Het Land van Heosden en Altena, de Langstraat en de BoromeSerwaard. Onze Maag'. Levensstrijd. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3051Woensdag 24 Hei. 1911. FEUILLETON. m. U»D VAN ALT^/ VOOH Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77i ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Belangrijk deel van ons organisme De door den mensch gebruikte spijzen verblijven zeer lang, soms wel eenige uren in dat lichaamsdeel en ondergaan daarin belangrijke wijziging. Door het proces hetwelk daar plaats heeft, wor den de voedende bestanddeelen in dien vorm gebracht, welke hen geschikt maakt in het bloed te worden opgenomen en zoo het leven te onderhouden. Als de maag geen vulling ontving, geene voedende bestanddeelen dienten gevolge aan het bloed kon mededeelen, dan zou het bloed zijn kracht verliezen, het leven gaan kwijnen. Het is dus noodzakelijk dat de mensch eet. Naar voeding verlangt het kind, pas ter wereld gekomen; het zoekt naar, het schreeuwt om de moederborst. Tot op den laatsten dag zijns levens bedenkt men hoe men den kranke zou kunnen laven en voeden. De maag vraagt iederen dag opnieuw, maar wat geven velen aan die maag in haar donkere afgrond veel te doen Rustdagen worden haar niet gegund en wanneer de menschen rusten, feestdag houden, dan heeft zij gewoonlijk zeer zwaar werk te verrichten. Immers een feestdag kon voor velen alleen dien naam dragen als er een flinke smul partij aan verbonden is. Wat heeft die maag dientengevolge niet alleen veel arbeid, maar hoe ont staan daardoor ieder oogenblik pijnlijke en lastige ongesteldheden. Een mensch die werk moet doen boven ziju kracht, wordt ziek, maar menige maag zou tot zijn bezitter het verwijt kunnen richten Gij met uw lekkerbekkerij maakt mij krank en zijt zelf oorzaak dat ik u niet goed dienen kan. Er sterven meer menschen aan het gebruik van te veel en te zware spijs, dan uit gebrek aan eten. Onze artsen moeten o, zoo vaak dienst doen om weer in orde te brengen wat gulzigheid en lekkerbekkerij bedorven hebben. Een eenvoudig man zei eens; Eters worden geboren maar mer. veroorlove mij zijn uitdrukking te bezigen „vreters" worden gemaakt. Arme maag! Dat deel van het organisme, wat zoo onschatbaren dienst allen wil be wijzen, wordt mishandeld. Als zij ziek wordt gemaakt, dan kan 3) Christiaan verroerde zich niet. „Ik wil geen geld; ik wil uw dochter," hield hij vol. Furrer lachte bijna over de onbeschaamd heid van zijn knecht. „Dat je een stijfkop bent, heb ik al lang geweten, maar in zaken als deze helpt stijfhoofdigheid geen zier. Hoe kom je zoo ezelachtig, om zoo iets te kunnen vragen? Wie ben je? Wat heb je? En toch wil je niets meer ot minder, dan het rijkste meisje van het heele dal tot vrouw hebben." „Het geld kan mij niet schelenik wil het meisje." „Ik wil, en nog eens ik wil! Schei nou maar uit met dat „gewil." Hier in huis geldt jou willen geen cent. Neem je geld op en ga heen." Christiaan begon te bemerken, dat hij grond verloor. Hij was niet gewend veel te spreken, maar hij begreep, dat het er nu op aan kwam. „Ik ben op het oogenblik uw knecht, dat is waar, maar ik weet, dat ik tot meer en beter in staat ben. Heb maar vertrouwen in mij en gij zult tevreden over mij zijn en Rosi zal het goed hebben." „Malligheid 1 Onzin I Neem je geld en ruk uit. Ik wil niets meer hooren." KrakHet buis was gescheurdde gebalde vuisten van den knecht hadden van het verkreukte katoen te veel gevergd. Chris tiaan begon onrustig te worden. „Rosi houdt van mijzij wil geen ander tot man." zij haar werk niet verrichten, maar brengt dikwerf zeer onaangename stoor nis in het humeur. Dubbele schade dus! Daarom, heb eerbied voor uwe maag, d.w.z. leg een teugel aan den lust tot eten, aan den lust tot overdadige prik keling van het verhemelte en de tong. „Lekker is maar een vinger lang", d.w.z. van de lippen tot het keelgat. Wie zijn gezondheid op prijs stelt, haar beschouwt als een grooten schat, zal matigheid als een der eerste plichten in acht nemen. In een goed gezin zal de moeder, die hare kinderen lief heeft, hen niet laten eten zooveel als ze maar op kunnen, neen, maar wijze regel stellen aan die voedingsdrift. „Ge kunt niet meer" is uiting van heel wat grooter liefde, dan aan het toetasten geen einde te maken. De grooteren hebben zichzelven te regeeren. Een mensch moet toonen wie er „baas" in huis is, hij zelf of het verhemelte of de lust om zich te over eten. Men spreekt zooveel over hygiëne; tal van maatregelen worden in het belang der openbare gezondheid ge nomen. Wie zal het niet prijzen; wie, zoo veel hij kan, daaraan niet medewerken Waarlijk, indien men eene vergelij king instelt met toestanden van een paar eeuwen geleden, betrekking heb bende op woning, kleeding, verkeers wegen, dan komt men dankbaar tot de erkenning, dat al die hygiënische maatregelen groot nut hebben afgewor pen, tal van vijanden der menschelijke gezondheid hebben gedood of althans hunne voortplanting belemmerd, dat dientengevolge heel wat meer levens vreugde voor de menschen is weggelegd, maar de ware hygiënische hervorming blij ve hierin gelegen, dat ieder ook voor eigen gezondheid zorge en daar onder behoort mijns inziens, dat men diepen eerbied hebbe voor dat nuttig deel van het organisme: de maag. Maar die matigheid, die betooning van de voedingsdrift der zelfbeheersching in het eten is niet alleen nuttig voor de gezondheid, zij heeft ook zede lijken invloed, want zij is de uiting van wilskracht, van zelfbeheersching. Wie zijn lichaam aanziet als een tempel van den heiligen geest en met zelfbewustheid dien tempel in eere houdt, bewijst daardoor dat hij zedelijk hoog staat. De groote kunst is om „Wat Rosi wil komt er niets op aan. Als het tijd voor haar is om te trouwen, zal ik 't haar wel zeggen/' „Bedenk wel, wat u zegt. Het meisje is van mij en ik laat haar niet los I" De stemmen begonnen heesch te klinken. Furrer kwam dreigend een stap nader. „Van jou? Wat kan het mij schelen, wat jij doet of wat jij laat! Ik zegje, datje nu heengaat, kerel, of Christiaans gezicht was vuurrood. „Dus wil je mij het meisje niet geven?" schreeuwde hij. „Neen!" bulderde de boer. „Ook niet, als ze al half en half mijn vrouw is?" Furrer huiverde. De trekken om zijn mond werden scherper en dieper; een uit drukking van onbarmhartige vastberaden heid lag om de vast op elkaar geklemde lippen. „Ik hoop, dat mijn dochter zich niet ver geten zal hebben." „Zij heeft niets anders gedaan, dan mij het recht gegeven, om te vragen, hetgeen ik nu vraag." „Wat bedoel je?" hijgde de boer. „Dat het niet onwaarschijnlijk is, dat ge in mij den vader van uw kleinkind de deur uitjaagt." „Onbeschaamde hond, durf je mij dat in mijn gezicht zeggen, in mijn eigen huis, en weet je dan niet, dat ik je met één vuistslag kan neersmakken, om nooit weer op te staan?" „Het raadslid Furrer zal niet graag in de gevangenis komen, denk ik." De boer was veranderd als een blad op een boom. Zijn gezicht was krijtwit ge worden; met beide handen hield hij zijn stoel omklemd, alsof hij zelf bang was, dat hij zich aan zijn knecht zou vergrijpen. „Zie je daar den Heiland, mensch?" zeide overwinningen te behalen op onze lus ten, heer en meester te blijven, zich te laten dienen door zijn stoffelijke or ganen. De zedelijke mensch rekent het zich tot een plicht een zekere waardig heid en zelfbedwang in acht te nemen tegenover de begeerigheid in eten en drinken. Het woord „onthouding" van dat wat schaden kan, van dat wat geen hoog genot geeft, past in het woordenboek van den zedelijk hoog- staanden mensch. Onthouding; niet in den zin van dwaas vasten, dat men zich oplegt, maar onthouding van dat ééue glas, waardoor het zelfbewustzijn zou kunnen verdwijnen, onthouding van dat te veel of te zwaar eten, waar door vadsigheid en geen verkwikking zou komen. Een volle maag studeert niet graag. Dat weet bij ervaring hij het best, die zichzelf niet beheerschen kan. Wie doelmatig zich oefent in die betamelijke onthouding en dat is het werk van den zedelijk hoog staan de, bekomt daardoor die frischheid vau den geest, die energie van het zieleleven, welke oorsprong is *an heer lijke levensblijheid. Of dan ons verhemelte, onze tong, nooit eens genieten mogen? Wel zeker, ook de smaak heeft zijn recht en wij stellen den kok of de keukenmeid op prijs, die naar onzen smaak de spijs bereiden kan, maar de waardeering van het aangename, dat alzoo ons wordt bereid, sluit niet uit dat wij, ter wille van ons hoogste leven, baas willen blijven in eigen huis. De ma»g heeft krachtig voedsel noodig om ons het leven te bestendigen maar zij blij ve de trouwe, gezonde, ge hoorzame dienares van den hoogstaan- den menschel ij ken geest. De heerschappij over den prikkel van tong en verhemelte is een bewijs van innerlijke kracht. BuUeiiBatid. Zondag werd uit Parijs gemeld: Hedenochtend om 6 uur 35 is op het vliegveld te Issy les Moulineaux een ontzettend ongeluk gebeurd. De vlieger Train, die, als deelnemer aan de wed vlucht ParijsMadrid, met een passagier met zijn eendekker was opgestegen en zeer laag vloog, wilde het peloton ku rassiers, dat de orde bewaarde, mijden, veranderde van richting en streek heen over een groep, gevormd door ministers en andere officieele personen, welke op hij schor, wijzende op een klein crucifix, aan den muur. „Ik weet niet, of Hij je iets waard is, mij is Hij dat wel. En bij Hem zweer ik nu, dat ik mijn dochter liever met eigen hand zou wurgen, dan haar jou tot vrouw te geven." „Is dat uw laatste woord?" „Mijn allerlaatste." „Goed, boer Furrer, dan weet ik het. Maar weet dan van mij, dat ik nog lang niet ben uitgepraat!" Christiaan keerde zich om en stapte met zwaren tred naar de deurhet geld liet hij op de tafel liggen. Furrer had zijn knecht met starreoogen nageoogd. Hij bleef onbewegelijk zitten, waar hij zat, de stoelleuning krampachtig omknellende met zijn ijzeren vuisten. Hij huiverde. Toen stond hij op en opende de deur van de woonkamer. Zijn vrouw kwam binnen en vroeg op huilerigen toon, wat er toch aan de hand geweest was; zij had weliswaar geluisterd, maar niet recht ver staan hetgeen er gesproken was. „Ga naar binnen vrouw!" grauwde Furrer. Zij kromp ineen van schrik en verborg zich bevend, als een gejaagd konijntjetoen begaf hij zich naar de schuur. Op hetzelfde oogen blik naderde Rosi van den anderen kant. „Kom hier en ga naar je moeder IHet klonk kort en bits, alsof het gezegd was tot een dienstbode. Rosi kwam schuw nader bij en toen zij hem voorbijging, schuifelend haast en angstig, spuwde hij verachtelijk op den grond. Vervolgens vestigde hij den blik op Christiaan, die met zijn pakje op den schouder den trap afkwam. Ook de jonge man keek hem aan. Als honden, die de tanden laten zien, stonden zij een oogen blik tegenover elkander, toen vervolgde de knecht zijn weg, zonder een woord te spre ken. De boer volgde hem en wachtte totdat de andere zijn huis had verlaten. het terrein liepen. Het toestel maaide alles op zijn weg neer. Berteaux, de minister van oorlog, werd op slag gedood; Monis, de minister president, gevaarlijk gewond. Verder werden nog licht gekwetst Antoine Monis, de zoon van den minister-presi dent en Deutsch de la Meurthe, de bekende industrieel, die zooveel voor de vliegsport gedaan heeft. De vlieger en zijn passagier zijn on gedeerd, maar men vreest voor het ver stand van den eerste. Ook op het vliegveld te Augsburg heeft Zondagavond een ongeluk plaats gehad, maar de omvang ervan is ge lukkig minder groot geweest dan te Issy. Toen de vlieger Schwandt, na twee uur lang vergeefsche vliegpogingen te hebben gedaan, om zeven uur einde lijk de lucht in was gekomen en na eenige rondvluchten naar de loods terug wilde keeren, vloog hij in het publiek, dat de afsluiting verbroken had. De schroef van het vliegtuig sloeg de vrouw van den slotenmaker Weiss den schedel stuk. Haar toestand is ho peloos. Twee andere menschen zijn lichter gekwetst. In Karsk is een Russische vlieger met zijn vliegtuig in een menigte toe schouwers terechtgekomen, van wie er een honderdtal gewond werden. Vijf van de gekwetsten zullen hun wonden waarschijnlijk niet te boven komen. Zondagmorgen om kwart voor twaal ven vloog de vlieger Bardot te Bétheny. Plotseling kantelde zijn toestel en kwam op den grond terecht. De vlieger werd onder het verbrijzelde vliegtuig met een gebroken schouder en op vele plaat sen gekneusd, vandaan gehaald. Ook de vliegster Dutreu is Zondag te Lucca getuimeld. Met een gebroken toestel en den schrik kwam zij eraf. Het heeft in de laatst© dagen in Zwitserland en in Oostenrijk zwaar ge regend. De rivieren zijn gezwollen en hebben hier en daar overstroomingen veroorzaakt. Het Zwitsersche stadje Wal- lenstadt staat voor de helft onder water, bericht de Lokal Anzeiger. En de regen blijft in stroomen vallen. Boven Weenen beeft Vrijdagmorgen vroeg een heftig onweer gewoed. De waterleiding dreigt over te loopen en men vreest ernstig voor overstroomin gen. Verder is Bohemen, en vooral Zuid Bohemen, doordonder, hagel, blik sem en regens, die aan den zondvloed doen denken, geteisterd. Vooral Winter berg, Piesek en Revnetz hebben zwaar geleden. Bij Piesek is een luitenant, die gedurende het onweer in een boot Aan de rechterzijde van de beek, beschut voor weer en wind door de hooge berg wanden, stond een hut, de laatste van het dorp. Het was een klein, oud bruin ge bouwtje, van hout opgetrokken. In den onderbouw waren stallen voor geiten, boven lagen de woningen der menschen: een kamertje links en een ander rechts, twee keukens en twee vertrekken aan de achter zijde. De Strahlegg, die zijn naam dankte aan de schatten aan bergkristal en andere edel gesteenten, die hij verborgen hield, verhief zich achter de hut ten hemel. Steenbrekers wroetten aan de oppervlakte van den Strahlegg; maar het was een gevaarlijk werkje en de berg hield zijn schatten met ijzeren greep omkneld. Menigeen, die bij avond was uitgegaan om de glinsterende steenen te rooven, was den volgenden dag doodvermoeid en met leegen buidel terug gekeerd. Sommigen hadden evenwel prach tige topazen medegebracht en wisten te vertellen van nog veel rijkeren buit, die daarboven te vinden zou zijn, als en zij verbleekten wanneer zij dat zeiden, als de dood niet huisde op die woeste rotsblok ken en met sneeuw en steenen wierp naar het vermetele volk, dat zich in zijn nabijheid dorst te wagen. Velen ook waren naar boven geklommen, om kort daarop met verpletterde ledematen aan de voeten van den steenen reus te worden teruggevonden. Russi, Kathrine's man, was een van die ongelukkige schatgravers geweest. De Strahlegg-hut werd bewoond. In de linkerhelft woonde vrouw Russi, de moeder van Christiaanin de rechterhelft de school meester met zijn eenigen zoon. Links een weduwe, rechte een weduwnaar. Waarom de rivier wilde oversteken, verdronken. En ten slotte zij gemeld, dat volgene een bericht uit Innsbruck boven het dal van Tannheim een wolkbreuk is losgebarsten. Tannheim staat onder water en is van alle verkeer verstoken. De Vereenigde Staten zuchten onder een, voor de maand Mei ongewone, hitte. Tusschen de Rocky Mountains en de kust van den Atlantischen Oceaan is de temperatuur tusschen 901 en 95° Fahrenheit in de schaduw. Te Chicago en in de Mississippivalei is de hitte ondragelijk. Te Chicago zijn een aan tal personen gedood, en de 40,000 leer lingen van de openbare scholen zijn alle naar huis gezonden. In de Missis sippivalei zijn 15 personen door de hitte komen te vallen en zijn meer dan 100 menschen bewusteloos geworden. De correspondent van de Times te Petersburg meldt, dat de Russische minister van marine eerlang een volledig bouwprogram voor de vloot openbaar zal maken, dat binnen twintig jaar uitgevoerd zal worden. Het omvat den bouw van een nieuwe vloot voor de Oostzee en de Zwarte Zee met twaalf dreadnoughts. Reval zal oorlogshaven worden in plaats van Libau. De Times zegt, dat er, naar luid van berichten uit verschillende havens van het Vereenigde Koninkrijk, onmisken baar toebereidselen zijn gemaakt voor een staking van matrozen. Algemeen neemt men aan, dat zij den 29en dezer moet beginnen, maar de eigenlijke dag wordt geheim gehouden, opdat de sta king zoo plotseling als mogelijk kome. Naar de Times uit Cettinje verneemt, hebben de Albaneezen, vreezende voor omsingeling uit het Zuiden, zich plotse ling in de bergen teruggetrokken, nadat zij eenige belangrijke voordeelen hadden behaald, welke, naar het heet, den Turk- schen bevelhebber dermate ontmoedig den dat hij aan zelfmoord dacht. Middelerwijl faalde Vrijdag de poging van Edhem pasja om zich bij de troepen van Toergoet Sjefket pasja aan te sluiten volkomen. De Klein-Aziatische troepen van Edhem waren uitgeput en niet in staat den aanval der opstandelingen te weerstaan. De toestellen van het observatorium te Grenada hebben Zaterdag eene hevige aardbeving geregistreerd, waarvan het centrum op 190 kilometer afstand moet zijn gelegen. Blijkens een nader bericht uit Melilla, is die aardbeving daar en te Alhucemas, in het Rifgebied op de noordkust van Marokko, waargenomen. die twee het niet eens geworden waren hadden de oude vrijsters van Fruttaellen zich telkens afgevraagd, terwijl de mogelijk heid van een huwelijk hun reeds geel van nijd deed worden. Maar ten laatste hadden ook deze moeten begrijpen, dat de scheids muur, die de hut in tweeën deelde, nog niets beteckende in vergelijking met die andere, die een schuwe, arme, teerhartige schoolmeester verre hield van een energieke, naar hooger en mger hakende vrouw. Het schemerde^Kathrine Russi stak de lamp aan, die vto de lage houten zoldering afhing. Zij hield- niet van stilzitten, gelijk de meeste andere boerenvrouwen, die het licht spaarden, om een langen schemeravond te hebben. Kathrine had sterke handen en greep forsch en krachtig aan. Toen de lamp brandde liet de groote, beenige vrouw de gordijnen zakken. Nog even keek zij naar de zwarte wolkmuur die boven de bergen hing, onwrikbaar en schrikaanjagend don ker, nu reeds twee dagen lang. Maar Christi- aan's moeder had krachtige zenuwen en was niet bijgeloovig, zooals de andere vrouwen van het dorp, die in den stand der zon, in de sterren en de wolken, voor teekens konden lezen. Zij liet het gordijn vallen en keerde naar haar stoel en haar breiwerk terug. Het was een grove manskous, waaraan zij werkte. Zij had goede wenschen en verlangens in- gebreid, bij menigte, in die grove kous, want die was bestemd om gedragen te worden door haar eenigen zoon. Christiaan was nu nog knecht, het was waar, maar voor een man van ras en karakter stond de heele wereld open. En voor knecht was de jongen te goed, dat was zoo zeker als iets. Wordt vervolgd uil nsRiii» Roman naar het Duitsch.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1