el Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommeierwaard. L e v e n s s t r ij d. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3063 Uoensdag 3 Juli. 1911< OORLOGVOEREN. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77j ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. We troffen dezer dagen eens een kennis, en, na over koetjes en kalfjes te hebben gesproken, kregen we het ook over oorlogvoeren en over veel wat daarmede in verband staat. Wij ver klaarden ons besliste tegenstanders van oorlogvoeren, maar onze vriend deed zich op dit punt geheel anders kennen. Of het hem werkelijk ernst was of dat hy gekscherend de opmerking maakte, dat weten we niet, maar hij zeide dat oorlogvoeren noodig was, noodig alleen, omdat de wereld anders zou worden overbevolkt. Men kan zoo'n reden van een ver standig mensch niet als ernstig gemeend opvatten en zullen ze daarom maar als scherts opnemen. Onze wegen scheidden zich eindelijk en dus werd de kout over dit onder werp afgebroken. We willen het er in ons hoofdartikel nog eens over hebben. We beginnen dan met te vragen, waarvoor de oorlogen eigenlijk worden gevoerd, 't Is duidelijk, een ieder zal dit wel bekend zijn. Immers, een paar mogendheden kunnen het niet eens worden over een of andere kwestie. Goedschiks kunnen ze niet tot een oplossing komen en wat is dan veelal het gevolg? Dat de kwestie door wapen geweld wordt opgelost. Dus, men voert oorlog, om een kwestie opgelost te krijgen, waarvoor een vre delievende oplossing niet te vinden was. Zoo gaat het óók in het gewone leven. Ook in het gewone leven gebeurt het meermalen dat men het over een of ander niet goedschiks eens kan wor den en dan wordt ook wel geprobeerd om door krachtmiddelen zijn zin door gedreven te krijgen. De een onthaalt den ander op een ferm pak slaag en dan is hij, die de meeste slagen ont ving en dus eindelijk den strijd moest opgeven, de verslagene, terwijl de an dere dan overwinnaar wordt geheeten. De verslagene is dan meestal zoo wijs wel de zaak, waarom het ging, in het vervolg niet weer aan te roeren, be vreesd als hij is voor een tweede pak slaag. De andere, de overwinnaar, heeft nu van zyn tegenpartij niet meer te vreezen en kan doen wat de andere hem wilde beletten. De verslagene mag nog steeds wrok koesteren tegen zijn sterkeren tegenstander, hij zal zich in de meeste gevallen wel wachten het (15 Intusschen was Lieni het dorp binnen- geslenterd. Overal zag hij mannen en vrou wen in troepjes bijeen staan, pratende en lachende, alsof het een feestdag was. Voor de kroeg van Baschi waren de meesten bijeen en ook in de gelagkamer van „De Os" waren veel meer bezoekers, dan ge woonlijk. En verderop, op de muren van de school weide, zaten alle jongens en meisjes van het dorp, alsof er een optocht op komst was. Toen Lieni voorbijging riepen de mannen, die bij Baschi zaten, hem aan en vroegen of Russi al in aantocht was. De jongen grinnikte: „Hebben jelui de feestwijn al klaar?" Hij trad binnen en leegde een glas brande wijn, dat hem door een der boeren werd aangeboden, in één teug. „Dat zal een grap worden," liet hij hooren. terwijl hij op een der tafels ging zitten en zijn beenen in het vrije liet bengelen, „als Christiaan en zijn oudje zoo feestelijk worden uitgeluid En alweer lachte hij, luider en luider. De anderen lachten mee en daarop begon een kruisvuur van vuile woorden en flauwe grappen, waarvan de verjaagden het mik punt waren. Eensklaps kwam een vrouw binnen en fluisterde een der mannen toe„Daar komen boer Furrer en de Pastoor aan!" Het werd aanstonds stiller in de gelag kamer. Een paar keken naar buiten en zagen, dat de twee dorpsregenten al dichtbij nog eens tot handtastelijkheden te laten komen. De macht van den sterkste heeft hier gezegevierd. Zoo gaat het ook met oorlogvoeren. Niet het land, dat de oorlog heeft ver loren, is de overwinnaar, maar het an dere, dat de strijd heeft gewonnen. De sterkste der beide landen is de over winnende partij. Het mag den strijd hebben gewonnen door zijn grootere legers of door het listiger oorlogvoeren, een feit is het, dat het 'fc andere land den baas was. Het recht kwam nu aan het over winnende land, want nergens meer dan bij oorlogvoeren geldt het recht van den sterkste. Dat recht geldt nu een maal in oorlog, maar of het werkelijk recht is, dat betwijfelen we en de meesten onzer lezers zeker met ons. Wij achten het onnoodig onze meening in deze te motiveeren. Wij zien dus dat oorlogvoeren niet verded'gd kan worden op grond dat het een oplossing kan geven in ge vallen, waarvoor een vredelievende op lossing rriet mogelijk bleek. Zeker, oor logvoeren gééft wel een oplossing in zoo'n geval, maar men kan hot toch niet een juiste oplossing noemen. Door een oorlog komt het recht aan den sterkste, in plaats van aan hem, wien het volgens recht toekomt, en zulks kan toch niet worden goedgekeurd? Dódrom reeds zijn wij tegen oorlogen. Maar ook om nog iets anders. Menschen, nu wel niet beslist vrienden, maar toch ook in geen geval vijanden, menschen, die elkander nog nimmer te voren heb ben gezien, worden in het vuur ge jaagd, om elkander te bevechten, te dooden. Kan ook dit worden goedgekeurd? Neen, nietwaar? Dan, wat een kosten bedraagt een oorlog. Hoeveel beter zou dat geld zijn besteed aan volks ontwik keling, aan maatschappelijke vooruit gang, enz.! Yeel is dus tegen oorlog voeren in te brengen en niets er voor. Toch nog altijd bestaan de oorlogen. De legers en vloten worden uitgebreid, de verweermiddelen in steeds beteren(?) staat gebracht om aan den vijand maar zooveel mogelijk schade en verderf te kunnen toebrengen. Zouden die oorlogen nu werkelijk niet kunnen worden ver meden? Zou bijvoorbeeld niet een soort internationale rechtbank kunnen worden opgericht, waarvoor alle geschillen tus- sehen landen konden worden uitge maakt? Dan althans zou recht worden waren. Een oogenblik later traden ze binnen. Baschi kwam in eigen persoon toegesneld om met een doek een tafeltje en twee stoelen af te vegen. Toen zij plaats genomen hadden, begon de Praeses op gedempten toon: „Hoort eens, mannen, wij zijn hier gekomen om jelui te zeggen, dat die men schen uit de Strahlegghut met rust gelaten moeten worden, als zij straks voorbijkomen. De Regeering heeft hen het. verblijf in het dorp ontzegd. Maar als zij bedaard heengaan, mag niemand hen hinderen, anders zou ik verplicht zijn proces-verbaal te laten op maken. Ik dank jelui wel, datje mijn partij kiest, maar ruzie maken mag niet." „En je hebt hem zelf laten afranselen, Praeses," merkte er een op. „Dat was uit nood weer," gaf Furrer terug en stond op. Buiten had een jongensstem geroepen: „Daar komen ze aan." De menschen drongen naar buiten, maar de Pastoor was hen voor geweest en plaatste zich voor de deur. Hij wierp met 'n krachtige beweging zijn haar achteruit, zijn wangen kleurden zich en zijn oogen fonkelden streng. „Geen dwaasheden 1 Kalm blijven, zeg ik jelui Furrer deed nog beter. Hij sloeg de deur dicht en hield de klink vast. Die binnen zaten waren gevangen. Hij stond stokstijf op zijn post en hield het oog gevestigd op de ramen van „De Os", waar hij zooeven geweest was en waar hij evenzoo tot kalmte had aangemaand. Christiaan en zijn moeder naderden. Lang zaam trokken de sleden het dorp door. De jongen keek rechts noch links en ook de vrouw hield haar oogen onafgewend gericht op haar slede. In de kroeg van Baschi hoorde men vloeken en schreeuwen toen de stoet voorbij trok. De pastoor werd van links naar rechts ge laan, en al het kwaad, dat een oor log nu medebrengt, zou worden ver meden. Buitenland. Het Engelsche Lagerhuis heeft Vrij dag in derde lezing een wetsontwerp tot bescherming van dieren aangeno men. Daarin werd het verbod om hon den als trekdieren te gebruiken beves tigd. Een der afgevaardigden deed ver geefs moeite, een uitzondering te maken voor houden, die kleine kinderwagentjes trekken, een onschuldig en onschade lijk iets, zei hij; voor honden, die kar retjes met collectebussen trekken, en dergelijke. Een ander afgevaardigde, die het verbod ook niet al te streng om- gevat wilde hebben, zei, dat in ons land en België honden algemeen als trek dieren worden gebruikt zonder dieren- plagerij. Maar een ander afgevaardigde wou honden niet aldus laten afbeulen, zooals hij het in België had gezien. Het verbod werd in al zijn gestreng heid gehandhaafd. De machinisten en stokers van de stoombooten, die te Mainz, Höchst, Frankfort, Offeubach en andere Rijn en Main-steden thuis hooren, hebben het werk neergelegd, omdat hun eisehen betreffende loonsverhooging, verkorting van den vaartijd en Zondagsrust niet zijn toegestaan. Uit Tiflis wordt gemeld, dat op ca. 30 K.M. van Kars overblijfselen zijn aangetroffen van een groote stad, die daar in de oudheid moet hebben be staan. Bij het graven in de ruïnes zijn o.a. godenbeelden in de gestalte van dieren gevonden. De ruïnenstad moet voorheen een vesting zijn geweest. Rudolf Frank, de begeleider van Cook op het eerste gedeelte van diens fa- meuzen tocht „naar de Noordpool", heeft een civiele actie ingesteld tegen Peary. Hij wil 10,000 dollars schade vergoeding hebben voor de pelzen en het ivoor, hem, Frank, door Cook toe vertrouwd, maar door Peary's mannen eenvoudig afgenomen en meegevoerd. Cook zal in deze zaak als getuige wor den gehoord hij zelf wil ook een pro ces beginnen tegen Peary. Volgens een telegram aan de Lokal- Anzeiger uit Konstantinopel, zou de overheid te Monastir de roovers van den Duitschen ingenieur Richter op het spoor zijn en hoopt zij, dat zij hen en hun gevangene binnen eenige dagen in handen zou hebben. geduwd, maar hij bleef, waar hij was en Furrer hield de klink evenzoo stevig vast. Toen stootte een der boeren met zijn hoofd een vensterruit stuk en schreeuwde, terwijl zijn gezicht door de glasscherven bloedig geschramd was, den voorbijtrekkenden een verwensching na. De anderen brulden in koor mede. De beide reizigers klemden de tanden op elkander en vervolgden hun weg. Ook de tweede herberg werd gelukkig gepasseerd, maar toen zij de school voorbijgingen, vloog een sneeuwbal op hen aan, die Kathrine trof. En dadelijk daarop regende het sneeuw ballen op het tweetal, onder luid gelach van de menschen die in „De O3" zaten en toekeken. Jammer, dat het geen steenen waren, meenden de ijverigsten onder de lummels. Christiaan had met zijn moeder van plaats verwisseld en hield kalm stand tegen den hatelijken aanval der dorpsjeugd. Nog een poos lang vervolgden de jongens hen, maar toen zij geen voldoening van hun werk hadden, keerden zij terug. Zoo kwam het dat het tweetal alleen en ongehinderd was, toen zij den Huchfluhhof passeerden. Ka thrine trok sneller aan. Zij had medelijden met haar jongen, van wien zij kon begrijpen, dat hij als door spitsroeden liep, wanneer hij langs het huis ging. Maar bij een buiging van den weg bemerkte zij, dat Christiaan stilstond en omkeek. Zij wilde hem juist vermanen, om haast te maken, toen zij zag, dat zijn oogen aan een der vensters van het huis als vastgezogen waren. En het kwam haar voor, dat achter de ruiten een bleek gezicht eensklaps verdween. „Waarom kijk je zoo?" vroeg zij hem. „Het was de vrouw van den Amerikaan, die voor de glazen stond," gaf hij met een zonderling vertrokken mond ten ant woord. Een telegram uit Saloniki aan het zelfde blad meldt echter, dat men met nog meer troepen en ijver naar de roo vers zoekt, maar dat er nog geen spoor gevonden is. Donderdag zijn te Kristiania de on derhandelingen tusschen patroons en werkvolk mislukt, zoodat de uitsluiting van 15,003 man onvermijdelijk werd geacht. De uitsluiting van 17,000 ande ren is al vroeger afgekondigd. Met 4000 stakende mijnwerkers zullen dan 36,000 arbeiders buiten verdienste zijn. De toestand in Albanië is ontegen zeggelijk kritiek en we beleven thans stellig een der kritiekste momenten, die de netelige Albaneesche kwestie tot dusver heeft opgeleverd. Zoolang de termijn, die den rebellen voor de onder werping is toegestaan (die termijn werd gelijk men weet, pas met 14 dagen verlengd) niet is afgeloopen, blijft de stand van zaken onzeker en eerst na afloop van dien termijn zal, indien de Malissoren de onderwerping blijven weigeren, het beslissende oogenblik daar zijn. De kans is er, dat de rebellen vóór dien tijd een vergelijk treffen met de Turken, maar in hoeverre die kansen gunstig staan al dan niet, valt op 't oogenblik niet uit te maken. Er is een stroom van verwarde berichten. De hoofdzaak, waar het om gaat, is de kwestie of de Albaneezen hun wapens zullen mogen houden; een Albanees zonder zijn wapen is feitelijk iets on denkbaars. En hierin schijnt de Porte wel tot tegemoetkoming genegen. Vol gens de laatste berichten zouden alle Albaneezen, die het gebruik van wapens voor hun beroep noodig hebben, hun wapens mogen behouden. Volgens de berichten van heden zou de Porte wen- schen dat de Albaneezen eerst als teeken van onderwerping de wapens zouden afgeven, om ze dan later als een soort genadegift weer terug te oqtvangen. Of de Albaneezen, die een zeer trotsch ras zijn, naar zoo iets ooren zouden hebben, is een andere vraag. Te Essen is door het personeel van Krupp een vergadering in de open lucht gehouden, waaraan ongeveer 12,000 arbeiders deelnamen. Er is geprotesteerd tegen de loon- en arbeidstoestanden bij Krupp en een reeks eisehen opgesteld, die in hoofdzaak op het volgende neer komen loonsverhooging, verkorting van den werktijd en gelijke, geheime en directe verkiezing voor de arbeiders commissie. Bij Erie (Amerika) is een passagiers- trein van de Pennsylvanië Spoorwegmij. Toen zagen zij hoe de dorpelingen zich verzamelden en hun allerlei spotnamen nariepen. Een groote woede maakte zich eensklaps meester van den jongen man. Hij stak zijn vuisten op en schreeuwde de brullende menigte toe„Ellendige laf bekken! Ik zal het jelui betaald zetten, wat je ons aandoet! Bij God in den Hemel dat zal ik! Al zou ik oud en grijs zijn, eenmaal zullen jelui mij terugzien. Ont houdt dat Toen holde hij dol naar voren, greep de touwen en trok de sleden zoo snel bergaf, dat Kathrine een heel eind achterbleef en hem eerst aan de Rafisbrug, waar zij hem op haar wachtende vond, inhaalde. Te Fruttnellen werd van den halven feestdag een heele gemaakt. „De Os" en Baschi's kroeg maakten goede zaken; de jenever stroomde bij vaten vol. Het was een gejubel en een gejoel als vóór zestig jaar, toen de vaders der tegenwoordige Fruttnellers de Franschen hadden terugge slagen aan den Fruttnellerschans. Furrer betaalde; hij wist, dat een paar gulden, ter rechter tijd besteed, wonderen van trouw en aanhankelijkheid konden verwekken. Het feest duurde tot laat in den avond. Furrer en de Pastoor hadden zich evenwel vroegtijdig teruggetrokken. Zij wandelden te zamen huiswaarts en toen zij voor de Pastorie waren aangekomen, bleven zij stilstaan, om afscheid van elkaar te nemen. „Ziezoo! Wij zijn dien kerel kwijt. In Neudorf heb je blijkbaar een wit voetje, Praeses!" „En mijnheer de Pastoor vindt het ook wel goed, dat wij de zaken hier onder ons kunnen houden, zonder dat vreemde snoes hanen er zich in mengen, die allicht allerlei wonderlijke denkbeelden in de hoofden der boeren konden brengen. Is het niet zoo Furrer had dit schertsend gezegd, maar, tegengehouden door roovers. De ban dieten, die gemaskerd waren, schoten een postbeambte neer en stalen het postrijtuig leeg. Een passagier, die niet begreep wat er aan de hand was en uit zijn wagen kwam om te kijken, werd door de dieven beetgepakt en van den zeer hoogen spoordijk gesmeten. Hij werd zwaar gekwetst opgenomen; de postbeambte zal wel sterven. De boeven ontkwamen. Uit Konstanza wordt een ernstig spoorwegongeluk gemeld. Een petro- leumtrein, die op een sterke helling tusschen Ovidiu en Dunarea reed, ge raakte in brand, wijl een der tankwagens barstte. De wagen ontspoorde, de andere meesleepend. De brand breidde zich met razende snelheid uit, en weldra was de geheele petroleumtrein een ont zettende vuurzee. Drie remmers zijn in de vlammen omgekomenhun verkoolde lijken werden op den spoorweg gevon den, toen men er eindelijk in geslaagd was den brand te blusschen. Een vierde heeft ernstige brandwonden gekregen, doch men hoopt hem nog te redden. Vrijdagochtend vroeg is er te Messina een heftige, maar korte aardbeving ge voeld. Zij richtte geen schade aan. Zaterdag zijn in de baai bij Penzance in Cornwal zeventig jonge walvisschen bij eb gestrand. Duizenden menschen kwamen kijken en verscheiden hadden de wreedheid als aandenken, naar het in een Engelsch blad heet, stukken van de levende dieren af te snijden. Kust wachters schoten de verminkte dieren dood om ze uit hun lijden te helpen. Een van de visschen was ruim 6 M. lang. De visschen lieten schrille kreteD hooren. Met den vloed zwommen de levenden weer weg. In ons vorig no. hebben we reeds gemeld, dat de sneltrein van Havre naar Parijs Donderdagavond door een misdadigen toeleg ontspoord is. Op 24 K.M. afstands voorbij Rouaan, vlak voorbij het station Point de-l'Arche beschrijft de lijn een groote bocht voor ze bij de brug Manoir-sur-Seine over de rivier gaat. Op 500 M. afstands van die brug was aan den buiteukant van de bocht een spoor losgemaakt, maar op zijn plaats gelaten. De trein reed er over met een vaart van 100 K.M. in het uur. De trein ontspoorde, maar als door een wonder bleven locomotief en wagens overeind en heel, en niemand werd er gewond. Het ingestelde onder zoek vond tal van aanwijzingen, waaruit overtuigend bleek, dat de spoorstaaf losgeschroefd was. Er gaat geen dag voorbij, zegt de er was een bitteren nasmaak aan zijn woorden. De geestelijke werd rood. „Hoe lang zou Praeses Furrer zoo'n halve Keizer van Fruttnellen kunnen blijven, als hier vreemdelingen kwamen?" vroeg hij scherp. De boer van den Hochfluhhof hief het hoofd op en het keek den Pastoor door dringend aan. „Ik ben niet bang voor zulke inmenging, maar als zij niet komen is 't beter, en welbeschouwd hebt u gelijk. Op onze goede vriendschap, mijnheer de Pastoor, nu en later Zij reikten elkaar de hand, niet over- vriendelijk, maar als twee menschen, die besloten zijn elkander in hun eigenbelang te steunen. XI. In Fruttnellen kroop de tijd kalm en eentonig voorbijvroeg op, hard werken overdag, en tijdig op den stroozak. Dat over de dochter van Furrer de schande gekomen was, was al lang vergeten, tenminste doodgezwegen. De praatzucht had zich niet gewaagd aan het huis van den Praeses. Als een vuurtje dat door een koenen voet werd uitgetrapt, zoo was ook het gebabbel eensklaps weggestorven. Als van een leien dakje waren de zaken geloopen, juist zooals Furrer ditgewenscht had. Te rechter tijd was de aankondiging in de krant verschenen en zoodra de ge boden voorbij waren, had het huwelijk plaats gevonden tusschen Rosa Furrer en Charles Furrer, den Amerikaan. Roman naar het Duitsch. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1