Het Land van Heusden en Allena, de Langstraat en de Bomnielerwaard.
L e v e n s s t r ij d.
Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden.
No. 3064, Zaterdag 8 Juli
I.
FEUILLETON.
Jj'r
1911.
VOOR
Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75,
franco per post zonder prijs verhooging. Afzonderlijke
nummers 5 cent.
Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel
tneer 71/, ct. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag
middag 12 uur ingewacht.
Oub volksonderwijs kan de vergelij
king met dat in het buitenland over
't algemeen wel doorstaan, het is van
goed gehalte. Toch zal men het met
mij eens zijn dat iemand, die voor den
levensstrijd alleen is gewapend met de
ontwikkeling die de lagere school thans
bij machte is te geven, niet sterk staat.
Dat komt door verschillende oorzaken,
die mettertijd wel weggenomen zullen
worden. Zoo is reeds meermalen, ook
in ons Parlement, de uitbreiding van
den leerplichtigen leeftijd met één jaar
bepleit. Terecht, want nu worden de
meeste kinderen op een leeftijd dat de
hersenen het bevattelijkst zijn, van
school genomen.
Verder kleven er gebreken aan het
klassikaal onderwijs, die wel te ver
mijden zijn. Wie heeft het aan zichzelf
nooit ervaren dat bij onderwijs in klas
sen de minst vluggen het tempo aan
geven, en dat de vluggeren door het
„herkauwen" (gelijk wij dat op het Gym
nasium, waar 't zelfde euvel heerscht,
noemden) bun oplettendheid en studie-
lust verliezen, omdat toch alles zoo vaak
wordt herhaald dat 't er „van zelf wel
inkomt".
Door de klassen allengs kleiner te
maken zijn wel stappen in goede rich
ting gedaan, en in sommige grootere
gemeenten van ons land is men nog
verder gegaan door de verdeeling der
school in parallel-klassen. Dit geschiedt
namelijk om de leerlingen te schiften
naar bevattingsvermogen. Wanneer de
leerlingen eener klasse allen ongeveer
even vlug van begrip zijn, zal het on
derwijs 't meeste vrucht dragen. Deze
stelling lag aan die schifting ten grond
slag en ze is zoo duidelijk, dat ze voor
geen redelijke tegenspraak vatbaar is.
Bij dit stelsel zitten de vluggeren,
die de school in den normalen tijd
doorloopen, in de a klassen, de minder
vluggen die zeven jaar minstens doen
over zes leerjaren, in de b klassen.
Vele ouders hebben bezwaar gemaakt
tegen dit systeem, vergetende dat hun
kinderen, als zij in de b klassen werden
geplaatst, daar toch van profiteerden.
Zij toonden zich geraakt dat hun kin
deren „het stempel van minderwaardig
heid op het voorhoofd werd gedrukt",
(16
Wel was het een zonderlinge trouwpartij
geweest voor een rijke boerendochter:
's avonds in het donker, alleen met een
knecht en een meid tot getuigen, bij den
Burgerlijken Stand en daarop, den volgenden
ochtend, bij het krieken van den dag, zonder
klokgelui of feestgedruisch, in de Kerk om
ingezegend te worden.
En toen terug in den alledaagschen tred
molen.
Charles was naar zijn koeien gegaan en
Rosi naar haar kamer, waar zij zoolang
geschreid en gejammerd had, tot zij van
vermoeidheid en overspanning in slaap was
gevallen.
In den gewonen gang der dingen op den
Hochfluhhof was haast geen enkele veran
dering gekomen, sedert de boer een schoon
zoon had gekregen.
Rosi had zich geschikt, als iemand, die
niet weet, wat haar overkomt. Toen de dagen
van schreien en klagen voorbij waren, had
zij het leven weer opgevat, daar waar het
had opgehouden, toen Christiaan op haar
pad was verschenen. Alleen deed zij nu als
een slaapwandelaarster, wat zij vroeger onder
gelach en gezang had gedaan.
Haar man maakte haar het leven niet
moeilijk. Hij liep om haar heen als een
trouwe, domme hond, wien het verdriet doet,
dat zijn baas een kwaad gezicht zet. Den
ganschen dag kreeg hij zijn vrouw haast
niet te zien. Aan tafel sloeg hij zijn goedige,
verlegen oogen vaak naar haar op en glim
lachte haar toe, maar nooit kwam er een
lachje terug. Of wel hij drukte zachtjes haar
hand onder tafel of klopte haar heel be
hoedzaam op schouder of rug, zoo voor
een grief die ook meermalen is geuit
tegen scholen voor achterlijken. Ten
onrechte echter, want waartoe dient het
uit lichtgeraaktheid de waarheid geweld
aan te doen?
Een ander bezwaar is gerezen van
de zijde der onderwijzers. Die uit de
b klassen achtten zich niet zelden ach
teruit gezet. Zij zouden gelijk hebben
als 't gehalte van het onderwijs enkel
beoordeeld werd naar de kennis van
de leerlingen. Inderdaad is deze fou
tieve maatstaf in vroeger jaren te vaak
aangelegd, doch ook hier kan men zeg
gen dat wij vooruitgaan en gaan inzien,
dat onderwys aan minder begaafden
eer moeielijker dan gemakkelijker is dan
dat aan vluggeren.
Toch hebben deze grieven er het
hunne toe gedaan, om het stelsel in
vele gemeenten weer in discrediet te
brengen. Men verlangt naar een ander
dat wel de voor-, niet de nadeelen
ervan heeft.
Duitschland kan ons in dit opzicht
tot voorbeeld strekken. Daar is in vele
groote gemeenten een stelsel in gebruik
dat het eerst in 't Groothertogdom
Baden, en wel in Mannheim, in toe
passing is gebracht en om die reden
bekend is geworden als het „Mannhei-
mer stelsel".
Men begint daar met een eerste klasse
van 45 k 46 leerlingen (een aantal dat
ons te groot lijkt en met voordeel ver
laagd zou kunnen worden). Bij 't einde
van het jaar gaan de normalen en
vluggen over naar de tweede klasse;
de achterblijvers, zij die niet verhoogd
kunnen worden, blijven echter niet
zitten, maar vormen het tweede jaar
een nieuwe klas, die h rhalingsklas heet.
Daarin komen minder begaafden, lijders
aan 't een of ander organisch gebrek
(bijv. dooven of stotteraars) en achter
blijvers door veelvuldig schoolverzuim,
wegens ziekte of andere oorzaken.
Deze herhalingsklag omvat 30 leer
lingen van verschillende scholen en
wordt, door den onderwijzer gesplitst in
twee afdeelingen, die der minder be
gaafden en die achterblijvers om andere
oorzaken.
Gedurende deel van den school
tijd werken deze twee afdeelingen samen,
gedurende het andere V» ontvangen zij
afzonderlijk onderricht.
Niet zelden gebeurt het dat na een
zichtig, alsof het een vrouwtje van kraak
porselein was.
Furrer zag het aan, maar zeide niets. Het
scheen, alsof zijn dochter niet meer voor
hem bestond. Hij leefde voor zijn werk en
zijn eere-posten alleen en om het overige
bekommerde hij zich niet.
Toen Januari ten einde liep werd de
kleine Tobias geboren. De boerin en Broni
Hofer liepen af en aan bij de jonge moeder,
die haar pasgeborene angstvallig bewaakte,
alsof zij bang was, dat iemand zou komen
om het haar af te nemen. Van tijd tot tijd
richtten zich dan haar oogen met een uit
drukking van angst naar de deur. Zij scheen
iemand te verwachten, wiens dreunenden
voetstap haar al verschrikte, wanneer zij
die in de verte vernam.
Maar de Praeses kwam niet. Hij had
Broni Hofer bij zich laten komen, toen hij
het schreien van het kind gehoord had.
Het speet hem, dat het leefde.
Zonder vrees was de vrouw den geweldige
genaderd.
„Weet je iemaod, die het kind bij zich
zou willen nemen? Niet hier in Fruttnel-
len, maar in Gwuest, of in den een of
anderen uithoek. Natuurlijk wil ik er voor
betalen."
„We moesten dunkt mij, het wurmpje
eerst goed en wel op zijn verhaal laten
komen," had de vrouw geantwoord.
„Goed!'' had de Praeses geantwoord,
„maar wanneer kan het dan overgebracht
worden?"
„Zoodra het van de moeder af kan".
„Als dat maar niet te lang duurt, ik
heb geen lust, om lang geduld te hebben."
Het klonk dof, bijna onverstaanbaar en
zelfs Broni ontstelde van de onbuigzaam
heid die in zijn toon doorklonk. Hoofd
schuddend en morrend ging zij heen en
luisterde niet eens meer toen de Praeses
haar nogmaals opdroeg een min voor den
kleinen jongen te zoeken.
Nog drie weken duurde het, eer de boer
besluiten kon naar Rosi's kamer te gaan.
half jaar enkelen van de vlugsten uit
deze herhalingsklasse hun vroegere
kameraden hebben ingehaald en bij hen
in de gewone tweede klasse geplaatst
kuhaen worden. Deze behooren, gelijk
wel van zelf spreekt, steeds tot de toe
vallige achterblijvers (door veelvuldig
schoolverzuim wegens ziekte b.v.) De
anderen blijven het geheele jaar in de
herhalingsklasse en komen dan eerst in
de tweede. Zij zijn weliswaar een jaar
ten achter geraakt, maar nu ook goed
onderlegd, veel beter dan wanneer zij
gewoon in de eerste klasse waren blij
ven zitten.
De minder begaafden, zij die voor
't normale onderwijs niet geschikt zijn
gebleken, gaan uit de eerste herhalings
klas naar de tweede herhalingsklas.
De minst begaafden eindelijk, de
eigenlijke zwakzinnigen, gaan over naar
een speciale klas, die hoogstens twintig
leerlingen telt.
Zoo wordt een doelmatige schifting
gemaakt, die over alle scholen der ge
meente zich uitstrekt, zoodat men reeds
na twee jaar klassen kan vormen, die
bestaan uit leerlingen van nagenoeg
hetzelfde bevattingsvermogen.
Deze regeling heelt boven de in ons
land gevolgde van a- en b klassen voor,
dat zij niet één school betreft, doch
gecombineerd wordt over de geheele
gemeente, en dat dus de schifting veel
beter is door te voeren.
In Duitschland is van de zijde der
ouders nooit veel bezwaar er tegen ge
opperd, juist omdat het een algemeene
regeling betreft, en hier te lande zijn
in enkele groote gemeenten stappen
gedaan om het stelsel 't zij in te voeren,
't zij in studie te nemen.
Dat het prahtisch is en de nadeelen,
aan klassikaal onderwijs verbonden, tot
een minimum beperkt, zal men licht
inzien. Z. N. en Adv.
Buitenland.
De correspondent van de N. R. Ct.
te Lissabon schrijft: De meest onrust
barende berichten blijven Lissabon bin
nenstroomen. De troepenverplaatsingen
gaan geregeld voort, de troepen worden
niet alléén naar de grens verzonden,
ze bezetten ook geheel Noord-Portugal.
Zelfs bij het Palacio Crystal te Oporto
zal een batterij bergartiilerie opgesteld
worden.
Toen hij het eindelijk deed, vond hij daar
een zonderling tafereeltje.
Charles zat in zijn werkpak, dat hij nog
altijd niet door een beter had verwisseld,
niettegenstaande hij toch de schoonzoon
was van den rijken Furrer. Hij had nog
den hoed op het hoofd, alsof hij zoo pas
was binnengekomen en hield het kindje in
zijn armen. Rosi stond voor hem. Zij was
erg bleek en haar oogen schitterden nog
meer dan anders. Zij beefde van ontroering
toen zij haar vader hoorde binnen komen.
Naast Charles zat de boerin, die het venster
uitkeek, omdat zij den heer en meester
niet durfde aanzien.
De Praeses deed de deur dicht en keek
eens rond. Charles hield met zijn grove,
bruine vuisten de kleine, doorzichtige vin
gertjes van het kindje vast. Hij was rood
geworden en zijn oogen hadden de oude
verlegen uitdrukking; hij glimlachte terwijl
de anderen sidderden.
Toen eerst vond Rosi woorden om te
spreken. Zij wankelde een schrede nader.
„Vader, het kind mag niet weggebracht
worden."
„De vrouw van Seppe ia beneden. Zij zal
het meenemen," antwoordde de Praeses. „Ga
naar beneden als je haar nog het een of
ander mee te deelen hebt."
Rosi's oogen werden glazig. Eindelijk liet
zij hooren, halfluid maar met een stem, die
klonk als een bede om hulp: „Vader, als
het kind weggaat, kunt u mij in deR&fis-
bach laten zoeken I"
De boer week een schrede terug. Het
scheen dat de toorn zich van hem meester
maakte, maar toch hij wist zelf niet wat
het was, voelde hij zich geneigd tot
toegeven. Hij was zich niet bewust iets
verkeerds te willen. Het was immers voor
de eer van zijn huis, dat hij moest waken.
Maar toch het volbrengen van dien plicht
viel hem nu zwaar.
Charles had het kind aan de boerin ge
geven en stond na naast zijn jonge vrouw.
Hij had zijn hoed afgenomen, zijn hoofd
Door het geheele land is nu de eersfe
reserve (van 1907 af) opgeroepen. De
bladen melden uitvoerig hoe geestdrif
tig de soldaten opkomen en overal met
gejuich en de „Portuguesa" ontvangen
worden, alsof wij werkelijk in oorlogs
tijd verkeerden. Allerlei republikeinsche
vereenigingen bieden de regeering haar
diensten aan, terwijl vele bladen de re
geering aanraden de carbonarios van
Lissabon te mobiliseeren en hen met
Machado Santos (den Rotunde-hold) aan
't hoofd, de grenzen te laten bezetten.
Het stroomt telegrammen van burge
meestertjes uit plaatsjes rond Lissabon,
die den minister van oorlog berichten,
dat een bataljon vrijwilligers klaar staat
om ter verdediging der republiek op te
rnkken.
Uit Oporto wordt gemeld, dat een
majoor der artillerie te Serra do Pilar
van Paiva Couceiro een brief ontvangen
heeft, met het verzoek, zich bij de
tegen-revolutie aan te sluiten. Nog van
„enkele" andere dergefijke brieven is
bericht ontvangenMaar wat meer ver
ontrust, is, dat de meeste commandan
ten beweren niet zulke brieven ont
vangen te hebben.
De correspondent der Mundo tele
grafeert uit Oporto, zeker te weten, dat
de monarchisten van plan zijn, den
15den Juli Portugal binnen te vallen.
Het uur en de plaats meldt hij niet
De geestelijken in het Noorden zouden
wapenen verborgen houden, die ze twee
uur tevoren onder de bevolking willen
uitdeelen
De kranten schelden op Canalejas,
Couceiro en consorten, braken verweD-
schingen uit over die verraders en reac-
tionnairen, en oreral gaat de kreet op:
„Te wapen voor het vaderland! Verdedigt
uw land tegen de verraders en de moor
denaars 1"
De gevangenissen zitten stampvol, er
is geen plaats meer en de gevangen
nemingen gaan door! Niemand durft op
straat luid den naam „Couceiro" of
iets gelijkluidends te zeggen, uit vrees
dadelijk door een soldaat aangerand te
worden Zelfs wij onder collega's zoeken,
als we over de gebeurtenissen willen
praten, een stil hoekje op. Het gevaar
is te groot!
I)e bladen bevatten een telegram,
uit Lissabon, over Badajo/. ontvangen,
meldende dat de manschappen in de
marine-kazerne, door monarchisten op
gezet, getracht hebben een omwenteling
van het leger te bewerken. Er volgde
een groot gevecht met het volk, waarbij
tal van dooden vielen. De regeering is
was rood als vuur en hij zag er uit als een
bedelaar, die aan de deur van een rijk man
om een aalmoes bedelt.
„U moest dat kind maar bij ons laten,
Praeses," stotterde hij, „hij zal hij
heeft ik zal wel voor hem zorgen en hij
zal u niet in den weg loopen."
De Praeses was verrast. „Wat! Vraag
jij zelf om
Hier viel Rosi hem angstig in de rede:
„U zult hem nooit zien, ik zal hem
uit den weg houden, maar laat hem
hier blijven!"
„Ja, hier blijven," beaamde Charles,
die tranen in de oogen had van medelijden.
Furrer vertrok den mond. Een grimmige
trek teekende zich op zijn gezicht. Was die
kerel nu stapelgek?
Maar hij kon er toch niet toe komen om
hun verzoek af te slaan. Zonder een woord
te zeggen, keerde hij zich om en ging heen.
Seppe's vrouw ging een poosje later naar
huis zonder het kind.
Zoo kwam het, dat Tobias in huis bleef;
hij werd gedoopt en Charles gaf den on-
schuldigen kleine zijn eerlijken naam. Char
les' vrouw begon hem tot loon voor zijn
aanhankelijkheid en bereidwilligheid een
vriendelijker gezicht te toonen en gaandeweg
ontstond tusschen die twee iets dat op ver
trouwelijkheid en vriendschap geleek.
Toen snelde de tijd vlug voorbij. Tobias
was al in zijn tweedejaar en nog geen enkele
maal had Furrer het kind te zien gekregen.
De boer werkte hard en bekommerde zich
niet om de zijnen. Hij werd al rijker en rijker
en de Fruttnellers spraken met steeds grooter
wordende eerbied van zijn geldzak. Ook het
dorp nam in welvaart toe, ofschoon een
groot onheil in aantocht was, want de
spoorbaan door het Rafisdal was een feit
gewordener werd krachtig aan den bouw
gewerkt. De Praeses ij verde sterk tegen deze
nieuwigheid en hoopte dat de bergen, die
door de vreemde ingenieurs zoo onbarm
hartig werden doorboord en met dynamiet
gehavend, zich zouden wreken op de on-
met behulp van de heele infanterie en
cavalerie te Lissabon meester van den
toestand gebleven. In de stad heerscht
een paniek. Er zijn uitgebreide voor
zorgsmaatregelen genomen. De regee
ring oefent een scherpe censuur uit.
Koningin Maria Pia van Portugal is
Woensdagmiddag op het kasteel Stupi-
nigi by Turijn overleden.
Maria Pia, de weduwe van den 19
October 1889 overleden Koning Lode-
wijk I en moeder van op 1 Februari
1908 vermoorden Koning Carlos I, was
de tweede dochter van Koning Victor
Emmanuel II van Italië. Zij werd 16
October 1847 geboren.
Volgens een officieel bulletin was de
overledene in den middag van 1 Juli
ziek geworden aan een zeer hevige
leverkoliek, welke van koorts vergezeld
ging. De toestand verergerde doordat
er een aandoening der nieren bijkwam.
De mijnwerkers in Noorwegen heb
ben met 200 tegen 7 stemmen het laatste
vredesvoorstel der werkgevers verwor
pen. Heden Zaterdag, zullen dus 17.000
man uitgesloten worden.
Te Port Said is een geval van pest
voorgekomen.
In een dorp van het distrikt Gori,
nabij Tiflis zijn zeven leerlingen van
het gymnasium, die van eene wande
ling huiswaarts keerden, door eene roo-
verbende gevangen genomen. De daders,
die een losprijs verlangen, zijn nog niet
opgespoord.
De St. Peteraburgsche correspondent
van het Berliner Tageblatt seint: In
het district Troizk, in het gouverne
ment Orenburg, is een hevige hongers
nood uitgebroken. Door de vreeselijke
droogte zijn korenvelden en weiden
verdord. Het vee begint te verhongeren.
Onder de Kirgiezenkozakken is een pa
niek uitgebroken, daar zij geen hulp
krijgen. Koren weegt tegen goud op.
Naar uit Bozen wordt bericht, is het
dorpje Valforina in het Fleinsadal ge
durende het woeden van een heftigen
storm geheel afgebrand.
Naar uit Wiborg word bericht, is
het landhuis van den St. Petersburg-
schen petroleumkoning Nobel geheel
afgebrand. Zijn beide kinderen, een
jongen van 7 en een meisje van 5 jaar,
hebben den dood in de vlammen ge
vonden. De gouvernante heeft een po-
beschaamde indringers door hen en hun
maaksel te verpletteren onder lawinen van
graniet.
Furrer stelde zich aan het hoofd van zijn
hardkoppen, toen het eindelijk tot onder
handelen zou komen met de Directie der
Spoorwegonderneming.
Van elke duimbreed Fruttneller gronds,
dien zij noodig had, moest de Maatschappij
zich langs den weg van rechten verzekeren,
want goedschiks verkochten de onderdanen
van Furrer niets. En altoos nieuwe listen
en excepties bedacht de boer van den Hoch
fluhhof om het zijn tegenstanders lastig te
maken. Hij werkte van vroeg tot laat met
wetboek en landmeterskaar'en en geen won
der dus, dat hij geen oog meer had voor
hetgeen er voorviel in zijn eigen huis.
Op een dag echter, dat hij zich de moeite
gaf, eens rond te kijken in zijn omgeving,
troffen hem drie verrassingen te gelijk.
Hij ontdekte dat zijn vrouw veel zieker
en zwakker was geworden. En toen hij dit
zag, gaf hij haar een banknoot, zeggende:
„Laat de dokter komen, maar een goede,
een, die wat weet en wat kentdie van het
hospitaal in Neudorf moet een knap man
zijn."
Toen viel het hem op, dat zijn schoonzoon
zwaar hoestte en roode plekken op de wan
gen had. Hij vroeg aan Rosi„wat scheelt
Charles? Is hij aan den drank?" en was
verbaasd, dat Rosi met verontwaardiging
ontkende en te verstaan gaf, dat het wel
goed zou zijn, wanneer de dokter, die voor
haar moeder zou komen, ook eens naar
haar man wilde kijken.
En terwijl Rosi sprak, zag hij, dat hem
weldra een tweede kleinkind in huis zou
worden gebracht.
Hij drukte zijn breede hand tegen het
hoofd, alsof hij begreep, dat hij ook een
deel van zijn gedachten aan zijn naaste
omgeving diende te wijden.
Roman naar het Duitsch.
(Wordt vervolgd).