et Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. L e v e n s s t r ij d. Uitgever: L. J. VEERMAN, Heusden. No. 3O07. Uoensdag 19 Juli. Art. 436 W. v. S. FEUILLETON. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 0.75, franco per post zender prijs verhooging. Afzonderlijke nummers 5 cent. 1911. Advertentiën van 16 regels 50 ct. Elke regel meer 77s ct. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdag- en Vrijdag middag 12 uur ingewacht. Denk niet, lezer, dat wij deze maal een juristische beschouwing zullen hou den over art. 436 van het Wetboek van StrafrechtZulks is heelemaal onze bedoeling niet. We zouden daarbij waar schijnlijk ook niet op uwe belangstel ling kunnen rekenen, droog en saai als de meeste zulke beschouwingen zijn. We hebben met de aanhaling van ge noemd wetsartikel een geheel ander oogmerk, 't Betreft een zaak, die, naar wij meenen, uwe aandacht waardig is en die ge, naar wij vertrouwen, ook uwe aandacht zult schenken. Art. 436 van het Wetboek van Straf recht luidt: „Hij, die, niet toegelaten tot uitoefe ning van een beroep, waartoe de wet een toelating vordert, buiten noodzaak dat beroep uitoefent, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste driehonderd gulden enz. Tot de beroepen, waarvoor de wet een toelating vordert, behoort ook bet beroep van geneesheer. Art. 1 van de Wet van 25 Decem ber 1878 toch zegt: „De titel van arts verleent de be voegdheid tot uitoefening der genees kunst in haren vollen omvang en wordt verkregen door het afleggen van het practisch arts-examen". Een persoon, die niet in het bezit is van den titel van arts, is dus ook niet bevoegd de geneeskunst uit te oefenen. Oefent een persoon toch de geneeskunst uit, zonder dat hij in 't bezit is van dien titel, dan is hij volgens art. 436 van het Wetboek van Strafrecht straf baar met een geldboete van ten hoogste driehonderd gulden. Toch is het uitoefenen van de ge neeskunst door personen, die niet in het bezit zijn van zulk een titel, niet altijd strafbaar. Niet straf baar bijvoor beeld is hij, die op een plaats, waar geen geneeskundige hulp te krijgen is, in geval van nood iemand helpt. Wel zou hij strafbaar zijn, wanneer hij zonder noodzaak hulp verleende. Vol gens arrest van den Hoogen Raad van 3 Juni 1907 geschiedt het verleenen van hulp buiten noodzaak, als van het niet verstrekken van bijstand, voordat een daartoe bevoegde deze kan ver leenen, voor de patiëaten geen gevaar te duchten is. (19 Op een middag vroeg Furrer aan tafel aan zijn kleinzoon: „Wel, jongen, vertel mij eens, leer je al wat goeds op school? Kan je je naam al schrijven? En weet je hoeveel tweemaal twee is?" Felix had zijn lichtbruine oogen over moedig en lachend tot zijn grootvader,'op geslagen en verklaard, dat hij dat kon en wist en nog veel meer, en dat hij lang niet de minste van de klas was. „Zoo 1 Maar toch zeker ook niet de eerste?" had de Praeses gevraagd. „Neen, dat niet," was het antwoord geweest. „Wie is dan de eerste van je klas?" had toen weder de vraag geklonken, en de jongen was rood geworden, had gestotterd en eindelijk uitgebracht: „Tobias." Het was eensklaps stil geworden aan tafel. Roode gezichten hadden zich over hun borden gebogen. Enkele der meiden hadden naar den boer gegluurd, want het uitspreken van dien naam was verboden. Maar Furrer was niet aan het bulderen gegaan en ook niet in dat gevreesde, doffe zwijgen ver zonken, dat menigeen den eetlust benam. Alleen zijn stem had iets scherper geklonken, toen hij tot den knaap gezegd had: „Toen ik nog op school ging, jongen, mocht niemand mij voor zijn. Mij dunkt, dat je dat ook probeeren kon." Toch kon Furrer er niets tegen doen, dat hem van dien tijd af een soort verlangen bekroop om den „achterbaksche" eens van nabij te zien. Wat had hy ook weer van Dit laatste dót, waarin wij schrij ven dat het uitoefenen der geneeskunst niet al'ijd strafbaar is zouden we desnoods ook achterwege hebben kun nen laten. We maakten er echter even melding van, op dat men niet zou denken dat altijd de titel van arts noodig is om do geneeskunst uit te oefenen. Zooals men nu weet, mogen in sommige gevallen ook anderen, per sonen, die niet in het bezit zijn van den titel van arts, geneeskundige hulp verleenen. Men kan het o. i. niet anders dan goedvinden dat er in ons Wetboek van Strafrecht een artikel is opgenomen, waarin straf wordt bedreigd tegen ieder, die onbevoegd buiten noodzaak de geneeskunde uitoefent, 't Zou tot een vreemden toestand in onze maatschappij leiden, als ieder maar op zijn eigen houtje de geneeskunde mocht uitoefenen. Een ieder zal dit heel gemakkelijk kunnen begrijpen. Toch, zoo meenen velen, gaat de wet wel wat te ver. Er zijn nog kwalen, waar de medicus bijua machteloos tegenover staat. Dui zenden menschen worden jaarlijks door de tuberculose ten grave gesleept, dui zenden menschen in ons land misschien kunnen slechts zeer gebrekkig loopen, en de medicus staat, zooals we schreven, bijna machteloos tegenover dit alles. Bijna machteloos! Niet geheel machte loos! Er zijn er, die door den medicus genezen zijn, maar daar tegenover staat dat er nog meerderen, veel meerderen, zijn, die tevergeefs genezing hebben gezocht bij den medicus, den persoon, die in 't bezit is vau den titel van arts. Dit is jammer. Te wenschen is het dan ook dat eindelijk eens met meer kracht tegen die kwalen der menschheid kon worden opgetreden Dat kón, zeggen sommigen, en niet na verloop van nog langen tijd maar nu, direct reeds. Er zijn personen, die beweren de mensch van de tuberculose te kunnen genezen, de menschen weder beter, zoo niet geheel goed, te kunnen doen loopen, maar die personen zijn niet m 't bezit van den bij de wet vereischten titel van arts, en mogen de geneeskunde dus niet uitoefenen. Ze mogen hun kennis niet gebruiken, om anderen te genezen. Eu dat ze kunnen genezen, dat trachten ze te bewyzen door de vele gunstige resultaten, die ze reeds hebben bereikt met hun ge neeswijze. We willen geen partij trekken nóch voor den z.g. kwakzalver, die zegt te kunnen genezen, nóch voor de vele doctoren, die niet aan die genezingen gelooven, maar, zoo vragen wij, kan dan niet door een onderzoek door des kundigen worden uitgemaakt of de be weringen van de z g. kwakzalvers waarheid bevatten En indien ze waar heid bevatten, zou het dan niet goed zijn dat de geneeskundigen de door de kwakzalvers aangegeven geneeswijze ook aannamen als de hunne? Wij vra gen maar. Of weet een onzer lezers misschien iets beters, om deze voor ons allen zoo belangrijke zaak tot een ge- wenscht einde te brengen? Buitenland. De rooverbende, die ingenieur Richter gevangen heeft genomen, is naar de correspondent der Frankfurter Zeitung te Konstantinopel meldt met Rich ter op Grieksch grondgebied gevlucht. De Porte heeft door haar gezant te Athene een vertoog laten indienen bij de Grieksche regeering In werkelijk heid, zoo schrijft de correspondent, zijn de Turksche overheden blij de lastige aangelegenheid en de vraag, wie een millioen francs losgeld betalen moet, op die wijze Griekenland op den hals te kunnen schuiven. Men kan zich moeielijk losmaken van het vermoeden dat de Turksche overheden den roovers de vlucht over de grenzen hebben ver gemakkelijkt, waardoor de zedelijke ver antwoordelijkheid van Turkije natuur lijk verhoogd wordt. Uit Saloniki wordt aan de bladen gemeld: Herders hebben dreigbrieven van de ontvoerders van den ingenieur Richter naai Elassona gebracht, waarin medegedeeld wordt, dat Richter ont hoofd zal worden, indien binnen twee dagen geen antwoord op den eisch van de roovers inkomt. De herders verkla ren, dat zij de brieven in de nabijheid van een klein klooster in het gebergte in den omtrek van Elassona in ont vangst hebben genomen. De hittegolf in de Vereenigde Staten is langzaam aan het verminderen. Zaterdag 8 dezer bracht koelte eenige verlichting; maar reeds Zondag daarop keerde de hitte terug en hield aan tot Woensdag, waarna de thermometer ge leidelijk begon te dalen. Het totaal aantal hitte-sterfgevallen sedert 2 Juli bedraagt voor de stad New York 224, hem gehoord? Niets bijzonders, niets anders, dan dat de jongen op school geen luilak was; maar zijn belangstelling was gaande gemaakt. Het toeval zou hem dienstig zijn. Het was zomertijd. In Fruttnellen waren de grasakkers gemaaid en de boeren waren alle dagen van vroeg tot laat op het veld. Alleen Nager had het stil; de school was gesloten wegens de warmte en de drukte. Toen de eigenaar van den Hochfluhhof de laatste voer hooi van zijn uitgebreide gronden gelukkig had binnen gehaald, ver oorloofae hij zich een vrijen dag. Niet, dat hij aan rusten dacht, maar na het warme dagwerk op de graslanden en bergweiden had hij verlangen naar scherpere lucht en hij dacht er over, om eens op den Seelialp te gaan kijken, waar een paar van zijn knechts bezig moesten zijn met het weiden van zijn kudde. Thuis sprak hij niet lang over hetgeen hij van plan was te doen; maar op een ochtend aan het ontbijt stond hij vroeger dan gewoonlijk van tafel op, hing zijn jas over zijn schouder, zette zijn oude vilthoed op het hoofd en zeide, half over zijn schouder tot de aanzittenden „Vanmiddag behoeft er op mij niet ge wacht te wordenik ga naar den Seelialp." Het was hem voorgekomen, dat Rosi bleek was geworden en hem nog iets had willen zeggen, maar hij lette er niet op en verliet het huis, om op weg te gaan. Hy ging het dorp door en toen hij langs de hut aan den Strahlegg kwam, zag hij den schoolmeester, die juist uit zijn geiten stal kwam, met de hand de erg ontstoken oogen beschaduwende; de man moest lang kij ken eer hij hem herkennen en groeten kon. Furrer bleef staanhij zou wel lust gehad hebben om den meester naar zijn kostganger te vragen, maar de trots hield zijn lippen gesloten. Met een onderzoekenden blik op voor de Vereenigde Staten ca. 3000. Deze hitte-golf is de ernstigste ge weest, nog ooit in de V. St waarge nomen. Men weet, dat bij de grootte hitte te New York groot gebrek aan ijs heeft geheerscht, waardoor zelfs ongeregeld heden zijn ontstaan. Een commissaris van politie, die opdracht heeft ontvan gen een onderzoek in te stellen naar de handelwijze van de ijstrust, die sterk verdacht werd van de hitte te hebben geprofiteerd, om met zoo weinig moge lijk ijs zooveel mogelijk geld te ver dienen, heeft rapport uitgebracht. Naar het Berliner Tageblatt uit New York verneemt, komt dit rapport op het volgende neer; Op 1 Juli zijn de ijsprijzen van 2 tot 5 dollar per ton verhoogd. Tege lijkertijd is de aanvoer, gedurende de hitte, tot de helft verminderd, hoewel aan den bovenloop van de Hudson in de ijskelders groote voorraden aanwezig waren. Het voorwendsel van de ijstrust, dat er gebrek was aan arbeiders en traDsportgelegeuheden, houdt geen steek. Het rapport bevat 470 onder eede afgelegde verklaringen van onafhanke lijke detailhandelaars over pogingen van de truts om hen hun klandizie te doen verliezen, door te weigeren ijs te leveren. Er zal spoedig een gerechtelijk on derzoek ingesteld worden. Uit Rome wordt aan de Lokal-Anzei- ger geseindHet Albaneesche comité verspreidt het bericht, dat geheel Zuid- Albanië in opstand is. Argyrokastro is door de opstandelingen ingenomen. den ouden man liet hij hooren: „Je oogen zijn er niet beter op geworden in den laatsten tijd, meester! Je moest er toch wat aan doen." „Ja, ja, het wordt erg," knikte Columban terug. „Ik heb er al allerlei aan geprobeerd, maar het helpt niet, en een dokter kostgeld." De Praeses kreeg medelijden met den tobber. Bijna vriendelijk liet hij hooren: „Je moet een dokter nemen Nager. En als de kosten je te hoog zijn, wil ikjeweleen handje helpen." Nager glimlachte. „HmHm Och, het zal wel betejen, Praeses." Furrer haalde de schouders op, groette en ging verder. Zijn weg liep glooiend af naar de beek en daarna over een bergpad naar de Seeli-alp, die schuin tegenover de Strahlegg-hut was gelegen. Oude, forschge- takte dennen, wier gelijken men in weinig bergwouden vond, wortelden hier. Furrer stapte voort alsof hij een jonge man geweest ware; hij had zijn vest open- geknoopt en steeg al hooger en hooger. Na drie uren stijgens bereikte de boer het plateau, dat zich als een groote, groene vlakte uitstrekt, door twee sneeuwspitsen als wachttorens beschermd, en met in het midden iets, dat glinsterde, blauw en stil, alsof het een stuk van den blauwen hemel zelf was, dat in de grasvlakte was neergevallen. Dat was het meertje, het „Seeli," waaraan de Alp zijn naam ont leende; een stil, vreemdsoortig watertje, dat zelden een golfje vertoonde. Van waar het water kwam en waarheen de overtollige hemeldauw werd afgevoerd wist niemand te zeggen, en toch was het den geheelen zomer vol kristalhelder water, totdat de winter het met sneeuw en ijs bedekte. Furrer wierp jas en hoed neder en zocht zich een gemakkelijk plaatsje in het gras. Hij haalde zijn pijp te voorschij n en begon te rooken. De New York Herald verzekert, dat. aan den Noordelijken oever van het meer van Ontario 500 menschen, die voor de boschbranden waren gevlucht, omgekomen zijn. Naar de Kölnische Zeitung uit New York verneemt, heeft een ontploffing in een mijn bij Sykesville(Pennsylvanië) 22 arbeiders gedood. Er zijn reeds 17 lijken gevonden. Uit Konstantinopel wordt aan de Lokal-Anzeiger geseind: Debetrekkin gen met Montenegro worden nu weer door bevoegde Turken zeer pessimis tisch beoordeeld. Sadreddin bei telegrafeerde uit Cet- tinje, dat Montenegro onvermoeid ver der mobiliseert en dat de regeering machteloos staat tegenover de bevolking, die geestdriftig voor den oorlog ge stemd is. Te Gortschach, op de Beiersch-Tirool- Terwijl hij rookte liet hij zijn blikken over de vlakte wijden. Ver weg, tegen de helling van een der beide bergkegels, zag hij zijn kudde grazen. Daar stond ook de Sennhut en het kwam hem voor, dat hij een zijner knechts kon onderscheiden, die ijverig in en uit ging. Soms kon hij ook het geklingel der koeklokken hooren. Eensklaps vernam hij in zijn nabijheid duidelijk het jubelen van een jongensstem. Furrer luisterde verwonderd toe. Dat moest de geitenhoeder zijn en de stem klonk juist, alsof de jongen den een of anderen streek in den zin had. Die bengels zaten altijd vol streken, lieten het vee afdwalen en verdreven zich den tijd met allerlei dwaasheden. De meester werd wakker in hem. Hij stond op en keek rond. Ja, de geiten liepen daarginds, heel in de hoogte en de jongen was er bij, maar dat kon toch niet, want hij had duidelijk gehoord, dat hij bij het Seeli liep te jubelen. Hij deed nog een paar passen en, ja, daar lag de bengel op zijn buik bij het water en plaste met zijn eenen arm in het nat! Een mooie herder. Dien zou hij even op zijn nummer zetten! Hij nam zijn jas op, beet zijn tanden vaster in het mondstuk van zijn pijp en stapte op het Seeli toe. De jongen was inmiddels opgesprongen, stiet een kreet uit, die met luiden weerklank terugstiet tegen de bergmassa's, maar keerde zich niet om en zag den boer niet, die over het zachte gras op hem toetrad. En plotseling trok hij hemd en broek uit, nam een sprong en plofte in het blauwe, koele water, zoodat de drup pels hoog op spatten in den zonneschijn. „Luilakmorde de Praeses. En daarop zweeg hij eensklaps en bleef stokstijf staan. De jongen had het gezicht naar hem toe gewend. Het was Hannes Bethli, de geiten hoeder, niet. En wie het wèl was, wist hij nu ook. Zijn gezicht stond op slecht weer. On- sche grens, heeft een mevr. Kone, echt- genoote van een rijken landbouwer, be kend om haar schoonheid en vroomheid, in godsdienstwaanzin zich op gruwelijke wijze van het leven beroofd, om een onvergeeflijke zonde uit te delgen, naar zij zeide. Zij zond haar drie oudste kinderen weg, legde haar jongste van zes maanden in de wieg en begaf zich naar de keuken. Daar ontkleedde zij zich voor een altaar met brandende kaarsen geheel, en kroop in den gloeienden oven. Haar man heeft er haar geheel verkoold in gevonden. Te Choisy bij Parijs is een bekende anarchist gearresteerd, die ernstig ver dacht wordt een groot aantal telefoon-, telegraaf- en signaaldraden te hebben doorgesneden. De New York Times vernam uit Port Limon (Costa Rica), dat het stoomschip Irma in een zijrivier van deSauJuan- rivier bij een feilen storm in aanraking is geweest met het stoomschip Diamante. De Irma zonk 23 passagiers en ver scheidene koppen der bemanning zijn verdronken. De correspondent van de N. R. Ct. te Londen seint: Tillet, Zondagavond te Londen een vergadering van bootwerkers toespre kend, zeide, dat er een algemeene sta king van alle scheepsvolk ophanden is. Havelock Wilson, sprekende te New castle, zeide aan de reeders der Tyne een week bedenktijd te geven om onder kruipers te weren, anders was een al gemeene staking aan de Tyne te wachten. De bootwerkers te Huil hebben Zater dag weer gestaakt, eischende betaling voor overwerk. Vele voor het vasteland bestemde schepen moesten dientenge volge half geladen vertrekken. In de Potsdammerstrasse te Berlijn, in de buurt van den juwelierswinkel, waar onlangs een groote diefstal heeft plaats gehad, is Zondagnacht weer in een juwe lierszaak ingebroken en voor 20,000 mark aan kostbaarheden gestolen. Uit Lissabon wordt aan het Berliner Tageblatt geseind Volgens een telegram uit Madera hebben de Portugeesche mo narchisten daar met hulp van Spaansche royalisten een stapelplaats van munitie opgericht. Men verwacht daar groote bezendingen wapens uit België, ter ver vanging van die, welke den monarchis ten onlangs zijn afgenomen. Men zegt, dat er op Madera 250 Portugeesche monarchisten zijn. Een krachtige aardbeving heeft Maan dagmorgen den toren van een synagoge te Kecskemet doen instorten en den willekeurig keek hij rond naar een rotsblok, om zich te verschuilen, maar de andere had hem reeds gezien. Hij dook onder water en kwam een oogenblik later iets verder weder boven, angstig met den blik naar zijn kleeren zoekende. De Praeses klopte zijn pijp uit. Hij had eensklaps geen zin meer in rooken. Stijf en stug trad hij naderbij „Moet jij je den dood op het lijf halen in dat ijskoude water?" vroeg hij streng. De jongen deed een paar slagen in de richting van den man en klom daarop zonder te spreken en gehoorzaam aan wal. De oogen van den boer rustten met wel gevallen op het welgevormde lichaam van den knaap. Hard en dik kwamen de spieren aan armen en beenen te voorschijn, ofschoon alle ledematen evenredig gevormd waren. De borst was gewelfd en de schouders naar achteren gebogen, als bij een gedrild soldaat. De jongen had, ofschoon druipend van het water, zijn kleeren aangeschoten. Nu stond hij daar met de handen in de zakken en blijkbaar op het punt om het hazepad te kiezen. „Je bent Tobias, niet waar?" vroeg de Praeses. De jongen keek hem verbaasd aan. Onwillekeurig moest Furrer denken aan een portret van hemzelf, dat in zijn slaap kamer hing. Het viel hem in, dat hij eens gelezen had, dat in de kleinkinderen de grootouders zich herhalen. Maar toen viel zijn oog op het zwarte haar en de zwarte wenkbrauwen, die boven de neus te zamen- liepen en Christiaan Russi doemde voor zijn geest op. Felle toorn maakte zich van den forschen man meester; iets als afkeer van het onechte kind mengde zich daarin; en toen kwam weer een ander gevoel boven, dat noch toorn, noch afkeer was en dat hem aantrok tot den jongen. Roman naar het Duitsch. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1911 | | pagina 1