Del Land van Densden en Allena, de Langstraat en de llommelerwaard.
en
Levensstrijd.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3053, Woensdag 7 Juni
FEUILLETON.
1911
UiJD VAN
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 71/» ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
De studie van de ontwikkeling der
hygiëne geeft ons, zooals nauwelijks
een ander onderzoekingsgebied, een
inzicht in den stand der algemeene
beschaving bij de volken, bij welke wij
hygiënische inrichtingen aantreffen. Het
begin van 't zorgen voor de gezond
heid voert ons tot de eerste ontwik-
kelingsphasen der menschheid terug.
Want reeds bij de natuurvolken der
oudheid, evenals bij de primitieve Afri-
kaansche en Aziatische volksstammen
van den huidigen dag, vinden wij po
gingen tot bestrijding van ziekten. En
reeds bij deze volken bestond het maat
regelen nemen ter voorkoming van
groote epidemiën van besmettelijke
ziekten, om zoo de gezondheid der ge
zonden te beschermen. Zij scheidden
de zieken van de gezonden, dikwijls
op ruwe wijze, door ze te verdrijven en
aan hun lot over te laten.
Bij de oude cultuurvolkeren van het
Oosten is de invloed van hygiënische
maatregelen, overeenkomstig de hoogere
ontwikkelingsphase, waarin zij zich
tegenover de natuurvolken bevinden,
duidelijk te herkennen, en hoe meer
de beschaving doordringt, des te vaster
vorm neemt de verzorging van de ge
zondheid aan. Deze wordt ten slotte
een maatstaf voor de beschaving bij
uitnemendheid. Bij de oude Egyptenaren
en Israëlieten staat de hygiëne evenals
de geneeskunde onder bescherming van
den staat en de heerschende partijen,
de priesters, en wordt daarom door
ieligieuse wetten geregeld. Zoo is in
derdaad een groot deel der Mozaïsche
wetgeving hygiënsch. Zij bevat voor
schriften over het gebruik van voedsel,
over de reiniging van het lichaam,
over woninghygiëne, over isoleering van
zieken en andere gewichtige punten
der gezondheidsleer.
Ook bij de Grieken beweegt zich de
ontwikkeling der hygiëne in dezelfde
banen. De wetgevers zorgden er voor
dat in het openbare leven ook de
hygiëne in toepassing werd gebracht.
Het meeste gebeurde echter met het
doel om een goede opvoeding der jeugd
te bevorderen. De voorschriften over
reinheid, de lichaamsharding, de huid
(6
Een tijdlang was op dezen brief geen ant
woord gekomen. Christiaan was by na rade
loos geworden van ongeduld en gejaagdheid,
vastbesloten om den Praeses te spreken te
krijgen. Eenmaal was hij zelfs, nadat hij in
de kerk tevergeefs naar Rosi had uitgekeken,
doorgedrongen tot in Furrer's woonkamer,
waar hij de vrouw had aangetroffen, maar
al zijn smeeken had niet mogen baten, zij
was zoo gesloten gebleven als het graf en
had niets willen loslaten.
Een paar dagen later had de postbode,
die tegelijkertijd veldwachter was en een
verloopen kerel, een brief gebracht met het
Gemeentewapen er op. Daarin was te lezen
geweest, dat het Gemeenteraadslid Furrer
bevoegd was om Christiaan Russi, zoon van
Leonz Russi, in geval van noodzakelijkheid
gewapenderhand den toegang tot zijn woning
te beletten. Toen had Christiaan geen ver
dere verklaring en geen nader antwoord op
zijn brief meer noodig gehad. Hij had het
schrijven van het Gemeentebestuur tot een
prop geknoeid en toen onder zijn hak ver
trapt, nog voor dat ds veldwachter een paar
huizen verder kon zijn en had nog tijd ge
vonden, om den dronkelap zijn gebalde vuist
te toonen en hem na te roepen: „dat er
in de kamer van zijn vader ook een buks
hing, die te pas kon komen, als men dien
weg uit wilde!"
Van toen af waren de boeren begonnen
partij te kiezen. Het meerendeel was al van
den aanvang af op de hand van den baas
geweest. Een paar jongelui, voor wie Chris
tiaan zich altijd een goed kameraad had
betoond, waren de eenigen, die hem trouw
waren geblevea. De machtigen van Frutt-
verzorging, enz., speelden bij allen, die
wilden meedingen naar de overwinning
bij de Olympische spelen, een groote
rol. Maar ook de openbare gezondheid
werd niet vergetener was b.v. een
toezicht en inspectie van de openbare
brounen, want 't ontstaan van bijna
alle epidemiën werd aan deze openbare
bronnen toegeschreven. In Athene was
er een marktpolitie, die niet slechts
het toezicht had op het zuiver wegen,
maar ook de qualiteit der voedings
middelen controleerde.
De staatslieden van het oude Rome
zagen eveneens de beteekenis der hy
giëne vroegtijdig in, en reeds in de
„Wet der Twaalf tafelen" komen voor
schriften voor de stad Rome voor. Toen
de beschaving zich in enkele eeuwen
tot die hoogte ontwikkeld had, zooals
we haar kennen in het begin van den
keizertijd, geraakte de verfijning van
de hygiëne in vollen bloei. De groot-
sche volksbaden etc. zijn hygiënische
inrichtingen, wier geweldige inrichting
wij heden zelfs nog moeten bewonderen.
Ook staan we nog steeds in verbazing
voor de waterleidingen, wier ruïnen
we in de vlakte der Campagna nog
vinden. Rome, de wereldstad, had goed
drinkwater noodig en de technici
kwamen de hygiënisten te hulp, door
het water van de op vele kilometers
afstand gelegen Sabijnsche bergen naar
de stad te brengen. Ook vindt men
aan de oevers van den Tiber nog resten
van een rioolsysteem van het oude
Rome.
Uit de pogingen, de epidemiën te
beperken, ontwikkelden zich langza
merhand de wetenschappelijke grond
slagen der openbare hygiëne.
Hiermede begon een nieuwe periode.
Men ging voor de studie der hygiëne
bijzondere instituten oprichten. De bac
teriologie, de studie van de levende
oorzaken der infectieziekten, de bacte
riën werd een voornaam onderdeel der
wetenschapppelyke practische hygiëne.
Hoewel nu de hygiëne als wetenschap
en kenteeken der beschaving, vooral
in verband met hare practische gevol
gen, algemeen erkend wordt, zijn er
toch altijd weer stemmen, die zich ver
heffen tegen het nut ervan tegenover
de menschheid. Zoo sprak Malthus de
meening uit, dat een consequent door
nellen waren Furrer, de voorzitter van den
Raad, de wereldlijke herder der kudde,
en de pastoor, die de geestelijke herder
was. En waar die twee hand aan hand
gingen, daar kon het wel niet anders, of
de openbar» meening richtte zich naar hen.
Christiaan was dan ook weldra vogelvrij
verklaard.
Het geld was inmiddels schaarsch ge
worden in het hutie aan den voet van den
Strahlegg. Christiaan's loon had opgehouden
en al zijn pogingen, om een nieuwen dienst
te vinden, waren op niets uitgeloopen. Bij
het zoeken was het hem eeist recht duidelijk
geworden, hoe ongunstig de gezindheid was
jegens hem.
„In Fruttnellen is voor mij geen brood
meer te vinden 1" voegde hij zijn moeder
toe, toen hij van een vergeefschen tocht
moedeloos huiswaarts was gekeerd.
„Des te meer reden, jongen, om te doen,
zooals ik je geraden heb," antwoordde de
vrouw, terwijl zij hem bemoedigend op
den schouder klopte.
Maar hij had zich op een stoel geworpen,
het bovenlichaam over de tafel gebogen en
het hoofd in zijn beide handen begraven.
„Wegloopen, moeder, en het meisje aan
haar lot overlaten!" had hij gekermd. „Neen,
ik moet met haar spreken, er kome dan
van wat wil maar ik moet haar zien en
vandaag nog!"
Ondanks alle tegenkantingen was hij
dienzelfden avond driftig het huis uitge
loopen om, zooals hij zeide, Rosi zelf te
halen. Maar nauwelijks een uur later, was
hij teruggekomen, met de tanden vast op
elkaar geklemd en een somberen plooi
tus8chen de wenkbrauwen. Kathrine was
opgestaan, omdat zij hem zoo druk in de
weer hoorde en had hem bezig gevonden,
om de buks van zijn vader in orde te maken
en te laden. Furrer had, zoo vertelde hij,
op hem geschoten, en de kogel was hem
vlak langs het hoofd gegaan.
Toen had Kathrine zich in haar volle
lengte opgerichthaar trekken waren streng
gevoerde hygiëne de bevolking van een
land zoo sterk zou doen aangroeien,
dat de voeding der massa niet meer
mogelijk zou zijn, en dat dientengevolge
epidemiën zouden ontstaan, die weer
een hooge moraliteit zouden veroor
zaken. Deze meening is echter niet
bewaarheid. De vooruitgang der tech
niek, de verbetering van den landbouw
en de verkeersmiddelen hebben de be
zwaren van Malthus voorkomen. Ook
zijn er altijd nog, die meen en, dat door
de toepassing der hygiëne minderwaar
dige individuen in het leven behouden
blijven, voor welke de strijd om het
bestaan minder zwaar is geworden. Dit
is echter slechts schijnbaar. Noch de
hygiëne, noch de beschaving sluit den
strijd om het bestaan uit. Er wordt
slechts het ruwe aau ontnomen, en ze
wordt in banen geleid, waar het blinde
toeval en het domme geluk geen rol
meer spelen. Het intellect, steeds bij
de ontwikkeling der beschaving over-
winner gebleven, heeft zich afgevraagd,
of werkelijk door de hygiëne een de
generatie der volken is ontstaan. Daarbij
is gebleken, dat van het woord „de
generatie" een groot misbruik is gemaakt.
De leer van de natuur der menechen
is nog veel te jong, en onze kennis
daarover nog veel te gering, dan dat
we met recht aan de degeneratie een
zoo groote rol kunnen toeschrijven
slechts één ding schijnt vast te staan:
een groot gedeelte der minderwaardigen
is terug te brengen op het voortdurend
ontstaan van verzwakte menschen, meer
tengevolge van de inwerking van scha
delijke invloeden, dan tengevolge van
de voortplanting. Want dagelijks zien
we hoe van goede elementen minder
waardige worden gemaakt door bepaalde
nadeelige invloeden, terwijl omgekeerd
uit minderwaardige individuen gezonde
en krachtige nakomelingen ontstaan,
wanneer uitwendige schadelijke momen
ten wegblijven. Zoo zijn do infectie
ziekten déérom bij de ontwikkeling der
menschheid géén doelbewust middel der
natuur om de zwakkeren te vernieti
gen, omdat zij veelvuldig ook de licha
melijk en geestelijk goed toegeruste
individuen treft. De infectieziekten mer
gelen echter de minderwaardigen nog
wat meer uit, maar veroorzaken daar
tegenover ook een groot aantal nieuwe,
en geweldig geworden. Zij had een paar
passen gedaan naar de plaats waar haar
zoon stond en hem onvoorziens het wapen
afgenomen. Toen was zij de deur uitgegaan
en een oogenblik later zonder het geweer
teruggekomen, dat zij tegen de rotsen had
verbrijzeld.
„Dat geweer heeft je vader het brood
helpen verdienen, en je vader was een
eerlijk man, jongen. Ik wil niet, dat het
zijn zoon in de gevangenis brengt!" Zoo
had zij gesproken, toen zij de deur weder
achter zich had gesloten en die woorden
hadden indruk gemaakt op den overspannen
jongen man.
Toch zou Christiaan nog niet tot kalmte
zijn gekomen, als Nager zich niet over hem
ontfermd had. Hij had hem een dag of wat
na het gebeurde met het geweer, bij zich
geroepen en gevraagd:
„Ben je werkelijk met Rosi in stilte
verloofd geweest, Christiaan? Waren jelui
het eens, voor dat Furrer je wegzond?"
Christiaan had zwijgend geknikt.
„Zoo!? Nu, weet je wat je doet?
breng mij dan dien brief voor Rosi. Lieni
zal hem haar geven."
„O, meester, heb dank," had toen de arme
jongen gestameld, „ik zal nooit vergeten,
wat u voor mij doen wilt. En geloof mij,
meester, als ik een anderen uitweg wist,
dan zou ik dit niet van u vergen, want ik
weet, dat het u in gevaar kan brengen.
Maar vergeten zal ik het hooit, neen,
nooit!"
Toen had hij de smalle hand van den
schoolmeester in zijn sterke vuist geklemd
en was heengegaan om zijn brief te halen.
Nager had, ofschoon hij zich beklemd ge
voelde, tevreden geglimlacht. Het had hem
zwaar op het hart gelegen, dat hij Christiaan,
dien hij van kindsbeen af gekend had en
gaarne mocht lijden, den dienst had moeten
weigeren, dien hij gevraagd had.
Op den vroegen ochtend van den volgen
den dag zat Columban met zijn zoon aan
het ontbyt. De oude schoof ongedurig op
die te voren krachtig waren. Het streven
der hygiëne is nu, den strijd om het
bestaan in gezonde goede richting te
voeren, al het ongezonde en onedele
uit te schakelen. En een van de voor- j
naam8te eischen om dit te bereiken is,
het uitroeien en bestrpden der infectie-
ziekten. Slechts het ontwikkelde deel
der bevolking zal de weldaad begrijpen,
welke het ondervindt, niet echter de
minderwaardigen of liederlijke ele
menten.
Het einddoel onzer beschaving kan
niet alleen de verbetering onzer ge
zondheid ot van onze lichamelijke eigen
schappen zijn, maar ook het verkrpgen
van aardsche volmaaktheid in volledi-
gen zin. De hygiëne is niet alleen een
maatstaf van de uitwendige, maar ook
van de innerlijke beschaving.
Iedere staat moet, als zijn bestaan
gewettigd zal zijn, de beschaving be
vorderen, en op dezen grond zoowel als
uit eigen belang de hygiëne, evenals
kunst en wetenschap, beschermen en
helpen toepassen.
Teekenend voor de gcheele ontwik
kelingsperiode der hygiëne is wel, dat
de hygiënische voorschriften uitgingen
van de priesters als godsdienstplichten,
of huunen oorsprong vonden in groote
menschenophoopingen en de daaronder
ontstaande epidemiën, en daarom door
staatslieden werden ingesteld. Overal
in de oudheid werd de hygiëne door
den staat geregeld; dit gebeurde steeds
zonder medewerking van geneeskun
digen, slechts op grond van waarne
mingen en theoretische beschouwingen.
Daar de hygiëne geen wetenschap
was, gingen de genomen maatregelen
weer verloren bij den ondergang van
het Romeinsche rijk. In den droeven
tijd der middeleeuwen was er een
periode van volkomen stilstand op dit
gebied. Eerst door de ontwikkeling der
anatomie en physologie kwam verande
ring. Steeds meer werd erkend, dat de
groote epidemiën op natuurlijke oor
zaken berusten.
Buitenland.
Maria Bartunek, die beschuldigd wag
van moord op de naaister Louise Weiss
met verminking van het lijk, is door
de gezworenen met 10 tegen 2 stemmen
schuldig verklaard en veroordeelt om
zijn stoel heen en weer en keek Lieni van
tijd tot tijd half onderzoekend, half onzeker
aan. Eindelijk schepte hij moed.
„Zeg, Lieni, zie je Rosi wel eens, als je
bij Furrer bent?" vroeg hij.
Lieni keek op. Hij keek zijn vader vragend
en met een levendige tinteling in de oogen
aan.
„O, ja," antwoordde hij. ,,'s Middags zit
zij altijd naast mij."
De schoolmeester haalde een wit papier
uit den zak en streek de gekreukte envelop
op de tafel plat. Zijn gezicht was purper,
want nu pas viel het hem in, dat hij zijn
jongen, voor wiens braafheid hij zorg droeg
met de uiterste nauwgezetheid, zou gaan
aanzetten tot iets, dat misschien niet goed
genoemd kon worden. Maar daarop dacht
hij aan Christiaan en aan het onrecht, dat
hem werd aangedaan en tegelijkertijd zag
hij, hoe Lieni met gespannen aandacht elk
zijner bewegingen volgde en ook zijn ver
legenheid gadesloeg.
„Christiaan zou graag zien, dat Rosi dit
briefje in handen kreeg, zonder dat iemand
anders het merkte. Je moest hem dat pleizier
maai doen, Lieni, er hangt voor hem
veel van af. En pas vooral goed op, datje
den brief niet verliest."
Meer wilde hij niet zeggen, om den jongen
niet nieuwsgierig te maken. Lieni nam den
brief aan, maar hij lachte toen hij dien bij
zich stak; het was weer dat leelijke lachje,
dat bewees, dat hij meer begreep, dan hij
wilde laten blijken.
Een oogenblik later maakte Columban
zich gereed om naar zijn school te gaan.
Hij moest vroeger weg aan Lieni, die maar
van tijd tot tijd werk had bij den Praeses,
ter vervanging van den zieken gemeente
klerk.
Lieni at intusschen kalm voort en toen
hij klaar was, haalde hij den brief te voor
schijn en bekeek hem van alle kanten. De
enveloppe was goed dichtgeplakt; met zijn
nagel probeerde hij, om haar te openen, maar
de gom hield stevig vast. Daarop hield hij
opgehangen te worden. Haar geliefde,
de kleermakersbediende Czerny, is vrij
gesproken.
Het lijk werd in een waschmand
gevonden zonder armen en beenen,
terwijl in den mond een prop zat. Bij
het onderzoek vond de politie in de
kamer van vrouw Bartunek een emmer
met bloederig vocht, in den haard ver
koolde menschelijke beenderen en in
de kachel het horloge 7an de vermoorde.
Daarenboven werd bij haar een stuk
van een krant ontdekt, dat precies op
het andere stuk van de krant past,
hetwelk op de mand lag waarin het
lijk gevonden werd. Maria Bartunek
kende de gebochelde Louise zeer goed
want ze had haar beloofd haar door
geheime middelen van haar bult te ge
nezen. Louise had op die belofte 360
kronen betaald en haar ouders wilden
de vrouw, die zij slechts als „de Hon-
gaarsche" (Ungarin) kenden, wegens
oplichting aanklagen toen de bochel,
trots allerlei middeltjes, niet verdween.
De politie is nu van meening dat met
die „Ungarin" de beschuldigde bedoeld
is en beroept zich daarbij op een menigte
aanwijzingen. Volgens haar zou de be
schuldigde de naaister nog eens bij zich
hebben laten komen, waarop ruzie over
het geld ontstaan was en Maria, uit
angst voor aangifte, het bocheltje ver
moord zou hebben.
Te Londen is Zondag een driedaagsche
conferentie van het internationale comité
voor de zeemansstaking begonnen, waar
in over de uitvoering van de beraamde
staking overleg wordt gehouden. De
vergaderingen worden met gesloten
deuren gehouden. Er nemen afgevaar
digden aan deel van de Engelsche
matrozen- en stokersvereeniging en uit
de voornaamste havens van het vaste
land.
Pater Hopkins, de secretaris van het
internationale comité van zeemansver-
eenigingen, heeft medegedeeld, dat alle
pogingen om de staking af te wenden
of te beperken mislukt zijn en men nu
de zaken hun loop moet laten nemen.
Er heeft een gevecht plaats gehad
op de grens tusschen Grieksche en
Turksche soldaten. Van drie posten is
een levendig geweervuur gewisseld. Er
moeten 4 Turken gedood zijn. Het
vuren werd eerst na tusschenkomst van
eenige hoofdofficieren gestaakt.
Hofrichter, de Oostenrijksche officier,
die tot 20 jaar tuchthuisstraf veroor-
het witte geheim tegen het licht; maar geen
enkele regel schemerde door. Lieni werd
onrustig. Hij stond in tweestrijd. Met zyn
vader stond Christiaan op den besten voet,
maar hij, Lieni, mocht hem niet lijden.
Christiaan had zich nooit bijster veel aan
hem laten gelegen liggen en eens, een
paar jaar geleden, toen hij de oude vrouw
een leelijk woord had nageroepen, had
Christiaan, partij trekkende voor zijn moeder,
hem een oorveeg gegeven, waardoor hem
dagen lang het hoofd geduizeld had. Dat
had hij, Lieni, nog niet vergeten en nu hij
dien brief voor zich zag liggen, kwam hem
het geval duidelijk voor den geest. Gek toch,
dat Christiaan juist hem tot bode had ge
kozen. Na een poosje haalde hij zijn zakmes
uit zijn broekzak, opende het en begon het
tusschen de naden van de envelop te steken.
De enveloppe scheurde. Lieni schrikte en
kreeg een kleur. Haastig borg hij het mes
weer weg en keek schuw achter zich. Toen
lachtte hij weer over zichzelf; hij had ge
dacht, dat zijn vader achter hem stond.
Maar toch stond hij op en begon het on t-
bijtgoed op te ruimen. Een oogenblik later
toen hij, met den brief in den zak de stoep-
steenen atsprong, om naar den Hochfluhhof
te gaan, stond Christiaan op den weg, alsof
hij op hem gewacht had. Hij keek den
jongen aan, kwam op hem toe en stak hem
de hand toe. Lieni was verbaasdhij begreep
niet, wat de andere van hem wilde. De hand,
die hem toegestoken werd, beefde en Russi's
gezicht glansde van onrust en dankbaar
heid.
Lieni zag, dat de man, die anders zoo'n
hoogen toon aansloeg tegen den jongen, nu
zijn mindere was. Zijn neusvleugels werden
wij derzij n oogen schitterden. Hij glimlachte,
maar sprak geen woord en ging verder.
Christiaan keek hem na, totdat hij uit
het gezicht was verdwenen. Die jongen
droeg zijn laatste hulpmiddel bij zich,
maar of hij te vertrouwen was, dat wist
de lieve God alleen.
(Wordt vervolgd).
Ui.' ->5
Roman naar het Duitsch.