Hel Land van Heusden en Alleoa, de Langslraat en de Bommelerwaard.
Levensstrijd
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3057. IJ oensdag 14 Juni.
FEUILLETON.
De nieuwe bepalingen omtrent de
heffing van het Successierecht.
UU3 VAN ALTÊW
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijsverhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
1911.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
i.
In den laatsten tijd hebben wij weinig
gelegenheid gehad om onze lezers op
de hoogte te houden der zaken van
wetgeving, om de eenvoudige reden,
dat er heel weinig wetten tot stand
kwamen, waarbij het volksbelang meer
direct betrokken was, of waarvan de
kennis over het algemeen gewenscht
was. Trouwens, wij behooren ook niet
onder hen die alle heil van een dik
Staatsblad kunnen verwachten.
Dit neemt intusschen niet weg, dat
er ook nuttige en noodzakelijke wetten
zijn en ook onderwerpen die van tijd
tot tijd werkelijk herziening behoeven.
Eenige van die wetten zijn in den
laatsten tijd tot stand gekomen en
zullen nu binnen betrekkelijk korten
tijd achtereenvolgens in werking treden
arbeidswet, trekhonden wet, visscherij-
wet, successiewet, enz.
Het is niet te ontkennen dat vele
der hierop betrekking hebbende b pa
lingen inderdaad van groot gewicht
zijn en dat eenige kennis ervan in het
algemeen belang wel noodzakelijk kan
worden geacht, hoewel het te betreu
ren is, dat er meestal zulk een lange
tijd verloopt tusschen het tot stand
komen en de wezenlijke inwerking
treding eener wet, zoodat het tegen
woordig eigenlijk overbodig is om op
pas ingediende nieuwe wetsontwerpen
de aandacht te vestigen.
Wij willen dan nu aanvangen met
de nieuwe bepalingen omtrent de hef
fing der rechten van successie, welke
met 1 Januari 1912 in werking zullen
treden en dezer dagen door de Eerste
Kamer werden goedgekeurd.
Waarschijnlijk is het overbodig te
zeggen, dat het successierecht eene be
lasting is, en wel eene zoogenaamde
indirecte belasting; dat wil zeggen dat
zij niet onmiddellijk van den persoon,
naar vaste kohieren ol aanslagen, op
bepaalde tijden geheven wordt. Het
wordt alleen geheven van de waarde
van hetgeen geërfd wordt door het
overlijden van een ingezetene van het
Rijk; dus op ongeregelde tijden en bij
een bepaalde gelegenheid.
De opbrengst dezer belasting is van
groote beteekeois, maar zij zou, mits
grondig hervormd, veel aanzienlijker
bate voor de schatkist kunnen ople
veren. Het is hier de plaats niet om
daaromtrent in beschouwingen te treden.
Genoeg zij het te zeggen, dat de nieuwe
(9
Furrer had geluisterd. Mechanisch had
hij het zware zilveren horloge uit zijn vest
te voorschijn gehaald en de slagen geteld
van de klok in de Raadskamer. Zijn trekken
werden nog harder en stroever. Hij stond
op. Met zware stappen naderde hij zijn
dochter, en greep haar bij de pols. Het was
een greep als van ijzer. En zonder een
woord te zeggen trok hij het bevende meisje
met zich voort naar de aangrenzende kamer.
„Wat wilt u doen, vader!" stamelde het
meisje, toen hij zijn hand op de klink legde.
Zij poogde in zijn oogen te lezen, maar
hij deed, alsof hij haar niet verstond. Met
een schop opende hij de deur en trad binnen.
Het bloed steeg Rosi naar het hoofd, zij
kromp van pijn ineen onder den druk van
zijn vuist, maar niettemin trachtte zijdoods
bleek en over al haar leden bevende, zich
staande te houden, tegenover al die mannen
die haar aanstaarden.
Furrer had de deur achter zich in het
slot laten vallen en keek rond.
Zij waren allen present. Om de tafel waren
zij geschaard en vestigden hun verbaasde
blikken op hun voorzitter.
„Goeden dag!" zei hij aarzelend, alsof hij
eerst iets anders had willen zeggen. En
eensklaps ging hij voort, luid en dreunend,
alsof hij door de kracht van zyn orgaan het
bepalingea, met behoud in hoofdzaak
vau het bestaande, alleen ten doel heb
ben eenige versterking van 's lands
middelen. Vermoedelijk zal de hoogere
opbrengst ongeveer een en een half
millioen per jaar beloopen.
Intusschen bevat de nieuwe wet toch
wel eenige bepalingen, die als wezen
lijke veranderingon moeten worden be
schouwd. Wij willen daarmede hier
aanvangen.
Tot dusver werden op de successie
rechten een zeker aantal opcenten ge
heven; namelijk 38. Die b.v. f 1.
moest betalen, betaalde feitelijk f 1.38.
Opcenten zijn eigenlijk buitengewone
heffingen, in tijd van nood tijdelijk
opgelegddoch wanneer ze er een
maal zijn, kunnen ze gewoonlijk niet
meer gemist worden. Zóó is het ook
met de 38 opcenten op de successie
rechten, die sinds tal van jaren gehe
ven worden. Ieder jaar worden ze
weer bij de zoogenaamde middelenwet
voorgesteld en daarom is het veel ver
standiger, om ze maar bij de gewone
belasting, die er dus voor goed mee
verhoogd wordt, in te lijven.
Maar nu was by de successiewet nog
een bijzondere belasting ingevoerd, die
wel een:g8zins hetzelfde karakter had,
maar toch weer anders werkte. Wy
bedoelen het recht van overgang.
Wij hebben eigenlijk twee soorten
van overgangsrecht. In de eerste plaats
een overgangsrecht dat wordt geheven
van onroerende zaken, die nagelaten
worden door iemand die geen ingeze
tene van het rijk is. Wanneer b.v. een
Belg, in België wonende, in Zeeland
of Brabant vast goed bezit, zooals vaak
voorkomt, en hij sterft, dan moeten
zijn erfgenamen overgangsrechten be
talen, omdat die goederen anders voort
durend nagenoeg geheel aan belasting
heffing zouden ontsnappen. Dit over
gangsrecht nu blijft gehandhaafd.
Later is daarbij gekomen het recht
van overgang van effecten en rente-
gevende vorderingennagelaten door
een ingezetene van het Ryk. Dit recht
drukt afzonderlijk en dus behalve het
successierecht, hetwelk van de geheele
nalatensehap betaald wordt, op de waarde
van zekere bepaalde zaken, welke geacht
worden gedurende het leven van den
erflater aan gewone belastingheffingen
ontsnapt te zijn. De bedoeling is, dat
de schatkist dan bij het overlijden in
eens neemt, wat zij gedurende het leven
van de waaide van andere zaken meer
mal, n of op verschillende wijzen genoten
heeft.
gevoel van schaamte in zijn binnenste wilde
overstemmen
„Dit meisje heeft zich door een gewezen
knecht van mij laten verleiden."
Rosi wankelde en zakte ineen. De boer
stond daar, als uit steen gehouwen en lette
niet op het bewustelooze meisje; met ijzeren
greep hield hij haar arm omkneld.
„Er zal genoeg gekletst en gelasterd worden.
Daarom wil ik jelui de waarheid zeggen,
dan kan je vertellen wat er van aan is.
Christiaan Russie, dien ik destijds uit mijn
huis gejaagd heb, heeft het meisje willen
trouwen. Maar hij krijgt haar niet, nooit!
Vergeet dat niet, als men er jelui naar
vraagt."
Met een ruk hief hij het meisje op en
bracht haar terug in de andere kamer, er
geen acht op slaande, dat haar hoofd slap
naar omlaag hing. Een oogenblik later
keerde hij in de vergaderzaal terug, alsof
niets gebeurd was.
Furrer nam zijn plaats in aan het hoofd
der tafel en opende de raadszitting. Zijn
collega's zagen er uit als schooljongens, die
weten, dat de meester in een boozen luim
is. Nog nooit waren de zaken zoo vlug af
gehandeld geworden.
Toen het twaalf uur sloeg en in de andere
kamer de knechts en meiden door het
schuiven met stoelen en het rinkelen met
borden te verstaan gaven, dat zij bereid
waren, om op het middageten aan te vallen,
hief de Praeses de ochtendzitting op.
„Tot van middag," liet hij hooren, terwijl
hij het voor hem liggende Doek toeklapte.
En daarop zachter tot de naastbij hem
zittenden
„Duizend franken kan degene verdienen,
die my een middel aan de hand doet, om
Er waren verschillende redenen om
dit recht niet langer afzonderlijk te
heffen, maar het om zoo te zeggen met
het successierecht te vereenzelvigen. Als
bijzondere belasting op een deel van
het roerend vermogen had dit over
gangsrecht eigenlijk geen reden van
bestaan meer, sedert de bijzondere
lasten die op onroerende goederen be
langrijk zijn verminderd, door de ver
laging der mutatierechten (verkoop en
andere overgang van onroerend goed)
en door de vermindering der grondbe
lasting van de ongebouwde eigendom
men, en toen het zoogenaamde kapitaal
in portefeuille (effecten en dergelijke
vorderingen) door de verhooging van
het zegelrecht op effecten zwaarder
werd getroffen.
Dit alles daargelaten was het toch
noodzakelijk om de beide rechten, die
van successie en van overgang tot één
te versmelten, omdat, voor het eerst,
het beginsel der progressie op het suc
cessierecht. zal worden toegepast; want
de heffing van het recht van overgang
is om zyn hierboven geschetste werking,
onvereenigbaar met het beginselmeer
belasting bij hoogere draagkracht.
Zooals bekend is, onderscheiden wij
proportioneele en progressive belas
tingheffing. In het eerste geval betaalt
ieder naar evenredigheid van zijn
inkomen of van hetgeen door de be
lasting getroffen wordt. A en B b.v.,
die respectievelijk een inkomen hebben
van f 1000 en f 2000, betalen in de
verhouding van 1 tot 2. Volgens het
progressieve stelsel betaalt A nu meer
dan B., omdat de draagkracht van B
grooter is en daarom moet hij niet
alleen in evenredigheid, maar ook be
trekkelijk meer dan A betalen. Pro
gressie beteeken t opklimming. Het per
centage van belasting klimt geleidelijk.
In het algemeen is het progressieve
stelsel volstrekt niet zonder bedenking,
omdat het gebouwd is op een begrip
van weeldedat niet geheel strookt met
de werkelijkheid; in ieder geval kan
ten aanzien van het successierechtde
progressie zonder eenig bezwaar worden
toegepast en dus de belasting zwaarder
worden gemaakt naar gelang van het
opklimmende cijfer der verkregen erf-
deelen. De gewone bezwaren missen
hier allen grond.
Wij zullen dit punt hier nu niet
nader uitwerken, maar, nevens de be
schouwing van de verdere nieuwe
bepalingen der wet, in het licht stelDn
op welke wijze zij het progressieve
stelsel uitwerkt. Slot volgt.)
Btiiteiilatid.
De opwinding onder de wijnboeren
in Aube duurt onverminderd voort. Het
bestuur van wijnboeren uit Aube heeft
met algemeene stemmen een besluit
aangenomen, waarin de gemeenteraden
van het geheele departement worden
uitgenoodigd over acht dagen- af te
treden, indien de geheele afbakeüings-
wet dan niet is afgeschaft. Verder wordt
de bevolking verzocht geen belasting
te betalen.
In de dorpen bij Bar-sur-Aube is hier
en daar met gendarmes en dragonders
gevochten. In het stadje zelf moest een
kerkdeur met dynamiet worden opge
blazen, omdat op den toren een roode
vlag was geheschen. De menigte werd
met moeite in bedwang gehouden.
Ook in het Zuiden schijnt onheil te
dreigen. Te Bordeaux is onder praesi-
dium van Eymond, lid van den alge-
meenen raad en van den raad van state,
een vergadering gehouden, waaraan 1500
wijnboeren hebben deelgenomen. Ook
hier heeft men zich met algemeene
stemmen tegen de wet op de afbake
ning verklaard. Eymond heeft een rede
gehouden, waarin hij zijn hoorders tot
kalmte aanmaande. Wij zijn echter,
zeide hij, besloten, geweld te gebruiken,
wanneer men met geweld tegen ons
optreedt.
Het nieuws over de aardbeving in
Mexico begint hoe langer hoe onrust
barender te luiden. Het verlies aan
menschenlevens en de aangerichte
schade blijken veel aanzienlijker dan
aanvankelijk werd aangenomen. Een
groot aantal steden en dorpen is totaal
vernielden in de hoofdstad alleen is
blijkens de laatste telling het aantal
dooden 172.
Wij hadden reeds gemeld dat de vul
kaan de Piek van Colima in hevige
werking was gekomen; en hetzelfde
geldt voor den vulkaan Popocatepelt,
den beroemden vuurberg, die betrek
kelijk dicht bij de hoofdstad is gelegen.
De dorpen in de nabijheid van Colima
en Popocatepelt zijn door de verschrikte
inwoners ontruimd.
Een eigenaardig en noodlottig vei-
schijnsel deed zich voor in het Xochi-
calco-meer, waar verscheiden eilandjes,
die bewoond waren, door het water zijn
verzwolgen. Het juiste aantal slachtof
fers dat deze eigenaardige ramp heeft
gemaakt, valt nog niet met eenige juist
heid aan te geven. De beving in Guade-
lajara kwam uiterst plotseling en was
ongemeen hevig. Verscheiden personen
in die stad vonden den dood, terwijl
zij deelnamen aan een processie, die
zingende en met heiligenbeeld.»! door
de straten trok.
Uit tal van districten komen tijdingen
van vernieling en overstroomingmaar
Russi en zijn moeder hier vandaan te krijgen.
Die menschen moeten weg!"
De boeren knikten toestemmend. Ten
laatste greep de een na den ander naar zijn
hoed, mompelde iets als„Tot vanmiddag
en verdween. Buiten gekomen herademden
zij en spoedden zich huiswaarts, alsof hun
woningen in brand stonden. Een nieuwtje
heeft vlugge beenen.
X.
De boerin was bezig de soep op te schep
pen uit een dampenden ketel. Knechten
en meiden stonden of zaten in het rond;
hier en daar geeuwde er een, ten bewijze,
dat hem de maag jeukte en een klein troepje
stond zachtjes te praten, toen Furrer bin
nentrad en zich op zijn plaats nederzette.
Toen nam ook zijn dienstpersoneel plaats.
Onder de knechts was er een die een
verre verwant was van den boer en dien
de menschen „den Amerikaan" noemden.
Hij heette Furrer, evenals de boer zelf en
zijn voornaam was Karl, of verengelsóht:
Charles, waaruit de Fruttnellers „Tsjarles"
gemaakt hadden, met sterken nadruk op
de laatste lettergreep. De vader van Tsjarles
die ongeveer dertig jaar oud was,
was jaren geleden met vrouw en kind
heengegaan uit het hongergat, zooals hij
zijn geboortedorp noemde, en over het groote
water getrokken. Als zoovele anderen, had
ook hij de ervaring opgedaan, dat het altijd
nog beter is om honger te lijden in zijn
vaderland, dan in den vreemde, en na
enkele jaren was hij dan ook in het verre
land van ontbering en ziekte te gronde
gegaan, de zijnen in ellende achterlatende.
Na hem waren ook zijn vrouw en drie
kinderen begraven gewordenalleen Tsjarlès
was overgebleven. Op eerlijke wijze had de
knaap getracht in zijn levensonderhoud te
voorzien, maar daar hij noch bijzonder
schrander, nóch buitengewoon sterk was,
had hij het tot niets kunnen brengen. Ten
laatste was hij op de goede gedachte gekomen
om terug te keeren naar het dal, waar hij
geboren was en met behulp van zijn consul
was hem dit ook werkelijk gelukt.
Tsjarlès was een goed mensch, maar stil,
tot schuchter toe, en nooit op zijn gemak,
wanneer zijn rijke bloedverwant, die hem
ter wille van die bloedverwantschap in zijn
huis had opgenomen, in de buurt was. Hij
deed zijn werk goed, zonder zich te over
werken, maar ook zonder dat men hem van
luiheid kon beschuldigenzoolang er eten
en drinken op tijd voor hem gereed was,
was hij tevreden; meer verlangde bij niet.
Met de andere knechten stond hij niet op
voet van vertrouwelijkheid, maar evenmin
liet hij zich iets voorstaan op zijn familie
zijn van den boer. Zij versleten hem voor
dommer, dan hij was, lieten hem stil begaan
en vonden er troost in, dat de boer zijn
eigen familielid evengoed de huid wist vol
te schelden, wanneer hij dit noodig achtte,
dan een hunner.
De Praeses had zijn blik met stralende
scherpte op „den Amerikaan" laten rusten,
toen deze zijn stoel bij de tafel schoof. Nu
vouwde hij zijn witte, breede handen op
de tafelplaat te zamen en sprak het korte
tafelgebed. En nog terwijl hij dit deed, viel
het hem op, dat de stoel van zijn dochter
leeg was gebleven. Zijn wenkbrauwen trok
ken zich even te zamen, maar hij zeide niets.
Hij greep naar zijn lepe! en begon te eten
Een geklikklak van lepels en borden volgde
en het scheen, of ditmaal iedereen haast
nog erger nieuws wordt gevreesd uit
oorden, vanwaar tot dusver alle bericht
uitbleef, ofschoon zij gelegen zijn bin
nen het gebie 1 waar de beving het felst
heeft gewoed In den staat Colima be
draagt het getal dooden voor zoover
men tot dusver weet, 600.
Een der te Mexico (stad) verschijnende
bladen constateert dat, volgens de tot
nu toe ingekomen berichten 41 steden
en dorpen door de aardbeving zijn ge
teisterd, waaronder zeven groote dorpen,
die geheel vernield zijn. In het zuiden
van Mexico dreigt hongersnood.
De Peuple bericht, dat er Zondag
avond te Antwerpen een belangrijke
vergadering heeft plaats gehad van af
gevaardigden der Belgische vakvereeni-
gingen uit het transportwezen. Zoowel
de zeelieden- als de bootwerkersvereeni-
gingen en wagenvoorders uit Antwerpen,
Gent, Brugge en Oostende waren ver
tegenwoordigd.
De secretaris der zeelieden-vakver-
eeniging te Antwerpen zeide, dat de
staking den 14deu Juni zal beginnen,
daar de gelegenheid gunstig is tenge
volge van bijzondere omstandigheden
in de haven.
Bij de gedachtenwisseling drong de
gedelegeerde der syndicale commissie
op voorzichtigheid aan, daar de bewe
ging niet werkelijk internationaal schijnt
te zijn. Alleen Eugeland en België
schijnen staking te willen. De afgevaar
digde wenschte, dat de Engelschen het
sein zouden geven.
De andere afgevaardigden en de Ant-
werpsche zeelieden drongen op staking
aan en achtten haar onvermijdelijk op
den 14den. Dat de Engelschen tot den
19den wachtten, is een gevolg der om
standigheid, dat de Engelsche schepen
des Woensdags bemannen, om des Za
terdags gereed te zijn.
De Metropole verneemt uit goede bron,
dat de reeders elke tusschenkomst wei
geren. Zij zijn geneigd onmiddellijk met
de mannen te onderhandelen. In scheep
vaartkringen gelooft men niet, dat de
bootwerkers lust hebben, in de tegen
woordige omstandigheden gemeene zaak
met de zeelieden te maken.
Zaterdag werd uit Londen gemeld:
Wilson, de voorzitter van het Nationale
Verbond van Matrozen en Stokers, heeft
een laatste beroep op de reeders ge
daan om een verzoeningsraad in te
stellen, ten 'einde de eischen van de
zeelieden te onderzoeken. Het zal anders
voor de bestuursleden van het verbond
niet mogelijk zijn zegt hij de leden
langer tegen te houden. En als de staking
er eenmaal is, kan zij zich snel uit
breiden tot alle arbeiders, die bij de
scheepvaart zijn betrokken.
De zeelieden en stokers aan boord van
verscheidene schepen, behoorende tot
had om weg te komen, ofschoon men anders
graag zoo lang mogelijk bleef tafelen; een
broedende stilte heerschte in het vertrek.
Zelfs de boerin bleef stijf naar haar bord
kijken en zuchtte alleen van tijd tot tijd;
haar man aan te zien waagde zij niet.
Wanneer hij bulderde en tierde, placht zij
zich in een veilig hoekje te verbergenmaar
zijn grimmig zwijgen, zooals nu, deed haar
van angst ineenkrimpen.
Furrer at weinig; alleen keek hij nu en
dan monsterend langs de rijen met door
borende aandacht op den Amerikaan, die
ijverig zijn vork gebruikte. Toen de knechts
hun glazen geledigd en zich den mond met
hun mouwen hadden afgeveegd, stonden
zijn op. Ook Tsjarlès wilde opstaande maar
een: „Blijf zitten; ik wou je spreken!"
hield hem op zijn stoel vast.
De vrouwen waren nog blijven zitten,
maar de boer keek hen zoo wonderlijk aan,
dat ook zij spoedig opstonden en de kamer
verlieten.
Nog altijd bleef de Praeses zwijgend zitten.
De Amerikaan was niet op zijn gemak. Hij
werd vuurrood in het gezicht, streek verlegen
met zijn grove handen over zijn broek en
keek onafgebroken naar de tafelplaat, alsof
hij daar iets zeer bijzonders had ontdekt.
Het zweet brak hem uit; hij zon en zon,
wat hij toch wel misdreven mocht hebben,
maar hij was zich van geen kwaad bewust.
Eindelijk bemerkte de boerin, dat zij het
was, die te veel in de kamer was. Een
zonderlinge blik van haar man had haar
dit doen weten. Zuchtend stond zij op en
strompelde heen, met tranen in de verwelkte
oogen.
Roman naar het Duitsch.
(Wordt vervolgd).