schouwburg
vol en aan de kas werd formeel entree
geheven. Terwijl het doek neergelaten
bleef, werd daarachter alles voor de
vertooning in gereedheid gebrachtmaar
vóór het scherm opging trad een der
„regisseurs" van het schandtooneel op
het podium en deelde den toeschouwers
mee, dat alle aanwezigen het recht
zouden hebben op den neger te schieten.
De bezoekers op de goedkoope rangen
mochten éénmaal schietenmaar zij die
duurder plaatsen hadden vaker, b.v. de
lui in de stalles zes maal. Daar gaat
het scherm op. De jammerende neger
wordt uit de koelissen gesleurd, midden
op het tooneel gebracht en gekneveld.
Dan sleept men hem naar den kant en
knoopt hem op. Als de man goed dood
is wordt het bengelende lijk in slinge
rende beweging gebracht; er wordt een
sein gegeven en het geknal begint.
Meer dan tweehonderd schoten waren
reeds gelost, toen zich in den schouw
burg plotseling het gerucht verbreidde,
dat de vrederechter in aantocht was met
een flinke politiemacht. Toen dezeambte
naar de schouwburgzaal betrad was het
daar leeg; enkel hing er nog de aan
flarden geschoten neger.
De bruto-opbrengst der voorstelling
werd ter hand gesteld aan de nabe
staanden van den vermoorden blanke.
Zooals men zich zal herinneren, werd
vijf maanden geleden het goederensta
tion te Hyères door brand vernield en
is de brandkast, welke een aanzienlijk
bedrag bevatte, daarbij verdwenen.Th:ns
is gebleken, dat niemand anders dan
de stationschef Liotard de schuldige was
en deze is dan ook door de justitie ge
arresteerd.
De katholieke geestelijken in Portugal
hebben een vergadering gehouden om
zich tusschen de nauwe rotsspleten bij Zum-
dorf door wit kokend schuim, waarvan
het gedonder den Imbodeners van verre in
de ooren klonk. Waar het land vlakker
werd, de beek haar bed al breeder en bree
der maakte tusschen de lage oevers, dreigde
er gevaar.
Aan de grens van de uitgestrekte vlakte
in de richting van Zumdorf maakte de
Wildbach een scherpe bocht, vormde een
knie. Daar lag het vruchtbaarste land van
het dorp, prachtig weiland, een klein ver
mogen waard. Het behoorde aan den schout.
Een waterkeering, jaren geleden met groote
kosten daar opgeworpen, hield het water
van de Wildbach tegen. Het reusachtige
bouwwerk was volgens plannen van den
schout zelf uitgevoerd en sloot alle gevaar
uit. Ook ditmaal hield het zich goed. Met
ontembare woestheid wierp de heek er zich
tegen aan, dreigende het te ondermijnen;
maar de granietmassa, hooger nog dan de
tegenwoordige waterstand opgeworpen, hield
stand. De beek moest er langs. Als om zich
te wreken wierp het water zich op den
tegenovergestelden oever, waarop het afstiet
om een eind verder, de oude richting weer
aannemende, naar het dal te stroomen. Die
oever was vlakker; ook daar had men uit
gestrekte weilanden, eigendom van de ge
meente, waarop arme bewoners voor weinig
geld hun vee lieten grazen. Ook stond daar
een groepje hutten, bewoond door met vele
kinderen gezegende gezinnen, armoedige
woningen, maar toch het eenige tehuis van
vier boerenfamiliën. Op dien oever had men
op raad van den dalschout in den afgeloo-
pen herfst eveneens waterkeeringen moeten
maken. Hij had de gemeente daartoe een
aanzienlijke som gelds geboden, maar het
bestuur was nalatig geweest, had den bouw
hun houdiDg ten opzichte van de schei-
dingswet vast te stellen. Met algemeene
stemmen hebben zij een motie aange
nomen, waarin zij zich bereid verklaren
tot de uiterste opofferingen voor de
verdediging van de rechten van kerk
en priesters. Aan den paus is van deze
motie telegrafisch kennis gegeven.
Een vreeselijk drama heeft zich te
Morlaix afgespeeld, waar een door haar
man verlaten vrouw zich met drie harer
kinderen verdronken heeft in het kanaal
van Nantes naar Brest. Een vierde kind,
een meisje van vijftien jaar, had de
moeder vergeefs gepoogd over te halen
mede den dood in te gaan. Het kind
was in een ander dorp in betrekking en
had niet verwacht dat de moeder werke
lijk haar voornemen uit zou voeren. De
verdronken kinderen zijn zestien, negen
en zeven jaar oud.
Het Zuid-Afrikaansche Unieparle-
ment heeft in derde lezing een wets
ontwerp aangenomen, dat toestemming
verleent tot den aanleg van 848 kilo
meter nieuwe spoorwegen. Verder is
voor den termijn 31 Mei 191012 ruim
70 millioen gulden beschikbaar gesteld
voor aanleg en verbetering van spoor
wegen en havens.
Naar de Times bericht, hebben zich
in het belastingjaar, dat met Maart is
afgeloopen, 311,084 landverhuizers in
Canada gevestigd; 121,451 hunner kwa
men uit de Vereenigde Staten.
In Buenos-Aires heerschen thans ge
weldige overstroomingen. Verschillende
dichtbevolkte wijken staan onder water.
Op sommige punten staat het water twee
meter hoog.
Verscheiden dorpen in Argentinië
staan onder water. Huizen zijn ingestort
en tal van personen zijn onder de puin-
hoopen begraven.
De lijnen van den Zuiderspoorweg
staan onder water, de treinen onder
vinden belangrijke vertragingen. Onge
veer 1000 personen zijn dakloos. Men
gelooft, dat er vele menschenlevens te
betreuren zijn.
De Daily Mail verneemt uit Tandzjer
het volgende: Het Engelsche gezant
schap heeft een brief uit Fes ontvangen,
d.d. 21 dezer, meldende, dat de consuls
dien dag op een vergadering hadden
besloten, dat de Europeanen Fes zoo
spoedig mogelijk gezamenlijk zouden
verlaten, zoodra de weg naar Tandzjer
vrij was.
Het gezantschap heeft ook ambtelijk
bericht gekregen, dat de opgestane
Berbers Mekines bezetten en des sultans
broeder tot sultan hebben uitgeroepen.
De correspondent van de Times te
uitgesteld tot de geldmiddelen het beter
zouden veroorloven. D t uitstellen wreekte
zich nu. Het water steeg al hooger en hoo
ger en overstroomde het land. Bleef de dooi
aanhouden, dan moest de beek haar bruine
golven benevens zand en steenen, die ze
meevoerden, over het prachtige weiland
uitgieten, dood en verderf brengende voor
de hutten en het land zelf.
De boer in het bergland is echter gewend
aan den eeuwigen strijd met de elementen.
Ongeveer vijftig man werkten met houwee-
len en spaden aan een dam, die de bedreigde
plek moest beschermen. De schout leidde
zelf het werk, dat gestadig grooter en ste
viger werd, zoodat de steeds stijgende vloed
zich schuimend en sissend in de andere
richting spoedde.
De stem van den schout klonk boven het
geloei van het water uit. Hij stond aan
geene zijde van de beek, teneinde den loop
der golven beter te kunnen beoordeelen,
maar elk bevel, dat hij gaf, drong duidelijk
verstaanbaar tot de arbeiders door. Op dit
oogenblik had hij weder allen in zijn macht;
niemand zou den „Goedhartige" ook maar
met een woord hebben durven tegenspreken.
Nu en dan wierp er een een schuwen,
be wonderenden blik naar de overzij, want,
zooals hij daar stond, stak zijn forsch ge
bouwde gestalte boven allen uit en het
zelfbewuste van zijn ijzeren wil blonk uit
in elke aanwijzing, die er uit zijn mond
kwam.
„Halt! Zoo is het goed 1" had zooeven
zijn bevel geklonken.
Met militaire gehoorzaamheid hielden
allen met werken op.
Naar het Duitsch.
i slechts van haar?"
C Wordt vervolgd,